Het sombere sprookje van Neuschwanstein
Neuschwanstein: de naam klinkt als een magische plek in een boek van Harry Potter, maar het was Walt Disney die er zich door liet inspireren voor het kasteel van Assepoester en Doornroosje. Het iconische kasteel is één van de meest gefotografeerde gebouwen ter wereld, met sierlijk ronde torens en wel 200 kamers.
Tekst Bart Claes. Foto’s Thomas De Boever
Het ziet er sprookjesachtig uit, maar een sprookje? Dat valt hier niet te rapen. Neuschwanstein was het droomkasteel van koning Ludwig II van Beieren (1845-1886). Die hield van grandeur en middeleeuwse macht, maar in het Beieren van de 19de eeuw had de koning veel minder in de pap te brokken dan zijn roemrijke voorouders. Daar had hij moeite mee, en ter compensatie tekende hij de glorieuze burcht aan de rand van de Alpen, in het dorpje Hohenschwangau, vlakbij het kasteel van zijn vader Maximilian II. Hij liet zich inspireren door de verhalen van componist Richard Wagner, voor wie ‘groot’ ook nooit groot genoeg kon zijn.
De laatste koning van Beieren
De bouw begon in 1869, maar het kasteel zou nooit helemaal af geraken. Ludwig joeg het familiefortuin erdoor en stapelde de schulden op. De bank dreigde zelfs het kasteel aan te slaan. Toch bleef hij doorbouwen. Genoeg is genoeg, vond de regering, en ze liet de koning onbekwaam verklaren. Ludwig werd gevangengezet in Slot Berg, ten zuiden van München. Een dag na zijn afzetting, op 13 juni 1886, verdronk hij samen met zijn psychiater in de Starnberger See. Officieel was het zelfmoord, maar het mysterie blijft. Van de 200 kamers van het kasteel raakten er maar 14 afgewerkt. De Sängersaal (Zangerszaal) en de Thronsaal (Troonzaal) zijn de grootste en het meest weelderig versierd.
‘Zijn kasteelfascinatie was niet het enige excentrieke aan de koning’, vertelt Anke Hiltensperger van Tourismus Füssen. ‘Hij was een erg schuchtere man, die leefde in een wereld van legenden en middeleeuwse sagen. Hij had als vorst geen interesse in het leger, ook niet in de vorstelijke plicht om voor nakomelingen te zorgen. Zijn verloving met zijn nicht Sophie, de zus van keizerin Elisabeth van Oostenrijk – Sissi – werd steeds maar uitgesteld tot hij het huwelijk definitief afblies. Op het einde van zijn leven had de koning geen tanden meer en zou hij afhankelijk zijn geweest van opium. Een tragische koning, maar een held voor het toerisme in Füssen.”
Violen en luiten
Het stadje Füssen, bij Hohenschwangau, is een pareltje, met wel 2000 jaar zichtbare geschiedenis. Als Anke ons ’s avonds door de stad gidst vertelt ze over de oude Romeinse weg van Italië naar Denemarken die erdoor loopt, waardoor de stad rijk werd. In de voormalige kloosterzalen van Sankt Mang vind je een van Europa’s mooiste collectie historische luiten en violen. Het dorp was vanaf de 16de eeuw beroemd om zijn instrumentenbouwers.
Van Füssen is het tien minuutjes rijden naar de parking van Neuschwanstein, waar ook campers welkom zijn. Je kan te voet naar boven, het is een half uurtje stappen. Of neem de toeristenbus, die rijdt heen en weer als de bergwegen niet te glad zijn.
MEER INFO
