De wildernis in
Een wildernisgevoel in Vlaanderen? Het kan. Langs de Grote Nete worden snippers groen met elkaar verbonden tot een stevige brok natuur. Pasar wandelde twee dagen met de tent op de rug door het Grote Netewoud.
- Wandelen
Wandeldag 1: Dwalen door het Bels Broek en de Belse Heide
Met de rugzak en de tent gepakt ben ik klaar voor twee dagen stappen in het Grote Netewoud. Het eerste stukje natuur, het Bels Broek, roept nog niet echt een wildernisgevoel op. Langs de Nete staan nog heel wat vakantiehuisjes en visvijvers, en het is druk op een zondag. Dat verandert wanneer het droger wordt, en het Bels Broek plaats maakt voor de Belse Heide. Hier heerst het zand, opgehoopt in stuifduinen die door sparren en eiken op hun plaats gehouden worden. Het gebied is doorsneden met kleine paadjes, een uitnodiging om als wandelaar je route te vergeten en op je gevoel door het open landschap te dwalen tussen de bloeiende paarse heide.
Na een korte picknick aan de oever van het kanaal Dessel-Kwaadmechelen is de rugzak meteen wat lichter. De route loopt even door een woonwijk, maar algauw gaat het pad de bossen in. Die houden het midden tussen typisch Kempische eikenbossen, en even typische, maar iets minder authentieke sparrenaanplantingen. Hier begint het Griesbroek, naar mijn bescheiden mening het mooiste stukje van het Grote Netewoud.
Westerndorp in het Griesbroek
Na een korte wandeling wordt het natter onder mijn voeten. Langs de weg duiken de eerste vijvers op, en de restanten van een heus westerndorp. Dit is de plek waar vroeger Centennial City stond, een stukje Far West in de Kempen, inclusief een saloon, een kerkje, een barbier en een sheriffswoning. Hier kwamen westernfans van overal in Vlaanderen bijeen om hun favoriete stukje geschiedenis te herbeleven. Maar het dorpje bleek ook een knoert van een bouwovertreding, en moest in 2008 wijken. Vandaag staat er enkel nog het vervallen skelet van de Red Creek Saloon.
De eiken en sparren ruimen plaats voor bomen die er niet om malen om met hun wortels in het water te staan. Dit zijn de befaamde broekbossen die het Grote Netewoud zo uniek maken. Hun wortels zuigen zich stevig vast in de modder, en het regenweer van de voorbije dagen heeft het waterpeil zodanig doen stijgen dat het lijkt alsof ze uit een vijver opschieten. Hun kruinen overkappen de Nete, en de zon speelt door de bladeren. Een enkele specht hakt driftig in op een dode stam, maar vliegt op als ik aangewandeld kom.
Iets verderop plooit het landschap weer wat meer open. Hier wordt gewerkt, zij het niet vandaag. Enkele visvijvers worden omgevormd tot een ondiep moerassig stuk. De nieuwe natuur is nog niet klaar, de graafmachines staan er nog. Toch is de plek al in gebruik. Vanaf het knuppelpaadje spot ik zeker twee blauwe reigers en een handvol grote witte vogels op stelten. Het ietwat tegenstrijdige gegeven dat de natuur opnieuw terrein wint met de hulp van de mens zal hen worst wezen.
Kamperen tussen de bomen
Natuurpunt werkt aan een plek waar trekkers midden in het Grote Netewoud kunnen kamperen. Dat kan vandaag nog niet, maar Camping Keiheuvel is een waardig alternatief. Voor wie van kamperen houdt is er de natuurcamping, een stukje grasland waar je je tent kan opzetten tussen de bomen.
De man aan de balie kijkt verwonderd op als er ik om een staanplaats voor de tent kom vragen. De zomer loopt immers al op zijn laatste benen, en het weer was weinig veelbelovend de laatste dagen. Andere kampeerders zijn er niet, dus heb ik het zachtste gras van de weide voor mij alleen en kijkt er niemand op mijn vingers als ik probeer uit te vissen hoe mijn nieuwe tent in elkaar zit.
Recreatiedomein Keiheuvel heeft een cafetaria en verschillende picknickplekken, maar ik heb zin om gewoon in het gras voor de tent te eten. Er zit nog genoeg lekkers in mijn rugzak. Het is nog vroeg, maar de eerste dag zit in de benen, en ik wil morgen vroeg vertrekken. Midden in de nacht word ik wakker. Een fikse regenbui roffelt op het tentzeil. Dat belooft weinig goeds voor morgen. Even checken of alles droog staat, en dan draai ik me weer om.
's Morgens in alle vroegte vallen de laatste druppels uit de lucht, maar wat later komt de zon er toch door. Een goed begin! Ik heb een klein vuurtje bij me, een Fins systeem dat werkt met spiritus. Het is wat klein voor mijn percolator, maar voor een deftige kop koffie wil ik wel wat offers brengen. Een stuk brood met kaas erbij, en ik ben klaar voor deel twee van het Grote Netewoud.
Wandeldag 2: De mensheid vergeten op de Keiheuvel
Om terug in de natuur te komen moet ik eerst langs enkele oninteressante sportvelden van het recreatiedomein. Maar daarna begint het bos, met in het midden een weidse zandvlakte, onderbroken door vijvers en plukjes paarse struikheide. Een stevig windje doet het zand opstuiven. Hier kan je wandelen in welke richting je maar wil, de duinen op en af. Ik hou het bij de geplande route, er liggen nog behoorlijk wat kilometers voor me.
Op een doordeweekse dag in september kom je hier maar weinig wandelaars tegen. De enige andere mensen die ik bespeur, is een klasje fotografen die op de Keiheuvel komen oefenen. Verbazend hoe snel je de rest van de mensheid vergeet, zeker als het bos weer wat dichter en wilder wordt. Hier en daar werden de sparren gekapt om opnieuw plaats te maken voor heide, een herinnering dat er nog volop gewerkt wordt aan het Grote Netewoud.
Eiland in het Scheps
Het volgende natuurgebied, Scheps, is een stuk vochtiger, en een plotse regenbui helpt niet. Ik zoek snel een schuilplaats onder de bomen, maar dat helpt maar even. Er zit niets anders op dan regenkledij en paraplu boven te halen en dapper verder te stappen. In het midden van een van de vijvers is een picknickplek op een eilandje aangelegd, enkel te bereiken via een brug. Bij droog weer een ideale plek om even te pauzeren en een gegarandeerde hit voor wie hier met kinderen komt wandelen. Net als de kijkwand trouwens, waarachter je stiekem watervogels kan begluren, al lijkt het alsof ook zij nu even zijn gaan schuilen voor de regen. Net als de bewoonde wereld weer in zicht komt, klaart het op. Het zit erop met het Grote Netewoud. Een echt oerwoud is het nog niet, maar de wandeling laat je wel een mooi en gevarieerd landschap zien met genoeg plekken waar je je even van de wereld waant.
10 tips voor het Grote Netewoud
- Het Grote Netewoud omvat zeven natuurgebieden langs de loop van de rivier. In elk gebied kan je verschillende circulaire wandelingen maken.
- De wandelroutes zijn goed aangeduid door middel van een knooppuntennetwerk. Let wel, er liggen verschillende netwerken over elkaar, zowel voor wandelaars, fietsers als ruiters. Dat kan soms verwarrend zijn.
- De meeste stukjes natuur langs de Nete zijn erg drassig. Laarzen of stevige waterdichte schoenen zijn een aanrader. Hoewel de paden goed begaanbaar zijn en in de natste stukken knuppelpaadjes liggen, zijn niet alle routes toegankelijk voor kinderwagens of rolstoelgebruikers.
- Er loopt een tweedaagse wandeltocht van in totaal zo'n 43 km door het (toekomstige) Grote Netewoud. De route begint in Balen en eindigt in Geel – of omgekeerd natuurlijk – en brengt je langs de verschillende natuurgebieden die de Grote Nete doorsnijdt.
- Aan de rand van het Natuurgebied Bels Broek en Heide heeft Natuurpunt een 17de-eeuwse watermolen omgevormd tot bezoekerscentrum. Je vindt er een kleine tentoonstelling over de Nete, net als alle info en kaarten die je nodig hebt. Vlak bij het bezoekerscentrum begint het Totterpad, een kort avonturenpad voor kinderen.
- Natuurpunt heeft een gids samengesteld waarin de verschillende natuurgebieden beschreven worden, samen met 9 wandelingen. Ook de knooppunten waarlangs de tweedaagse wandeling loopt, staan erin. De gids kan je vinden in het bezoekerscentrum of downloaden op grotenetewoud.be. De wandelknooppuntennetwerkkaart Landduinen van Toerisme Antwerpen biedt meer details.
- De Kempen zijn rijk bedeeld met natuur. In de buurt van het Grote Netewoud liggen een reeks andere natuurgebieden, zoals De Rammelaars, Den Diel en Buitengoor.
- Voor deze reportage zette Pasar zijn tent op tussen de bomen van de natuurcamping van Recreatiedomein Keiheuvel. Het domein heeft ook trekkershutten ter beschikking, net als een zwembad en een speeltuin. Het aanliggende vliegveld voor zweefvliegtuigen is een leuk extraatje.
- Geen zin om in een tent te slapen? In de vier gemeentes waarover het Grote Netewoud zich uitstrekt, zijn er voldoende B&B’s of andere overnachtingsmogelijkheden.
- Ieder seizoen heeft zijn charmes in het Grote Netewoud. In de lente kleuren de broekbossen geel onder een tapijt van dotterbloemen en ook de weilanden in de vennen liggen er fleurig bij. In de zomer en de herfst bloeit de paarse struikheide.