Langs de kapellekesbaan
Vlaanderen, waar in elke straat een kapelletje staat… Een uitspraak die niet gelogen is, weten nu ook reporter Lien en fotografe Siska. Zij maakten een fietstocht rond Glabbeek en keerden terug met verkleumde vingers, bevroren tenen én een hoop kapelletjes op de teller.
Tekst: Lien Lammar, Foto’s: Siska Vandecasteele
- Fietsen
Een beetje verdwaasd staren we naar het Mariabeeld achter de tralies. In de kapel waar we zonet naar binnen gestapt - of zeg maar gevlucht - zijn, is het heerlijk warm. Godzijdank, want buiten is het min tien, of zelfs min vijftien graden, of zo voelt het toch. De winter is aangekomen en brengt voor het eerst sinds jaren een opeenvolging van ijsdagen met zich mee, aangevuld met een snijdende noordoostenwind. Het is koud, bitter en genadeloos. We hadden uiteraard de weersvoorspellingen gehoord en ons voorbereid op gure temperaturen, maar dit hadden we niet verwacht. Na amper tien minuten fietsen zijn onze vingers en tenen bevroren, ondanks warme handschoenen en dikke, wollen sokken. Stilstaan lukt niet zonder instant te verkleumen. We zijn zelfs lichtjes in paniek: hoe gaan we deze fietsdag doorkomen? Gelukkig is er de kapel van de Heinkensberg, waar niet alleen de deur, maar ook de verwarming open staat.
Overal kapelletjes
Kapelletjes zijn geen zeldzaamheid in ons land, zeker niet boven de taalgrens. In Vlaanderen en Brussel zouden vlotjes 15.000 kapellen staan, misschien wel veel meer. Dat lazen we in Kapel gezocht, een boek van journalist Rik Van Puymbroeck en fotograaf Myriam Rispens. Zij reden het land door op zoek naar grote en kleine kapelletjes langs onze wegen. Een moeilijke zoektocht was dat niet, want kapelletjes staan dus werkelijk overal. In het spoor van Rik en Myriam zochten wij naar een fietstocht langs kapelletjes, om dit erfgoed zelf te gaan ontdekken. Ook dat bleek niet zo’n opgave, want fietsen en wandelen langs kapelletjes is blijkbaar bijzonder populair in ons land. Uit de talloze mogelijkheden kozen we voor de Kapellekesfietstocht in Glabbeek, een route die bijna dertig jaar geleden door de lokale afdeling van Pasar - toen nog ‘Vakantiegenoegens’ - uitgestippeld werd. In 2021 bliezen Toerisme Glabbeek en Pastorale Zone Sint-Fransiscus Glabbeek de route nieuw leven in. Gloednieuwe routebordjes wijzen je 35 kilometer langs 28 kapelletjes in en rond Glabbeek, waaronder de Heinkensberg in Wever. Daar zitten we nu, schuifelend op een stoel en wrijvend in onze handen, in een poging om de ijzige kou die zich aan ons heeft vastgebeten te verjagen. De kapel staat bij veel mensen uit de wijde omgeving bekend als een plaats van rust, en dat merken we. Tijdens ons bezoek komen er verschillende buurtbewoners binnen gewandeld voor een kort moment van bezinning op een ijzige, doordeweekse ochtend.
Moeder Maria, wat is het koud…
Terug buiten kijken we nog even in de verte, naar de glooiende heuvels die op ons liggen te wachten. De warmte van de ‘Troosteres der Bedrukten’, zoals Maria in deze kapel vereerd wordt, is van korte duur, want al snel zijn we even verkleumd als we waren. Omdat 35 kilometer ons wat veel leek op een ijsdag, hadden we thuis al beslist om de afstand te beperken. Gelukkig zijn er ook drie kortere routes van de Kapellekesfietstocht beschikbaar, waarvan we er twee uitgekozen hebben. De eerste lus die we volgen, brengt ons van de Sint-Niklaaskerk van Glabbeek naar de Sint-Quirinuskerk van Bunsbeek. Onderweg zouden we volgens de routefolder maar liefst acht gevelkapelletjes tegenkomen. We doen ons best om ze allemaal te spotten, maar we zijn zo diep weggedoken in onze sjaal dat we er toch een paar missen. Sommige gevelkapelletjes zijn ook echt klein, verstopt op een zijgevel of achter een overhangende tak van de boom van de buren. Moeder Maria - veruit de populairste heilige in Vlaamse kapelletjes - kijkt roerloos en in stilte naar fietsers, auto’s en voorbijvliegende trekvogels.
Gewone mensen
Eerlijk: na de documentaire Godvergeten wisten we even niet wat we met het plan voor deze fietstocht moesten doen. Het voelde wrang om een gezellig uitstapje te maken met kerktorens en kruisbeelden als rode draad. Tot we het voorwoord van Kapel gezocht nog eens opnieuw lazen. Kapellen werden meestal opgetrokken door gewone mensen, los van de kerk. Ze werden met eigen centen betaald en door diezelfde gewone mensen versierd en onderhouden, tot op vandaag. De bouwers heten Rémi, Delphina of Filip. Ze staan in tuinen, op industrieterreinen of achter dancing ‘Willy’s Moustache’, schrijft Rik Van Puymbroeck. Kapellen werden gebouwd om slachtoffers van de oorlog of doodgeboren kinderen te herdenken, uit dankbaarheid voor een genezing of soms gewoon uit dankbaarheid voor het leven. Ze vertellen verhalen van mensen, en die zijn het waard om te bewaren en te belichten. In de Walmersumstraat in Bunsbeek stoppen we bij een kleine Lourdesgrot aan de ingang van een groot erf. Toevallig - of niet - stapt de eigenaar van de grond net door de poort. Koen is tuinaannemer en kocht de boerderij ooit van een oud boerenechtpaar. De boerin kampte met gezondheidsproblemen en liet het kapelletje in 1956 bouwen uit dankbaarheid voor haar herstel na een zware operatie. ‘Mijn dochter is gedoopt aan deze grot’, vertelt Koen. ‘In plaats van naar de kerk te gaan, is de pastoor naar hier gekomen.’ Dochter Hilke is intussen zeventien, de grot is er bijna zeventig.
De kapel van Alfons
Ook de volgende kapel had er nooit gestaan als er niet één inwoner was die op een dag dacht: ‘ik ga een kapel bouwen’. Die man was Alfons Stels, een veelzijdig kunstenaar (1911-1992) uit Tienen. Hij was beeldhouwer, schilder, graficus en glazenier, en maakte glasramen voor verschillende kerken in en rond Tienen. De laatste twintig jaar van zijn leven woonde hij in Bunsbeek, in de statige witte villa achter het kapelletje, waar hij ook zijn atelier had. ‘Voor zover ik weet is er geen specifieke reden waarom mijn grootvader deze kapel heeft gebouwd’, zegt kleinzoon Luc Stels wanneer ik hem later opbel. ‘Hij was gewoon heel katholiek.’ Luc verzamelt en verkoopt kunstwerken van zijn grootvader, bij wie hij als kind vaak in het atelier zat. Wanneer opa Alfons glasramen ging zetten, ging kleine Luc soms mee. ‘De mozaïek op het kapelletje, van Maria met kindje Jezus en de vredesduif, heeft mijn grootvader zelf gemaakt, en ook het ontwerp van de kapel is van zijn hand. Voor het metselwerk heeft hij de hulp van een buurman ingeschakeld.’ Of hoe kapellen inderdaad verhalen vertellen, al moet je er soms een beetje naar willen zoeken.
Lunchen bij George
Terug naar Bunsbeek, waar we op een kruispunt aan een veldkapelletje een bordje missen en zo een omweg maken over een hobbelig maar prachtig kasseibaantje tussen de velden. Het winterse landschap is verbluffend mooi. De haast wolkenloze lucht geeft ons de kans om kilometers ver te kijken, over de heuvels en akkers van het Hageland. We zien de unieke schoonheid van een winterdag, en doen ons best om de vrieskou te omarmen en waarderen. Het is intussen middag, tijd voor een pauze. Vijf minuten later bellen we aan bij George, voorzitter en stichtend lid van Pasar Glabbeek. Bij gebrek aan open horecagelegenheden op onze route hebben we onszelf bij George uitgenodigd voor de lunch, met onze eigen boterhammen weliswaar. Bij een kop thee en koffie voelen we stilaan onze verstijfde vingers en tenen weer tot leven komen, terwijl George een oude folder van de originele Kapelletjesfietstocht uit 1996 uit de kast haalt. Pasar Glabbeek viert dit jaar haar dertigste verjaardag. Het aantal actieve leden heeft George de laatste jaren alleen maar zien dalen. ‘Vroeger brachten we soms honderd man op de been. Nu zijn we al blij als er dertig mensen opdagen voor een wandeling.’ Tijden veranderen, beseft hij. Zijn inzet om mensen een fijne tijd samen te bezorgen, gelukkig niet.
Perfecte picknickplek
George zwaait ons uit als we met frisse moed weer verder rijden, op zoek naar nog meer sporen van Onze-Lieve-Vrouw. We vinden haar in de wijkkapel in Boeslinter, een betreedbare kapel die in 2009 een grondige opknapbeurt kreeg en nog steeds een veel bezochte plek is in het dorp. Het ruikt er naar kaarsen en vervlogen tijden, en de stilte nodigt uit om even neer te zitten. Of het nu een moskee in Istanbul of een kapel op het Vlaamse platteland is: religieuze plekken stralen een rust uit waar ook ongelovigen niet ongevoelig voor zijn. Bij de kapel op de hoek van de Schoolstraat en Vlaasstraat zijn we vol bewondering over de blauwe kleur van de tegeltjes achter het Mariabeeld, mooi met de staalblauwe lucht. Ook bij de volgende kapel, op de kruising van de Molenstraat en Oude Diestsestraat, zorgt de combinatie van helder winterweer en de lichtblauw geschilderde baksteen - de kleur van onschuld - voor een fraai plaatje. Deze kapel, een ontwerp van architect Jos Stas, werd na de Tweede Wereldoorlog gebouwd uit dank voor het vrijwaren van Bunsbeek tegen vliegende bommen. Ze staat op een kruispunt van wegen, naast een oude boom, in volle zon. Twintig graden warmer en dit zou het perfecte picknickplekje geweest zijn...
Van Lourdes naar Fatima
De kerk van Glabbeek is het eindpunt van onze eerste lus, en vertrekpunt van de tweede, richting Attenrode en Wever. De eerste kilometers kruisen we een tiental gevelkapelletjes en enkele vrijstaande kapellen, waaronder de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes in de Hoefstraat in Attenrode. De kapel werd in 1800 gebouwd uit dankbaarheid voor een genezing. Een kilometer verder staat een kapel gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Fatima. Het internet leert ons dat Fatima één van de belangrijkste bedevaartsoorden voor Mariaverering is in Portugal - want dat wisten we dus niet. Op de Heirbaan worden we opnieuw getrakteerd op een fantastisch panorama. Het uitzicht over heuvels, valleien en graslanden lijkt eindeloos. Wat verderop knijpen we onze remmen dicht aan de kapel van het kasteel van Attenrode. Een echt sprookjeskasteel, zeker vandaag, met de winterzon die door de kale bomen piept en de halfbevroren vijver. Het domein is niet toegankelijk, maar van achter de haag hebben we een mooi zicht op de trapgevels en torentjes. Het kasteel is eigendom van twee adellijke families, en wordt nog steeds bewoond door de familie de l’Escaille.
Chocolademelk op café
We weten het niet, maar misschien schuift de kasteelheer van Attenrode wel eens bij aan de toog van Het Windmoleke. De visvijvers aan het café zijn in winterslaap, binnen in de chalet is het gezellig druk. Er worden koffies en pintjes gedronken en biljart gespeeld. Een café als dat van Gunther - Gikke voor de vrienden - en Wendi wens je elk dorp toe. Na een warme chocolademelk trekken we voor een laatste keer vandaag onze jas en muts aan, voor nog één rondje kapelletjes kijken. Hoe meer je er ermee bezig bent, hoe meer je er ziet, schrijft Rik van Puymbroeck in Kapel gezocht. We moeten hem helemaal gelijk geven. Waar we tijdens de eerste kilometers van onze tocht nog een paar keer rechtsomkeer moesten maken omdat we een kapel voorbij gereden waren, vallen tijdens de laatste kilometers zelfs de kleinste muurkapelletjes meteen op. We rijden nog een keer rond de kapel van de Heinkensberg, waar we vanmorgen even vreesden dat onze tocht een lange lijdensweg zou worden. We hebben gezucht en gevloekt, dat geven we toe, maar vooral genoten van een stukje Vlaanderen dat we nog niet kenden, en van een waaier aan onroerend erfgoed dat geliefd is én gezien mag worden.
Als het lentezonnetje wat warmer is zelf fijn gaan fietsen langs de kapelletjes in en rond Glabbeek? Fijne terrasjes en dito kampeerplekken vind je in de online reiswijzer via www.pasar.be
Kapel gezocht
Het boek Kapel gezocht wil niet alleen de veelheid en verscheidenheid van kapelletjes in Vlaanderen en Brussel in beeld brengen. Het boek is ook een uitnodiging om mee te bouwen aan een digitale inventaris van alle kapellen in Vlaanderen. In mei 2023 werd door PARCUM vzw (het museum en expertisecentrum voor religieuze kunst en cultuur) en KADOC (Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving van de KULeuven) het platform ‘Kapelletjes in Vlaanderen’ (www.kapelletjes.be) gelanceerd. Op deze website kan je niet alleen zoeken in een uitgebreide databank, maar kan je ook zelf foto’s opladen en informatie toevoegen over kapelletjes.
Kapel gezocht van Rik Van Puymbroeck en Myriam Rispens is uitgegeven bij Lannoo (2023).
Van bidplaats naar babbelplek
Sommige kapelletjes in Vlaanderen staan er verwaarloosd bij, of verdwijnen zelfs volledig. “Heel erg jammer, want kapelletjes hebben een grote cultuurhistorische en soms ook kunsthistorische waarde’, zegt Joris Colla, consulent voor parochie- en onderwijserfgoed in KADOC. ‘Ze vertellen ons iets over de geloofsbeleving tijdens de voorbije eeuwen. Hoewel steeds minder mensen om religieuze redenen een kapel bezoeken, merken we op veel plaatsen toch een grote betrokkenheid van buurtbewoners bij ‘hun’ kapel. Ze maken er bijvoorbeeld een ontmoetingsplek waar mensen samenkomen voor een babbel en een aperitief.
Op het platform Kapelletjes in Vlaanderen verzamelen we dit soort inspirerende initiatieven en praktische tips om het gebruik van een kapel vandaag te versterken of nieuw leven in te blazen. Sinds de lancering van de website vorig jaar hebben we al tal van projecten opgelijst. De belangstelling is veel groter dan we hadden durven denken. Het beste bewijs dat kapelletjes erfgoed zijn dat leeft.’