Ha, heerlijk rustig Brussel

8 minuten leestijd

Hoezo, Brussel te druk? Pasar’s Lien Lammar wandelde door de hoofdstad en vond dankzij Brukselbinnenstebuiten zalige luwteplekken om even helemaal tot rust te komen.

reportage
  • Wandelen
Brussel

Trams en bussen die met veel lawaai voorbij denderen. Pendelaars die op hakken of sneakers naar de ingang van het metrostation rennen. Stadsarbeiders die voetpaden schoonmaken en plantenbakken vullen met vers groen. Fietsers, bromfietsers en steppers die allemaal hun stukje van het fietspad opeisen. ‘Kalm’ kan je het hier niet meteen noemen. Ik sta dan ook op één van de drukste plekken van Brussel: het Louizaplein. Hier is de stad zoals je verwacht dat ze is: luid, rumoerig en rusteloos. ‘Sta een paar seconden stil en luister eens goed naar alle geluiden’, zegt Tine Debosscher. Tine is gids bij Brukselbinnenstebuiten, een gidsenorganisatie met een groot hart voor Brussel. Brukselbinnenstebuiten wil bezoekers én bewoners meer laten zien dan Manneke Pis of de chocolatiers en wafelkramen rond de Grote Markt. Vandaag neemt Tine me mee op de wandeling ‘In de luwte’, een tocht van 4,5 kilometer. We gaan op zoek naar luwteplekken in de drukke binnenstad. Het vertrekpunt is een mooi voorbeeld van het tegenovergestelde... In het voetspoor van Tine volg ik de Waterloolaan, één van de grote verkeersaders van de Kleine Ring, langs de luxewinkels en luxehotels die achter de statige gevels schuilgaan. Een paar honderd meter verder stappen we door een grote, grijze poort een klein kasseiweggetje op. Sneller dan verwacht hoor ik het geraas van het verkeer naar de achtergrond verdwijnen. Daar is ze al, de luwte. 

Luxe & luwte

‘In een stad word je voortdurend blootgesteld aan allerlei prikkels’, zei Tine nog geen tien minuten geleden, midden op het Louizaplein. ‘Het is er hectisch en lawaaierig. Tegelijkertijd groeit bij veel mensen de nood aan rust en stilte. Dat brengt een spanning met zich mee. Hoe kan je die rust en stilte ervaren in een stad? Wat heb je daarvoor nodig?’ Luwteplekken, dus. Het straatje met kasseien - de Milaandoorgang - is er zo eentje. Het werkt als een sluis die ons van ‘druk’ naar ‘luw’ brengt. ‘Het daalt een beetje af, er groeien klimplanten langs de muren, het voelt gezellig aan... Dit is een perfecte sluis’, lacht Tine. Zij kan het weten, als gids én Brusselaar. De Milaandoorgang leidt ons recht het Egmontpark in, een romantisch park met kronkelende paadjes, indrukwekkende bomen en - typisch voor een Engelse tuin - verborgen hoekjes en standbeelden. Het is een cliché, maar het park is een oase van rust in de dichtbevolkte hoofdstad. ‘De tuin en de omliggende gebouwen waren eeuwen geleden eigendom van de familie van Egmont’, zegt Tine. ‘We staan hier niet toevallig op een heuvel; rijke families bouwden hun paleizen hoog in de stad, ver weg van het rumoer en de stank beneden in de stad, waar de arbeiders woonden. Alleen wie het zich kon veroorloven, kon zich terugtrekken in stilte. Luwte was een soort voorrecht, iets wat je vandaag helaas nog altijd ziet.’ Na de Eerste Wereldoorlog werd het park eigendom van de stad Brussel en zwaaiden de poorten van de tuin open voor het publiek. Een stukje luwte teruggegeven aan de Brusselaar.

Recht op rust 

Dat deze wandeling ‘In de luwte’ en niet ‘In de stilte’ heet, is niet zomaar toeval: een plek hoeft immers niet muisstil te zijn om er tot rust te komen. ‘Een verborgen doorgang waar je als voetganger even géén ruimte moet delen met andere weggebruikers, of een autoloos plein vol spelende kinderen kan ook een luwteplek zijn’, zegt Tine. ‘Het gaat vooral om het gevoel en de ervaring van een plaats.’ Dat bewijst het Poelaertplein aan het Brusselse Justitiepaleis. Je hoort er trams, slijpschijven en vliegtuigen en toch is het een plein waar je graag even op een bankje wil gaan zitten. Het uitzicht is dan ook fantastisch: hier tuur je over daken, kerktorens, werfkranen en flatgebouwen, helemaal tot aan de heuvels van het Pajottenland. ‘Overzicht biedt rust’, zegt Tine. ‘Het is belangrijk dat je zulke plaatsen hebt in een stad. Hier zouden gerust méér banken mogen staan. Hoge plekken zoals penthouses zijn gegeerd in een stad, maar vaak enkel weggelegd voor wie er het geld voor heeft. Een stad heeft nood aan plekken zoals het Poelaertplein, die voor iedereen gratis toegankelijk zijn. Want iedereen heeft recht op luwte en rust.’ 

Te vol, te leeg

We dalen langs de Ernest Allardstraat af naar de Grote Zavel, het plein dat bekend staat om zijn antiekmarkten, chique winkels en cafés met dure koffies. Pleinen zorgen vaak voor een luwtegevoel, maar dat geldt niet voor de Grote Zavel - nochtans een prestigieus plein - waar het vol auto’s staat. ‘De keuze van de stad om hier een parking van te maken, zorgt voor een rommelige ruimte waar je vooral snel weer weg wil’, zegt Tine. Dat doen we dan ook, door de Sint-Annastraat, een smal straatje dat zich ook een sluis mag noemen. In de daaropvolgende Ruisbroekstraat is het al even kalm, maar de hoge, betonnen gevels van de omliggende gebouwen geven niet meteen zin om hier lang te blijven hangen. Hetzelfde gevoel krijgen we bij de wandeldoorgang naar het Gerechtsplein. Wat een bruisende winkelgalerij moest worden, is al jaren een trieste ketting van lege etalages. Het maakt ons wél iets duidelijk: ‘stil en rustig’ kan ook ‘eenzaam en verlaten’ zijn. Hetzelfde beeld, een totaal andere sfeer. 

Chaotisch schilderij 

Een heel andere indruk krijg ik in de Bortiergalerij, tussen de Kunstberg en de Putterijsquare. Ook een winkelgalerij, maar hier wil je wél verpozen. Liefst zo lang mogelijk! De prachtige doorgang met glazen koepel, geopend in 1848, was vroeger een overdekte markt. Vandaag vind je hier vooral kleine boekenwinkels, kunstgalerijen en een heerlijke stilte. Ook de Magdalenakapel aan de overkant van de straat is een echte luwteplek, waar je even letterlijk kan ontsnappen uit de stroom toeristen op weg naar de Grote Markt. ‘Gebouwen uit het verleden zijn vaak echte rustpunten, omdat ze je even wegtrekken uit de dagelijkse beslommeringen’, zegt Tine. ‘Daarom is het waardevol dat kerken en kapelletjes mogen blijven bestaan, zeker in een stad. Ook voor wie niet religieus is.’ Het contrast met het Centraal Station, waar we een eindje door de fel belichte, lange gang richting de metro stappen, kan niet groter zijn. Hier kan je niet ontsnappen, hier moet het vooruit gaan. Pendelaars, bedelaars, toeristen en studenten vormen een krioelende massa, een chaotisch schilderij. Niet alleen wat je hoort, ook wat je zíet zorgt voor rust of onrust. 

Even lekker niks

We ruilen de ondergrondse drukte weer in voor de bovengrondse, waar we de trappen afdalen naar het Spanjeplein. Hier geen geparkeerde auto’s zoals op de Zavel, maar complete leegte. ‘Dit is een luwe plek, maar welkom voel je je niet echt’, zegt Tine. ‘Het plein is kaal en ongezellig, er staan zelfs geen banken. Je ziet er ook amper mensen.’ Een mooi - nu ja - voorbeeld van ‘restruimte’ waar niemand naar omkijkt. Een heel ander verhaal toont Tine aan de kathedraal van Sint-Michiels en Sint-Goedele, enkele honderden meters verderop. Het voorplein van de kathedraal is een groene trekpleister met veel gras, bomen en ligstoelen, voor als je naar de boomkruinen wil staren. Rond het plantsoen laten auto’s, bussen en taxi’s ongegeneerd hun motor ronken en remmen piepen. Toch is dit een uitstekende, unieke luwteplek. ‘Dit park toont aan dat luwte niet altijd met decibels te maken heeft’, vertelt Tine. ‘De inrichting, de plaatsing van de zitmeubels, de keuze van de bomen: over alles is goed nagedacht. Het plein nodigt uit om hier even te pauzeren, ook al blijf je het verkeer duidelijk horen en zien. Je wordt een observator van de drukte, zonder er deel van uit te maken.’ Het is dé plek om ook zelf wat prikkels uit te schakelen - de muziek in je oren, de smartphone in je hand - en even helemaal niets te denken of doen. 

Prikkelarme pandemie

We beginnen het te begrijpen, ‘luwte’. Op het laatste stuk van de wandeling dalen we trappen af, steken we autoluwe pleinen over en filosoferen we over de ideale stad. Wat maakt een stad leefbaar, aangenaam? Hoe kan een stadsbestuur die leefbaarheid vergroten? Door de juiste keuzes te maken, zien we op het De Brouckèreplein, dat sinds twee jaar volledig autovrij is. Voetgangers, fietsers en steppers krijgen de hoofdrol. Door het belang van visuele rust te erkennen, zoals op het Martelaarsplein, met zijn homogene architectuur en ruime zitbanken. Door water opnieuw een plek te geven, zoals op de Vismarkt, ons zonovergoten eindpunt. Maar ook door eeuwenoude kasseistraten te durven vervangen en de snelheidslimiet te durven verlagen om geluidshinder in te perken. ‘Ik geef met enige schroom toe dat ik de eerste lockdown tijdens de coronacrisis een fantastische periode vond’, zegt Tine. ‘Het autoverkeer lag zo goed als stil, vliegtuigen bleven aan de grond... Heel het klanklandschap in Brussel was veranderd. We hoorden weer vogels fluiten en konden gaan slapen in stilte. Zó zou een stad elke dag moeten voelen voor haar bewoners.’ Zonder pandemieperikelen, welteverstaan. 

Bekijk de wandeling

Door de stad met Brukselbinnenstebuiten

  • Brussel is boeiend, omdat het een wereldstad in pocketformaat is. Dat veelzijdige Brussel wil Brukselbinnenstebuiten tonen. Met haar wandelingen neemt de organisatie je mee op sleeptouw door de stad, door bekende en minder bekende buurten, te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer.
  • Wil je in groep op stap? Dan kan je een Brukselgids boeken of aansluiten bij een groepsuitstap voor individuele deelnemers. Ook rondleidingen voor families met kinderen, scholen en jeugdbewegingen (in samenwerking met Stapstad) zijn mogelijk.
  • Liever zelf op pad? Samen met Muntpunt, de grootste Nederlandstalige bibliotheek van Brussel, stippelde Brukselbinnenstebuiten een reeks doe-het-zelf-wandelingen en fietstochten uit. 

Meer info op www.brukselbinnenstebuiten.be en 02-218.38.78. Een overzicht en downloadbare versies van de doe-het-zelf-wandelingen vind je op www.uitinbrussel.be/wandelingen. 

Bib op de berg

Misschien wel de allermooiste luwteplek is de Koninklijke Bibliotheek aan de Kunstberg. De Albertina onderging enkele jaren geleden een grondige facelift. De KBR, zoals de bib sindsdien heet, wil een open plek zijn voor een breed publiek. Om toegang te krijgen tot de indrukwekkende, stille leeszalen moet je een geldige lezerskaart hebben, maar een groot deel van het gebouw is wel vrij toegankelijk. De binnentuin vol struiken en bomen is een groen pareltje waar je welkom bent om even te gaan zitten en genieten. Nog beter wordt het op de vijfde verdieping, waar het gloednieuwe restaurant Albert - met prachtig vintage interieur - de deuren opende. Of je nu binnen aan tafel schuift of een plekje op het dakterras kiest, een prachtig zicht op Brussel is gegarandeerd.  

Kunstberg 28, 1000 Brussel, www.kbr.be 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer