Langs de legendarische Lienne

11 minuten leestijd

Rustige en intieme plekken, weg van de drukte. Die belofte lokt ons voor een driedaagse trektocht naar de GRP 571, een Groot Routepad langs drie Ardense rivieren in de buurt van en minstens zo mooi als de bekende Ninglinspo. Toeristen en medewandelaars kwamen we inderdaad nauwelijks tegen. Dus: hou het stil!

 

reportage
  • Wandelen
Gouvy

De rood-witte Grote Routepaden – de GR’s – zijn genoegzaam bekend. Maar hun rood-gele neefjes, de GRP’s of Grandes Randonnées de Pays, zijn minstens even mooi. Hun voordeel is dat ze vaak lussen vormen, zodat je begin- ook je eindpunt is. De GRP 571 is zo’n pareltje van 186 kilometer. Deze route wordt de Tour des Vallées des Légendes genoemd en loopt langs de rivieren Salm, Amblève en Lienne. Wij besluiten alleen het stuk langs de Lienne te lopen, omdat dat het rustigste zou zijn. Goed voor 70 kilometer, die we in drie dagen tijd willen klaren.

De rivier de Lienne is alvast goed voor onze eerste legende. Het verhaal wil dat de Lienne zich af en toe laat zien als een mysterieuze en adembenemend mooie vrouw. In de middeleeuwen verscheen zij aan de jonge baron Rambert. Die was in het bos in slaap gevallen. Toen hij wakker werd, zag hij een fee die een gouden geit bij zich had. ‘Noem mij Lienne’, zei het meisje toen hij haar naam vroeg, en haar stem klonk als de rivier in de ochtendlijke stilte. Rambert werd halsoverkop verliefd. Ze trouwden, maar na vijf jaar moest Lienne onherroepelijk terug naar de rivier. Ze vervloog in een laagje mist en zweefde het raam uit. Maar de fee is niet weg, luidt het. Ga ’s ochtends bij zonsopgang kijken bij de rivier, en je zal in de mysterieuze sfeer de aanwezigheid van de fee voelen… Zulke vroege vogels zijn wij niet, maar sfeervol is de Lienne, en vooral het prachtige natuurgebied dat zich uitstrekt langs haar oevers, zeker wel.

Zover zijn we nog niet. We starten onze tocht in Gouvy, het meest zuidelijke punt van onze route, dat tegen het Groothertogdom Luxemburg aanschurkt.

Dag 1: Gouvy – Odrimont 30 km

Niemandsland

Op deze eerste dag hebben we dertig kilometer voor de boeg. Erg veel, zo zullen we ons onderweg wel eens beklagen, maar ons eerste gereserveerde logies ligt nu eenmaal niet dichterbij.

Het heeft ’s nachts stevig geregend, maar als we om 8.30 uur vertrekkensklaar staan, breekt de zon door. Onderweg zullen we één keer de regenjassen aantrekken en de capes over onze rugzakken trekken, maar lang hebben we die gelukkig niet nodig. Daardoor kunnen we ten volle genieten van de tocht, en vooral van het landschap. Er verstrijken uren zonder dat we iemand tegenkomen. Niemand lijkt de GRP 571 te kennen, hoewel het hoogseizoen is en veel Belgen noodgedwongen vakantie houden in eigen land. We zien alleen velden, heuvels en bossen. Tot tussen de dennenbossen plots een oud militair domein opdoemt, dat vandaag dienst doet als asielcentrum. Het doet vreemd aan om plots asielzoekers te zien, in the middle of nowhere. Ik vraag me af of zij zich in dit niemandsland een beetje thuis voelen. Of zou het net een voordeel zijn, om in zo’n stille, groene omgeving tot rust te kunnen komen?

Goud zeven

Wat later komen we het bos uit en wandelen we op een hoogvlakte door heide-achtig gebied. Tussen de dorpjes Langlire en Hébronval stoten we op een idyllische picknickplek aan een riviertje. Inclusief bank, die op ons lijkt te wachten. Het is een plaats die in vroeger tijden bezocht werd door goudzoekers. Ook nu nog zit er goud in het rivierslib, maar de hoeveelheden zijn klein en de goudprijs te laag om er wat aan over te houden. In de vierde en derde eeuw voor Christus werd het slib en grind hier wel actief gezeefd.

We zijn op de helft van onze eerste etappe en de moed zit er nog goed in. Maar zodra we rond een uur of drie ’s middags kilometer twintig achter de kiezen hebben, begint die moed in onze schoenen te zakken. De voeten beginnen te protesteren. De schouders krijgen het lastig met de rugzakken. Maar aan opgeven denken we niet. Afzien is een onafscheidelijk onderdeel van het backpacken.

Eindelijk, op kilometer 27, komen we aan in Lierneux, de grootste plaats die we op onze driedaagse zullen tegenkomen. We lezen in onze gids dat het dorp beschouwd kan worden als de ‘hoofdstad’ van het land van de Lienne – dat schept helaas valse verwachtingen. Er is geen café te bespeuren waar we een oppepper kunnen bestellen. Een supermarkt is er wel. Maar – driewerf helaas – die is gesloten, want het is zondag.

Hier verlaten we de rood-gele markeringen van de GRP en wijken we uit naar Odrimont, waar we in een geïnstalleerde tent op een camping zullen slapen. Goed voor vier extra kilometers, maar het zijn er vier om duimen en vingers bij af te likken. We wandelen over smalle paadjes door een natuurgebied dat zich uitstrekt langs de oevers van de Lienne. Net voorbij Odrimont zien we de camping opdoemen. De bedden in de tent zijn heerlijk, en de camping verrassend rustig.

Dag 2: Odrimont – Trou de Bras 22 km

Onvermoeibare houthakker

Na een verkwikkende nacht valt de stijfheid van lijf en leden onverwacht goed mee. We beginnen aan wat de mooiste etappe van onze driedaagse zal worden. We starten in het natuurgebied Prés de la Lienne, waar we de vorige dag eindigden, om terug op de route in te pikken in Lansival. De zon schijnt, rode wouwen cirkelen boven onze hoofden, majestueuze oude eiken vangen onze blik in de weilanden. We lopen over holle wegen omzoomd door hagen vol kwetterende mussen. In de natte, schrale graslanden rond de Lienne en haar drie zijriviertjes hebben zeldzame vlinders zoals de ringoogparelmoervlinder, de rode vuurvlinder en de woudparelmoervlinder hun thuisbasis. Ook de zwarte ooievaar zou er geregeld voedsel komen zoeken.

Na een ommetje door het bos brengt de route ons opnieuw naar dit natuurgebied, dat zo’n zestig hectare bestrijkt. We lopen langs een uitkijkpunt waar je bevers kan spotten. Wij zien er geen (bevers zijn dan ook nachtdieren), maar deze dieren zijn sinds het begin van de eeuw aan een stevige remonte bezig in de Ardense valleien. Meer dan honderd jaar was dit grootste knaagdier van Europa in onze streken uitgestorven. Tot er rond de eeuwwisseling een clandestiene uitzetting gebeurde in de Ardennen. In rivieren als de Lienne vindt het beschermde dier een ideale habitat. De bever is een onvermoeibare houthakker. Een voordeel in dit natuurgebied, want hij zorgt ervoor dat de oevers en natte graslanden open blijven. De bast, twijgjes en bladeren van jonge bomen eet hij op, de grotere takken gebruikt hij om burchten en dammen te bouwen.

Mooiste eik van Wallonië

We trekken verder langs bloemrijke weilanden en watertjes richting Bra-sur-Lienne. De eerste vermelding van dit plaatsje dateert al van 745. We zien mooie huizen en oude boerderijen die getuigen van de voormalige rijkdom van het dorp. We passeren zelfs een kasteel, dat 250 jaar geleden werd heropgebouwd op de ruïnes van zijn voorganger. Een plak aan de muur eert de Amerikaanse generaal James Gavin, die er in december 1944 enkele dagen zijn commandopost had.

We duiken het bos in, en kruisen al snel het riviertje de Chavanne. Tijd voor verkoeling! Onze moegewandelde voeten kikkeren op van het verfrissende water. We zullen het riviertje blijven volgen tot in Trou de Bra, waar we opnieuw bij de Lienne uitkomen. Vlak voor het dorpje passeren we – volgens de gids – een van de mooiste eiken van Wallonië. De omtrek van zijn stam is liefst zes meter, en de mastodont is dertig meter hoog, waarmee hij zich mag kronen tot een van de 25 grootste zomereiken van België. De boom zou naar schatting vijfhonderd jaar oud zijn.

Nog een laatste klim scheidt ons van onze slaapplaats van de dag: een woonwagen. Na een douche mogen we onze voeten onder tafel schuiven bij onze gastheer en -vrouw…

Dag 3: Trou de Bra – Targnon 16 km

Vleselijke uitspattingen

We vertrekken vroeg vandaag. Aan ons eindpunt willen we de bus naar Trois-Ponts – waar we onze auto achterlieten – niet missen, anders moeten we twee uur wachten op de volgende. Deze laatste etappe voert ons langs oude dorpen en donkere naald- en eikenbossen. Het aantal kilometers is beperkt – gelukkig, want er zitten enkele pittige klimmetjes tussen. Nauwelijks een halfuurtje nadat we vertrokken, zien we plots een vos door het hoge gras lopen aan de bosrand, de pluimstaart omhoog.

Wat later, bij Meuville, beklimmen we de heuvel van Rouge-Thier – de ‘heksenheuvel’. In de 16de en 17de eeuw stond de rode, kale kam bekend als een oord waar heksen en tovenaars verzamelden voor nachtelijke bijeenkomsten met dans, ‘vleselijke uitspattingen’ en het mengen van toverpoeders. Tientallen vermeende heksen werden veroordeeld en kwamen in Chevron op de brandstapel terecht. Op de tocht naar de 395 meter hoge top lopen we langs gedenkstenen met gedichten. Boven genieten we op een bankje van het adembenemende panorama.

Even later dalen we door het bos af naar ons eindpunt: Targnon. Hier mondt de Lienne, de rivier die ons op onze hele tocht begeleidde, uit in de Amblève. Op de brug werpen we nog een laatste blik op het rustig kabbelende water. Over de tijd hoeven we ons geen zorgen te maken. We zijn een uur te vroeg voor de bus. Maar kijk: amper hebben we onze rugzakken neergezet of daar komt toch een bus aan. ‘Trois-Ponts? Nee, ik rij naar de stelplaats. Maar daarna moet ik wel die richting uit. Stap maar op.’

In het nabijgelegen Stavelot verwennen we onszelf met een nachtje in het kasteeldomein Chevalier des Montys. Twee uur nadat we de GRP vaarwel zeiden, liggen we achter het hotel aan het zwembad. Na de driedaagse inspanning doet dat dubbel deugd!

Slapen in een woonwagen

‘De enige zekerheid die je hebt als je geboren wordt, is dat je op een dag zal sterven.’ Het is een van de eerste zinnen waarmee Edgard (77) ons verwelkomt. Samen met zijn vrouw Renée (66) verhuurt hij een woonwagen naast zijn huis aan ieder die er slapen wil.

We zijn blij dat we er nog terecht kunnen, want de ochtend was met stress gestart. Bij het checken van mijn telefoon zag ik dat Edgard ons de avond voordien al had verwacht. Een stomme vergissing bij het boeken. Gelukkig kan hij erom lachen. En waren er ‘s avonds geen andere gasten.

We schuiven mee aan tafel voor een heerlijk viergangenmenu. Zowat alles komt uit eigen tuin: wortels voor de soep, aardappels, sla – en de kip hebben ze van de buren. Een bordje kaas achteraf, met kazen van boeren uit de streek. En kleinzoon Arthur, die er momenteel logeert, heeft een chocoladetaart gebakken.

Edgard vertelt honderduit over kinderen en kleinkinderen, over de vossen, bevers en herten die hij tegenkomt, en over de woonwagen. Enkele jaren geleden schaften ze hem aan en knapten hem op, met de bedoeling er zelf mee rond te dwalen. Maar ‘we hebben nooit twee paarden die hem kunnen trekken – ofwel is er eentje te jong, ofwel eentje te oud’. Daarom laten ze hem staan en verhuren ze hem.

Ook ontbijten doen we samen. Onze picknick mogen we van tafel nemen en zelf samenstellen. Als we zeggen dat we aan ons eindpunt de bus moeten halen en dus op tijd willen vertrekken, drukt Edgard ons een briefje met zijn telefoonnummer in de hand. ‘Als je de bus mist: bel me! Ik breng jullie naar Trois-Ponts.’

www.homecamper.com, zoek op accommodatie in Lierneux

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer