Fietsen op Île de Ré
Frankrijk heeft onder reizigers niet de reputatie van het meest kindvriendelijke en fietsveilige land te zijn. Pasar-reporter Gunter Hauspie vond met Île de Ré toch een reisbestemming die aan zijn verwachtingen voldoet. Met een peuter in de fietskar en een kleuter zelf op de trappers ontdekte hij hoe comfortabel het er is om te fietsen met kinderen.
- Fietsen
Achthonderd meter. Dat is de indrukwekkende afstand die we fietsen van ons vertrek bij het fietsverhuurpunt tot onze eerste stopplaats. Felix, 5 jaar, heeft immers strand gezien en dan is er geen houden aan. Fiets tegen de grond en rennen naar het water. Nog net kunnen we hem wat kleren uittrekken of hij zou voor de rest van de dag met een nat pak verder moeten. Een planning voor de dag hebben we niet, gelukkig.
Stiekem hoopt papa op een tocht van zo’n dertig kilometer, maar minder kan ook. Fietsen is niet het doel, maar het middel. Samen met het gezin buiten een fijne dag beleven, daar gaat het om. Stukje fietsen, hier en daar afstappen. Bovendien is het april, maar toch klimt de temperatuur op Île de Ré al boven de twintig graden uit. Geen ouder die zijn kind dan een moment op het strand wil ontzeggen. Het zal typerend zijn voor onze midweek op Île de Ré. Niets moet, veel kan.
Het eiland ligt voor de kust van Frankrijk, als een langwerpige brok land die naar de oceaan wijst. Jaren geleden heeft Île de Ré resoluut voor de fiets gekozen als groen vervoermiddel om het eiland te doorkruisen. Fietspaden, autoluw en vaak zelfs autovrij, verbinden de belangrijkste centra. De onderlinge afstanden zijn beperkt. Zelfs met korte kinderbeentjes kan je er zo al een route rijden met voldoende boeiends onderweg. En ben je toch te klein om zelf te fietsen, dan kan je mee op een kinderstoel of in een fietskar. Zoals Flore, Felix’ zusje van 15 maanden, die alles vanuit haar zitje in de fietskar gadeslaat.
Zigzaggen zonder omzien
Zelfs in die eerste achthonderd meter heeft de fiets ons al verbazend veel geboden. Het begon met de middeleeuwse haven van Saint-Martin-de-Ré. Plezierbootjes liggen er in de modder te wachten tot het weer vloed is. Vervolgens fietsten we langs de stadsmuur door een park langs de zee. Voorbij een indrukwekkende toegangspoort van de Vaubanvesting van Saint-Martin dook daarna Plage de la Cible op. En dan vergeet ik nog te zeggen dat we met drie kwartier vertraging vertrokken.
Felix wilde eerst nog een ritje met ezel Lily maken in het Parc de la Barbette. Die ezels lopen daar niet alleen rondjes omdat kleuters nu eenmaal graag op de rug van een ezel rijden. Eeuwenlang werd dit ras op het eiland ingezet voor de landbouw en de zoutwinning. Dat verhaal krijg je erbij. Terug op het zadel richten we het kompas naar Loix. Het fietspad voert er pal langs de kust. Auto’s komen er niet door. Dit is héérlijk fietsen. Felix rijdt voor me en kijkt zijn ogen uit: naar de golven, enkele bootjes, de oesterkwekerijen in het ondiepe water, …
Soms gaat dat zigzaggend, maar voor één keer hoef ik niet constant te roepen dat hij voor zich moet kijken en opletten voor auto’s. Uitkijken moet je alleen voor andere fietsers. Dat is gelukkig niet het type wielertoerist dat tegen de klok fietst. We zijn bovendien ook niet het enige gezin met kleine kinderen onderweg. Het lichte zeebriesje en het wiegen van de kar heeft Flore ondertussen in slaap gesust.
Jeu de boules gedwarsboomd
In de oesterkwekerijen onderweg kan je oesters proeven met een glas wijn. Mama en papa hebben wel zin, maar de kinderen willen vooruit. ‘Ooit komen we hier terug.’ Het is een vaak weerkerend riedeltje bij ouders met jonge kinderen. Het fietspad keert nu landinwaarts naar de zoutpannen. Een museum geeft er uitleg over de zoutwinning op het eiland, maar het is maandag en sluitingsdag. Op een zonnige dag als vandaag vinden we dat niet erg.
Loix is een dorp zoals je er een handvol aantreft op het eiland. Een kleine vlek met lage witte vissershuizen met groene luiken. We stappen er af op het dorpsplein. Flore is blij dat ze haar beentjes nu ook kan strekken. Over het stoffige plein waggelt ze naar de oude mannen die er een partijtje jeu de boules spelen. Sneller dan mama kan ingrijpen, gaat ze met het kleine balletje aan de haal. Niemand die hierom kwaad kan worden. Hilariteit alom, bij haar zelf nog het meest.
Een ijsje later zijn we op weg naar Plage du Grouin voor een tweede beloofde stop bij een strand. Het is een plek waar je niet met de auto kan komen. Dieper in zee zijn oesterkwekers aan het werk in de oesterbanken. Op de terugweg passeren we het pittoreske haventje van Loix en fietsen dan weer kilometers langs de zee. Felix wordt moe; hij heeft ten slotte al bijna dertig kilometer gefietst vandaag. Het laatste uur duwt papa hem wel vooruit. Dat heeft hij verdiend.
Kilo’s zout en drank
La Flotte is een ander stadje op maar drie kilometer fietsen van ons hotel. In de voormiddag wordt daar de gezelligste markt van het eiland gehouden. Daar tik je alle produits du terroir van het eiland op de kop. Verse vis bijvoorbeeld, maar ook het beroemde zeezout, de wijnen, de pineau en de cognac – je bent er tenslotte in het gebied van de Charente. Voor ik het besef is de fietskar verzwaard met kilo’s zout en drank, als souvenir voor familie en vrienden thuis. Papa zal wel duwen.
We steken het eiland nu door naar de zuidkust. Door de wijngaarden naar het ingedommelde Sainte-Marie-de-Ré. Draaiend en kerend door smalle steegjes rijden we naar de duinen die als een brede gordel de volledige zuidkust afzomen. Een fietspad voert tussen duin en polder naar Le Bois-Plage-en-Ré. Daar heb je je plekje op het strand maar uit te kiezen. Kilometerslang is het strand er. Zo’n fietskar blijkt een handig accessoire. Je kan ze van de fiets afhaken en ze verder als een soort buggy naar het strand duwen. Zo heb je alle spullen altijd bij de hand. De terugweg gaat door bos. Het blijft opvallend wat voor een diversiteit aan landschappen dit kleine eiland biedt
Op de walvistoren
Een van de hoogtepunten van Île de Ré voor kinderen staat op de uiterste westpunt van het eiland. De Phare des Baleines is er een van de krachtigste vuurtorens voor de Franse kust. Vanuit Saint-Martin-de-Ré is het een mooie fietstocht, onder andere langs de Fier d’Ars. Dat is een brede baai die deels als zoutmoeras ontgonnen is. Het fietspad loopt dwars door het gebied. Het is de enige manier om deze natuurplek te ontdekken, want auto’s worden er geweerd.
Heen en terug vanuit onze standplaats Saint-Martin-de-Ré telt de rit vijftig kilometer. Zelfs voor een fietskampioen als Felix is dat te veel voor één dag. Papa heeft de oplossing: zijn fiets wordt ergens aan de fietskar gehangen, Felix in de fietsstoel, Flore in de kar. Zo overbruggen we de helft van de afstand en blijft het voor iedereen leuk, alleen voor papa ettelijke kilo’s zwaarder. Iedereen behalve hij begint dus fris aan de beklimming van de 257 treden naar het uitzichtplatform van de vuurtoren.
Boven kan je er het hele eiland overzien – zelfs tot aan de brug die het eiland met het vasteland verbindt. Île d’Oléron is ook goed zichtbaar. De naam van de toren verwijst naar de walvissen die er vroeger rondzwommen. Dat spreekt uiteraard tot de verbeelding van kinderen. Net als de eindeloos lange strook strand die Felix vanuit de toren opmerkt. ‘Kijk dáár, strand!’ Ontkennen kan niet meer. En zo sluiten we ook deze namiddag af op het strand en in de zee. Wanneer de zon al diep begint weg te zakken, laden we schepjes, emmertjes en kinderen weer in. Het is een heerlijke lenteavond om over de autovrije fietspaden terug naar het hotel te fietsen.
Terwijl de kinderen indommelen, genieten mama en papa van het uitzicht over de zee, het lichte briesje in de haren en de avondzon die een warme gloed werpt over de haventjes onderweg. De aanbiedingen voor een bord oesters met een glas witte wijn zingen onderweg weer als sirenes. ‘Ooit komt het er wel van,’ begrijpen we elkaar zonder woorden.
Tekst en foto’s Gunter Hauspie
Dit artikel is verschenen in het zomernummer (Juli - Augustus) van 2017.
Toppers op gastronomisch vlak: oesters en zeezout, en aan landzijde wijnen, pineau en cognac. Verrassend is ook de primeuraardappel van Île de Ré. Die kreeg zelfs een AOP (gecontroleerde oorsprongsbenaming) en gaat vlotjes voor € 10/kilo over de toonbank.
La Flotte: elk dorp op het eiland heeft zijn markt met verse producten, maar de half overdekte markt van La Flotte is de meest typische. Hij zou teruggaan tot de middeleeuwen. Elke voormiddag.
Saint-Martin-de-Ré: jaarlijks produceren de oesterkwekers van het eiland 6.000 tot 8.000 ton oesters. Je kan ze in elk restaurant proeven. Stop onderweg bij een kweker en proef er enkele met een glas witte wijn. Je vindt een aantal van die oesterbars langs het kustfietspad tussen Saint-Martin-de-Ré en Loix.
Ecomusée des Marais Salant: de eeuwenoude zoutwinning is sinds een aantal jaar weer in opmars op Île de Ré. De zoutpannen liggen in de driehoek tussen La Couarde, Loix en Ars-en-Ré. Het oogstseizoen loopt van juni tot september. Het fijne fleur de sel wordt als een van de meest geraffineerde zoutsoorten ter wereld beschouwd. Het Ecomusée des Marais Salant in Loix ligt midden in de zoutpannen en leert je alles over de zoutcultuur. Route de La Passe, 17111 Loix en Ré. www.marais-salant.com
Pasar logeerde in Hôtel La Jetée: ideale ligging bij de haven van Saint-Martin-de-Ré. We verbleven in één van de zeven suites, perfect voor een gezin met twee kinderen. Die slapen in een aparte kamer, terwijl de ouders nog wat kunnen verblijven in de zithoek. In de ruime ontbijtzaal is er een speelhoek voor kinderen. De uitbaters maalden niet om wat kindergerucht en hielpen graag met praktische babyspullen. Een junior suite huur je vanaf € 139 per nacht. Quai Georges Clemenceau 23, 17410 Saint-Martin-de-Ré. www.hotel-lajetee.com
Camping Antioche: rustige camping in de duinen buiten het centrum van Le Bois-Plage-en-Ré. Groot zwembad voor kinderen, met waterspellen, ook voor de allerkleinsten, en een kinderclub. Directe toegang tot een uitgestrekt en rustig zandstrand, zonder de oversteek van een weg. Er is fietsverhuur. Chemin de la Pierre Qui Vire, 17580 Le Bois-Plage-en-Ré. bit.ly/campingré
Ritje met een ezel: de ezel is het traditionele werkpaard van het eiland. De dieren dragen broeken om hen te beschermen tegen de muggen. Kinderen kunnen op hun rug rijden in Parc de la Barbette, Saint-Martin-de-Ré.
Phare des Baleines: beklim de 57 meter hoge vuurtoren en geniet van het uitzicht op het westelijke deel van het eiland. Route du Phare 155, 17590 St-Clément des Baleines. www.lepharedesbaleines.fr