De kleuren van de Indian summer

‘Herfst is de tijd van vermoeden, niet van weten. Van tasten, niet van grijpen’, zo schreef Herman de Coninck. Mijn vrouw en ik volgen zijn wijze woorden. We willen de herfst voelen en tasten langs Voeren en de Nederlandse grens. Aan het drielandenpunt gaan we niet weten of we in Duitsland, Nederland of België staan... En in het Aachener Bos zullen we vermoeden waar we zijn.

De herfst is het uitgelezen seizoen om deze streek rond het drielandenpunt te verkennen. Als de weergoden een beetje  mee willen, is het hier volop genieten van de kleuren van de Indian summer.  De loofbossen, de uitgestrekte heuvels, de velden, de koeien en de kleine dorpjes, oude en nieuwe spoorwegen: allemaal krijgen ze in de herfstzon net dat tikkeltje magie.

Bos, bos en nog eens bos

We parkeren de camper op Camping Natuurlijk Limburg. De zoektocht naar herfstkleuren kan niet beter starten. Vanuit de camping loop je meteen de rust van het Roodbos in. Dit beukenbos ligt op een heuvelrug en over zijn zachte golven wandel je rechtstreeks naar twee andere bossen, het Veursbos en het Vossenaerde bos. Waar het ene bos in het andere overgaat? Is niet te weten, enkel te vermoeden.  Aan de westzijde van het bos ligt het dal van de Veurs, net aan de overzijde van het dal het Vrouwenbos. De kleuren van de herfst lopen hier al even geruisloos in elkaar over als de verschillende bossen. Eigenlijk is dit bosreservaat één groot boscomplex, bestaande uit deze drie bossen. De natuur kan hier duidelijk ongestoord haar gang gaan. Dit zijn historische loofbossen waar je 

Onderaan in deze historische loofbessen vind je de hellingen met eiken-haagbeukenbossen,  die langzaam overgaan in beukenbossen. De het licht van de ondergaande zon maakt de herfstkleuren nog warmer. Els en ik genieten van het wandelen en arriveren na een lange lus weer aan de hoogst gelegen camping van Vlaanderen.

Camping Natuurlijk Limburg
Roodbos 3
3791 Voeren
www.campingnatuurlijklimburg.be

Meer info

Waar buren elkaar kussen

Van de hoogst gelegen camping rijden we naar de hoogste plek van Nederland: het drielandenpunt, daar waar buurlanden Nederland, België en Duitsland elkaar kussen. Je kan er met de camper terecht op een van de grote parkings. Tip: parkeer je camper in het Belgische Gemmenich of het Nederlandse Vaals en zet de - naar Vlaamse normen stevige - klim in naar boven. Eens je daar bent, kan je nóg hoger, in de Boudewijntoren. Vijftig meter boven de grond is het uitzicht adembenemend. Je ziet er Aken en de Eifel goed liggen, de Nederlandse mijnstreek en de Belgische Ardennen… Weer beneden is het tijd voor de verplichte foto aan de drie driekleuren, broederlijk naast elkaar. Dat is in het verleden wel even anders geweest. Nu kan je er met het ene been in Duitsland gaan staan en met het andere in Nederland. En je kop, die steek je vooruit in België.

Voor de liefhebbers zijn er verschillende uitgestippelde wandelingen in de bossen rond deze grensstreek: hier kan je letterlijk en figuurlijk grenzeloos wandelen. De afstanden van de wandelingen variëren tussen negen en dertig kilometer.

Boudewijntoren
Rue des Trois Bornes 99
1851 Plombières
nl.liegetourisme.be/de-boudewijntoren.html

Drakentanden en paddenstoelen

We duiken opnieuw het bos in. Dit keer draagt het de naam van de meest westelijke grote stad van Duitsland: dit is het Aachener Wald. Zo druk als Aken is tijdens de kerstmarkt, zo rustig is dit bos dat zich uitstrekt ten zuiden van Aken over de landsgrenzen heen tot aan de Belgische gemeentes Raeren, Kelmis en Blieberg. De meer dan 100 km wandelwegen voeren je over de heuvelrug, die boven de rest van het landschap uitsteekt. Aandachtige wandelaars kunnen nog restanten van de Westwall spotten, een overblijfsel van de nationaalsocialistische oorlogspolitiek tussen 1936 en 1938. Er werden destijds meer dan 14.000 bunkers, tunnels en een 76 kilometer lange lijn van drakentanden of Höckers gebouwd. Wij zien er weinig van, we genieten meer van de ongelofelijk mooie kleuren. En van de prachtige paddenstoelen. We vermoeden dat we hier en daar de grens oversteken, zeker zijn we nooit. Daarvoor laten we ons te veel leiden door de pracht en de stilte van dit loofbos.

Een lesje vaderlandse geschiedenis

Een hoop vaderlandse geschiedenis samen gesmeten en door elkaar geschud: welkom in Blieberg/Plombières. Hier ontmoeten de taalgemeenschappen elkaar pas echt. Deze gemeente is Franstalig met slapende faciliteiten voor Nederlandstaligen en vrijwillige faciliteiten voor Duitstaligen. Begrijpe wie begrijpen kan... Niet dat je daar ook maar iets van merkt: de politiek van Brussel lijkt hier ver weg.

De naam ‘Blieberg’, de Vlaamse naam voor ‘Plombières’ komt  - net als de Franstalige naam -  van de winning van looderts. De mijnbouw bestaat hier al sinds in de middeleeuwen. De oude industrie heeft zijn sporen nagelaten, fijn voor fervente fietsers. De oude spoorlijn 39 liep hier. Deze lijn van Welkenraedt naar Blieberg (Plombières) werd geopend op 7 december 1870. Treinen denderen er niet meer: nu is het een mooi en rustig fietspad, ideaal om te fietsen met het gehele gezin.

Niet te fietsen, maar wel veel indrukwekkender is het Viaduct van Moresnet, in de deelgemeente van Blieberg. Het ‘Geuldal-viaduct’, zoals het Viaduct van Moresnet officieel heet, overspant het Geuldal bij Moresnet met een totale lengte van 1.107 meter en een hoogte van 52 meter. Het is speciaal gebouwd voor het transport van Duitse artillerie en troepen naar het front tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1915-1916.

Net als in een sprookje

Van al die herfstwandelingen krijgt een mens honger. Grote honger.  Els en ik schuiven onze voeten onder tafel bij Moeder de Gans, een begrip in de streek. Het interieur en de sfeer van de herberg voelt een beetje zoals de rest van het dorp: alsof de tijd er stil is blijven staan. Zo is in het restaurant een uit Naamse steen gekapte drinkbak voor de paarden bewaard gebleven. We bestellen poffertjes en drinken er een streekbier bij.

Het golvende landschap rond de dorpskern wordt afgewisseld door uitgestrekte bossen. De neogotische Sint-Pieterskerk uit 1870 steekt opvallend hoog uit boven de rest van het dorp. Je ziet ze tijdens het wandelen vaak verschijnen tussen de koeien. Wat geldt voor Teuven geldt voor de gehele Voerstreek: het is hier zo zo heerlijk wandelen dat je terug wil komen.

Herberg Moeder de Gans
Teiven-Dorp 60
3793 Voeren
www.moederdegans.be

Gepubliceerd op dinsdag, november 8, 2022 door Thomas De Boever

Delen