Citytrip naar Monaco

12 minuten leestijd

In mini-Europa laat Monaco zich het vlugst vatten in vijf clichés. Banken, buildings, casino’s, jachten, dure wagens. Maar haaks op de chique boulevards waar koning auto regeert, verbinden tientallen verborgen trappen de bergen met het water. Welkom in het prinsdom van de Monegasken, dat we ontdekken aan de hand van tien minder voorspelbare symbolen.

 

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Al tien jaar huurt Star Wars-regisseur George Lucas tijdens de Grand Prix van Monaco dezelfde suite. De racepiloten hebben tot 48 kilometer per uur moeten vertragen in de haarspeldbocht van het Fairmont Monte Carlo.

Voorbij de bocht trekken ze weer op en schieten met brullende motor de tunnel onder het hotel in. Een verdieping hoger voelt George alles trillen.

Het dakterras van het Fairmont, waar we staan, is de meest gegeerde plek om de race te volgen. Het ligt, als ik kort onze aanreis reconstrueer, op een helikoptervlucht en shuttlebusrit van de luchthaven van Nice. Mensen die meer luxe gewoon zijn dan ik, breng je namelijk tot op de drempel van hun hotel. Links van mij kunnen ze in de salons privés van het Casino gaan spelen aan minstens 25.000 euro per inzet.

Of, helemaal te gek, rechts in de verte het duurste penthouse ter wereld kopen in de nieuwe Tour Odéon. Prijskaartje: 300 miljoen euro. De mooiste privileges zijn de zeldzaamste. Je reserveert ze maanden of jaren tevoren, zoals je suite tijdens de Formule 1. ‘Als je hier staat’, zegt Claudia Batthyany van het Fairmont, ‘komen je haren recht. Het gezoem van de motoren is overal omdat het weerkaatst tegen de bergen en de buildings.’

1 ❭ Relikwieën

Het Fairmont staat op zware pijlers in zee en leunt tegen de rotskust. Zo moffel je zes hectare hotelkamers en negen kilometer gangen weg in een piepklein prinsdom. De duivenschietbaan sneuvelde en het station verhuisde naar een ondergrondse locatie.

Te weinig standing, vond Reinier III, le prince bâtisseur, die Monaco bestuurde in de tweede helft van de twintigste eeuw en het volstouwde met hoogbouw. Tot het laatste restje charme verdwenen was?

‘Monaco is meer dan buildings en Ferrari’s’, zegt Jean-Marc Ferrié. De voormalige brandweerman gaat ons dat bewijzen. Bye bye mondain Monte Carlo, op naar het intieme, verborgen Monaco.

Hoe toepasselijk, zijn eerste halte is de Chapelle Sainte Dévote die verborgen zit achter een viaduct aan de haven. Het lichaam van Devota spoelde in de vierde eeuw aan in deze smalle inham. ‘Bij elk prinselijk huwelijk brengt de prinses haar bruidsboeket naar deze kapel’, vertelt Jean-Marc. ‘Devota is onze beschermheilige. Elke kerk in Monaco bezit relikwieën.’

2 ❭ Ravioli

Een witgeblokte lijn op het asfalt verbindt de huizen van de wijk La Condamine met Port Hercule, de diepste haven aan de Azurenkust, waar dure jachten liggen aangemeerd.

‘Dit is de startlijn voor de Formule 1’, zegt Jean-Marc. ‘Tijdens de GP verhuren de bewoners hun flat voor dertigduizend euro.’

Zelfs in wat onze gids de volkswijk noemt, is het leven goed. ‘Een arme Monegask is iemand die zelf zijn Mercedes wast’, grapt hij.

De wijk heeft een klein raster van wandelstraten. Hoge negentiende-eeuwse herenhuizen zorgen voor schaduw. De meeste zijn opgedeeld in appartementen voor de middenklasse.

De overdekte markthal gooit het laatste onsje pretentie overboord. Hier drink je ’s morgens je koffie aan de toog. Of koop je Monegaskische specialiteiten bij A Roca.

Op feestdagen breekt papa de fougasse monégasque met zijn vuist. De dunne harde koek is bespikkeld met gesuikerde anijszaadjes in de kleuren van de vlag (rood en wit).

Barbaguians zijn het geheime wapen om kinderen groenten te doen eten. Gefrituurde ravioli gevuld met snijbiet, ricotta en gehakt, dat lusten ze wel. Klinkt Italiaans? Van Nice tot Genua zijn de dialecten en de culinaire tradities verwant.

3 ❭ Karabijnen

‘Présenter! Repos!’ Op de middag voeren de paleiswachten hun choreografie met karabijnen op. Meteen na de wissel van de wacht glipt prins Albert II weg in zijn wagen. François Grimaldi, de stichter van Monaco, deed volgens de legende in 1297 het omgekeerde. Verkleed als monnik drong hij het fort op de Rots binnen en zette dan de poort open voor zijn troepen.

De Rampe Major had toen nog geen drie versterkte stadspoorten, maar toch: knappe move van de Genuese edelman. François stichtte de dynastie van de Grimaldi’s, en vanaf dat moment heet de plek Monaco. Zijn standbeeld staat naast het paleis.

Zaadjes van de johannesbroodboom werden gebruikt om edelstenen te wegen.

De Rampe, een middeleeuwse oprijlaan, vertrekt bij de markthal. Halverwege houdt Jean-Marc halt bij de nationale boom van Monaco. Heel lang geleden draaide de economie op olijven en citrusfruit, maar de johannesbroodboom past ook bij deze tijd.

Omdat zijn zaadjes altijd 0,2 gram wegen, werden ze gebruikt om edelstenen te wegen. Het woord karaat is afgeleid van hun Griekse naam.

Het eerste casino van Monaco stond overigens op het Place du Palais. Uit het gebouw komen vandaag de paleiswachters die hun collega’s aflossen.

4 ❭ Metalen ballen

Spreekt Jean-Marc ook Monegaskisch? ‘Nauwelijks’, zegt hij. ‘Ik heb een paar woordjes opgepikt van de oude mannen bij het jeu de boules. Vandaag leren kinderen het op school. Het lijkt op Genuees.’

Onze gids is opgegroeid op de Rots – Monaco-Ville dus, zijn ouders wonen er nog steeds. De drukte in de oude straten is toegenomen.

De portieken waar kruideniers, slagers en schoenmakers werkten, zijn leeg of ingepalmd door souvenirs. Zijn ouders missen het oude gezellige dorp waar je alles kon kopen.

Gelukkig is de Club Bouliste du Rocher gebleven. Helemaal op het einde van de rots, onder de pijnbomen, zijn jongeren aan het trainen. Dit is niet het Provençaalse petanque, maar het jeu de boules uit Lyon, een sport met zwaardere ballen die je op lange terreinen speelt.

De sport wordt in Monaco op school onderwezen. Net zoals zeilen. Bij de club kan je lunchen. We eten huisgemaakte daube, een stoofpot, met kleine ravioli.

In de namiddag komen de buurtbewoners kaarten. Dat levert volgens de clubvoorzitter taferelen op zoals in een oude Provençaalse film.

 

5 ❭ Partituren

In 1982 verongelukte prinses Grace op de bergweg boven Monaco. ‘Iedereen was geschokt’, zegt Jean-Marc. ‘Zoals bij een sterfgeval in je familie.’ Bibliothecaresse Judith Gantley knikt. ‘Weet je hoe ik het veiligheidsgevoel in Monaco verklaar? We voelen ons beschermd door de familie Grimaldi.’ Albert II en Charlène lijken inderdaad erg geliefd. In veel winkels hangt hun staatsieportret.

Maar bij Judith ontdek je de Ierse roots van Grace Kelly. De Hollywoodster die prinses werd, is haar afkomst nooit vergeten. De Bibliothèque Irlandaise Princesse Grace, die je gratis kan bezoeken, bezit haar boeken over Ierland. Er is een marmeren kistje uit Connemara en het Mariabeeld dat de Ierse president haar schonk in 1961.

Judith toont de naaimand van moeder Kelly. De kledingetiketjes van Grace en haar zussen zitten er nog in. ‘Ze zijn losgemaakt, weer vastgenaaid, weer losgemaakt’, zegt Judith. ‘Ze leefden zuinig en gaven kledingstukken door.’ De prinses verzamelde ook partituren van Ierse emigrantenliederen in Amerika. An Irishman’s Dream, lees ik op een hoes.

Een kast vol heimwee, Judith wordt er weemoedig van. ‘Ik ben hier dertig jaar, maar ik had de oude stad graag vijftig jaar geleden gekend.’ Dat was een hechte gemeenschap, weet Jean-Marc. ‘Prins Albert II rende hier na school door de straat naar de snoepwinkel. Niet om snoep te kopen, hij ging achter de toonbank staan om winkeltje te spelen.’

6 ❭ Haaien

Verzamelen sommige vorstenhuizen kunst, dan zijn de Grimaldi’s gefascineerd door wetenschap. In de diepzee zwemt zelfs een vis met hun naam rond, de Grimaldychtus profundissimus. Albert I ontdekte hem tijdens een van zijn expedities. De prins-zeebonk sliep liever op zijn boot dan in het paleis en bouwde het gigantische Musée Océanographique op de rand van de Rots. Je kan er haaien aaien. Duizenden vissen en andere zeeschepsels bewonderen in de aquariums.

Het reusachtige rariteitenkabinet bewonderen dat kunstenaar Mark Dion bouwde in de grote hal. IJsbeer, duikersklok, bathyscaaf, maquette van de Calypso, het drijvende laboratorium van Jacques-Yves Cousteau. Kapitein Cousteau is nog museumdirecteur geweest. De avonturen van prins Kuifje, maar wel met een wetenschappelijke missie en boodschap. Dat haaien niet onze vijanden zijn, bijvoorbeeld, en wereldwijd bescherming verdienen.

7 ❭ Cactussen

Aan de prinsen is niet te ontkomen, en ze halen graag straffe stoten uit op steile rotsen. Prins Louis II zocht het hogerop tegen de bergflank en liet de Jardin Exotique de Monaco aanleggen. Je verdeelt je aandacht hier tussen het uitzicht op de Rots en de collectie vetplanten en cactussen. Er is ook een druipsteengrot, waar de fijne, gladde stalactieten de tegenhangers vormen van de vlezige, stekelige kaarscactussen bovengronds.

Naast de tuin kan je op het terras van La Chaumière de Monegaskische keuken proeven. Barbaguians, pissaladière (een soort pizza met uien en ansjovis), petits farcis (gevulde courgettes, aubergines en paprika’s), een stoofpotje van stokvis… Zoek de zeven verschillen met de keuken van Nice. Of niet, en geniet gewoon van het uitzicht.

8 ❭ Parels

In de diepte, rechts van de rots, ligt Fontvieille, de woonwijk die gewonnen werd op de zee. Een dijk beschermt de jachthaven tegen de zware deining. Op het dijkhoofd kweken Brice Cachia en Fred Rouxeville oesters, venusschelpen en vissen.

‘Dit is Monaco niet’, zegt Brice. ‘Hier zit je op zee. Bij ruw weer slaan de golven tegen onze vensters.’

De vissen zwemmen rond in bassins in het gebouwtje. Ze staan drie maanden op een dieet van sardines. ‘Hoe beter ze in hun vel zitten, hoe lekkerder de smaak.’

De bedrijfsnaam Les Perles de Monaco verwijst naar de oesters. Ze worden hier geboren, groeien op in Bretagne en keren terug om in Monaco op smaak gebracht te worden.

Door de krachtige stroming is het water buitengewoon zuiver. Brice en Fred hebben genoeg aan een kookpot en een bakplaat om de beste vis of kreeft te serveren. Het terras lijkt geïmproviseerd. ‘

We aten hier eerst alleen met vrienden’, zegt Brice, terwijl hij twaalf oesters opdient. ‘Kijk, ze hebben een zwarte mantel en zijn niet te geel. Daaraan herken je een kerngezonde oester.’

Op de Rots aan de overkant knikt iemand instemmend in het Oceanografisch Museum.

9 ❭ De kroon

‘Ah, onze prentkaart’, lacht Agnès Roux. Ze bedoelt het verlichte casino waar het venster van haar atelier op uitgeeft. Agnès en haar vrienden hebben het kunstenaarscollectief Le Logoscope achttien jaar geleden gesticht. Dit jaar vieren ze de meerderjarigheid met originele creaties waarin muziek, beeld, theater, ballet, textiel en keramiek altijd verrassend samengaan.

Voor Lost Crown bakte Agnès beneden in haar keramiekoven een kroon. Mimoza Koike,danseres bij het Ballet van Monaco, gooide hem in de diepe baai. Vrijduiker Pierre Frolla probeerde hem op te halen zonder zuurstofflessen. Alles werd verfilmd, en de film is het kunstwerk. Aan inspiratie dus geen gebrek.

Voor een internationaal podium moet je niet in Monaco zijn, vindt Agnès.

‘Het prinsenthema is leuk’, zegt Agnès. ‘Je hebt de mythe en het echte verhaal. In Monaco focussen de media algauw op de vitrine, het geld, de blingbling. Als kunstenaar loop je niet in de kijker en geniet je heel veel vrijheid.’

Absolute vrijheid? Dat nu ook weer niet. De prins of de paus beledigen, dat doe je niet.

‘Het mooiste aan Monaco is de internationale sfeer’, zegt Agnès.  ‘Je kan contact leggen met mensen die in Parijs niet te benaderen zijn. Maar een internationaal podium moet je elders zoeken.’ Niet dat er iets schort aan de spotlights van Monaco, want daar zie je authentieke, hedendaagse Monegaskische kunst voor ze de wereld verovert.

10 ❭ Vlaggen

We weten intussen waar prins Albert II naartoe ging. Hij zit in Londen op de tribune voor de achtste finale van de Champions League. AS Monaco zou een club zonder supporters zijn. Er zijn inderdaad weinig Monegasken, maar supporteren doen ze met hart en ziel. We volgen de wedstrijd op het grote terras van de Brasserie de Monaco.

Lange tafels, artisanaal bier per halve liter of liter én voetbal: München is in het Italiaans Monaco, en hier werkt de vertaling ook omgekeerd. De fans springen gaten in de lucht (en als bij wonder niet in de luifels), want hun club geeft Arsenal een flinke tik. Auto’s rijden toeterend door de stad met wapperende vlaggen. En daarbij niet één Ferrari.

Monaco in cijfers

  • 2,02 km²
  • 36.950 inwoners
  • 144 nationaliteiten, waarbij 8.785 Fransen en slechts 7.634 Monegasken
  • 480 Belgische inwoners, de achtste bevolkingsgroep
  • 18.292 inwoners per km²: het dichtst bevolkte land ter wereld
  • 33,5 hectare terrein gewonnen op zee in Fontvieille, 27 hectare gepland in Le Portier
  • 0% staatsschuld, 2 jaarbudgetten in reserve
  • 19,6% BtW als enige belasting
  • 2% van het staatsinkomen uit het casino (dat ooit de opheffing van de belastingen mogelijk maakte)
  • 0 Monegasken die wel eens gokken in het casino: verboden toegang voor hen
  • 92% van het oorspronkelijke grondgebied verloren in 1848 (Menton en Roquebrune - Cap Martin)
  • 8.800 euro voor een kamer in het Fairmont tijdens de Grand Prix (vier nachten)
  • 1 paar Belgische handen tussen de voetafdrukken van voetballers op de Champions promenade: Jean-Marie Pfaff

Tekst Gert Corremans – Foto’s Michaël Dehaspe

Dit artikel is verschenen in mei 2015.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer