Op stap in de Waalse hoofdstad
Toen Christophe Deborsu premier Leterme vroeg de Brabançonne te zingen, zette die prompt de Marseillaise in. De journalist noemt het nog altijd de vier seconden die zijn leven veranderden. Maar wist je dat hij ook een schalkse reisgids publiceerde over zijn beminde Namen? Pasar liep er in zijn voetsporen.
- Uitstappen en vakanties
Meer dan twee jaar heeft Christophe aan dat boek over zijn geboortestad gewerkt. ‘Eigenlijk is het een levenswerk en een eerbetoon aan mijn stad’, vertelt hij ’s middags bij het aperitief. ‘Ik hou zielsveel van mijn stad, ook al heeft ze haar gebreken. Dat is elders ook zo. Omdat er niets over Namen bestond, heb ik het zelf maar gedaan. Meteen in het Nederlands omdat hier heel veel Nederlands wordt gesproken. Door Vlaamse studenten, toeristen én dit was in de middeleeuwen een Vlaamse stad. Jawel, kijk maar naar het oude wapenschild van de provincie: een Vlaamse leeuwenvlag met een rode balk erover. Een erfenis van de graven van Vlaanderen en Henegouwen. En de citadel is voor een flink deel door de Nederlanders gebouwd.’
Varken met een gouden staart
Als er één kunstwerk is dat je voor je dood moet hebben gezien, is het de Pornokratès van Félicien Rops, schrijft Deborsu. Als het van hem afhing, liet hij zich daarvoor een nacht lang opsluiten in het museum van de artistieke dwarsligger uit Namen. Wij gingen alvast zonder Christophe in het gezelschap van stadsgids Guy Protin.
‘Ja, het blijft een mysterieus schilderij’, weet Guy. ‘Een zo goed als naakte en geblinddoekte vrouw wordt door een varken met een gouden staart, symbool van de duivel, over een fries met afbeeldingen van de klassieke kunsten geleid. De erotiek spat van de prent. Rops liet geen gelegenheid onbenut om de katholieke goegemeente te provoceren. Dat was een gevolg van zijn schooltijd bij de jezuïeten.’ Toen hij het maakte, leefde hij in Parijs samen met twee hoedenmaaksters, Léontine en Aurélie Duluc. Een ménage à trois waar hij zich absoluut niet over schaamde. In het boek citeert Deborsu een biograaf: ‘Rops was getrouwd in Namen, maar single in de rest van Europa.’
Het doet geen afbreuk aan het belang van de kunstenaar. ‘Hij was tekenaar, etser, illustrator, schilder én een notoir briefschrijver’, vertelt Guy. ‘In het museum ontdek je Rops’ virtuositeit. In zijn karikaturen tekent hij bekende koppen uit de actualiteit en hekelt hij de zeden en de gierigheid van de bourgeoisie. Daarnaast portretteert hij het nachtleven in Parijs met zijn prostituees en kroegen. Vaak loert de dood om de hoek. De Absintdrinkster bijvoorbeeld ziet er uitgeleefd uit, getekend door een geslachtsziekte. Typisch is ook de symboliek in veel van zijn werk. Daarbij is de vrouw vaak een femme fatale en voertuig van de duivel. Zij verleidt mannen om hen in het verderf te storten.’ Sterk werk, maar Rops leek er een sardonisch genoegen in te scheppen.
Valse Rubens
Rops liep dus school bij de jezuïeten in de Rue du Collège om de hoek. Daar bouwden ze ook de Saint-Loupkerk. Met een kwinkslag illustreert Christophe in zijn boek dat de Vlamingen toen grotere sier maakten dan Walen. Ontwerper van de kerk was Pieter Huyssens, die tekende ook voor de Antwerpse Carolus-Borromeuskerk. De godstempel bij de Schelde kostte zoveel geld dat die aan de Maas het met veel minder moest stellen. Zo werd de toren een stuk kleiner dan gepland, bleef een deel van het plafond kaal en schilderde niet Rubens de grote stukken, maar broeder Jacques Nicolaï. Dichter Charles Baudelaire noemde die zonder gêne ‘de valse Rubens’.
Nog een leuke: de beelden van Franciscus Borgia en Franciscus Xaverius aan de voorgevel zijn niet van steen maar van hout. Vroeger stonden die binnen. Vandaag zijn de jezuïeten van de Saint-Loup aan de deur gezet.
Socializen op de groentemarkt
Op de middag hebben we afspraak met Deborsu himself op het terras van de Ratin Tot. Omdat de kroeg het oudste café van de stad is en omdat ze hun eigen bier brouwen. Wij bevelen de Ratin 16 aan, Christophe zou het niet weten want lust geen bier. ‘Baudelaire en Rops kwamen hier samen pintelieren’, weet hij. ‘En de Place du Marché aux Légumes is gewoon het levendigste plein van Namen. Klein, maar in de zomer één groot terras voor wel 450 man. Hier kom je vieren en socializen.’
Na dat aperitief lunchen we in de Brasserie François aan de Place Saint Aubain, in de schaduw van kathedraal en provinciebestuur. Overal hout en blinkend koper, het rinkelen van glazen en kopjes, personeel met schort en hagelwit hemd als in een echte Parijse bistro. Voor Christophe een belangrijke plek: ‘Zeker politiek gezien, want in verkiezingstijd wordt hier heel wat af gepalaverd. Op deze plek is in 2007 de coalitie tussen CDH, MR en Ecolo bezegeld. Die gaf de PS het nakijken en dat was ongezien in de hoofdstad van Wallonië.’
En dan loopt hij nog even mee voor een paar foto’s aan de oever van de Samber, met zicht op de citadel: ‘De enige echte, want die van Dinant is een fort. Hier konden ze tenminste een stevige belegering het hoofd bieden.’ Waarna hij ons de 332 treden over de Route Merveilleuse en langs de schildpad van Jan Fabre opstuurt. Searching for Utopia heet dat werk. Op de rug van de schildpad kijkt de kunstenaar uit over de stad. Het kwam er naar aanleiding van Facing Time, een tentoonstelling met werk van Rops en Fabre in 2015. De stad wilde de schildpad aankopen en haalde een stukje publiek geld op. Ontroerend hoe ook een jongen van zeven zijn spaarpot omkeerde om zijn steentje bij te dragen.
Weg soldaten, hallo toeristen
In het nieuwe bezoekerscentrum Terra Nova maak je kennis met de geschiedenis van de stad. Oorlogen en belegeringen maken er de dienst uit, tot koning Leopold II een deel van de citadel demilitariseert in 1891. Zo maakt hij er een toeristische attractie van. Er komen een landschapspark, een openluchttheater, later zelfs een tram en een kabelbaan. In afwachting van de geplande nieuwe téléphérique staat een oude gondel prominent tentoongesteld.
Waarna we met gids Eric Beaujean de kelders en de kazematten van de citadel induiken. ‘Er zijn zeven kilometer gaanderijen, daar is alles samen zevenduizend dagen aan gewerkt’, vertelt Jean. ‘De temperatuur bedraagt winter en zomer 12 à 14 graden. Gezellig is dat niet. Stookten de soldaten een vuurtje, dan zorgden de rookwalmen al helemaal voor een sombere sfeer. Ook in de kazematten hingen pakken kruiddamp als er geschoten werd. En het galmde zo luid dat je zo goed als doof bleef voor waarschuwingen of bevelen. Maar ze hadden één groot voordeel: met driehonderd soldaten kon je duizend belagers tegenhouden.’
Wijnwijs in de bottelarij
Is het best fris in de catacomben van de citadel, de constante temperatuur is ideaal om er een voorraad wijn te bewaren. Dus heeft bottelaar Grafé Lecocq er een eindeloze voorraad eiken vaten gestockeerd. ‘Het equivalent van 700.000 flessen’, vertelt monsieur Bonaventure. Een keer per maand organiseert hij hier een proeverij. ‘We kopen elk jaar grote ladingen Franse wijnen op. Niet om het even wat. Onze proevers gaan ter plaatse om de wijn, die nog volop fermenteert, uit te proberen. Daar heb je veel ervaring voor nodig, want de drank is nog troebel en de smaak slaat nergens op. Eenmaal hier gaat die wijn in eiken vaten. Regelmatig proeven we hoe de smaak evolueert. Het komt er dan op aan op het juiste moment te beslissen om de flessen te vullen. Soms hebben jonge wijnen al een mooi smaakpatroon, soms blijven wijnen jaren rijpen voor ze op fles kunnen.’
‘De beste vaten zijn van Frans eikenhout’, leert Bonaventure. ‘De Romeinen schakelden al over van amfora’s op eiken vaten. Die waren minder breekbaar bij het transport, maar het was Louis Pasteur die ontdekte hoe het hout en de zuurstofuitwisseling de smaak van de wijn beïnvloedt.’
Waarom dit vochtige en kille magazijn in een grote halve maan is gebouwd? ‘Dat hebben we aan Leopold II te danken. Hier maakte zijn toeristentram een grote bocht door de citadel.’
Al tweeduizend jaar traag
Het seizoen loopt op zijn eind. We kunnen nog net mee met de Pousse-Pousse voor een ritje door de binnenstad. Anne-Sophie vertrekt vanop de Place des Anges met haar elektrische fietstaxi, kiest voor verkeersvrije straten en vertelt over de gebouwen en bezienswaardigheden van de stad. In het Nederlands, soms met een spiekbriefje erbij.
Op de Place d’Armes houdt ze nog het langst halt om te vertellen over Djoseph en Françwès, twee in brons gegoten volkse figuren die bij een paar slakken en een kooi staan te discussiëren. ‘De escargot is het symbool van Namen’, vertelt Anne-Sophie, ‘want we hebben het imago traag te zijn. We reageren traag, we spreken traag, in Namen doe je alles op je gemak. Er zit al een slak in de kooi en de kleine Françwès probeert de grote Djoseph ertoe te bewegen om ook de andere slak in de kooi te leiden. Die maakt geen aanstalten om aan de slag te gaan.’ Dat ze er koddig uitzien hebben ze aan cartoonist Jean Legrand te danken. Hij creëerde ze voor de krant Vers L’Avenir, waar ze vijftig jaar lang avonturen beleefden.
In zijn boek maakt Christophe Deborsu zich best vrolijk over het slome tempo van zijn stadsgenoten. Het zit er volgens hem al meer dan tweeduizend jaar in. Toen Julius Caesar de Galliërs een beetje kwam jennen vertrokken de Aduatieken vanuit Namen om de Nerviërs te helpen. Helaas, ze kwamen toen al te laat. En in Namen gaat geen volksfeest voorbij zonder slakkenrace. De escargot die het laatst over de meet schuift wint.
Overigens, de Petits-Gris zijn een specialiteit uit de streek. Kleine slakken die we aan dek van La Cuisine du Belrive in een romig kruidige saus, bijna een soepje, proefden. We waren niet echt onder de indruk en het verbaast ons niet dat je de slakjes op maar weinig menukaarten vindt.
En toch dynamiek
Dat het in Namen tot op vandaag niet vooruitgaat merk je aan tal van projecten die het de bezoeker aangenaam moeten maken. Vlot verkeer rond de stadskern, de nieuwe kabelbaan naar de citadel, de heropening van het bisschoppelijk museum en de musea voor sierkunsten en archeologie. Allemaal voor binnenkort.
Christophe draait er niet omheen in zijn boek. Toch ziet hij ook veel dynamiek in de stad. Vooral de middenstanders steken de handen uit de mouwen. Dat merken we als we met Anne-Sophie langs de nostalgische koffiebranderij van Delahaut en de gezellige tearoom van het Maison des Desserts fietsen. Aan alles merk je dat ze hun wortels hebben in de stad, maar de traditie en kennis creatief inzetten om bij de tijd te blijven.
Als we nog een laatste keer te voet door het centrum trekken, ontdekken we - het boek van Christophe in de hand - nog meer van die adressen. Boekhandel Papyrus in de Rue Bas de la Place organiseert literaire activiteiten en heeft een gedreven lezersteam achter de hand. Bij elk boek maken ze een handgeschreven steekkaart met een korte beoordeling van verhaal en auteur. Cinema Caméo in de Rue des Carmes huist in een fraai art-decogebouw en heeft natuurlijk een eigentijdse bar met een heel eigen cultureel programma. En deze is helemaal het einde: de hippe mode van Scotch & Soda ligt in de rekken van de vroegere Sint-Jacobskerk in de Rue Saint-Jacques. De kerk mocht winkel worden, maar de waardevolle stukken blijven contractueel bewaard. Je kiest er jurken naast een beeld van de madonna in brokaat, keurt leren riemen onder een Sint-Jacob met pelgrimsstaf en -schelp, terwijl je naast de biechtstoel past of alles lekker zit. Tussendoor turen we vanop een bank in de Venelle des Capucins naar het Fresque des Wallons op de blinde muur van het moderne stadhuis. Het fresco telt 250 afbeeldingen van bekende Walen. Van Georges Simenon tot de Marsupilami, van Adamo tot Pater Pire, allemaal tekenen ze present. En de Pornokratès van Félicien Rops natuurlijk. Maar die waren we al bij het begin van deze citytrip tegen het lijf gelopen. De échte.
1. Brasserie François
Place Saint-Aubain 3 - www.brasseriefrancois.be
Typisch Parijse gezellige brasseriesfeer. Uitgebreide kaart. Voor elk wat wils.
2. La Cuisine du Belrive
Quai des Chasseurs ardennais - www.lacuisinedubelrive.be
Eten op een binnenschip met zicht op de citadel. Bij mooi weer ook aan dek. Belgische, Italiaanse en Aziatische gerechten.
3. Le Ratin Tot
Place du Marché aux Légumes 1
Oudste café van de stad (1616), type bruine kroeg. Proef er een Ratin 16 (7,5°) van eigen makelij.
The Royal Snail
Avenue de la Plante 23 - theroyalsnail.com
Zeer verzorgd designhotel langs de Maasoever, op wandelafstand van het centrum. Vanaf € 118 voor twee personen. Heerlijk ontbijt niet inbegrepen. Restaurant Agathopède op hetzelfde adres. Culinaire maar prijzige verwennerij.
Campings in de buurt
- Camping Trieux in Malonne (3 km). Barbecue toegestaan. Eigen kruidenier. Van 01.04 tot 31.10. www.campinglestrieux.be
- Camping Le P’tit Cortil in Floreffe (12 km). Kleine restauratie. Speeltuintje. Van Pasen tot 31.10. www.campingleptitcortil.be
- Camping-caravaning Le Douaire in Profondeville (12 km). 75 ruime staanplaatsen in een groene omgeving. Van 01.04 tot 15.10. www.campingledouaire.be
- Camping La Cascade de Jausse in Faux-les-Tombes (15 km). Groot kampeerterrein met verhuur van bivaktenten en pods (soort trekkershutten). Van 01.04 tot 30.09. www.camping-la-cascade-de-jausse.be
Voor campers
- Rue des Souchets in Namen. 8 gratis plaatsen, het hele jaar. Water en elektriciteit betalend (met bankkaart). Geen onthaal.
- Ook op de grote parking boven op de citadel mag je met de motorhome overnachten. Er zijn geen voorzieningen.
- Download een kaart met de beste camperplaatsen van Wallonië op walloniebelgietoerisme.be/motorhomes
1. Citadel & Bezoekerscentrum Terra Nova
Route Merveilleuse 1 - www.citadelle.namur.be
Vrij toegankelijk citadelpark. Bezoekerscentrum Terra Nova voert je met een audiovisuele toer door de geschiedenis van de stad. Een geleid bezoek in de citadel en een ritje met de toeristentrein kunnen ook.
2. Fietsen Provélo
Place de la Station 1 - www.provelo.org
Verhuur van alle soorten fietsen en hersteldienst naast het station. Tip: fiets over de RAVeL-lijn 142 naar Hoegaarden (40 km) of langs de Maas naar Dinant (28 km).
3. Grafé-Lecocq
Place Saint Aubain 15 - www.grafe.be
Invoerder die Franse wijnen zelf laat rijpen en bottelt. Maandelijkse rondleiding met proeverij in de catacomben van de citadel.
4. Musée Rops
Rue Fumal 12 - www.museerops.be
Uitmuntende collectie die je alle facetten van de persoonlijkheid van kunstenaar Félicien Rops toont. Een must als je Namen bezoekt.
5. Pousse-Pousse
Place des Anges en Place de la Station - namurinc.be/visite/nl/
Laat je van april tot half september door Namen en omgeving rondrijden in een fietsriksja. Met verhalen en commentaar. Reserveren aanbevolen.
6. Scotch & Soda
Rue Saint Jacques 28 - Stores.scotch-soda.com
Kledingzaak in de voormalige Sint-Jacobskerk. Snuister er rond tussen de biechtstoelen, de Maagd Maria en Sint-Jacob van Compostela.