Bivakkeren? Da’s genieten!
Dat je over heel Vlaanderen gratis kan kamperen op bivakzones is voor velen een geheim. Nochtans is dit dé legale manier om het vrije gevoel van wildkamperen ook in België te ervaren. Maya Toebat test het uit voor Pasar in het Meerdaalwoud in Vlaams-Brabant. Je leest er alles over in Pasar Camper en Kamperen van december 2024.
- Kamperen
Wat een geluk is het om mijn rugzak in te laden, de deur achter me dicht te trekken en gewoon te beginnen wandelen. Ik woon in Heverlee en het Meerdaalwoud, waar ik een weekend zal kamperen, is zowat het verlengde van mijn tuin. Op microavontuur gaan in mijn eigen streek: ik heb het al vaker gedaan en iedere keer zorgt voor een nieuwe kijk. Opeens ziet het vertrouwde arboretum er zoveel specialer uit bijvoorbeeld.
Toch verval ik ook bij die kleine avonturen snel in mijn comfortzone. Zo zijn er twee bivakzones in het Meerdaalwoud, maar keer ik altijd terug naar dezelfde, ‘De Steenberg’. Daarom ga ik dit weekend voor het eerst op zoek naar de tweede kampeerplek, ‘Het Spoor’, dicht bij de Waalse grens. Het is een bijzondere ervaring, want het bos waar ik zal overnachten, ligt pal tussen waar ik opgegroeid ben en waar ik nu woon.
Als jagers-verzamelaars
Voor het avondmaal hebben we een aperitief voorzien, luxe tijdens het bivakkeren. Een Slovaakse familie is net klaar met bbq’en en laat het kampvuur voor ons smeulen. Tijd om onze oogst boven te halen: zakken vol kastanjes, die zoveel beter smaken in het open vuur. We voelen ons echte jagers-verzamelaars.
Het is echt opvallend hoe snel je in een basic modus komt, waar wandelen, eten, drinken en slapen alles zijn wat telt. Het is nog maar negen uur, maar we zijn doodop en na een laatste bezoek aan het gammele ecotoilet kruipen we in de slaapzak. Hoewel een dun kampeermatje weinig weg heeft van een comfortabel bed slapen we de klok rond.
Jagers en hertogen
We worden wakker van de kraaien en het gerommel van de andere bivaktent én een schattige buurtkat. Die springt nog net niet in onze rugzakken als we ons klaarmaken om te vertrekken voor een lus door de zuidoostelijke kant van het Meerdaalwoud.
Daar overheersen de plechtige beukendreven, die zo kenmerkend zijn voor dit bos. Het uitgestrekt drevenstelsel werd in de 18de eeuw aangelegd door de hertog van Arenberg. Dat er nog meer geschiedenis hangt in het Meerdaalwoud blijkt tijdens onze middagpauze op de Tomberg, waar bijlen uit het middenneolithicum zijn opgegraven.
De Tomberg is het tweede hoogste punt van het bos, wat betekent dat het vanaf hier sowieso bergaf gaat (letterlijk dan). Voor we het weten brengen onze voeten ons weer in de bewoonde wereld, naar het station van Sint-Joris-Weert. Dat heb je met een microavontuur: onderweg staat de tijd stil, maar veel te snel komt er weer een einde aan. Toch is het Meerdaalwoud groot genoeg om meerdere dagen door te dwalen - iets wat je nog zelden vindt in Vlaanderen. Een gelukkige uitzondering én een perfecte bivakstop.