7 feiten, gecheckt en waar, over La Vallée du Loir
Het is de Loire die vaak met alle aandacht gaat lopen, maar kleine broer Le Loir is klaar om uit de schaduw te treden. Een goed bewaard geheim, noemt La Vallée du Loir zichzelf. Hoog tijd voor een fact check.
- Fietsen
- Uitstappen en vakanties
Dat we gaan fietsen langs de Loir, zeiden we. ‘De Loir zonder ‘e’’, hebben we er vaak aan moeten toevoegen. Het is snel duidelijk dat de Loir een pak minder bekend is dan de Loire. Zelfs Google vraagt of we niet ‘Loire’ bedoelen wanneer we voor ons vertrek online al de sfeer op onze bestemming wat willen opsnuiven. Toegegeven, zó heel ver liggen de twee rivieren niet van elkaar. Een veertigtal kilometer rijden en je gaat van de Loir naar de Loire. De Loir – zonder ‘e’ – is iets meer dan 300 kilometer lang. Het is een zijrivier van de Sarthe, die samen met de Mayenne de rivier Maine vormt. De Maine mondt uit in de Loire, met haar duizend kilometer de langste rivier van Frankrijk. Op deze trip blijven we weg van de wereldberoemde Loirevallei, en laten we ons verrassen door het bochtenwerk van kleine broer. Zeven dingen die je nog niet wist over La Vallée du Loir.
Feit 1: Er staan kastelen, véél kastelen
Dat de vallei van de Loire – die mét ‘e’ – zo’n toeristische trekpleister is, is voor een groot stuk te danken aan de prachtige kastelen die de Franse adel er eeuwen geleden liet optrekken. Wel, ook La Vallée du Loir heeft een flinke portie sprookjeskastelen en landhuizen in de aanbieding. Misschien wat minder megalomane exemplaren dan die langs de Loire, maar daarom niet minder de moeite waard. Een echt pareltje is het kasteel van Le Lude. Verrezen uit de groene grond als versterkt fort in de middeleeuwen, om later uit te groeien tot een sierlijk renaissancekasteel met torentjes, balkons en feestzalen met gouden behang. Het is een van de zeldzame grotere kastelen die nog steeds bewoond worden, en wel door een familie met een snuifje Belgische roots. Gravin Barbara de Nicolaÿ groeide op in het kasteel Hex in Heers (bij Tongeren) en zou vlot Nederlands spreken.
Ze had ons graag ontvangen, vertelt onze gids ter plaatse – voor bezoek uit België doet ze graag iets extra – maar er waren helaas andere verplichtingen. Maar ook zonder persoonlijke begroeting van de gravin maakt Le Château du Lude indruk. We dwalen door salons waar het ruikt naar vers houtvuur, slaapvertrekken waar vorige week nog gasten logeerden en een eetzaal waar de familie elke middag – wanneer het kasteel even gesloten is – aan tafel schuift. We zien familiefoto’s op de kast staan en gezelschapsspelletjes op de salontafel liggen. Het is mooi en bizar tegelijk om te zien dat hier tussen alle pracht en praal ook echt gelééfd wordt. De vier kinderen van Louis-Jean en Barbara de Nicolaÿ zijn intussen het huis uit, maar de Instagrampagina van Château du Lude verklapt dat er wel eens schattige kleinkindervoetjes door de gangen en kasteeltuin lopen. Het is duidelijk dat de graaf en gravin de poorten van hun kasteel graag openzetten. De prachtige tuinen en terrassen zijn regelmatig het decor voor tentoonstellingen en feesten. De schitterende middeleeuwse keuken in de kelder wordt tijdens de zomermaanden gebruikt voor kookworkshops met groenten en fruit uit de gigantische moestuin van het kasteel, waarop iedereen welkom is. Een moderne kasteelvrouw, Barbara: heerlijk.
Feit 2: Het is ideaal fietsterrein
La Vallée du Loir is geen platte Hollandse pannenkoek, maar ook geen grote uitdaging voor berggeiten. Het glooiende landschap is de perfecte middenweg voor wie houdt van fietsen in het groen met mooie uitzichten, zonder kilometers omhoog te trappen. We volgden – met bagagekar én veiligheidsvlaggetje achter ons stalen ros – een stukje van de fietsroute La Vallée du Loir à Vélo (V47). De volledige route, die loopt van de bron van de Loir in Saint-Éman tot de stad Angers, is goed voor 320 kilometer fietspret langs uitgestrekte wijngaarden, schaduwrijke bossen en fotogenieke dorpspleintjes. Wij vertrekken in Poncé-sur-le-Loir onder een blauwe lucht en felle zon. Het is een warme, warme zomer in La Vallée du Loir. Routebordjes langs de kant van de weg loodsen ons langs graanvelden en kastelen, met het water van de Loir als kronkelende gids. Ook al blijven de hoogtemeters in de vallei beperkt, we voelen de zweetdruppels jeuken onder onze fietshelm.
We zien herten in het bos, tussen de wijnranken – de sierlijke dieren eten graag druiven, tot wanhoop van de wijnboeren – en zelfs op de weg, waar ze nét achter onze rug oversteken. In Château-du-Loir kopen we droge worst en rillettes bij de plaatselijke slager, een smeersel van varkensvlees en vet, de plaatselijke specialiteit. Picknicken doen we aan de kerk van Nogent-sur-Loir, waar we geen levende ziel tegenkomen. We rijden even verkeerd – toch een bordje gemist – maar kunnen al snel terug inpikken op onze route. Tussen de stadjes Le Lude en La Flèche fietsen we 20 kilometer lang over een ‘voie verte’ of ‘groene weg’, een fietspad op een voormalige spoorlijn, volledig afgesloten van de weg. Een opluchting: misschien ligt het aan de hete zomerdagen, maar veel chauffeurs die ons voorbijsteken doen dat aan een flinke snelheid. Zelfs met een wapperend geel vlaggetje blijft het uitkijken, ook in een stil stukje Frankrijk.
Feit 3: Je kan er overnachten tussen de ijsberen
Het vraagt een dik kwartier en een piepklein klimmetje om vanuit het centrum van La Flèche naar dé toeristenlokker van de streek te fietsen. Zoo de la Flèche, opgericht in 1946, is één van de vijf grootste dierentuinen van Frankrijk. Met meer dan 1.500 dieren kan je er gemakkelijk twee dagen rondlopen. Naast kaaimannen, toekans en Afrikaanse olifanten zijn er ook regelmatig cameraploegen te spotten. Al negen seizoenen lang lokt de dagelijkse docusoap Une saison au Zoo, over het reilen en zeilen achter de schermen van Zoo de la Flèche, honderdduizenden kijkers naar het televisiescherm én naar de zoo. Het is dan ook een erg mooie dierentuin, met veel bomen en schaduwrijke rustplekken die uitnodigen om het park traag te verkennen.
Uniek aan Zoo de la Flèche zijn de Safari Lodges die de laatste jaren in het park gebouwd werden: luxueus ingerichte hutjes en huisjes waarin je – veilig afgeschermd uiteraard – tussen de apen, wolven of leeuwen kan slapen. Het meest bijzonder is de ‘Arctic Lodge’, met een slaapkamer met glazen wand die grenst aan het bassin van de ijsberen. Vanuit je bed een ijsbeer voorbij zien zwemmen: hier kan het. Mag het nóg wat meer zijn, dan kan je je inschrijven om als ‘keeper for a day’ een dagje mee te lopen met de verzorgers. Het kost allemaal een flinke duit, maar de overvolle wachtlijsten bewijzen dat er genoeg mensen zijn die níét bang zijn dat die glazen wand tussen bed en ijsbeer het zou begeven…
Feit 4: De wijn is er lékker
Wie Frankrijk zegt, zegt wijn. Dat is in La Vallée du Loir niet anders. De wijnen Jasnières en Coteaux- du-Loir, allebei drager van het AOC-kwaliteitslabel, worden hier geproduceerd en zijn de gevorderde wijnliefhebber niet onbekend. De wijngaarden in de streek mogen dan niet reusachtig groot zijn, de toewijding van de wijnboeren is dat wél. De sympathieke Joël Gigou leidt ons rond langs de honderden vaten en duizenden flessen in zijn wijnkelder – een doolhof van grotten uitgehouwen in de bergwand, zoals de meeste wijnkelders hier in de streek.
Elke fles wordt hier handmatig binnen gebracht en gestapeld. Een gekkenwerk, lacht Joël, maar hij zou niets anders willen doen. Dochter Dorothée en zoon Ludovic zijn mee in de zaak gestapt, iets waar hun vader zichtbaar blij om is: niet elke wijnboer weet zijn passie en kennis door te geven aan de volgende generatie. We proeven van een frisse witte Jasnières en een rode, ietwat gepeperde Coteaux-du-Loir, volgens Joël en zijn vrouw Sylvie ‘een wijn van plezier’. Vol plezier kruipen wij opnieuw de fiets op, en we denken aan de familie Gigou wanneer we de volgende dag herten van de wijnranken zien snoepen.
Feit 5: Een béétje meer toeristen zijn welkom
De Loir is de Loire niet, en dat heeft voordelen. Aanschuiven aan kasteelpoorten of veel te veel betalen voor een biertje is er niet bij. Het is er heerlijk rustig slenteren of fietsen door een pittoresk decor. La Chartre-sur-le-Loir met haar antiekwinkeltjes, de kleine straatjes van Le Lude, de plastic tuinstoelen op het terras van de plaatselijke bar. Het eenvoudige Franse dorpsleven zoals het is, al is de waarheid achter het stille dorpsleven waarschijnlijk minder fraai. Zowel in Le Lude als in La Flèche zien we veel leegstand. Jongeren trekken massaal naar de stad, kleine handelaars moeten krabben om te overleven of sluiten hun deuren. Wanneer we ‘s avonds in Le Lude nog een kleine wandeling maken, vinden we geen enkel terrasje. De gezellige ambiance die er vroeger ongetwijfeld in de straten hing, lijkt er net als de tijd weggeglipt te zijn. De tourbussen mogen weg blijven, maar een béétje meer toeristen zijn welkom. Nog plaats genoeg op de plastic tuinstoelen.
Feit 6: Het is de streek van de ‘rustinekes’
Voor een bijzonder exportproduct van La Vallée du Loir moet je in La Chartre-sur-le-Loir zijn. Het verhaal erachter begint met Louis Desiré Rustin (1880-1954), een jonge wielrenner die begin vorige eeuw in Parijs een klein fietsatelier opstart. Daar zoekt hij naar een snelle, efficiënte manier om lekke banden te herstellen, toen een tijdrovende en vaak dure klus. Na jaren proberen en experimenteren komt hij tot de oplossing in de vorm van ronde, zelfklevende rubberen plakkertjes. In 1922 neemt hij een patent op zijn ‘rustines’, niet wetend dat zijn uitvinding het Franse woordenboek en zelfs het lexicon van de Belgische fietsliefhebber zou halen.
In 1933 verhuist Louis Rustin de productie van zijn rubberen bandenpleisters naar een verlaten katoenfabriek in La Chartre-sur-le-Loir. Daar worden ze vandaag nog steeds gemaakt, onder het toeziend oog van Louis’ achterkleinzoon. Het familiebedrijf langs de oever van de Loir – Louis hield van fietsen én van vissen – is niet open voor bezoekers. Er bestaat wél een toeristische fietsroute, ‘Boucles Rustines’: een fietslus van 22 kilometer over slingerende wegen en langs wijngaarden waar Louis op zijn koersfiets – met een doosje rustinekes onder zijn fietszadel – zelf regelmatig voorbij zoefde.
Feit 7: Ickx en McLaren cruiseden er door de straten
Le Mans behoort officieel niet tot La Vallée du Loir, maar wie de streek bezoekt, kan niet om de stad en haar beroemde autorally heen. Sinds de allereerste editie in 1923 is de 24 uur durende autorace uitgegroeid tot een van de grootste evenementen in de autosport. De race vindt jaarlijks plaats in juni op het circuit van Le Mans en lokt gemakkelijk 200.000 bezoekers. Ook de hotels en B&B’s in de stille dorpjes van La Vallée du Loir stromen die periode vol met toeristen, die vaak een jaar op voorhand hun plekje reserveren.
Racefans moeten zeker eens binnenspringen in Hotel de France in La Chartre-sur-le-Loir, sinds de jaren vijftig een geliefkoosde ‘geheime’ overnachtingsplek voor tal van rallyteams. Aan de muren zien we gesigneerde foto’s van piloten als Jacky Ickx, Bruce McLaren en Steve McQueen, die hier ooit logeerden alvorens met hun bolide over de openbare weg naar het circuit te rijden. Om de twee jaar is het tijd voor Le Mans Classic: duizenden autoliefhebbers, vooral uit Groot-Brittannië, zakken met hun oldtimer van Lotus, Jaguar of Porsche af naar Le Mans, voor een race op het circuit én m’as tu vu-ritjes langs de Loir.
Bakkerij Laurent Brillant
Rue du Val de Loir 6, Lhomme
Lunchen onderweg? Voor € 10 p.p. kan je bij bakkerij Laurent Brillant (in Lhomme, op 3 km van La Chartre-sur-le-Loir) een picknickmand bestellen met ambachtelijke streekproducten. Reserveren (dag voordien) ter plaatse of via 0033 243 790 449.
Le Relais de Ronsard
Place de la République 20, La Chartre-sur-le-Loir – www.lhoteldefrance.fr
De inrichting is wat ouderwets, maar past perfect in het postkaartdorpje dat La Chartre-sur-le-Loir is. Ga op het terras zitten, vergeet de auto’s voor de deur en waan je in een oude Franse film.
Le Grand Moulin
Rue de Syke 8, La Chartre-sur-le-Loir - www.mdmillet-moulin.fr
Gezellige, piekfijne B&B in een oude watermolen aan de Loir. Vanaf € 100 per nacht voor 2 personen, familiesuite vanaf € 40 per nacht per persoon. Ook mogelijk om te boeken als gîte vanaf € 350 (prijzen excl. toeristenbelasting).
5 Grande Rue
5 Grande Rue, Le Lude – www.5granderue.com
Het Britse echtpaar Simon en Susan bouwde een oude burgerwoning om tot een stijlvolle B&B met heerlijke binnentuin. Susan staat zelf achter de kookpotten en zorgt voor een ontbijt en avondmaal om duimen en vingers bij af te likken. Vanaf € 75 per nacht voor 2 personen (incl. ontbijt), driegangendiner vanaf € 25.
Hôtel le Vert Galant
Grande Rue 70, La Flèche – www.vghotel.com
Klein hotel in een oud koetshuis in het centrum van La Flèche. Geen grote luxe, wel verzorgd en comfortabel. Sommige kamers zijn geschikt voor mensen met beperkte mobiliteit. Vanaf € 72 per nacht voor 2 personen (excl. ontbijt).
La Poncé secrète
Rue des Coteaux 2, Poncé-sur-le-Loir – laponcesecrete@gmail.com
Op een steenworp van het kasteel van Poncé ontvangt gastvrouw Nicole je in haar sfeervolle chambres d’hôtes. Vanaf € 55 per nacht voor 2 personen (incl. ontbijt).
Kampeer naast de Loir, naast een kasteel of onder fruitbomen: heerlijk om na een dag fietsen tot rust te komen op deze campings.
Camping Le Lude is een driesterrencamping vlak bij het kasteel van Le Lude, op 20 minuutjes rijden van Zoo de la Flèche. Je kan er terecht met je eigen camper of tent, of een bungalow huren.
In de tuin van een oude abdij in het dorpje Vaas ligt Camping Le Port Liberge. Je kan er vissen in de Loir, kanovaren, petanque spelen of gewoon lekker niks doen.
www.campingvaas.wixsite.com/campingvaas
La Chabotière is een familiecamping op de oevers van de Loir, vlak bij het dorp Luché-Pringé. Het ideale startpunt voor fiets- en wandelroutes. Je kan er ook een Ecolodge huren: een houten chalet op palen met uitzicht op de Loir (voor 5 personen).
Fruitboerderij Ferme des Quantières heeft plaats voor 6 campers, in de schaduw van de fruitbomen. Gratis staanplaats, zonder voorziening van sanitair of elektriciteit. Op de boerderij kan je verse appels en appelsap kopen.
Meer camperplaatsen vind je op www.vallee-du-loir.com
Château du Lude
Rue Jehan de Daillon 4, Le Lude - www.lelude.com
Misschien wel het mooiste kasteel langs de Loir. De bewoners zetten de prachtige vertrekken en tuinen graag open voor nieuwsgierige bezoekers.
Zoo de la Flèche
Le Tertre Rouge, La Flèche – www.zoo-la-fleche.com en www.safari-lodge.fr
Indrukwekkende dierentuin die één van de mooiste van Frankrijk genoemd wordt. Op het domein staan 14 lodges klaar voor een unieke overnachting in het park.
Domaine de la Charrière
Rue des Caves 4, La Chartre-sur-le-Loir - www.gigou-jasnieres.com
Bezoek de wijnkelder van de familie Gigou, in een eeuwenoude grot in de rotswand. Joël vertelt je alles over de wijn, zijn vrouw Sylvie houdt met evenveel passie de chambres d’hôtes open.