Groetjes uit Parijs!
Parijs heeft 1200 hotels... maar anders de meesten van 4,5 miljoen buitenlandse bezoekers aan de Franse hoofdstad zal je de deelnemers aan de kampeervakantie van Pasar daar niet vinden. Waar dan wel? Heerlijke rustig de bosrijke omgeving van het Bois de Boulogne, vlakbij en één tramrit verwijderd van de lichtstad. Of hoe een citytrip meteen ook een kampeertrip kan zijn.
- Kamperen met de caravan
- Kamperen met de motorhome
Het is een uitgelezen moment om Parijs te bezoeken. De cité de l’amour tut zich op voor de Olympische Zomerspelen. De lichtstad is op zich al een bijzondere bestemming, maar nog specialer is het verblijf van de deelnemers aan deze citytrip: de Camping de Paris in het Bois de Boulogne aan de Seine. ‘Tien jaar geleden nog wilde je niet in het Bois de Boulogne belanden’, vertelt reisleider Luc Zaman. ‘Het stond bekend om prostitutie, drugs, kleine criminaliteit… Maar sindsdien heeft het een metamorfose ondergaan en is de buurt helemaal opgeknapt.’
‘Ook de camping waar we verblijven, is gerenoveerd. Ze ligt veel dichter bij Parijs dan de campings die we bij eerdere Parijs-kampeervakanties aandeden. Eerst verbleven we in Champigny-sur-Marne, maar de camping daar was verouderd en lawaaierig met jongeren. Later kozen we voor een camping in Jablines, bij Marne-la-Vallée. Die ligt mooi in het groen en is zeker een aanrader als je Parijs wilt combineren met Disneyland, maar ligt toch wat ver van de stad. Het is 7 km tot het dichtstbijzijnde RER-station. En dan moet je ook nog parking vinden. Dan is het Bois de Boulogne een betere plek, van daaruit kan je heel gemakkelijk de stad te verkennen: het is vanaf de camping maar anderhalve kilometer tot de metro die naar La Défense gaat, een knooppunt van metrolijnen.’
De camping staat open voor campers, caravans en tenten, wat pas bij het Pasar-gezelschap: een gezonde mix van jong en oud. Veelal zijn het kampeerders met ervaring. ‘En als er al eens iemand bij is met minder ervaring, zijn er genoeg groepsleden die een handje kunnen helpen. Zo is iedereen ooit begonnen met kamperen.’
A walk in the park
Op de camping staan de installaties op aparte plekken, ‘maar we proberen bij de boeking wel zoveel mogelijk in elkaars buurt te staan.’ Voor dat typische groepsgevoel is zo’n citytrip echter te kort. ‘Een verschil met vroeger – en dat geldt voor zowel lange als korte kampeervakanties – is dat waar toen de caravans twee derde van de installaties uitmaakten, vandaag de campers in de meerderheid zijn. Dat betekent dat we ter plekke niet over veel auto’s beschikken en alle uitstappen nu met de bus of ander openbaar vervoer moeten worden gedaan. Anderzijds: op deze trip naar Parijs heb je geen voertuigen nodig. Zelfs geen fietsen, tenzij je nog verder reist of wat langer blijft en bijvoorbeeld in het Bois de Boulogne wilt gaan fietsen. Op deze trip doen we alles met het openbaar vervoer en te voet. Vooral te voet. Dagelijks doen we in de stad wel 25 à 30.000 stappen. Als je dat wat veel vindt: je kan altijd je eigen ding doen, een rustdagje nemen of in de stad even pauzeren. Ook de metro nemen is vrij simpel als je het gewend bent.”
Parijs was in het verleden regelmatig een bestemming voor Govaka-kampeertrips. Luc was er liefst zeven keer reisleider. Maar in 2013 verdween de stad uit het programma. ‘Parijs is een ideale trip om mensen te laten kennismaken met onze werking’, zegt Luc, ‘en verleidt de mensen ertoe daarna nog meer kampeertrips met ons te maken. Vandaar dat de stad sinds dit jaar opnieuw in het aanbod is opgenomen voor een korte verkenningstocht. We zijn slechts drie volle dagen in de stad. Dat is perfect als eerste kennismaking, maar natuurlijk te kort als je alle musea of monumenten wilt bezoeken. In het Louvre alleen al kun je twee dagen rondlopen.’ Vandaar ook dat een beklimming van de Eiffeltoren niet meer op het programma staat. ‘In de wachtrijen voor de bagagecheck én voor de tickets verlies je zóveel tijd… En dan moet je die trappen nog op. En een boeking voor groepen is er onmogelijk. Nee, we passeren er wel en ik vertel de mensen wat hen te ‘wachten’ staat (lacht) als ze de toren zelf willen bezoeken, maar daar gaan we niet meer aanschuiven.’
Parijs is in loop der jaren erg druk geworden, ook in het Hemelvaartsweekend, als de groep de stad aandoet. ‘Zelfs aan de Sacré-Coeur sta je nu een uur aan te schuiven. En dat terwijl de basiliek binnen niet zo bijzonder is… In de buurt van het Panthéon lopen we wél de Saint-Etienne-du-Mont binnen, vanbuiten en vanbinnen een elegante kerk met een opmerkelijke mix van gotiek en renaissance.’
Parijs in perspectief
De groep doet op de drie dagen in Parijs telkens een flinke wandeling langs de hotspots en highlights, maar Luc wijst de groep graag ook op minder bekend plekjes zoals bijvoorbeeld het Vrijheidsbeeld in de Jardin du Luxembourg. Op de eerste dag leidt hij de groep van de Eiffeltoren en het Hôtel des Invalides over de Champs-Elysées, de Arc de Triomphe en de Place de la Concorde langs het Louvre, ‘waar ik de ondergrondse, minder bekende en veel minder drukke ingang aanduid.’ De wandeling gebeurt in een heel rustig tempo. ‘Ik stap vooraan en Ann wandelt achteraan om de groep vooruit te duwen. Als er fotografen of filmers bij zijn, moet je die al eens aanporren. Of alleszins goed in de gaten houden (lacht). Maar we zijn nog nooit iemand kwijtgeraakt. We maken dan ook goede afspraken. In de metro bijvoorbeeld blijven we bij elkaar en plaatsen we ons in een rij tegen de achterwand, om de andere reizigers eerst te laten uit- en instappen.’
Afhankelijk van de drukte kan het programma wat aangepast worden. Dag twee is in principe de ‘kerkendag’, met onder meer de imposante Saint-Eustache (met een Rubens of twee), de Saint-Germain-des-Prés (de oudste kerk van Parijs) en natuurlijk de Notre-Dame, die tegen de Olympische Spelen ook weer moet blinken.’ Als het tijd is om te lunchen, worden de deelnemers anderhalf uur vrij gelaten. ‘Er is overal eetgelegenheid genoeg, of je kunt picknicken: Parijs is een dure stad. Allemaal samen in één restaurant, dat lukt niet in Parijs. Ook ’s avonds hebben mensen de vrijheid om in de stad of op de camping te dineren.’
Behalve de laatste dag: na onder meer een bezoek aan Montmartre – ‘met de vrij onbekende en enige wijngaard van Parijs’ – en een bezoek aan de Galeries Lafayette – niet om er te shoppen, maar om vanaf het terras een blik te werpen op de stad – zijn de deelnemers vrij tot het tijd wordt om aan boord van een Bateau Mouche te gaan voor een avondlijke tocht over de Seine. ‘Dat is een mooie afsluiter van de reis. Zo zie je het mooi verlichte Parijs eens vanuit een ander perspectief en als we geluk hebben, geeft de Eiffeltoren ook nog eens een lichtshow.’
Kamperen in the city? Hip!
Luc doet het gidsen helemaal zelf. ‘Ik ben er nu vaak genoeg geweest om hier en daar de nodige duiding en weetjes te kunnen geven. De mensen, zo leert de ervaring, staan ook niet te wachten op een gids die met data en namen goochelt.’ Hoewel de groep soms vrij groot is – rond de dertig personen, ‘al heb ik er ooit ook zestig gehad!’ – gebeurt het gidsen nog helemaal oldskool, met luide stem dus. ‘We hebben weleens geëxperimenteerd met een centraal microfoonsysteem en oortjes, en met een app en QR-code waarmee ik via mijn telefoon te horen ben op de telefoons van de deelnemers, maar dat was niet zo handig.’
De tijd is rijp voor kampeervakanties in steden. Kamperen in grootsteden is trendy geworden sinds steeds meer steden aan de rand en zelfs in de stadskern steeds meer campings ter beschikking hebben. ‘Rome en Wenen zijn bijvoorbeeld zulke steden. In ons aanbod zit ook Berlijn, en we deden ooit ook Straatsburg aan. Zelfs Londen, maar dat was in verhouding vrij duur omdat de overzet erbij kwam. Maar het is tegenwoordig inderdaad gemakkelijker steden te bezoeken als kampeerder. Kijk maar naar Antwerpen of Brugge, waar nu ook stadscampings zijn. Je verblijft dicht bij de stad en hebt altijd wel openbaar vervoer in de buurt.’
De trip naar Parijs zet deelnemers zeker aan tot een vervolgbezoek. ‘Ik geef dan ook tips mee om op eigen houtje te doen. Sommige deelnemers blijven ook langer ter plekke om op hun gemak nog iets te bezoeken, een museum of Versailles. Je moet niet naar huis als de groepsreis voorbij is, hé.’
3 x hotspot
1. De Eiffeltoren: ‘Als je nog nooit in Parijs bent geweest, is dat toch nog altijd een bijzondere attractie. Zeker als je uit het metrostation Trocadero komt, wacht je een spectaculair verrassingseffect als je hoek om loopt.’
2. De Opéra: ‘Het grootste theater ter wereld blijft een indrukwekkend en mooi gebouw, hoewel het nu – tegen de Spelen – nog in de steigers staat. Loop zeker eens de Grand Escalier op naar de enorme Grand Foyer met alle denkbare marmersoorten en bewonder de prachtige beelden op de arcaden.’
3. De boottocht op de Seine: ‘Zeker een meerwaarde voor je bezoek aan Parijs, omdat je vanop de Seine een unieke blik kunt werpen op Parijs. Bovendien is het niet eens zo duur.’
Stadscamperen in het Bois de Boulogne
Deze camping aan de rand van Parijs, tussen de Seine en het Bois de Boulogne, heeft een nieuw restaurant, drie (gerenoveerde) sanitairblokken, maar geen zwembad. ‘Het is geen luxecamping en ze is niet bedoeld om er de hele dag te verblijven: je kampeert er om de stad in te trekken. Al komen Parijzenaars vooral naar hier om in het Bois te wandelen en te fietsen.’
Er is gratis wifi en in de richting van de metrohalte (op 1,3 km van de camping) is er een kleine supermarkt. Met de auto is de camping te bereiken vanaf de périphérique (ringweg), afslag Porte Maillot/Bois de Boulogne of vanaf de A13, afslag Bois de Boulogne.
Opgelet: de camping ligt in de lage emissiezone (LEZ) van Parijs. Dat betekent dat enkel voertuigen van categorie 1 en 2 erin mogen en een milieusticker (Crit’Air) verplicht is. Die kost nog geen 5 euro en is te koop via certificat-air.gouv.fr. Campers van minder dan 3,5 ton worden beschouwd als personenwagens, zwaardere installaties als vrachtwagens.
Camping de Paris
Allée du Bord de l’Eau 2, 75016 Parijs
0033/1/45.24.30.0
Ga je mee, kamperen in Parijs?
Maak kennis met Parijs, de stad die zich voor de Olympische Spelen van haar beste kant presenteert. Wandel tussen de beroemdste en minder bekende monumenten van de lichtstad en geniet tijdens een avondlijke boottocht van het uitzicht vanaf de Seine op een verlichte stad. En dat allemaal zonder dure hotels: je logeert op een camping in het groene Bois de Boulogne.