De Algarve op zijn allermooist
Idyllische strandjes omgeven door grillige rotsen, uitgesleten door het water van de Atlantische Oceaan. De kust van de Portugese Algarve is er wereldberoemd om. Extra mooi in het voorjaar wanneer de natuur in volle bloei is. Ed Lodewijks vloog naar Lissabon, huurde een buscamper en toerde een week door het zuiden. Met als grande finale een bezoek aan de bruisende hoofdstad Lissabon.
- Kamperen
Dag 1 en 2
Naar de kust, Quarteira, Tavira, São de Brás de Alportel
Route
Voor deze relatief korte reis kiezen we er niet voor om helemaal met de camper vanuit België naar het diepe zuiden van Portugal te rijden, vanuit Brussel naar Faro zo’n 2250 kilometer. We gaan door de lucht. Vliegtijd: nog geen drie uur. Na onze landing in de Portugese hoofdstad pikken we bij het kantoor van Hostel on Wheels onze buscamper op, die we via campertouroperator Travelhome hebben gehuurd. Vandaar is het zo’n 270 kilometer naar de Algarve. We willen zo snel mogelijk met onze tocht langs de kust beginnen, dus nemen we de snelweg. Prima route dwars door het binnenland naar het zuiden. En zo staan we vier uur later in het badplaatsje Quarteira oog in oog met de Atlantische Oceaan. Na al dat gereis blijven we hier een dagje staan en maken een paar uitstapjes.
Mooi!
De kust is hier nog niet zo spectaculair als de reisbrochures beloven, maar wel gewoon mooi. Vanaf de enkele meters hoge rotsen kijken we uit over het rechte, brede strand. Het badplaatsje Quarteira, met zijn boulevard, is leuk om vanaf de camping even doorheen te lopen en iets te drinken of eten, maar is verder weinig bijzonder. Een groter contrast is niet mogelijk met het havenstadje Tavira, dat zo’n vijftig kilometer ten oosten van Quarteira ligt. Daar móeten we naartoe op deze rustdag. Het zal zelfs het meest schilderachtige plaatsje blijken dat we op onze trip in de Algarve bezoeken. Midden door het oude centrum stroomt de rivier de Gilão. Blikvanger is de sierlijke brug Ponte Antiga met haar zeven bogen. Langs het water zijn overal terrassen die daarop uitkijken. Dat is voor later, wij duiken eerst de smalle straatjes in. Want daar wemelt het hier van. Met overwegend witgepleisterde huizen, soms versierd met kleurige mozaïektegels uit de Moorse tijd. We passeren vele statige stadpaleizen en kerken. Handel en visserij hebben hier in vroeger eeuwen grote rijkdom gebracht. We klimmen omhoog naar de ruïnes van de Moorse burcht Castelo en hebben hier een mooi uitzicht over het stadje. En op de grote kerk Santa Maria do Castelo, die met haar twee witte torens de skyline domineert. Langzaam zigzaggen we weer naar beneden om een terrasje te doen. Plaats genoeg. We zijn zeker niet de enige toeristen hier, maar goedbewaard geheimTavira wordt gelukkig nog niet onder de voet gelopen door het massatoerisme.
Op de terugweg naar de camping doen we nog even een heel andere attractie van de Algarve aan, de kurkstreek rond het slaperige plaatsje São Brás de Alportel. Duizenden, veelal heel oude kurkeiken domineren het landschap. Bijzonder om door te rijden. Sommige eiken hebben een rode stam. Die net beschilderde bomen hebben weer negen jaar voor de boeg tot de volgende oogst. De kurk, die hier van hoge kwaliteit is, wordt verwerkt tot uiteenlopende producten. Van champagnedop tot tas. Het Museu do Trajo do Algarve vertelt ons er alles over.
Halte voor de nacht
Camping Orbitur Quarteira
Groot terrein op 600 meter van het strand; meerdere, wat gedateerde sanitairblokken; eenvoudig restaurant en winkeltje. Wij kiezen een ruime, rustige kampeerplek achter aan de camping, omgeven door haagjes.
Alternatieve overnachting
Achter de camping, pal aan het strand, is een zanderig parkeerterrein dat ook als camperplaats dienstdoet. Tijdens ons bezoek staan er meerdere campers. Geen voorzieningen.
Dag 3
Via Loulé en Silves naar Lagos
Route
Vandaag trekken we naar het westen, richting het stadje Lagos. De kust laten we nog even links liggen en we bezoeken eerst twee bijzondere plekken landinwaarts, de stadjes Loulé en Silves. We rijden deels over kleinere wegen, deels over een stuk snelweg. In totaal een kleine 90 kilometer. Eindbestemming is camping Valverde, tussen Lagos en het badplaatsje Luz.
Mooi!
Loulé is de eerste halte van vandaag, niet ver van Quarteira. Op zichzelf al een leuk stadje, maar we komen in het bijzonder voor de overdekte markthal. De hal is weliswaar 20ste-eeuws, maar is opgetrokken in Moorse stijl, compleet met sierlijke torens en toegangspoorten. Een heerlijk exotische plek om rond te struinen tussen honderden stalletjes waar marktlieden verse streekproducten als olijfolie, port, zoetwaren, wijnen, brood, groente, fruit, vis en worst te koop aanbieden. Echt de moeite waard om aan te doen.
Dan maken we een flinke ruk in westelijke richting. Naar Silves, weer zo’n oud stadje, gebouwd tegen een heuvel met daarop een gigantisch kasteel in Moorse stijl. We stallen de camper beneden op een parking in de buurt het riviertje de Rio Arade. Vandaar lopen we omhoog door de smalle straatjes het stadje in. We passeren een enorme Arabische stadspoort, de Porta da Cidade. Opvallend zijn de ooievaarsnesten her en der op daken en gevels. Langzaam klimmen we langs pastelkleurige huizen, winkeltjes en restaurantjes omhoog naar de citadel uit de twaalfde eeuw. Wat een machtig bouwwerk! Het is een kasteel zoals een kind dat tekent: met grote torens, muren en kantelen.
Halte voor de nacht
Orbitur Camping Valverde
Dit terrein kiezen we als uitvalsbasis om de komende twee dagen de kust te verkennen. Daar leent het zich uitstekend voor. Het is een groot terrein met zo’n 600 genummerde plaatsen. We kiezen niet voor de strak afgebakende plekken midden op de camping, maar voor een groot veld aan de rand. Heerlijk rustige kampeerplek met veel ruimte om ons heen. Een flink aantal voorzieningen, zoals een groot sanitairblok, bar, winkeltje, restaurant en het zwembad , worden vernieuwd of opgeknapt. Het sanitair op ons veld is eenvoudig, maar schoon en voldoet prima.
Dag 4 en 5
Naar de kust: Carvoeiro, Benagil, Senhora da Rocha
Route
Het zijn maar kleine afstanden die we vandaag en morgen in de buurt van Lagos afleggen, over vooral kleine, bochtige wegen. Er zitten echt prachtige stukken tussen. Het is lekker toeren hier, omhoog, omlaag en om elke hoek weer een nieuw, verrassend uitzicht. En bijna overal kunnen we met de camper dichtbij komen. Parkeren met de camper is soms verrassend makkelijk.
Mooi!
Vandaag testen we onze hooggespannen verwachtingen voor de veelgeprezen rotskust. Het begin is al veelbelovend, in het welvarende villastadje Carvoeiro. We rijden midden in het centrum naar beneden, zowat tegen het strand aan. Dat ligt beschut in de luwte van de hoge rotsen die het omsluiten. De in talrijke kleuren gepleisterde huizen op de roodbruine rotswand zorgen samen met de vissersboten en de badgasten op het strand voor een charmant, fotogeniek decor. Maar parkeren met de camper is er niet echt handig, dus rijden we na een korte strandwandeling weer verder.
Het vissersgehucht Benagil is de tweede stop. Een smalle baai diep tussen de rotsen, met slechts een paar huisjes. Bereikbaar via een smalle, steile weg naar beneden. Het witte strand, dat ligt ingeklemd tussen machtige rotswanden, baadt in het felle zonlicht. De golven die op het strand stukslaan en de strakblauwe lucht zorgen voor een overweldigende sfeer. Het is er levendig druk met zonaanbidders, kajakkers die zich door de branding heen worstelen en tal van excursiebootjes met toeristen langs de vele grotten varen. Een zalige plek om een paar uurtjes door te brengen.
Parkeren met de camper is ook hier lastig: campers worden door de beperkte doorrijhoogte geweerd van het grote parkeerterrein. Omdat het nog vrij vroeg in de ochtend is, kunnen gelukkig langs de weg parkeren en verder te voet afdalen naar de baai.
Wij trekken verder, naar Senhora da Rocha, een badplaatsje enkele kilometers verderop. Hier heerst medio mei een weldadige rust. We kunnen de camper gewoon pal langs de wandelpromenade neerzetten. We klappen de kampeerstoeltjes uit en genieten in de schaduw van een olijfboom van onze lunch, met uitzicht op het karakteristieke witte kerkje boven op de rotspunt die in de zee uitsteekt. Als we daar even later naartoe wandelen, strekt zich aan beide zijden van de rots in de diepte een breed zandstrand uit. We hebben een onbelemmerd uitzicht op de kilometerslange kustlijn. Om stil van te worden. In de verte zien we de hoogbouw van het drukke toeristenoord Albufera, maar we merken hier niets van de drukte daar. We volgen het onverharde wandelpad langs de rotsen tot we bij een steile trap staan die ons naar het strand leidt. Daar zien we pas echt hoe hoog en steil de rotswand is die we zijn afgedaald. Indrukwekkend. Dit is het dus, de Algarve op zijn mooist.
Dag 5
Het water op bij Ponta da Piedade
Mooi!
Nu zijn we wel heel nieuwsgierig geworden hoe deze kust er vanaf het water uitziet. Hoogste tijd voor een boottochtje. Dat gaan we maken bij de Ponta da Piedade, weer zo’n machtige rotspunt – dit keer voorzien van een vuurtoren – even buiten Lagos. En weer zonder problemen parkeren voor de deur op een grote parking. De natuur zorgt hier ter plekke zo mogelijk voor nog meer spektakel. Want overal steken hoge rotspunten in bizarre vormen zomaar uit zee omhoog. In de diepte liggen tientallen kleine vissersbootjes te wachten op klandizie. Een steile, stenen trap brengt ons op een smal platform, waaraan onze schipper op afroep aanmeert. Even oppassen bij het instappen, want de zee is woelig hier, maar daar zitten we dan. In een bootje met een schipper voor ons alleen. We vallen van de ene verbazing in de andere. De zee en de wind hebben de kust in een sprookjeswereld veranderd. We varen langs en ook in grotten in alle soorten en maten, sommige met natuurlijke lichtkoepels waarin de zon voor spectaculaire lichteffecten zorgt. Zo kleurt het zeewater eerst blauw, vervolgens smaragdgroen en even later turquoise. We zien overal jaloers makende, verlaten strandjes, de meeste alleen vanaf de zee bereikbaar. Na zo’n 45 minuten stappen we weer aan wal, maar voor ons gevoel duurde het tochtje oneindig.
We zetten onze verkenningstocht op het land voort, in het oude havenstadje Lagos. Parkeren op de boulevard is hier onmogelijk, maar er zijn genoeg parkeerterreinen geschikt voor campers op korte loopafstand van het centrum. Het toerisme is aan Lagos zeker niet voorbijgegaan. Want het is er nu al heel druk in en rond de ontelbare restaurantjes, cafeetjes, terrassen en souvenirwinkeltjes. Maar het oude centrum heeft toch zijn charme behouden. Het is een spinnenweb van smalle straatjes met witte huisjes, de gevels bekleed met kleurige Portugese tegels, waar we in betrekkelijke rust doorheen wandelen. Veel kerkjes ook, met als allermooiste dat van Santo Antonio. Van buiten een sober gebouw, maar van binnen overdadig versierd met verguld houtsnijwerk. Letterlijk oogverblindend. De vesting met haar hoge wallen en de toegangspoort vertellen dat Lagos vroeger een belangrijke, strategische kustplaats is geweest.
We besluiten de dag luierend en kokkerellend op ons kampeerplekje. Boodschappen doen is in de Algarve een feest, want overal zijn grote supermarkten die zijn ingesteld op verwende toeristen. Zo kopen we vandaag kraakverse gamba’s en een mootje zalm voor op de barbecue. Met daarbij kleine aardappeltjes en groene asperges. Wit Portugees wijntje erbij. Het kampeerleven is rijk!
Dag 6
Naar Sagres en Cabo de São Vincente: het meest westelijke puntje van Europa
Route
We trekken vandaag verder naar het westen, via het stadje Sagres naar Cabo de São Vincente, zo’n veertig kilometer rijden. Een mooie, rustige weg. Onderweg slaan we halverwege bij het plaatsje Budens nog even af naar de camperplaats aan het strand van Boca do Rio. Ook al overnachten wij hier niet, het verlaten weggetje recht naar de kust is echt een aanrader.
Mooi!
We zijn hier in het meest zuidwestelijke puntje van Portugal. Het is een deel van de Algarve dat ons erg aanspreekt. Weinig bebouwing en minder toeristisch. De natuur overheerst hier. Sagres is geen bijzonder stadje, maar heeft wel een leuk haventje. Maar de grootste bezienswaardigheid is het Fortaleza, het fort van de Portugese ontdekkingsreiziger Hendrik de Zeevaarder. Er is behalve het kapelletje en de windroos van kiezelstenen niet veel over van het oorspronkelijke fort uit de vijftiende eeuw, maar in later tijden is op dit enorme complex een vesting gebouwd waarvan de opgeknapte, machtige muren vandaag de blikvangers zijn. Met daaromheen niks anders dan rotsen en zee.
En dan móeten we natuurlijk ook even naar het meest westelijke puntje van het Europese vasteland, Cabo de São Vincente. En met ons veel toeristen. Het heeft ook wel wat om op deze ongenaakbare rotspunt in de leegte van de Atlantische oceaan te staren en te beseffen dat ergens ver weg de kust van Amerika ligt. En mocht je dat idee niet hebben, dan word je daar wel op gewezen door de snackbar met een enorme braadworst op het dak en het opschrift ‘Letzte bratwurst vor Amerika’. Die slaan we over, maar we wandelen nog wel even naar de vuurtoren, een veilig baken op deze woeste plek.
Halte voor de nacht
Orbitur Camping Sagres
Veruit de mooiste camping van deze trip. Groot terrein in een pijnbomenbos, midden in een rustig duingebied, tussen Sagres en de kaap. We krijgen een rustig plekje half onder de bomen, met uitzicht over de duinen. Meerdere sanitairgebouwen, waarvan eentje gloednieuw.
Alternatieve overnachting
Camperplaats Boca do Rio: prachtige stek tussen de heuvels dichtbij het strand, in the middle of nowhere. Geen voorzieningen. De circa twintig plekken zijn allemaal bezet. De campers staan hier dicht op elkaar. Gratis, geen service.
Camperplaats bij het fort van Sagres: op het grote, niet beschutte, parkeerterrein is een apart gedeelte voor campers. Gratis, geen service.
Dag 7
Naar Alentejo, Vila Nova de Milfontes
Route
Vandaag beginnen we aan de terugweg richting Lissabon, nu niet over de snelweg, maar in twee dagen op ons gemak, via een prachtige, rustige route parallel met de kust. Eindpunt vandaag is de camping bij het plaatsje Vila Nova de Milfontes, zo’n 100 kilometer rijden. Onderweg nemen we twee keer een afslag naar de kust, bij Amado en Almograve.
Mooi!
Twee borden naar een panoramapunt en een strandje, met de exotische namen Carrapateira en Amado, doen ons besluiten na zo’n twintig kilometer naar de kust af te slaan. Heel benieuwd hoe het er hier uitziet. Het weggetje alleen al is geweldig mooi en kronkelt door de duinen langs velden vol bloemen. Opvallend veel campers hier op de weg. En nog veel meer op het parkeerterrein verderop aan de kust, dat ook als camperplaats dienstdoet. Het zijn vooral surfers die hiernaartoe trekken. We begrijpen snel waarom: hoge golven slaan bruisend stuk op het strand. Voor de vele tientallen sportievelingen is het de uitdaging zo lang mogelijk op een zo hoog mogelijke golf mee te surfen. Leuk om te zien.
Maar de plek zelf is ook weer prachtig. De honderden bloeiende planten op de grillige, hoge rotsen om het strand maken het extra bijzonder. Hun gele tinten combineren prachtig met de roodbruine stenen en het diepe blauw van de zee. We rijden nog een stukje omhoog naar het uitzichtpunt Carrapateira. De weg loopt hier dicht langs de rotswanden. Vanuit de camper hebben we prachtige vergezichten.
We keren terug naar de hoofdweg en rijden verder naar het noorden. We verlaten de Algarve en komen in de streek Alentejo terecht. Het wordt steeds stiller en leger op onze route. Het landschap is minder spectaculair, maar met veel begroeiing, zoals eucalyptusbomen, dennen en kurkeiken. Verslaafd geraakt aan de kust, pakken we na zo’n 50 kilometer rijden weer een afslag naar Praia Granda. Inderdaad, een enorm strand. En weer schitterend, ook hier veel bloemen. De rotsen zijn hier wat lager en lopen soms ver tot in zee. Weer zo’n plek waar we wel langer zouden willen blijven, maar het is al laat en de camping wacht. Laatste halte voor Lissabon.
Halte voor de nacht
Orbitur Camping Sitava Milfontes
Grote camping met moderne entree en veel voorzieningen, vlak aan het strand. Uitgestrekt terrein begroeid met pijnbomen, met veel vaste plaatsen die nu nog onbewoond zijn. We kunnen kiezen uit mooie, ruime plekken achter aan het terrein. Hier staat ook een modern, verzorgd sanitairgebouwtje.
Dag 8, 9 en 10
Lissabon
Route
De laatste 190 kilometer van onze trip naar de camping bij Lissabon doen we eerst over de secundaire weg en dan draaien we de (tol)snelweg A2 op. Die brengt ons tot Lissabon, waar we ten zuiden van de stad in westelijke richting naar de camping rijden, de laatste halte van deze reis. Naarmate we dichter bij de hoofdstad komen, wordt het landschap voller en rommeliger. En de wegen drukker, maar al met al kunnen we prima doorrijden.
Mooi!
Na al het natuurgeweld van de afgelopen week zijn we aanbeland in het oude, maar bruisende en levendige Lissabon. Overal is wat te zien en te doen, en het meeste op loopafstand van elkaar. Omdat het oude centrum op een heuvel ligt, is het wel flink klimmen en dalen. Maar daar zijn de oude, karakteristieke trammetjes een prima oplossing voor. Lissabon is wel een toeristenmagneet, maar tijdens ons verblijf is de stad zeker niet overvol. De zon schijnt volop op tijdens deze meidagen, het is aangenaam warm en het leven speelt zich grotendeels op straat af. De terrassen zijn gevuld en we hebben de eettentjes voor het uitzoeken, waar we tegen redelijke prijzen heel lekker eten. Kortom, we beleven twee heerlijke dagen in de stad, voordat we de camper weer inleveren op het kantoortje van Hostel on Wheels en terugvliegen naar Brussel.
Halte voor de nacht
Orbitur Camping Quincho
Aan de kust. Prima uitvalsbasis voor Lissabon. Goede verbinding met bus en trein. Vrij grote camping in een dennenbos. Schaduwrijke plekken, wel oppassen met de camper onder de lage, kromme boomstammen en takken. Sanitair is eenvoudig, maar wel in orde.