Weg van de platgereden paden in Zuid-Spanje en Zuid-Portugal
- Kamperen
‘Net zoals dit jaar zal dat vooral een natuurkampeervakantie zijn. Anders dan bij andere rondreizen willen we de deelnemers meer doen wandelen en fietsen en genieten van de natuur in plaats van naar kerken en musea te hollen. En alles op het lokale tempo: op het gemakje, met ruimte voor rust’, zeggen Guy en Inge. ‘We laten op deze rondreis dan ook de grote, bekende steden, zoals Sevilla of Cordoba, links liggen, want die hebben de meeste deelnemers allicht ooit al eens bezocht. En wie dat nog niet gedaan heeft, kan dat voor of na de groepsreis nog op eigen houtje doen. De meerwaarde van deze groepsreis is dan ook dat men op plaatsen komt waar men anders nooit zou komen. Soms is dat zo diep in de natuur dat er geen wifi of zelfs geen gsm-bereik is. Verbazend eigenlijk dat zulke plekken in Europa nog bestaan. Ideaal om te deconnecteren (lacht).’
Daar staat tegenover dat ze wel goed begeleid zijn, door Matilde, de lokale campinguitbaatster en gewezen lerares Frans die Guy en Inge ook op hun Intersoc&Pasar-rondreis door Marokko bijstaat. De groep blaast verzamelen op La Campiña, de camping van Matilde en haar man in Santaella, nabij Cordoba. Bij een uitgebreide keuze aan tapas worden de deelnemers warm onthaald en wordt nog eens het hierna volgende programma overlopen.
Stop 1: Sierra Norte de Sevilla
De volgende dag begint de eigenlijke rondreis met een korte transfer naar een camping in de omgeving van Sevilla, midden in het natuurpark Sierra Norte de Sevilla. ‘Heel rustig gelegen dus, maar wel iets moeilijker bereikbaar. Iedereen moet over smalle wegen door bossen en over bergen, dus rustig aan. Maar we nemen daarvoor de tijd.’ De dag na aankomst doet de groep haar eerste uitstap naar de eerste en enige kerk van de reis: de zogenaamde Sixtijnse Kapel van Extremadura. De sacristie van het Real Monasterio de Nuestra Señora de Guadalupe (erkend als Unesco-werelderfgoed) ‘wordt zo genoemd omdat ze de vergelijking van de Vaticaanse kapel zou doorstaan. Elke vierkante centimeter van het oppervlak is er uitvoerig beschilderd. Dit indrukwekkende klooster bevat trouwens kunstwerken van de grootste Spaanse schilders, zoals El Greco en Goya.’
Vlak bij het sprookjesachtige, soms Moors aandoende klooster liggen de Jayona-mijnen, waar vroeger ijzererts en koper werd gedolven en vandaag gidsen de bezoekers door de uitgehouwen gangen loodsen. ‘In het authentieke en goed bewaarde dorpje Guadalcanal lunchen we. Als we op uitstap zijn, voorzien we meestal een in de prijs inbegrepen lunch of picknick, zodat de deelnemers er zich geen zorgen over hoeven te maken.’
‘De camping in het natuurpark ligt aan een via verde, een voormalige spoorweg die fietspad geworden is. Op dag vier maken we dan ook een mooie fietstocht van een 30-tal kilometer naar de Cerro del Hierro.’ Dat is opnieuw een voormalige ijzerertsmijn die al in de Romeinse tijd in gebruik was, ‘maar deze is in openlucht. We bezoeken er ook een voormalig treinstation van de oude spoorlijn en een bezoekerscentrum.’
Voor deze groepsreis moeten de deelnemers hun eigen fietsen meenemen (ter plekke huren kan niet). ‘Elektrisch of niet, we stemmen het tempo af op de traagste deelnemers. En wie een keer niet mee wil of kan, blijft gewoon rustig op de camping. We hebben er bij onze prospectie voor gewaakt dat alle fiets- en wandeltochten doenbaar zijn voor onze deelnemers. De via verdes zijn alvast zo goed als vlak.’
Halte voor de nacht
Dag 1-4: Camping La Fundición, Natuurpark Sierra Norte de Sevilla
Stop 2: Cortegana
De groep verplaatst zich naar de volgende camping door de streek van de zwarte varkens. ‘Niet alleen zie je die massaal in weides staan, er zijn onderweg ook nogal wat fabrieken waar die verwerkt worden, tot onder meer pata negra: een donkere, gerookte hesp, vergelijkbaar met parmaham. Heel lekker. Uiteraard krijgt iedereen kansen genoeg dat te proeven.’
De volgende dag staat nog maar eens een mijnbezoek op het programma. ‘De Minas de Riotinto is echter niet zomaar een mijn, maar de grootste open mijn ter wereld. Er wordt ijzer, koper en zilver gewonnen. Opvallend hier is de rode kleur van het landschap, waar veel mogelijkheden zijn tot wandelen, fietsen en mountainbiken. Wij doen er in Almonaster la Real aan, een moskee uit de 10de eeuw gebouwd op de fundamenten van een 5de-eeuwse basiliek, en vandaag opnieuw een christelijke kerk. De Arabische sporen zijn in Andalusië nog erg aanwezig. Niet alleen in de architectuur, maar ook in de aard van de mensen, die er opener en rustiger zijn dan in de rest van Spanje. In het wandelgebied van de Sierre de Aracena doen we als laatste uitstap vanuit deze camping het schilderachtige Aracena aan, dat op de lijst van de mooiste dorpen van Spanje staat.
Halte voor de nacht
Dag 5-6: Camping Ribera del Chanza, Cortegana
Stop 3: Serpa
Op dag zeven maakt de groep de oversteek naar Portugal. Na aankomst in de Alentejo en de camping in Serpa staat een avondwandeling naar de stad op het programma. ‘Als vestingstad op de grens heeft Serpa natuurlijk een kasteel, dat mooi verlicht is en een museum bevat.’
Ook hier worden de fietsen bovengehaald. ‘We maken een fietstocht van een halve dag in de omgeving. De andere helft van de dag is om uit te rusten. We hebben op deze reis niet veel rustdagen voorzien, dus het is een goed moment om de plaatselijke supermarkt eens aan te doen. Meestal lunchen we in groep, maar ’s avonds laten we de mensen vrij om privé of met vrienden hun eigen potje te koken.’
‘De Alentejo is een rustige landbouwstreek, met wat wijnbouw. De komende reis steek ik er zeker ook een wijnproeverij in: de wijnen zijn er heel lekker en zeer betaalbaar. De streek is ook bekend voor zijn harde kaas. Fietsen kennen ze er wel niet: er zijn dus geen fietspaden en geen uitgestippelde routes voor fietsers die geen mountainbikers zijn. Maar we hebben toch routes gevonden (meestal gravel) die ook met gewone fietsen goed te doen zijn. En verkeersvrij, met af en toe een tractor. September is ook een goede maand om de streek te bezoeken: het kan er nog warm zijn, maar niet zo heet als in de zomer.’
Halte voor de nacht
Dag 7-8: Parque de Campismo municipal, Serpa
Stop 4: Evora Monte
Met de uitstap naar de stad Elvas staat een wat meer toeristische bestemming op het programma. Deze zeer mooi bewaarde, stervormige vestingstad is in terrassen opgebouwd met bovenaan, zo’n 1.000 meter boven de stad, een 13de-eeuws fort. Je kan al raden wat voor een uitzicht je daar hebt. Hoofddeksels en zonnecrème niet vergeten, want Elvas staat bekend als de zonnigste stad van Portugal. Ook vanuit deze camping doet de groep een natuurwandeling van een achttal kilometer, rond een meer en door boomgaarden met kurkeiken.
Halte voor de nacht
Dag 9-11: Camping Alentejo, Evora Monte
Stop 5: Castelo de Vide
Castelo de Vide is opnieuw een vestingstadje met een kasteel en smalle straatjes met witte huisjes. ‘Op onze stadswandeling komen we in een joodse wijk: toen de joden eind 15de eeuw uit Spanje verdreven werden, trokken velen hier naartoe.’ De dag nadien staat in het plaatsje Tolosa een kaasfabriek met proeverij op de planning. ‘In Alter do Chão doen we de coudelaria of paardrijschool aan: hier worden de befaamde lusitaanse dressuurpaarden getraind. De Lusitano werd vroeger gefokt voor de veedrijverij en wordt ingezet bij Portugese stierengevechten. Ze worden in de dressuursport gebruikt, maar ook vaak als filmpaarden omdat ze zo gedisciplineerd zijn.’ De groep bezoekt het ommuurde middeleeuwse Marvão, waar ook lekker geluncht wordt. ‘Goed eten vinden is in Portugal geen enkel probleem (lacht).’
Precies twee weken ver in de reis is het weer tijd voor een fietstocht. Ditmaal een 23 kilometer naar de 18 ton zware en 7 meter hoge menhir van Meada, de grootste van het Iberisch schiereiland. Naar verluidt maakte die ooit deel uit van een kring staande stenen en was hij daarvan de kortste. ‘De prehistorische site is een van de vele archeologische sites in Portugal die zomaar toegankelijk zijn. Overal vind je oude constructies en Romeinse ruïnes die je vrij kan bezoeken. Bij ons zou er allang een hek rond staan en toegangsgeld gevraagd worden. Op deze wandeling zie je ook ooievaars van dichtbij.’
Halte voor de nacht
Dag 12-15: Camping Quinta do Pomarinho, Castelo de Vide
Stop 6: Valencia de Alcántara
Na een rustdag trekt de groep naar de volgende camping, vlak over de grens, opnieuw in Spanje en de regio Extremadura. ‘We ondernemen een natuurwandeling van circa 8 kilometer tussen de kurkeiken naar La Aceña de la Borrega, een mooi dorpje, waar we eerst een terrasje doen alvorens het iets zwaardere, klimmende deel van de wandeling aan te vatten over een smal pad en tussen grote granieten rotsen. Deze indrukwekkende wandeling komt uit bij opnieuw een prehistorische site met dolmen.’
De volgende dag trekt de groep per fiets naar San Vicente de Alcántara. ‘Dat we hier midden in kurkland zijn, is hier zeer zichtbaar, ook door het kurkmuseum. Onvoorstelbaar wat er allemaal uit kurk gemaakt wordt: stoppen, vloeren, lambrisering, gebruiksvoorwerpen zoals handvaten, tassen of ijsemmers, handtassen, portemonnees, jassen en zelfs zetels. In het museum wordt getoond hoe kurk gewonnen wordt. Het is een nog zeer actieve nijverheid in de streek, hoewel ze grote concurrentie ondervindt van de plasticindustrie.’
Halte voor de nacht
Dag 16-18: Camping Aguas Claras, Valencia de Alcántara
Stop 7: Cácares
Cáceres is de hoofdstad van de gelijknamige provincie, maar alvorens de oude stadskern te bezoeken, doet de groep eerst een uitstap naar Trujillo. ‘De stad is gebouwd boven op een granieten heuvel, met uiteraard een kasteel op de top. De Moren regeerden hier liefst vijf eeuwen. Het is de geboorteplaats van Francisco Pizarro, de veroveraar van de Inca’s, en van Francisco de Orellana, nog zo’n 16de-eeuwse conquistador en de eerste westerling die de Amazone afvoer.’
Over veroveraars gesproken: voor seizoen 7 van Game of Thrones werden in 2016 flink wat opnames in deze regio gemaakt. Zo zijn er scènes met Euron Greyjoy in King’s Landing en Sam Tarley in de citadel van de maesters in Cáceres, is het kasteel van Trujillo het decor van de aanval van Daenerys’ huurlingen op Casterly Rock en is er vooral de spectaculairste veldslag van de serie, waar Daenerys’ draken het Lannisterleger het vuur aan de schenen leggen, gefilmd in het natuurpark Los Barruecos. Behalve een bord met uitleg over ‘la Batalla del Dragon’ zijn er in het natuurpark dat de groep bezoekt ‘veel ooievaars en schapen, waarvan de wol gewassen werd in een van de meertjes. Maar het bijzonderste van het natuurgebied zijn de bizarre kunstwerken van Wolf Vostell, een Duitse kunstenaar.’
Cáceres zelf bezoekt de groep per bus. Er is een halte recht voor de ingang van de camping. Ze krijgen een gegidste wandeling door de oude stad. Die ligt aan de zogenaamde Via de la Plata of Zilverweg, een van de camino’s die naar Santiago de Compostella leidt. In de middeleeuwen was dit de belangrijkste weg voor pelgrims door het Moorse Zuid-Spanje. Cáceres telt flink wat Moorse, maar ook Romeinse sporen.
’s Avonds neemt de groep met een diner op de camping afscheid van elkaar en van een verrassend mooie streek, waarin natuurbeleving afgewisseld wordt met bescheiden, maar historische locaties.
Halte voor de nacht
Dag 19-22: Camping Ciudad de Cácares
Overnachtingsplaatsen
Guy: ‘We zijn ver van de grote, commerciële en drukke campings gebleven en hebben bewust gekozen voor vrij kleine campings. Hun meerwaarde zit hem vooral in de ligging en/of de uitbating door campingbazen met hart voor hun vak.’
‘Aangename camping met een mooi zwembad, nieuw sanitair, dicht bij het beroemde Cordoba.’
2. Natuurpark Sierra Norte de Sevilla
‘Heel rustig gelegen in een natuurpark en aan een via verde. Een deel van de camping ligt in een bos. Het is de grootste camping van de reis, met grote kampeerplaatsen en proper sanitair.’
3. Cortegana
‘Een kleine camping, zo goed als in het centrum, met zwembad, cafetaria en eenvoudige, maar mooi aangelegde en rustige plaatsen.’
4. Serpa, Alentejo
‘Stadscamping, in het midden van het ommuurde stadje. Dat betekent: verharde plaatsen. Het is de minste van de campings op de reis, maar toch proper. Vlak naast de camping ligt het stedelijk zwembad.’
5. Evora Monte
‘Met een Nederlandse uitbater – wat niet betekent dat er veel Nederlanders zouden zijn. Keurige camping, met vlakke plaatsen (wat niet op elke camping het geval is), hoewel het een camping in twee etages is. Er is een klein zwembadje.’
6. Castelo de Vide
‘Ook hier een Nederlandse eigenaar. Joop is een vriendelijke man, die zijn kampeerders graag info geeft over de regio. Uitgestrekte natuurcamping met groot terrein voor tentkampeerders, een vijver en een zwembad bij een gîte. Over de camping kan je tot het dorp wandelen.’
7. Valencia de Alcantara
‘Mooie, redelijk grote, maar een beetje afgelegen camping. Een heel stuk buiten Valencia.’
8. Cáceres
‘Gelegen aan de rand van de stad, tegenover een bushalte. Heel mooi, met privésanitair op elke ruime kampeerplaats (douche en toilet, zelfs met toiletpapier).’