Zweden in zeven haltes

Ongelooflijk, de vrijheid die het allemansrecht geeft. Vrijheid om te kamperen waar je wil, maar ook de mogelijkheid om alles helemaal op je eigen ritme te doen. Waar de eland koning is, dwaalden we langs ontelbare rode huisjes en meren, snoepten we ka-nelbulle en tunnbrod en ontdekten we nog veel meer op-en-top Zweedse zaligheden.

Halte 1: Svartådalen – Skultuna

Boeiende bevers en moordlustige muggen

Tot op onze botten doordrongen van koude en regen, zo was onze laatste zomer in Zweden jaren geleden. Gewapend met truien en waterdichte kleding zijn we op alles voorzien, althans, dat denken we. De natuur beslist er anders over, want tijdens deze vakantie in Zweden wordt het heet en droog. Met 34°C slaat de thermometer in onze camper bijna tilt wanneer we het erf oprijden van B&B Eden’s Garden. Uitbaters John en Mandy vielen zo’n zestien jaar geleden als een blok voor Zweden en brachten hun hele hebben en houden vanuit Nederland naar hier. Hier, dat is Svartådalen of het Zwarte Rivierdal, een bijzonder natuurgebied met wetlands of gewoonweg waterrijke gebieden. Doordat het land overstroomt hebben ze een uniek ecosysteem en een enorm grote biodiversiteit, maar jammer genoeg worden de gebieden wereldwijd steeds zeldzamer. John zet zich in om mensen bewust te maken van het belang van deze fragiele gebieden. Dat doet hij door beversafari’s te organiseren: ‘Bevers houden door het bouwen van dammen de wetlands intact, de stroom vertraagt en het land loopt onder water. Dat creëert een unieke omgeving die noodzakelijk is voor bepaalde fauna en flora. Bevers doen nooit aan overexploitatie, in tegenstelling tot de mens. In deze tijden van klimaatverandering is droogte een groot probleem. Eén van de belangrijkste dingen die we hiertegen kunnen ondernemen is het herstellen van de wetlands door de beverpopulatie te stimuleren,’ vertelt John gepassioneerd. Na nog wat tips en tricks gaan we zelf met de kano’s op pad. Het is verbazend stil op de Svartånrivier. John is de enige verhuurder en de enige andere levende zielen die we ontmoeten zijn libellen, vogels, koeien en - brrr - een ringslang. We laten onze peddels zo rustig mogelijk het water beroeren om de rust niet te verstoren. Sporen van bevers zien we volop, afgeknaagde boomstammen en dammetjes sieren de oevers. Om de bedrijvige diertjes zelf te ontwaren hadden we een stuk vroeger moeten opstaan. ’s Avonds blijft het heet en ondanks de zware tocht is slapen geen optie. Vanop de steiger gooien we onze vishengels uit, mét G-1000 muggenwerende kleding aan én een muggennet op onze hoofden, want de moordzuchtige muggen vallen ons genadeloos aan.

Halte 2: Hoga Küsten - Nörrfallsviken

’s Werelds hoogste kustlijn

Volgens onze weerapp is het aan de Hoge Kust een aangename 27 graden en we ontvluchten de hitte. Over de indrukwekkende Höga Kusten-hangbrug komen we terecht aan ’s werelds hoogste kustlijn, die in haar geheel behoort tot het Unesco-werelderfgoed. Tijdens de meeste recente ijstijd lag het hele gebied bedolven onder een laag ijs van wel 3.000 meter dik, die de aarde omlaag drukte. Toen het ijs wegsmolt, rees het land uit de zee op, nu al bijna 300 meter hoog, dit wordt dus niet voor niets de Hoge Kust genoemd. Met het Nationaal Park Skuleskogen en de befaamde High Coast Trail is het een paradijs voor wandelaars. Wij kiezen eerst voor ontspanning: na een tussenstop bij Mjälloms bakkerij waar we het traditionele platte brood of tunnbrod leren bakken, stranden we een paar dagen op de rustige Nörrfallsviken-luxecamping, waar we verkoeling vinden in het ijskoude zwembad, luieren en kuieren langs de baai. ’s Avonds schuiven we aan in het restaurant Fiskarfänget voor verse zalm en een fris Höga-Kustenbiertje. De stinkende streekspecialiteit Surströmming (in blik gegiste haring) laten we met plezier aan ons voorbijgaan.

Halte 3: Hoga Küsten - Skuleskogen National Park

Ploeteren voor prachtige panorama’s

Bengt, onze wandelgids, wacht ons op bij de zuidingang van het Nationaal Park Skuleskogen. Zweden wandelen veel en graag en hij zet er dan ook meteen stevig de pas in. Het eerste stuk is makkelijk. We stappen langs houten wandelpaadjes, slingerend tussen berken en esdoorns. Naarmate we vorderen, wordt de klim steiler en het landschap kaler. Grote, rozig rode granietblokken liggen in het rond gestrooid alsof een stel reuzen hier een spelletje kogelstoten speelde. Ze zijn begroeid met mossen en korstmossen en niet eenvoudig te beklimmen, maar het uitzicht is het geploeter meer dan waard. ‘Zie je die toppen daar? Dat waren vroeger eilandjes die boven het water uitstaken. En die meertjes? Dat waren inhammen die nu volledig van de zee zijn afgesloten,’ wijst Bengt ons op enkele markante kenmerken. Zelfs onze kroost wordt stil van het adembenemende uitzicht, of is het door de vermoeiende klim in deze hitte? Op de terugweg klauteren we langs de Slåttdalsskrevan, een diepe kloof waar het heerlijk koel is en passeren we enkele puinvelden, uitgestrekte vlakten met door het water gepolijste stenen. Zoiets hebben we nooit eerder gezien. Het smaakt naar meer, maar onze stijve benen doen ons de dag nadien toch voor de gemakkelijke optie kiezen. Met de kabellift sjezen we gezwind naar de Toppstuga, een gezellig hutje op de top van de Skuleberg, voor een lekkere lunch met een sensationeel uitzicht.

Halte 4: Åskasjö

Vers gevangen vis en brood uit de oven

Langs de Sagavägen bollen we in een rustig tempo het binnenland in. Sporadisch begroeten we een hier o-zo-populaire Amerikaanse oldtimer, maar meestal is de weg verlaten. Af en toe stoppen we bij een loppis, kleine rommelmarktjes bij iemand thuis of in een parochiezaaltje. Locals ontvangen ons hartelijk, we maken een praatje over het uitzonderlijke weer en we krijgen tips over plekjes die je gezien moet hebben.

Eén van de redenen waarom we met onze camper naar Zweden zijn gekomen, is het Allemansrätten, het allemansrecht, dat iedereen het recht geeft om te genieten van de natuur, mits je enkele eenvoudige regels respecteert: stoor niemand en maak niks kapot. Overnachten, water nemen van meren, wildplukken, vuur maken: in Zweden kan en mag het. Een heerlijke vrijheid. We hobbelen een weggetje in en wachten vol spanning af, wat ligt er op ons te wachten? Het plekje overtreft onze stoutste dromen, we vinden een magnifiek meer met een zandstrand, een droogtoilet en enkele plaatsjes om vuur te maken. Een klein paradijs. En het allermooiste? We zijn hier he-le-maal alleen. Vishengels, gezelschapsspelletjes en boeken worden bovengehaald. iPads? Playstationspelletjes? Onze technologieverslaafde kinderen missen ze geen minuut. Twijgjes zoeken om vuur te maken, deeg kneden voor een brood of een pijl maken met je zakmes is zoveel leuker. Op het kampvuur grillen we onze vers gevangen vis en we zitten gezellig bij elkaar. Boven het vuur hangt onze Dutch oven waarin het brood begint te geuren, en de stilte wordt alleen verbroken door enkele trompetterende kraanvogels. De zon zakt en zorgt voor een schouwspel van betoverende kleuren boven het meer, donker wordt het echter niet. En moe? Dat worden we ook niet. Verbazingwekkend wat het doet met je lichaam om vierentwintig uur per dag zonlicht te krijgen.

Halte 5: Mårdselforsen

Avondwandeling over hangbruggen

De loop van de rivier Vindelälven, die varieert tussen woest kolkend en rustig kabbelend, brengt ons langs het Mårdselforsen-natuurreservaat. Op onze route staan talloze vliegvissers in het water, het stikt er namelijk van de vis. De zon staat laag en de temperaturen zijn eindelijk draaglijk. ‘Oh nee, nu nog wandelen?’ Onze kids staan niet te springen, tot ze de eerste hangbrug over de woeste rivier ontdekken. De wandeling blijkt een aaneenschakeling van hangbruggen, eilandjes, stroomversnellingen en ondiepe rotspoeltjes waarin ze naar hartenlust kunnen spelen. De zon danst op het water, er hangt een geur van hars en korstmos en een roodstaart kwettert erop los, het is een sprookjesachtig tafereel. We vergeten de tijd en wanneer we terugkomen aan het restaurantje boven is het al gesloten, het blijkt al tien uur. Onze biologische klok is duidelijk in de war! Gelukkig hebben we nog wat restjes brood en kanelbulle, geurige kaneelbroodjes om onze hongerige magen tot rust te brengen.

Halte 6: Hornträskbadet

Rendierharen in de struiken

‘Een eland! En daar, nog eentje!’ Nu we laat op de avond nog door Zweeds Lapland trekken is het het uitgelezen moment om de koning van het Zweedse woud in het vizier te krijgen. De regio wordt ook wel Gold of Lapland genoemd, een van de basisinkomsten is hier namelijk de mijnindustrie. De toeristische attractie in Kristineberg - de diepste mijn van Zweden met een onderaardse kerk - is al gesloten. Dan gaan we maar op zoek naar ander ‘goud’: de zalige gele kruipbraam, de bossen, de overweldigende natuur en stilte. ‘Hornträskbadet’ staat er op een oud welkomstbord. Tussen de struikjes plakken rendierharen, een verroeste glijbaan ligt verlaten op het strand. Het zand is echter schoon, er zijn bomen om onze hangmatten op te hangen en het water van het meer is kraakhelder. Opnieuw is er geen levende ziel te bekennen. Het is al een tijdje behelpen met onze camperdouche dus nemen we als Adam en Eva een frisse duik. Roel vangt enkele vissen en we barbecueën op het strand, als dessertje smullen we handenvol vers geplukte blauwe bessen. Een avond met een gouden randje. ’s Ochtends is Markus al even verbaasd om ons hier te zien als wij hem. Hij woont al heel zijn leven in Kristineberg. ‘Alleen mensen van in de buurt komen hier, toeristen bezoeken enkel de mijn. Daar heb ik mijn hele leven gewerkt, daar in de mijn vlak achter het meer. Koper, zink, lood en ook wat zilver en goud wonnen we daar. Het was zwaar werk. Nu niet meer hoor, het is helemaal gemoderniseerd. Donker is het er ook, maar dat zijn we gewend, de winters zijn hier ook donker en koud. Ja, in de zomer is het hier heerlijk in het land van de middernachtzon. In de winter is het leven hard. Wist je dat träsk eigenlijk moeras wil zeggen?’

Halte 7: Skellefteå - Bonnstan Kyrkstad

Authentiek kerkdorp

Een einddoel hebben we niet, maar het grote kerkdorp Gammelstad bij Luleå en de natuurgebieden bij Kiruna staan al lang op ons verlanglijstje. Daar steken de grootste bosbranden in de Zweedse geschiedenis echter een stokje voor. Overal geldt er een verbod op vuur maken, toegangswegen zijn versperd en we zien her en der gigantische rookpluimen. Tientallen grote en kleinere brandhaarden teisteren het land, de aanhoudende droogte eist haar tol. Het is niet veilig om noordelijker te reizen. Bij Skellefteå ontdekken we een kleinere kerkstad, gekend als Bonnstan. In de 16de eeuw zorgde de protestantse reformatie voor strikte regels over het kerkbezoek, alle parochieleden moesten op zon- en feestdagen naar de kerk. In de praktijk bleek dit in het noorden erg moeilijk, de parochies waren reusachtig. Omdat het niet mogelijk was op één dag over en weer te rijden, werden er kerkdorpen ingericht. Het werden ontmoetingsplaatsen waar nieuwtjes werden uitgewisseld, belastingen geïnd en recht gesproken. Bonnstan is de authentiekste van de ooit 47 kerkdorpen in Norrbotten en Västerbotten, want renovatie of modernisering van de huisjes - die nu gebruikt worden als zomerhuisjes - is verboden. We struinen tussen de scheve, houten huisjes met hun kleurige luiken en snuiven de sfeer van lang vervlogen tijden op, toen slow living nog geen kunst maar doodgewoon de manier van leven was.

Voor een geslaagde kampeervakantie

De beruchte muggen in Zweden hou je op afstand met een open vuur, én op dat vuur kan je ook nog eens koken: zo vermijd je de dure Zweedse restaurants. Tips om te kamperen als een pro:

  • Draag kleding in G-1000 stof van het Zweedse Fjällräven, de stof is zo dicht geweven dat ze niet alleen sterk en weersbestendig is, muggen kunnen er niet doorsteken. De kleding is bovendien aangepast aan het wispelturige Zweedse klimaat. Voor wandelingen of om te vissen is een hoedje met net aangewezen. www.fjallraven.com
  • De Mygga roll-on, verkrijgbaar in de Naturkompaniet-winkels werkt volgens locals het best. www.naturkompaniet.se
  • Een open vuur en zeker de rook ervan, houdt muggen op afstand. Kan je geen kampvuur maken, dan is een brandende muggenspiraal van het merk Favorit een goede oplossing.

Koken op het kampvuur: restaurants in Zweden zijn schaars en duur, bakkerijen vind je enkel in de grote steden. Je bent dus vaak aangewezen op jezelf om brood te bakken of te koken, vuurplaatsen en sprokkelhout zijn overal te vinden.

Mee te nemen:

  •  Petromax Fire Anchor: een kleine buitenkeuken met grill en haken om potten of een waterketel aan te hangen. Overal op te stellen en makkelijk af te breken.
  •  Een Dutch Oven is een handige gietijzeren ketel waarin je kan koken maar ook zelf brood bakken. Onmisbaar als je houdt van lekker vers brood.

www.petromax-shop.de
 

Camperen in Zweden

Wij parkeerden onze camper op deze plekken:

Åskasjö: toegankelijk voor meer dan 5 campers. Droogtoilet, schuilhut, picknickbanken en vuurplaatsen. Afval kan je kwijt in de containers.

GPS: N63°36’44.8” - E17°53’24.4”

Mårdseleforsen: parkeerplaats voor 2 à 3 campers nabij het restaurant. Vlak naast de weg, maar ’s nachts hoor je enkel de rivier. Picknickbanken en droogtoilet.

GPS: N64°40’57.3” - E19°14’18.9"

Björksele: verscholen plaatsje voor 1 à 2 campers met droogtoilet, sauna, vuurplaats en badmintonnet. Zwemmen is mogelijk in een afgedamd stuk van de rivier.

GPS: N64°59’10.5” E18°32’39.7”

Hornträskbadet bij Kristineberg: geschikt voor 1 à 2 campers, groot zandstrand met banken en een helder meer. Geen voorzieningen.

GPS: N65°05’28.9” - E18°32’45.5”

Tip: de Duitse reisgidsen van WOMO zijn een enorme hulp bij het vinden van bijzondere plaatsjes. Naast algemene reisinformatie vind je er per bestemming bereisde routes met wandelparkings, picknickplaatsen en geschikte overnachtingsplaatsen. Bij elke bezochte plek staat er ook wat de voorzieningen zijn. Zoek je een watertappunt of een plaats om je toilet te ledigen, dan vind je die in de gids. shop.womo.de

Gepubliceerd op vrijdag, februari 5, 2021 door Kelly Mortelmans

Delen