Wallonië: Plaines de l'Escaut
Mistige moerassen, dichte bossen en 31 iguanodonten of reuzehagedissen. Er hangt opwinding in de lucht in het Parc naturel des Plaines de l'Escaut. Een verrassend stukje België, diep verscholen in Picardisch Wallonië, waar je miljoenen jaren terug in de tijd kan gaan.
- Uitstappen en vakanties
Het schemert als we het smalle wegje naar onze gîte in Harchies inrijden. Met de laatste huizen van het onooglijke dorpje achter ons en de mist die zich uit de moerassen omhoog werkt, krijgt het landschap een spookachtig mooie glans.
Een eenzaam lichtje kondigt het laatste huis van de Rue de Sartis aan: een fraaie boerderij in natuursteen die zowat op het einde van de beschaving ligt, maar met een gerieflijk appartement dat dit weekend onze uitvalsbasis wordt om dit stukje Wallonië te verkennen. Picardisch Wallonië, om preciezer te zijn.
En hier, ruwweg tussen Doornik en Bergen, strekt het Parc naturel Plaines de l'Escaut zich netjes langs de Franse grens uit. Een veertig kilometer lang natuurpark. Geen strikt natuurgebied, maar er gelden wel strengere normen voor de landbouw en natuurbescherming primeert.
Mysterieus moeras
Pas de volgende ochtend zie ik hoe mooi de regio echt is. De boer heeft enkele fietsen klaargezet en tijdens het vroege ritje naar de bakker speelt de zon al vrolijk door de bomen. Zo ver ik kan kijken, zie ik natuur en velden, knotwilgen en vogelkijkhutten.
We logeren aan de rand van het Marais d'Harchies, een mysterieus moerasgebied dat ontstaan is toen enkele oude mijnschachten in de ondergrond het begaven. Een vogelparadijs ook, waar enkele honderden soorten watervogels een thuis vinden. Voor de kenners: je vindt er onder meer de roerdomp, blauwborst, stormmeeuw, ijsvogel, reiger en veel meer vogelsoorten.
Je ziet al snel de Waalse flair in Harchies, er wordt gelachen bij de kleine dorpsbakker.
Ik fiets het dorp in en de onvervalste Waalse flair valt meteen op. Niet alleen door de wat verfomfaaide huizen, bij de kleine dorpsbakker gaat het er bijzonder hartelijk aan toe. Mannen kussen elkaar goedendag, er wordt gelachen en gretig geknipoogd.
Maar als dit al een stapje terug in de tijd lijkt, dan staat er ons nog een veel grotere stap te wachten. Want na het ontbijt heb ik Artuur (10), Nasse (8) en Thor (3) spektakel beloofd. En spektakel, dat betekent dinosaurussen voor de drie broers.
31 iguanodonten
In een mijnschacht van buurdorp Bernissart stootte mijnwerker Jules Creteur in 1878 op een hoopje fossiele beenderen. Het Natuurhistorisch Museum van Brussel werd erbij gehaald en onderzoekers gingen aan het graven. De vondst was spectaculair: skeletten van 31 iguanodonten en fossiele resten van drieduizend vissen, krokodillen, schildpadden, varens en insecten.
Eén fossiel skelet van een iguanodon is te bewonderen in het gemeentelijke museum van Bernissart. Dat moeten we zien! De knooppunten van het fietsnetwerk Wallonie Picarde tonen ons de weg en na een halfuurtje trappen staan we aan het kleine museum.
‘Onze iguanodon is 130 miljoen jaar oud’, vertelt de vriendelijke dame aan het onthaal. ‘En ja, het is een echte. De andere skeletten kan je zien in Brussel, maar we hebben er eentje in bruikleen gekregen van de Belgische Staat. Ze zijn tenslotte hier gevonden.’
Hoewel het museum klein is, bevat het een indrukwekkende collectie met zelfs een gigantisch skelet van een iguanodon.
Het Musée de l'Iguanodon is klein maar toch bijzonder charmant en kindvriendelijk. Eerst moeten we door een nagebouwde mijnschacht, dan komen we in een speelruimte. Meer hebben de jongens niet nodig dan kleurrijk dinospeelgoed, verkleedkleren, een zandbakje en ravotkussens. Maar als ze de volgende zaal ontdekken, worden ze stil.
Het zwarte skelet van de iguanodon staat vijf meter hoog en tien meter lang indrukwekkend te zijn in het midden van een grote ruimte. ‘Wow, gevaarlijk’, fluistert Nasse. Maar dat is het dier niet. ‘Het was een planteneter, een brave lobbes’, weet de uitbaatster van het museum te vertellen. ‘Wow’ en ‘Kom kijken’ zullen nog enkele keren klinken, want het kleine museum stelt nog een indrukwekkende collectie tanden en klauwen, fossielen en mineralen en – dubbel wow! – een prehistorische krokodil tentoon.
Eeuwenoude stenen en huizenhoge toppen
Picknicktijd, en even verderop ligt een perfecte plek. Een park zonder bomen of struiken maar wel met oude stenen. Ontzettend oude stenen met naambordjes erbij. De jongste rotsblokken die hier uitgestald staan, zijn 40 tot 65 miljoen jaar oud. Uit de tijd dat de dino's uitstierven dus.
De oudste steen is 500 tot 550 miljoen jaar oud. ‘Toen bevond België zich dicht bij de Zuidpool’, lezen we. ‘Maar het klimaat was warm en onze streek werd door de zee bedekt.’ Kwartsiet en leisteen werden in deze periode gevormd. Het zal de jongens worst wezen, zij vinden het leerrijke park vooral een tof klauterparcours.
In het interactieve bosmuseum leer je spelenderwijs bij.
Na onze baguette nemen we opnieuw de fiets voor een tocht van knooppunt naar knooppunt, letterlijk op de grens van Frankrijk en België. Een uurtje fietsen langs het Lac de Bernissart en door het dichte Bois de Bon-Secours brengt ons naar het Maison du Parc naturel des Plaines de l'Escaut.
Een interactief bosmuseum dat de kinderen leert welke dieren, bomen en planten er in het bos te vinden zijn. ‘Kabouterhuisjes’, roept Thor enthousiast aan de wel twee meter hoge paddenstoelen. De audiogids vraagt of we kunnen raden hoe oud de tonderzwam is. ‘Negen jaar’, weet Artuur. ‘Dat zie je aan het aantal lagen dat hij telt.’
Na de educatie de animatie, want buiten wachten een speels zintuigenparcours en een zestien meter hoge boomtoppenwandeling. Een metalen constructie leidt ons naar boven, tussen de bladeren van de boomkruinen.
‘Drie seconden hoog’, zegt Nasse, die een steentje laat vallen. Infobordjes vertellen over de eekhoorns, vlinders, vleermuizen, vogels en andere dieren die op deze hoogte in het bos wonen.
Een mals stukje vlees
De knooppunten brengen ons opnieuw door het bos en langs kaarsrechte kanalen naar ons spookachtig wegje en de gîte. Of de boerin een eetadresje weet waar onze uitgelaten jongens stevig kunnen eten? Au Boeuf qui Rit in Ville Pommeroeul is een perfecte keuze na een dagje in de gezonde buitenlucht.
Tenminste, als je een vleeseter bent. Na een hartelijke ontvangst heb je de keuze uit dikke en sappige Scotch-, Irish Angus- of Argentina Angus-steaks die op een open vuur in het midden van het restaurant worden gebakken. Het smaakt, maar de voedselkilometers wil ik liever niet tellen.
De smaken van Picardisch Wallonië
Een souvenir voor jezelf uit Picardisch Wallonië en het natuurpark Plaines de l'Escaut? Kies voor een lekker streekproduct. De kaas van Jacques en Pierre Dubois uit Bernissart. Of de worst van slager Bernard Jacquet, ook uit Bernissart. En daar hoort een biertje bij, zoals de Diôle van Brasserie des Carrières uit Basècles. Deze kleine, ambachtelijke brouwerij maakt bier met gerst en hop uit eigen streek. Of wat dacht je van Paix-Dieu, een biertje van Brasserie Caulier dat alleen bij volle maan wordt gebrouwen.
Tekst Bart Claes – Foto’s Siska Vandecasteele
Dit artikel is verschenen in september 2016.
- Au Boeuf qui Rit: warm vleesrestaurant waar de steaks op een open vuur worden gebakken.
Route de Mons 2, Ville Pommeroeul. www.nosrestos.be/ville-pommeroeul
- Les gîtes des Sartis: twee gerieflijke, eerder sober ingerichte appartementen (5 of 8 personen) in een mooie boerderij, aan de rand van het mysterieuze moeras d’Harchies.
Rue des Sartis 1, Harchies. www.lesgitesdessartis.be
- Musée de l’Iguanodon: oog in oog met een 130 miljoen jaar oud skelet van een iguanodon.
Ruelle des Médecins 13, Bernissart. www.bernissart.be/musee - Jardin Géologique: wandel door miljoenen jaren geologische geschiedenis en kom alles te weten over de evolutie van de streek. Vlak bij het Musée de l’Iguanodon.
Rue Lotard z/n, Bernissart. - Maison du Parc naturel des Plaines de l’Escaut: een interactief bosmuseum met een 16 meter hoge boomtoppenwandeling als blikvanger.
Rue des Sapins 31, Bon-Secours. www.plainesdelescaut.be