Vijf geboden van kamperen in bivakzones

Jammer, want in Nederland zijn soortgelijke kampeerplekken net daarom gesloten. Daarom vijf geboden voor paalkampeerders, kwestie van het bij ons niet zo ver te laten komen:

1/ Kom op eigen kracht

Bivakzones willen mensen op doortocht een plek bieden waar ze voor een nacht (of twee) hun tent kunnen optrekken. Het is dus de bedoeling dat je er op eigen kracht arriveert: met de fiets, te voet, desnoods al skeelerend of op een step.

Geen inspiratie? Probeer eens een bivaktocht, een wandeling van meerdere dagen waarbij je altijd op een bivakzone kan kamperen.

Passen niet in dat concept: de auto op de dichtstbijzijnde parking achterlaten en vervolgens kampeerstoeltjes en bakken bier aansleuren. Daar is niets mis mee, maar je kan dan beter terecht op een betalende camping.

2/ Laat geen afval achter

De boswachters van het Agentschap van Natuur en Bos, dat de bivakzones uitbaat, treffen geregeld een bescheiden stort aan op de bivakzones. Nochtans is het simpel: laat de zone achter zoals je ‘m vindt. Al hetgeen je er naartoe neemt, kan je ook weer mee naar huis nemen.

3/ Wees stil

Uit respect voor de natuur. En voor de medekampeerders, vaak mensen die een deugdelijke nachtrust wel kunnen gebruiken na een dag in het zadel/marcherend. Trouwens: waarom zou je de nieuwste van André Hazes door je speakers laten knallen als je ook kan luisteren naar het getjilp van een nachtzwaluw?

4/ Verbroeder, maar maak er geen festivalterrein van

Een van de leukste aspecten aan een bivakzone: bij een knisperend kampvuur een pilsje kraken met medekampeerders. Dat betekent niet dat u er tot een kot van de nacht Pukkelpop moet imiteren. De meeste bivakzones hebben trouwens een limiet van drie tenten en hoogstens tien personen.

5/ Geniet

Leer meer over de bivakzones.