B R O N N E N door Jos Tilley

Laatste BBBIBBBERTOCHT PASAR OPWIJK '24-'25
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
We zouden wandelen langs de bronnen
Van de Nijverseel- en de Regenwortelbeek,
Alsof het iets voor ontdekkingsreiziger
Henry Morton Stanley leek.
Een gezwinde gids voorop
Gaf het snedig tempo aan.
Gelukkig hadden we wat koekjes bij
Of een banaan voor tussendoor.
We liepen in elkanders ganzenspoor
Waar het smal en drassig was.
We veegden onze modderschoenen
Af aan taai, hardnekkig wintergras.
De bomen in de verte stonden ons
Als richtpunt naderbij te wenken.
Soms was het stil, je hoorde haast
De medestappers diepe dingen overdenken.
Al wandelend spreken mensen vlotjes
Anekdotes uit hun dagelijkse kleine leven uit.
Het is een drang om eigen leed en vreugde
Mee te kunnen delen, als een vogeltje dat fluit.
De beken die we volgen spoelen onze zorgen
Geruststellend naar rustig, stilstaand water door.
We zijn zeer duidelijk de bron van kleine waterloopjes
Die ons zozeer kunnen verkwikken op het spoor.
In plassen, veldwegbreed, zien we onszelf,
Weerspiegeld, als het ware dubbel gaan.
In de bewoondere wereld sturen we, tevreden,
Op de torens van ons welbekende kerken aan.
Het is in dit landschapsschilderij het jaargetij
Van hier en daar een hazelaar die bloeit.
Kijk daar! Een reetjespaar dat al lentevrolijk
Door de weidse Vlaamse kouters stoeit!
We ziensneeuwklokjes die groepsgewijs en witjes
In de schaduwplekken van het speelbos staan.
We zien hoe waterhoentjes voor de kudde wandelaars
Die wij zo talrijk zijn op vlucht beginnen slaan.
Als afsluiter is er voor iedereen jenever,
Heel lekkere koekjes, koffie, vele soorten taart.
Bedankt, Pasaar! We winden er geen doekjes om:
Zo’n wandeling is mèèr dan zijn gebibber waard!