Waar de zee het land ontmoet
Hoe zou de Vlaamse kust eruitzien zonder het ontzaglijke lint appartementsgebouwen ervoor? In natuurreservaat IJzermonding kan je een glimp daarvan opvangen. En misschien zelfs een zeehond spotten!
Tekst Frederic Eelbode, Foto’s: Ludo Goossens
- Fietsen
Kilometers en kilometers. Zo ver kan je kijken als je de 214 trappen van de Sint-Niklaastoren in Veurne oploopt. Boven, 48 meter hoog, geniet je van een panoramisch 360 gradenuitzicht en bij helder weer kan je de zee, de polders, de IJzertoren in Diksmuide, de Kemmelberg, het Europacentrum in Oostende en zelfs de haven van Duinkerken in Noord-Frankrijk zien. Onderweg naar boven kan je gelukkig even uitrusten en meer te weten komen over de geschiedenis van de toren, de wederopbouw van de stad na de Eerste Wereldoorlog en over de klokken van de beiaard.
De klokken dus. Die slaan om het kwartier en dan kan je best uit de klokkenkamer verdwijnen, want ze maken een oorverdovend kabaal. Heel wat anders dan het lieflijke gerinkel dat je over het gezellige, slaperige centrum kan horen beieren... Het West-Vlaamse stadje ademt kunst, cultuur en geschiedenis. Vooral de Grote Markt staat vol gebouwen met indrukwekkende trapgevels, frontons en kroonlijsten. En dan is er nog de episode tijdens de Eerste Wereldoorlog. Veurne ligt achter de IJzer – bachten de kupe dus – en bleef altijd Belgisch, maar daarover verder meer.
Natuur en cultuur
We verlaten de historische stad Veurne om de Westkustroute te fietsen. De route van 48,5 kilometer voert langs de zee in De Panne, duin- en natuurgebieden in Koksijde en langsheen de IJzermonding en de jachthaven in Nieuwpoort. Maar eerst gaan we cruisen door de vlakke, vruchtbare polders. Hier is de boer nog koning, maar hij moet hij al snel concurreren met een kabouter. Juist ja: al van ver zie je nepkasteeltorens van Plopsaland in de lucht priemen.
Ook wij gaan voor attracties, maar dan van een natuurlijker aard. We laten de fiets even staan en nemen een bospad. Zo komen we in natuurreservaat De Westhoek. Het is 345 hectare groot en het enige duingebied aan de Vlaamse kust waar nagenoeg alle duinvegetaties in één ononderbroken duinlandschap zijn vertegenwoordigd. Trekpleisters zijn twee kunstmatige doorbraken door de zeewerende duinen, slufters, waarlangs het zeewater bij hoog tij het natuurgebied binnendringt. Zo kan er een bijzondere fauna en flora floreren. Bovendien vind je in De Panne het breedste zandstrand van onze kust, ononderbroken door golfbrekers.
De Westkustroute doorkruist prachtige stukjes natuur, maar er zijn ook culturele pareltjes. De Dumontwijk in De Panne geeft een inkijk in het verblijfstoerisme aan het einde van de negentiende en begin twintigste eeuw. De geklasseerde bakstenen cottages lijken in niks op de betonnen muur die ondertussen tussen het strand en het binnenland verrees... Maar niet getreurd: al snel rijden we door de Houtsaegerduinen en het Kerkepannebos, een ingesloten natuurgebied tussen De Panne en Sint-Idesbald. Het droge, halfnatuurlijke duinlandschap met mos-, korstmos-, en buntgrasvegetaties behoort tot het best ontwikkelde van de hele kust.
Pieken in de duinen
Tussen Sint-Idesbald en Koksijde rijden we langs een imposant metalen kruis. Het is een werk van het Franse kunstenaarskoppel Anne en Patrick Poirier. Zij zijn gefascineerd door het verleden, door ruïnes en historische en archeologische sites. Voor de kunsttriënnale Beaufort lieten ze zich inspireren door de kerk van de vroegere Onze-Lieve-Vrouw-ten-Duinenabdij in Koksijde. Van de abdij, een paar kilometer verderop, blijven alleen de ruïnes over. Als uitgangspunt voor de stalen constructie plaatsten ze het grondplan van de verdwenen kerk in de lucht.
En dan rijden we de duinen weer in. Bergop. Férm bergop. We beklimmen de Hoge Blekker, de hoogste duin van de Vlaamse kust piekt met zijn 33 meter hoogte. Vandaar krijgen we een prachtig uitzicht op alweer een natuurgebeid, dat van de Doornpanne, dat samen met de Schipgatduinen een duinenmassief van 240 hectare vormt. Je krijgt er uiteenlopende duintypes te zien, van stuifduinen tot duingraslanden en dichtbegroeide pannen en binnenduinen. Er middenin loopt een centraal pad, zowat het mooiste stukje van de fietsroute.
Via de Oostduinkerkse bossen bereiken we Nieuwpoort-bad. De tegenwind geeft ondertussen flink van jetje en we moeten stevig trappen. Hier zijn we weer volop in een toeristische omgeving, met gelukkig allerlei mogelijkheden om onze suikerspiegel op peil te brengen. En ook ons cultuurpeil.
Koning-soldaat
In Nieuwpoort zijn er vier permanente kunstwerken te zien, ook overgebleven van Beaufort. Met Men stelt de Deense Nina Beier de mannelijke macht in vraag door een ruiterstandbeeld het spel van eb en vloed te laten ondergaan. Searching for Utopia van Antwerpenaar Jan Fabre is een spectaculaire gouden schildpad. Zoals de naam zegt, is Family Module van de Pools-Britse Goshka Macu een sculptuur van een gezin. En de Franse ‘streepjeskunstenaar’ Daniel Buren ontwierp Le vent souffle où il veut – misschien dat hij ooit ook op een winderige dag ging fietsen aan de Westkust …
Ondertussen hebben we de IJzer bereikt. Als je oud genoeg bent, heb je op school nog het verschil geleerd tussen rivieren en stromen. Een stroom is een rivier die rechtstreeks uitmondt in de zee. In ons land hebben we drie zulke stromen: de Maas, de Schelde en de IJzer. Die laatste is de enige die in eigen land in de zee uitmondt, in Nieuwpoort dus. Van Nieuwpoort-bad loopt een lange fiets- en wandelpromenade parallel met de havengeul tot in Nieuwpoort-stad. Hier vind je de grootste jachthaven van Europa, in ligplaatsen gemeten toch. Alweer goed voor een openluchtconcert, als je luistert hoe de wind door de masten fluit.
Op deze plek is in 1914 ook een opmerkelijk stukje vaderlandse geschiedenis geschreven. De Ganzenpoot is het sluizencomplex waar de IJzer en vijf andere waterlopen bij elkaar komen en dan in de Noordzee vloeien. Bij de Slag om de IJzer gingen de sluizen open en werd de IJzervlakte onder water gezet om de oprukkende Duitsers een halt toe te roepen. Koning Albert I kreeg hier een indrukwekkend huldemonument als aanvoerder van de Belgische frontsoldaten. Een bezoekerscentrum vertelt het hele verhaal van de onderwaterzetting.
Plan Zeehond
Wij laten de Eerste Wereldoorlog voor wat hij is en verkennen het natuurgebied IJzermonding in de hoop enkele zeehonden te spotten. ‘Ik laat je graag de natuurpracht hier zien,’ vertelt natuurgids Walter Wackenier, ‘maar wat je zeker moet weten: het reservaat is niet toegankelijk voor het grote publiek. Je mag er alleen in met een natuurgids. Dat kan elke woensdag tijdens schoolvakanties of na afspraak.’ Gelukkig staat er aan de rand van het reservaat een vogelobservatiehut waar je altijd terecht kan om naar het rijke leven in de zilte kreken en slikken te kijken. Voor ons haalt Walter een bundel sleutels uit zijn rugzak en maakt het roestige hangslot van het toegangshek open. We zijn vooral benieuwd of we vandaag een zeehond kunnen zien, want die heeft zijn weg teruggevonden naar dit gebied.
‘Amper dertig jaar geleden bedreigden verzanding, vervuiling en verkaveling de uitzonderlijke natuur van de IJzermonding’, blikt Walter terug. ‘In de jaren negentig konden allerlei natuurherstelcampagnes het tij keren. Zo startten Natuurpunt en andere natuurverenigingen in 1993 met ‘Plan Zeehond’. Kort daarna duidde de Vlaamse overheid het gebied van 130 hectare aan als natuurreservaat. Ze stippelde concrete maatregelen uit om de kwetsbare en bedreigde natuur te herstellen. Een belangrijke ingreep was de afbraak van de vervallen marinebasis van het Belgisch leger.’
Wackenier vertelt vol verve en met een sappig kustaccent over dit unieke landschap. ‘In de slikken en schorren van de IJzermonding krioelt het van leven. Kiezel-, blauw- en groenwieren tieren er weelderig. Die microscopische plantjes leggen het slik vast en geven planten als zeekraal de kans om te groeien. Bij laagtij komen sommige gebieden droog te staan. Daar ontstaan schorren die begroeid zijn met planten zoals kweldergas, zeeweegbree, lamsoor, gewone zoutmelde en strandkweek.’ Ik luister geboeid. ‘De zaden van die planten vormen de gegeerde winterkost voor zangvogels. Ook wadvogels als de wulp, bonte strandloper en scholekster komen in de IJzermonding hun uitgebreide dagschotel verorberen. En naast slikken en schorren is er plaats voor duinen met ook weer een eigen fauna en flora zoals geel walstro, blauwe bremraap en tapuit.’
Vlaamse schapen
Terwijl we over het gebied turen, op zoek naar zeehonden, krijgen we wolliger bezoek. ‘Dit zijn Vlaamse schapen’, vertelt Walter. ‘Ze zijn veel nieuwsgieriger dan hun Texelse tegenhangers die je meestal ziet. De beheerders kozen voor dit oorspronkelijke ras omdat ze goed bestand zijn tegen het harde leven in slikken- en schorrengebied. Ze zijn wat slanker, hebben langere poten, kunnen zonder menselijke hulp lammeren en als ze op hun rug terechtkomen, raken ze op eigen kracht weer recht.’
Maar hoe zit het nu met die zeehonden? Was Plan Zeehond een succes? ‘Het was in ieder geval een pr-campagne om ‘u’ tegen te zeggen’, lacht Walter. ‘Op sommige dagen kan je hier tot twintig exemplaren zien. Hun geliefkoosde plekje is trouwens niet in het natuurreservaat zelf, maar de betonnen helling in de jachthaven. Nog een goeie plek om ze te observeren is de wandel- en fietspromenade aan de overkant van de IJzer. Daar heb je sowieso een prachtig uitzicht op het natuurgebied. Helaas weet je op voorhand nooit wanneer de zeehonden hier komen spelen. Maar wat ik wel weet: er is nog zoveel meer te zien. Kijk, daar zie je een tureluur!’
Zin gekregen om zelf te gaan fietsen van Veurne naar Nieuwpoort? Alle handige info vind je in de online Reiswijzer op www.pasar.be
Vrij België tijdens de Eerste Wereldoorlog
Kort na de Duitse inval in 1914 werd het duidelijk dat de Belgen en hun geallieerde bondgenoten het laatste strookje vrij België niet in handen konden houden zonder rigoureuze maatregelen. Ze wilden het gebied tussen de IJzer en de spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide onder water laten lopen om de Duitse opmars te stoppen en hun eigen manschappen te beschermen. De Ganzenpoot in Nieuwpoort speelde daarbij een centrale rol. In dat sluizencomplex komen zes waterlopen samen, waaronder de IJzer. In plaats van het water bij eb in zee te laten stromen, lieten ze het bij vloed landinwaarts vloeien.
In de nacht van 29 op 30 oktober 1914 wisten Belgische genietroepen met hulp van schipper Hendrik Geeraert de uitlaatsluizen te openen en het complete terrein ten zuidwesten van de IJzer onder water te zetten. Honderdduizenden kubieke meters zeewater stroomde langzaam, maar onherroepelijk de polder in en toverde het om in een grote binnenzee. Het Duitse leger kwam vast te zitten in de modder en moest zich tot aan de IJzer terugtrekken. Tot de wapenstilstand van november 1918 bleef de Westhoek een stukje vrij België.
Laat de zeehonden met rust
‘Dat de zeehond na vele jaren de IJzermonding weer heeft gevonden, is een goed teken’, vertelt natuurgids Walter Wackenier. ‘Het aantal zeehonden dat langs onze kust werd gespot, was een tiental jaar geleden nog bijna op twee handen te tellen. Van de jaren zeventig tot de jaren negentig waren de dieren hier bedreigd. Na de zeehondenjacht in het midden van de twintigste eeuw en een virale infectie die talloze dieren het leven kostte, moest de populatie in de Noordzee weer op peil komen. Dat is intussen grotendeels gebeurd.’
Toch kan je niet zeggen dat zeehonden de Vlaamse kust weer gekoloniseerd hebben. ‘Ze komen hier uitrusten als ze passeren, maar bijvoorbeeld jongen werpen doen ze hier niet. Daarvoor kiezen ze grotere natuurgebieden als de monding van de Somme of de Waddeneilanden. Maar op sommige dagen kan je hier een tiental dieren observeren.’
‘Pas op, nog te vaak denken mensen dat een zeehond op het strand ziek of gewond is. Terwijl de dieren vaak gewoon liggen te rusten en hun eten verteren na een rondje vissen... Het is wel belangrijk dat je ze met rust laat. Het zijn wilde dieren en ze kunnen agressief uit de hoek komen. Een beet kan een diepe wonde of een infectie veroorzaken.’