IJsland on a budget
Magisch IJsland. Land van vuur en ijs, maar voor ons vooral land van water. Het stort neer uit de hemel en borrelt heet op uit de zwarte aarde. Een onherbergzaam land vol tegenstellingen, ruige natuur en onuitspreekbare namen. Een droombestemming voor avonturiers en natuurliefhebbers, dus waarom twijfelen? Het eiland kampt met de reputatie dat al dat moois enkel voor de happy - lees: rijke - few is weggelegd. Maar is dat ook zo? De hoofdattractie, de natuur, is alvast gratis!
- Uitstappen en vakanties
Snel even een trip naar IJsland boeken? Lukt vast als je een ruim budget hebt. Wil je echter zoveel mogelijk uit je reis halen zonder je blauw te betalen, dan begin je het best op tijd te plannen. Start met op zoek te gaan naar een goedkope vlucht en een goede huurauto. Beide zijn quasi een must voor een bezoek aan het eiland en ze nemen vaak een grote hap uit je budget. Ook flexibel zijn in je reisperiode maakt een groot verschil. De zomermaanden zijn dan wel het droogst, het krioelt dan van de toeristen en je bent voor alles wat je boekt gemakkelijk 30% meer kwijt. Kies als je kan voor juni of de eerste weken van september, daarbuiten zijn de meeste campings gesloten.
Vergelijk verhuurders
Ook op een huurauto valt er heel wat te besparen, in de hoofdstad Reykjavik stikt het namelijk van de verhuurkantoren die jou als klant willen binnenhalen. Check niet enkel de standaard verhuurbedrijven maar snuffel ook eens rond op de websites van lokale bedrijfjes. De goedkoopste tijdens onze reisperiode was rent.is, dat al busjes verhuurt vanaf 32 euro per dag inclusief slaapzakken en basic kampeermateriaal. Een schappelijke prijs waar je bij de grote verhuurbedrijven slechts een kleine stadsauto voor krijgt. Waterbestendige avonturiers opteren om enkel met een rugzak en een tentje het eiland rond te trekken. Je bent dan aangewezen op het openbaar vervoer of je registreert je op samferda.net, een carpoolplatform waar je een lift kan scoren. Zeker als je op de ringroad - de grote weg die met een grote lus het hele eiland rondgaat - blijft, is het niet moeilijk om hier je vervoer te regelen. Hou je liever zelf de touwtjes in handen, dan kan je hier anderen een rit aanbieden en zo de kosten delen.
Kamperen met kaart
De vraag naar een kamer of huisje is groot, het aanbod is klein. De kamers met de beste prijs-kwaliteitverhouding zijn dan ook razendsnel volgeboekt. Bovendien moet je al heel lang vooraf bepalen welke route je kiest en waar je wanneer zult overnachten. Kamperen is de schappelijkste optie, en zorgt voor het meeste vrijheid, zeker als je kiest voor de Campingcard. Reserveren is niet nodig, je vindt altijd wel een plekje en al zeker als je buiten het hoogseizoen reist. Ter plaatse betaal je enkel nog een toeristentaks en eventueel gebruik van extra faciliteiten zoals stroom. Zeker wanneer je voor een langere periode rondtrekt, is de kampeerkaart de ultieme vorm van besparing.
Roze spaarvarkentje
Onze eerste nacht slapen we op de Reykjavik Eco Campsite, niet meteen een sprookjesachtige plaats maar perfect voor een bezoekje aan de stad én om goed geoutilleerd aan onze tocht te beginnen. De camping is voor veel reizigers het eindpunt van hun tocht en naast de gemeenschappelijke keuken staan rekken met achterblijvertjes. Kruiden, confituur, oploskoffie, toiletpapier, afwasmiddel en een half gevulde gasbidon: check! Voor de rest van onze inkopen trekken we naar een Bonus-supermarkt, herkenbaar aan het roze spaarvarkentje. De supermarkten op het eiland zijn schaars en vaak veel duurder dus we slaan voldoende proviand in. De stad op zich heeft niet zoveel te bieden. We werpen een blik op het Harpa-concertgebouw en volgen de regenboogkleurtjes naar de Hallgrímskirkja, de grootste kerk van IJsland. De vele winkeltjes met souvenirs en de typische truien in merinowol laten we links liggen: te duur. Een uitstap die we niet aan ons voorbij willen laten gaan, ondanks de grote hap uit ons budget, is een boottocht om walvissen te spotten. We hebben geluk: er springt een dwergvinvis vrolijk rond de boot, geen Moby Dick, maar toch zo indrukwekkend dat we haast vergeten foto’s te maken. Met terug vaste grond onder onze voeten scheuren we van de honger, maar uit eten gaan in de stad is bijzonder prijzig. Gelukkig spotten we het kleine Icelandic Street Food. Op het menu: soep en stoofpot met gratis refills tot je barst voor een luttele 12,50 euro per persoon. Een koopje naar IJslandse normen.
Zeehondjes tussen ijsschotsen
‘Bevalt het weer je niet, wacht dan vijf minuten’, is een veelgehoord IJslands spreekwoord. Alhoewel het weer meestal grillig is, giet en waait het na ons vertrek uit de hoofdstad 36 uur non-stop. Onze plannen vallen letterlijk en figuurlijk in het water. Change of plans: geen jacht op watervallen, maar gewoon doorrijden naar de andere kant van het eiland. Daar aangekomen blijken onze gebeden verhoord. Aan het Jökulsárlon-gletsjermeer is het droog, al zorgt de dikke mist voor een spookachtig sfeertje. Tot het uit het niets opklaart en het meer zich in z’n volle glorie voor ons uitstrekt. Zeehondjes buitelen vrolijk tussen de blauwe ijsschotsen, dit is het bijzonderste wat ik ooit heb gezien. De ijsschotsen deinen richting zee en we laten ons als betoverd meevoeren, tot we plotseling op een uitgestrekt zwart strand staan, bezaaid met stukjes ijs in wonderlijke vormen: Diamond Beach. Dit is toch ook wel ontzagwekkend mooi. We rijgen de hoogtepunten aaneen: de Svínafellsjökull, een blauw geaderde gletsjertong van de gigantische Vatnajökull-gletsjer, het Nationaal Park Skaftafell, met zijn overweldigende natuur en de Svartifoss-waterval, met haar statige zwarte basaltzuilen. Ook de Fjadrargljufur-canyon, die me knikkende knieën bezorgt, is een pareltje. Mooi, mooier, mooist. Het regent veel en hard, maar dat doet geen afbreuk aan het mythische landschap, het hoort er gewoon bij. In het aardedonker komen we aan bij camping Kleifar, we zijn er helemaal alleen. ’s Morgens danst het zonlicht op een waterval - ja hoor, die ligt gewoon naast de camping - en ontbijten we met zicht op de glinsterende weides. Mijn superlatieven raken uitgeput.
Ruige F-roads
F-roads of fjallvegur, onverharde wegen die in de winter meestal onberijdbaar zijn en waartoe je enkel met een 4x4 toegang krijgt, zijn een begrip in IJsland. Waar de meeste toeristen enkel de hoogtepunten langs de ringroad afwerken - als in parkeren / instagramwaardige foto’s nemen / snel weer verder - dwingen de gravelwegen je tot vertragen. Niet alleen door de erbarmelijke staat van het wegdek, ook door de natuur die nog ruiger, uitbundiger en onaardser lijkt. De F-214 naar Þakgil (spreek uit: Thakgil) brengt ons zon, schapen, intens groene heuvels en adembenemende vergezichten. Geen wonder dat de eilanders geloven in trollen en elfen, ik zou durven zweren dat de met mos begroeide keien ons hier en daar bespieden. Het pad kronkelt vervaarlijk, het wegdek is hier en daar weggespoeld en eindigt bij wijze van verrassing in een groene oase: Camping Thakgil. Nu het weer het toelaat, is het heerlijk om onze tent op te zetten en buiten te koken. De nacht is stil, de ochtend nat en koud. Onze geplande hike is volgens de campinguitbater te gevaarlijk. Reisplannen blijken hier even wispelturig als het weer.
Druppels als diamanten
Alles is grijs en grauw, de basaltformatie op het zwarte strand van Reynisfjara lijkt wel een zwart-wit portret. Het water valt weer met bakken uit de hemel en niet alleen uit de vele fossen - ofwel watervallen. Bij de overweldigende Skógafoss-waterval die vanop 60 meter hoogte naar beneden dondert, maakt het niet uit dat het pijpenstelen regent, nat word je door de spray toch. De Gljúfurárfoss - wat een tongbreker - ligt verscholen in een grot. Je krijgt ze alleen te zien als je vakkundig van rots naar rots kan springen. Het langst blijven we hangen bij, of liever achter, de Seljalandsfoss. Via een glibberig pad loop ik achter het neerstortende watergordijn. De zon piept door de wolken en kleurt de duizenden neerdansende druppels, als fonkelende diamanten. Ook al ben ik tot op mijn botten verkleumd en nat, het is toch een moment met een gouden randje, onmogelijk om de magie in een foto te vangen.
Schat onder de regenboog
De F-208 naar de Brennisteinsalda-camping is niet voor doetjes. Een Ranger maant ons aan de weg absoluut niet te verlaten: de bandensporen zouden decennia later nog zichtbaar zijn in het ongerepte lavalandschap. Bij de rivieroversteek knijp ik stevig m’n billen tegen elkaar. ‘Ik geloof dat ons busje hier niet voor verzekerd is’, piep ik met een bang hartje. Pas wanneer we veilig uit het water zijn, merk ik de bijzondere omgeving op. Het dal is bedekt met lava en omringd door rhyolietbergen in geel, roodbruin, groen en grijsblauw. Het zonlicht doet ze oplichten, het lijkt wel een surreëel schilderij. Het is nog maar een voorproefje. Wandelschoenen aan en we zijn klaar voor een dagtocht vol tot de verbeelding sprekende vulkaanlandschappen. De kleuren zijn magnifiek, van zachtroze over muntgroen tot zwart glanzend obsidiaan. De hete zwavelbronnen sputteren en stinken dat het een lieve lust is. Op de top van de Brennisteinsalda stokt mijn adem bij het uitzicht, zelfs tijdens een stortbui is dit overweldigend. Als kers op de taart verschijnt er een volmaakte regenboog. Wat er onder ligt, is daadwerkelijk een schat.
Blue Lagoon
Schapen zijn alomtegenwoordig: zo’n 800.000 dieren zwerven vrij over het eiland, meer dan dubbel zoveel als mensen. Ze voorzien de inwoners van vlees, talg en onmisbare wol. Onverwachts komen we terecht in een gigantische kudde die bijeengedreven wordt. Het is half september en tijd voor réttir: een volksfeest waarbij overal op het eiland jong en oud op de been zijn om de schapen te verzamelen voor de winter. Met paarden en herdershonden worden de vele dieren naar de réttirs gebracht, cirkelvormige hokken om de schapen per herder te sorteren. Zonder haast verspert de colonne de hele ringweg, we besluiten te genieten van het spektakel en ondertussen in ons busje te lunchen. Een roodharig meisje trekt haar stoute schoenen aan en bedelt in haar beste Engels om een snoepje. Binnen de kortste keren krioelen er kleine handjes door de ramen en deel ik onze resterende koekjes en snoep uit. Voor hen is het plots dubbel feest.
Op een sukkeldrafje komen we uiteindelijk toch bij de Gouden Cirkel. Met de beroemde Geysir, die maar liefst 30 meter hoog spuit, de indrukwekkende Gullfoss-waterval die razend de diepte in duikt en de breuklijn van Thingvellir waar het eerste parlement van de wereld bijeenkwam, is deze 300 km lange rondrit voor velen het hoogtepunt van de reis. Ons kunnen de hotspots met busladingen toeristen minder bekoren. Een ding staat nog wél op onze bucketlist en dat is pruttelen in een natuurlijke hot(s)pot. De warme openluchtbaden zijn niet weg te denken uit de IJslandse cultuur en hoewel hartstikke duur laten we ons toch verleiden tot een duik in het water van de Blue Lagoon. Na een weekje IJslands klimaat is luxueus ronddobberen in het warme blauwe water zijn geld meer dan waard.
Icelandic Street Food
Laekjargata 8, Reykjavík
Het concept is simpel: je betaalt voor de grootte van de portie die je neemt. Tip: ga voor de kleinste kom voor 1.690 ISK (+/- € 11) want je krijgt na een beker overheerlijke vissoep gratis refills met lamssoep, vegan soep en visstoofpot. Voor de grootste portie in een uitgehold brood, betaal je 2.190 ISK (+/- € 14,50). Drinkwater is gratis.
Resto Systrakaffi
Klausturvegur, Kirkjubæjarklaustur - www.systrakaffi.is
Na de dagsoep à volonté voor 1.300 ISK (+/- € 8,50) zijn de pizza’s hier een budgetvriendelijke optie. Kies uit een 9 inch- of een 12 inch-pizza vanaf 1.450 ISK (€ 9,50).
Kamperen met een Campingcard is het voordeligst. Hier kampeer je zonder kaart:
Reykjavik Eco Campsite
Sundlaugavegur 32, Reykjavík - www.reykjavikcampsite.is
Ruime stadscamping met grote keuken en eetzaal. Hier scoor je achtergelaten kampeermateriaal en basisbenodigdheden om te koken. 2.400 ISK p.p.p.n. (+/- € 15)
Brennisteinsalda Camping
Landmannalaugar
Als je Landmannalaugar bezoekt is deze camping de enige optie. Het toiletgebouw is veelgebruikt en niet heel schoon, in een oude schoolbus is er een kleine winkel en kan je soep kopen. 2.000 ISK p.p.p.n. (+/- € 12,50)
Camping Thakgil
www.thakgil.is
In een prachtige vallei, bij het startpunt van talloze pittige wandelroutes. Schoon en modern sanitair. Je zelf gekookte potje opeten doe je in de verlichte grot met barbecue en kampvuur. 2.300 ISK p.p.p.n. (+/- € 15)
Elding Whale Watching
Ægisgarður, Reykjavík - elding.is
Elding biedt de goedkoopste optie om walvissen te spotten én als er geen walvissen te zien zijn, krijg je een ticket om opnieuw mee te varen. De tours vertrekken vanuit de haven in Reykjavík en je kan gratis warme pakken en dekens gebruiken. Neem zelf een muts, sjaal en handschoenen mee, want op de boot is het veel kouder dan aan land. Elding houdt tijdens het spotten altijd rekening met de dieren en blijft op een respectvolle afstand. De tocht duurt ongeveer 3 uur en kost per volwassene 11.990 ISK (+/- € 80).
Blue Lagoon
Norðurljósavegur 9, Grindavík - www.bluelagoon.com
De blauwe lagune is een van de grote toeristische attracties van het land. Een uitzonderlijke ervaring, baden in melkachtig water met een temperatuur van 36 tot 39 °C. Heb je geen zin om het entreegeld op te hoesten of een bad te nemen, dan kan je links naast de ingang over de lavavelden rijden, tussen de vele vertakkingen van de lagune door. Vooraf boeken is verplicht, een dagticket inclusief silicamasker, handdoek en drankje kost je € 39. Kinderen tot en met 13 jaar krijgen gratis toegang.
Kamperen in IJsland
Door het sterk toegenomen toerisme werd wildkamperen verboden, enkel in uitzonderlijke gevallen mag het nog (op trektocht met je tent, waar er geen bewoning of campings in de buurt zijn bijvoorbeeld). Er zijn echter voldoende campings verspreid over het hele land.
Enkele adressen:
- Kleifar-Mörk bij Kirkjubaejarklaustur: camping met een waterval die bij mooi weer het perfecte zwembad vormt. kleifar.123.is
- Camping Hella: reusachtig terrein met een schone, verwarmde keuken.
- Camping Stokkseyri: verwarmd sanitair en kleine overdekte keuken (geen mogelijkheid tot binnen eten).
- Camping Álfaskeið: basic camping zonder warm water of elektriciteit.
- Camping Sandgerði: op slechts 5 minuten van de luchthaven en 45 minuten van de stad is dit een alternatief voor de betalende Reykjavik Eco Campsite.
Voor 159 euro koop je een IJslandse Campingcard. Daarmee kan je tot 28 nachten kamperen op een veertigtal campings die je vindt op de website campingcard.is (max. 4 nachten opeenvolgend op dezelfde camping). De kaart is geldig voor 2 volwassenen en max. 4 kinderen (tot 16 jaar), tussen 1 mei en 15 september, voor 1 kampeermiddel naar keuze (tent, camper of caravan). Bij de kaart komt een gids waarin je alle adresjes per regio terugvindt, met hun voorzieningen en eventuele supplementen.