Citytrip: Rio de Janeiro
Met de openingswedstrijd van het WK 2014 kijkt iedereen naar Rio de Janeiro, de voetbalhoofdstad van de wereld. Pasar verkent de metropool van contrasten: strand en bergen, sport en vertier, rijk en arm.
- Uitstappen en vakanties
Terwijl het vliegtuig langzaam snelheid en hoogte verliest boven de baai van Rio, trekt mijn reisgenote opgewonden aan mijn mouw: ‘Kijk, het Christusbeeld!’ Als in een visioen zweeft het helverlichte beeld in de donkere nacht, een gigantische verkeersagent met gespreide armen, verheven boven de lichtjes van de grootstad. Even indrukwekkend als bij mijn eerste bezoek, tien jaren geleden.
Hoe is Rio veranderd, vraag ik me af. Klaar voor het wereldkampioenschap? Christus de Verlosser, het meest iconische beeld van Rio, is het hoogtepunt van elk bezoek. Niet zozeer voor een kiekje aan de voeten van het gigantische betonnen monument, maar vooral voor het weergaloze panorama vanaf de 713 meter hoge Corcovadorots.
Bestel je kaartjes online, zo vermijd je de wachtrij.
Vanaf het terras zie je hoe de stad geprangd ligt tussen de bergen en de baai, op een smalle strook langs de kronkelende kust. De steilste hellingen - beschermd bosgebied - kleuren nog groen.
Waar het enigszins kan klimmen krakkemikkige sloppenwijken de heuvels in. Aan de voeten van de Verlosser is het druk als altijd, maar anders dan tien jaren geleden kun je tegenwoordig kaartjes via internet reserveren. Het bespaart je een lange wachtrij.
Koloniale kunst
Op de terugweg houd ik halfweg halt in Santa Teresa, één van de mooiste en meest rustige wijken. Met zijn verweerde koloniale huizen op een berg die uitkijkt over de baai, lijkt het gewoel van druk downtown ver weg.
Tien jaren geleden had deze kunstenaarswijk nog een ruig kantje en wou ik hier na zonsondergang zo snel mogelijk weg, tegenwoordig logeren kunstzinnige B&B’s en kleinschalige luxehotels toeristen in dit dorp-in-de-stad.
Langs de hobbelige kasseistraten springen designwinkels en drankgelegenheden als paddenstoelen uit de grond. Volg de tramsporen naar Largo de Guimaraes en steek door naar het Parque da Ruinas, een vervallen villa met een mooi uitzicht over het historische centrum.
Vanaf het klooster van Santa Teresa daal ik af via de trappen van Selaron, honderd meter bonte tegels en mozaïeken. De Chileense kunstenaar Jorge Selaron, die van de versiering van de trappen zijn levenswerk maakte, werd vorig jaar dood gevonden op zijn kunstwerk. Maar zijn erfgoed leeft, zo bewijst de gezellige drukte beneden aan de Escadaria Selarón.
Hier, in de uitgaansbuurt in de schaduw van het viaduct van Lapa, lijkt het ’s nachts haast even druk als overdag. Het mooie volkje danst op salsa of tribal techno in gerestaureerde herenhuizen, gedecoreerd met grootmoeders antiek.
Maak je geen zorgen, de muzikanten spelen tot het ochtendgloren.
Voetbalacrobaten
De volgende middag huur ik een fiets op Arpoador, het dure grensgebied tussen de legendarische stranden van Copacabana en Ipanema.
Elke zondag wordt de kustweg - tijdens de week een drukke verkeersas - een autovrije boulevard waar de Cariocas (zo noemt men de bewoners van Rio) zich van hun beste kant laten zien.
Op trendy Ipanema of Copacabana, beroemd van de tijdloze liedjes, zet minuscuul textiel de toon. Zien en gezien worden, rijk of arm, blank of zwart, op het strand lijkt iedereen gelijk.
Fietsers, joggers, rolschaatsers en skaters trainen hun gespierde lichamen. Surfers zweven over schuimende golven, voetballers dribbelen langs de vloedlijn, capoeiradansers oefenen hun sprongen in het zand.
Garnalenverkopers, drankventers en wandelende bikiniwinkels slenteren tussen de zonnekloppers. Maar het zijn de voetbalacrobaten en clowneske travestieten die de show stelen.
Enkele huizenblokken verder ligt op een heuvel een favela. ‘Het contrast tussen rijk en arm weegt op Rio’, fluistert stadsgids Celina. ‘De geografie van de stad, die nauwe strook tussen gebergte en oceaan, maakt dat de krottenwijken op elk beschikbaar lapje grond in de heuvels liggen, midden in de stad.’
Toch twijfelt ze er als echte carioca niet aan: Rio blijft de mooiste. ‘Alles heb je midden in deze stad: de oceaan, de bergen, de stranden, een meer, botanische tuinen,
zelfs een uitgestrekt regenwoud: het bos van Tijuca rond het Christusstandbeeld. Vroeger ging ik er dikwijls naar de zonsopgang kijken.’ Maar in een favela is ze nog nooit geweest.
Ecotoerisme in het slop
Bij mijn eerste bezoek waagde geen vreemdeling zich in de favela’s. Tien jaren geleden werden de sloppenwijken nog geterroriseerd door drugbendes en criminele gangs.
The times have changed! Anno 2014, in de aanloop naar het WK, zijn alvast een dertigtal favela’s ‘gepacificeerd’.
Een bezoek aan een sloppenwijk pronkt nu in menig toeristisch circuit. Misplaatst voyeurisme of verantwoord ecotoerisme?
‘Kinderen die nu vijf zijn, hebben hier nooit een schot gehoord’, zegt Gilson Fumaça, geboren en getogen in favela Santa Marta.
Zelf herinnert de jonge gids zich andere tijden. ‘Veel onschuldigen stierven, iedereen had wapens en het gevaar loerde om de hoek.’
Nadat Rio het WK 2014 én de Olympische Spelen in 2016 binnenhaalde, keek de politiek eindelijk naar de sloppenwijken.
Een zaak van moeten, want rijke wijken grenzen aan sloppenwijken. Een straat oversteken en je reist van rijk naar arm.
‘Crack is het grootste probleem’, bevestigt Gilson. ‘Santa Marta is nu clean, maar het probleem verschoof naar de favela’s in de periferie.’
We nemen de nieuwe funiculaire, een treintje dat van de voet van Dona Marta naar het hoogste punt van de wijk voert. ‘Voor de bewoners is de nieuwe lift erg belangrijk’, bevestigt Gilson. ‘Santa Marta ligt vrij centraal in Rio, je bent snel overal. De meeste bewoners hebben wel werk, maar geen goed werk.’
Favelatoerisme schept kansen. ‘We zijn nu al met tien gidsen in Santa Marta. Het is een kwestie van tijd voor het eerste guesthouse opent. Enkele mooie huizen aan de voet van de wijk werden al gekocht door buitenlanders, zeker en vast als investering. De huizenprijzen, ook in de favela, stijgen snel. Iedereen ziet opportuniteiten: mijn buren hopen nog vóór het WK een kamer klaar te hebben om toeristen te logeren.’
Standbeeld voor Michael
De funiculaire is één van de vele nieuwe sociale projecten, net als het recyclagepunt, de school of de crèche. De verandering begon in 2008, met het installeren van een politiepost op het hoogste punt van de favela.
Kogelgaten in de muren van een nooit gebruikte kleuterschool herinneren aan het gewelddadige verleden. ‘Anders dan in de meeste steden, waar de rijke mensen op de mooist gelegen plekken in de heuvels wonen, leven in Rio de armste mensen in de bergen.’
Het panorama vanaf het bergstation oogt spectaculair. Aan mijn voeten de bonte bric-à-brac van illegaal gebouwd Santa Marta, een patchwork van plastic, verroeste golfplaten en gerecupereerd hout in felle kleuren.
Beneden pronkt de moderne hoogbouw van de metropool, geprangd tussen het gebergte en de magistrale kust, met links de iconische Suikerbroodberg en rechtsboven het Christusstandbeeld, de kroon op de berg. Het uitzicht waarvan sloppenwijk Santa Maria geniet, doet projectontwikkelaars watertanden.
Met spandoeken verzetten de bewoners zich tegen vastgoedspeculatie. ‘De regering bouwt beneden in de wijk nieuwe sociale woningen, maar die mensen wonen hier al decennia in een zelf gebouwd huis’.
Hoe troosteloos de geknutselde woningen met hun golfplaten daken er ook mogen uitzien, de bewoners willen er niet weg. Waar elders in Rio kun je je kippen laten scharrelen langs het basketbalveld?
‘Toen Michael Jackson hier in 1996 met zijn helikopter landde, verzekerden bendes zijn veiligheid’, vertelt Salete Martins, een collega van gidsenverbond Favela Scene. Het pleintje waar Spike Lee de videoclip voor They don’t care about us draaide, werd de toeristische hotspot van Santa Marta.
Een standbeeld en een gigantische mozaïek eren de King of Pop, die hier een bijna goddelijke status heeft. ‘In de favela een clip draaien, het was destijds allesbehalve evident’, stelt Gilson. ‘Een ster met het lef om zich in de favela te wagen, verdient respect.’ Een kraam op het plein verkoopt lokaal gemaakte T-shirts en souvenirs, bij de lokale kruidenier drinken toeristen frisdrank en op een televisiescherm danst Michael voor de miljoenste keer door Santa Marta.
Zoals het klokje thuis tikt
Hoe denkt mijn gids over de toekomst, het nakende WK? ‘Met de pacificatie zijn we een deel van Rio geworden, een woonwijk als een andere. Bijna. Velen vragen zich echter af of de politie ook na de grote evenementen in de favela zal blijven, of dat we na de Olympische Spelen van 2016 terug aan ons lot worden overgelaten.’
Naarmate we in de favela afzakken, worden de rioolluchtjes penetranter, de trappenstraatjes steiler. Kinderen rennen op en neer, moeders zeulen met boodschappen, uit een openstaand raam weerklinkt hiphop.
Voorbijgangers begroeten ons vriendelijk, de sfeer is allerminst bedreigend. ‘Je kunt de favela zonder probleem op eigen houtje bezoeken’, bevestigt Gilson.
Toch lijkt het aangewezen met een gids. ‘Wie een local betaalt, steunt de gemeenschap direct. Wil je mijn ouderlijk huis bezoeken?’
Ben ik nu niet té voyeuristisch? Gilson lacht mijn bezwaren weg: ‘Moeder zal het fijn vinden.’ Achter de ruwe buitenkant verrast de krappe, doch nette woning.
Tegen de felroze muren van spaanplaat tikken honderden wandklokken in alle maten en kleuren, die Gilsons jonge zusje voorzichtig afstoft. Het is een huiselijk beeld dat ik niet direct in een favela had verwacht.
‘Moeders verzameling’, lacht mijn gids verlegen. Op de foto willen de dames pas als ze eerst enkele minuten voor de spiegel krijgen. Ligt mijn haar wel goed? Het is ook in de sloppen een zaak van staatsbelang.
Maracanã, moeder aller voetbalstadions
Het Maracanã, gebouwd voor de Fifa World Cup 1950, geldt als één van de grootste voetbaltempels ter wereld. Officieel draagt de arena de naam Estádio Jornalista Mário Filho, naar de journalist die destijds een fervent pleitbezorger was van de bouw ervan. Tijdens de Fifa World Cup 1950 woonden bijna 200.000 toeschouwers de legendarische finale bij, een record voor een voetbalwedstrijd.
Rock in Rio kwam in 1991 als grootse muziekevenement met een betalend publiek ooit in het Guinness World Record Book terecht. Het trok 198.000 bezoekers. Ook de kostprijs van de verbouwing naar aanleiding van het WK 2014 brak records. ‘Voor die prijs hadden ze twee nieuwe stadions kunnen bouwen’, klaagt Gilson Fumaça.
Cariocas verlangen naar het WK, maar zijn niet tevreden met de geldverkwisting.
De cariocas kijken reikhalzend uit naar het WK, maar de geldverkwisting botst op ongenoegen. Naar aanleiding van de 2013 Fifa Confederations Cup in het vernieuwde Maracanã trok een gigantische protestmars door de straten van Rio. Het gerenoveerde stadion heeft alleen nog zitplaatsen.
Ook met de capaciteit herleid tot 78.000 toeschouwers blijft dit het grootste stadium in Brazilië en Zuid-Amerika. Het betonnen dak werd vervangen door een hightech versie van fiberglas, dat 95 procent van de zitplaatsen overdekt.
De nieuwe zitjes, in wit, geel of blauw, gecombineerd met de groene grasmat, kleuren de binnenkant van de voetbaltempel in de tinten van de Braziliaanse vlag, een onmiskenbaar thuisvoordeel.
Elke dag kun je het stadion achter de schermen bezoeken, een rondleiding van een uurtje. Sfeervoller gaat het er aan toe tijdens de wedstrijden van één van de stadsclubs: Botafogo, Flamengo, Fluminense of Vasco da Gama.
Tekst Jo Fransen - Foto’s Jo Fransen en Shutterstock
Dit artikel is verschenen in mei 2015.