Op wielen de wereld rond
Ze beklom een vulkaan in Nicaragua, maakte een roadtrip door Australië en kampeerde op een strand in Hawaï. Rolstoel of niet, Inge wil de wereld zien. ‘Ik wil me niet beperken tot bestemmingen met het label ‘rolstoeltoegankelijk.’
- Fietsen
In de agenda van Inge Blockmans (34) vind je weinig gaatjes. Aan de Universiteit Gent verkent ze als postdoctoraal onderzoeker het niet-normatieve lichaam als bron van plezier en beperking in dans. Buiten haar werkuren is ze samen met haar vriend hun huis in de bossen van Ieper aan het ombouwen tot een rolstoeltoegankelijke b&b, waar mensen zorgeloos én drempelloos van de natuur kunnen genieten. Tussendoor probeert ze zoveel mogelijk uit te vliegen, of dat nu naar de Ardennen of de andere kant van de wereld is.
Je laat je duidelijk niet tegenhouden door je rolstoel. Vanwaar die liefde voor het reizen?
Inge: ‘Ik heb altijd veel gereisd met mijn familie, van kleins af aan. Ik was twee jaar toen ik door een ongeval in een rolstoel ben beland, maar mijn ouders en broers namen me gewoon overal mee naartoe. Het besef dat ik ook alleen kan reizen, of minder toegankelijke bestemmingen kan bezoeken, kwam er nadat ik als student op uitwisseling geweest was naar Californië en vrijwilligerswerk was gaan doen in Sri Lanka. Dat waren twee fantastische ervaringen die ervoor gezorgd hebben dat ik geloofde dat het kon, om als rolstoelgebruiker uit je veilige thuishaven te breken. Het is altijd wat zoeken en het brengt ook vaak stress met zich mee, maar ik hou er niet van om mij te beperken tot bestemmingen die het label ‘rolstoeltoegankelijk’ dragen. Ik wil gewoon mooie, nieuwe plekken ontdekken.’
Je hebt al bergtochten gedaan en jungles doorkruist. Hoe doe je dat als je zelf niet kan stappen?
Inge: ‘Ik ben gezegend met een vrij beperkt lichaamsgewicht en sterke mensen rond mij. (lacht) Mijn ouders en broers droegen me als kind al overal op hun rug mee naartoe, en dat doen ze nog steeds. Ik klem mijn armen rond hun schouders, zij nemen mijn benen vast - want die kan ik zelf niet controleren. Zit ik bij iemand op de rug, dan dragen de anderen mijn rolstoel en rugzak, ze maken het pad vrij of zorgen voor een ondersteunende hand. Het is een heel familiegebeuren. In Australië heb ik rotsen en vulkanen beklommen op de rug van mijn broers. Ook al zijn ze buiten adem of nat van het zweet, ik voel me op geen enkel moment een last voor hen. Dat is zalig. Mijn familie en mijn vriend kijken niet naar wat er mogelijk is, maar naar hóe iets mogelijk is. Zij zorgen ervoor dat ik durf dromen.’
Hoe sterk of bereidwillig je ‘dragers’ ook zijn, het lijkt me op veel momenten toch best een uitdaging.
Inge: ‘Op vlak terrein lukt dat allemaal heel goed; in de bergen is het soms wat lastiger. Toen we door Kings Canyon in Australië wilden gaan hiken - met als startpunt de beruchte ‘Heart Attack Hill’, een enorm steile beklimming - heeft een vriend van mij een soort draagdoek ontworpen die mijn benen ondersteunde, waardoor mijn broers hun handen vrij hadden om te kunnen klimmen als ik op hun rug zat. Het is soms wat zoeken, maar we vinden altijd wel een weg. We houden er ook rekening mee dat we vroeg genoeg vertrekken, zodat het nog niet té warm is, en dat we niet élke dag van de reis zo’n tocht maken. Het moet voor iedereen een ontspannende vakantie blijven.’
Iemand die in een rolstoel zit, kan je ook gewoon dragen. Het is zo simpel, maar ik moet toegeven dat ik daar zelf nog niet aan gedacht had.
Inge: ‘Ik ben blij dat je dat zegt! Voor de buitenwereld lijkt het soms alsof een rolstoelgebruiker vastgeplakt zit aan zijn rolstoel. Dat klopt niet. Ik spreek voor mezelf, maar ik vind het echt niet erg om eens over de grond te moeten kruipen om ergens te geraken. Voor mij is dat niet ‘vies’ of ‘onmenselijk’, maar een manier om mijn zelfstandigheid te behouden op reis.’
Begin je soms aan tochten die uiteindelijk toch te moeilijk of te gevaarlijk blijken?
Inge: ‘Oh jawel. (lacht) Vorig jaar waren mijn vriend en ik op Hawaï aan een tocht begonnen in een nationaal park. Door de zware regenval waren grote stukken van het pad weggespoeld. Er lagen overal omgevallen boomtakken. We hadden de rolstoel mee en hebben zo goed mogelijk geprobeerd om overal onder en door te kruipen, maar uiteindelijk moesten we toch beslissen om terug te keren. Dat is niet fijn, neen, maar ik ben wél blij dat we het toch geprobeerd hebben. We hebben gevloekt en we zijn vuil geworden, maar ook dat is reizen.’
Je moet wel een flinke portie doorzettingsvermogen hebben…
Inge: ‘Als het kon, zou ik ook liever gewoon op de trein of het vliegtuig kunnen springen en vertrekken, maar het is nu eenmaal niet zo. Om te reizen als rolstoelgebruiker moet je flexibel en vindingrijk zijn - en de mensen rondom jou liefst ook. Een tijd geleden wilde ik met mijn familie een grot bezoeken. De persoon achter de kassa ziet me en zegt: ‘sorry, je kan niet mee.’ Mijn pa, mijn twee broers en mijn vriend konden mij en mijn rolstoel gerust van de trappen naar beneden dragen, maar het bleef bij een ‘nee’. Het raakt me nog steeds wanneer anderen in mijn plaats beslissen: ‘jij kan dit niet’. Geef me tenminste de kans om het te proberen? Mijn wielen horen bij mij, ze zijn een deel van mijn lichaam. Ze geven me vrijheid, snelheid en mogelijkheden, terwijl anderen soms vooral de beperkingen of problemen zien. Ik bots heel vaak op bepaalde angsten en vastgeroeste ideeën die mensen hebben over rolstoelgebruikers. Gelukkig ontmoet ik op reis ook veel mensen die wél out of the box durven denken om me te helpen. In Bolivia bijvoorbeeld wilde ik overnachten in een hotel op de hoogste berg. Omdat ik er niet geraakte met mijn rolstoel, kwam er iemand af met een paard. Ik had nog nooit in mijn leven paardgereden, maar kijk, ik ben boven geraakt. Die unieke momenten, daar doe ik het voor. Het vraagt veerkracht en verbeeldingskracht om je niet te beperken tot wat anderen bestempelen als ‘toegankelijk’. Ja, je kleren zullen vuil worden, en je zal soms moeten douchen op een plastic tuinstoel. Ik begrijp het volledig als mensen daar geen zin in hebben, maar voor mij is het dat waard. Ik heb nog tijd genoeg om op een cruise mee te gaan. Laat mij nu maar zotte dingen doen. (lacht) Ik hoor mensen vaak zeggen: als ik op pensioen ben, dan ga ik reizen. Dat vind ik zo jammer. Profiteer er nú van, zeker wanneer je een lichaam hebt dat goed functioneert, met voeten die doen wat je wil. Ga nú de wereld ontdekken, en wacht niet tot het meer moeite en voorbereiding vraagt.’
Tips van Inge
- In mijn rugzak zit altijd een stuk touw. Dat kan gebruikt worden om mijn rolstoel voort te trekken op oneffen terrein, maar ook voor andere ‘noodsituaties’. Is het toilet te klein voor mezelf én mijn rolstoel? Dan bind ik het touw rond mijn rolstoel, duw de rolstoel naar buiten en trek hem weer binnen wanneer ik klaar ben.
- Neem altijd een deken mee. Niet alleen handig om even op te zitten of liggen tijdens een wandeling, maar ook om de auto te beschermen wanneer je na een boswandeling met vuile wielen weer naar huis moet.
- Een rolstoel kan best afzien van een strandwandeling, dus neem altijd een vuile vod, smeerolie, een set sleutels,... mee.
- Zoek niet op de trefwoorden ‘rolstoeltoegankelijke kamer’ als je online een overnachtingsplek zoekt. ‘Rolstoeltoegankelijk’ is soms een misleidend label, want het is voor iedereen anders. Lijst voor jezelf op wat jij nodig hebt. Hoe breed moeten de deuren zijn? Heb je nood aan een drempelvrije douche of niet? Check op basis van foto’s of een kamer voldoet aan jouw eigen voorwaarden, of vraag meer details op bij de uitbaters of verhuurders.
- Wil je zeker zijn dat je onderweg of op je bestemming kan deelnemen aan bepaalde activiteiten, stuur dan vooraf een mailtje met wat uitleg over jezelf naar de organisatie. Zelf stuur ik ook vaak een foto mee. Ik merk dat mensen me minder snel afwimpelen en meer bereid zijn om samen naar oplossingen te zoeken als ze weten wie ik ben.
Back to basics met U/Turn
Inge ging al drie keer mee op reis met Project U/Turn, een organisatie die avontuurlijke en back to basics reizen organiseert voor mensen met een beperking. ‘Daarbij gaan ze niet op zoek naar toegankelijke plekken, maar naar mooie plekke’, zegt Inge. ‘Het vervoer of de verblijfsplaatsen zijn niet aangepast, dus je moet wel bereid zijn om te kamperen of in een boomhut te slapen. Zelf ben ik al mee op reis geweest naar Ijsland, Tenerife en Nicaragua, en ik kan het iedereen aanraden. De reizen zijn tot in de puntjes verzorgd. Eén van de oprichters, Sven Van de Velde, is zelf blind, en gaat op alle tochten mee als begeleider. Er gaat ook altijd een dokter mee die erover waakt dat je niet té veel over je grenzen gaat.’
De groepen zijn zo samengesteld dat iedereen elkaar kan en moet helpen. Inge: ‘In Nicaragua was ik goed bevriend geraakt met een blinde reisgenoot. Bij de oversteek van een rivier duwde zij mijn rolstoel terwijl ik aanwijzingen gaf, bij een wandeling door een bananenplantage kon zij zich oriënteren dankzij het geluid van mijn stem. Het beste bewijs dat je door samen te werken veel kan realiseren.’
Het idee achter U/Turn is dat dingen doen die je niet meer mogelijk achtte je een mentale boost kunnen geven. ‘Zo’n reis kan je de veerkracht en het zelfvertrouwen geven om toch alleen te gaan wonen, of alleen of met vrienden op reis te gaan.’