
Wandeltip: bosbad in het Zoniënwoud
Zin in een bosbadje zonder weerga? Dan is deze wandeling iets voor jou. 20 kilometer lang trek je langs de mooiste padjes van het Zoniënwoud.
- Wandelen

Onze dagstapper vertrekt aan het Rood Klooster, een oude augustijner priorij aan de rand het Zoniënwoud. De priorij van het Rode Klooster is het best bewaarde monastieke complex in het Zoniënwoud. Het Huis van de Prior is het enige overblijfsel van het oude klooster. Op het terras van het de brasserie kan je na de wandeling nog even nakaarten.
De wandeling vermijdt zoveel mogelijk de statige dreven waarvoor het Zoniënwoud gekend is en slingert langs smallere paadjes richting onder meer de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Willerieken, een kapel die bekend was om de zoete geuren van kruiden en varens die haar omringden. De kapel gaf haar naam aan de Welriekende Dreef, die wellicht bekend in de oren klinkt uit de verkeersinformatie op de radio.

Verder kan je de route even verlaten voor het monument voor de boswachters (het 'Stonehenge' van het Zoniënwoud. In een cirkel van stenen monolieten worden de 11 boswachters die het leven lieten tussen 1914 en 1918 herdacht.
Nog verder op de wandeling kan je ook even stilstaan bij de herdenkingsplaats voor de slachtoffers van de aanslagen van 16 maart. Het monument bestaat uit 32 betonnen blokken van 800 kilogramdie samen een ring vormen. Deze staan zo opgesteld dat ze gebruikt kunnen worden als zitbank. Rond deze blokken bevinden zich 32 berken die symbool staan voor de 32 omgekomen mensen. Er werd specifiek gekozen voor deze bomen aangezien ze symbool staan voor het leven.
De wandeling kruist twee keer de spoorweglijn Brussel-Namen, één keer op de plaats van het inmiddels verdwenen bosstation. Aan het begin van de 20e eeuw bood dit kleine station de Brusselaars de mogelijkheid om van mei tot oktober met de trein het Zoniënwoud te bereiken. Het was een van de kleine stations die de schilder Paul Delvaux (1897-1994) bijzonder koesterde en die terug te vinden is in enkele van zijn schilderijen, met name in 'La gare forestière'.