De wieg van Bruegel
Licht glooiende landschappen met bossen, akkers en prachtige broeken in de Limburgse Kempen: daar stond de wieg van Pieter Bruegel de Oude. Daar waar de provincies Limburg en Noord-Brabant elkaar raken, gaan we op prospectie voor het septemberweekend van Pasar Kampeerclub Zaventem-Mechelen.
- Kamperen
Camping Kempenheuvel in Bree is de ideale uitvalsbasis om de Limburgse Kempen te verkennen. Dus ontmoet ik Luc Caluwaerts, Martine Smolders, Gerrit Vanderschommen en Gerda Van Der Sype aan de ingang van deze rustige en groene plek. Dit wordt trouwens ook hun stekje tijdens het septemberweekend van kampeerclub Zaventem-Mechelen. ‘Er is steeds één bestuurskoppel verantwoordelijk voor de organisatie van het weekend’, vertelt Gerrit. ‘Deze keer zijn Gerda en ik dat. Als we prospectie doen, proberen we een week door te brengen in de regio. Op die manier hebben we tijd genoeg om te ontdekken en een gevarieerd programma samen te stellen.’ Nieuwsgierig naar wat dit gevarieerde programma dan welte bieden heeft, gaan we op pad.
Stop 1: Vallei van de Abeek
Als we de vallei van de Abeek in Reppel naderen, frons ik even mijn wenkbrauwen. Een oorverdovend geluid overstijgt onze stemmen. ‘De F16’s van de vliegbasis Kleine-Brogel’, duidt Luc. Als het geluid wegebt, genieten we van de stilte. We staan aan één van de ingangen van het Broekbos in de vallei van de Abeek. Deze beek is een van de meest natuurlijke laaglandbeken die Vlaanderen nog rijk is. Hier kan en mag de beek trouwens buiten haar oevers treden, waardoor de lager gelegen dorpen gespaard blijven van overstromingen. Het is er moerassig, maar de vlonderpaden houden onze voeten gelukkig droog. We ruiken het vocht en als we even stilstaan, merken we dat dit gebied de biotoop van heel wat insecten is.
‘We kwamen hier tijdens ons prospectieweekje eerder toevallig voorbij en werden aangetrokken door de houtsculpturen langs de dreef. Zo ontdekten we ook het natuurgebied’, vertelt Gerda. Die sculpturen vallen inderdaad op. Ze zijn van de hand van verschillende kunstenaars en verwijzen naar diverse taferelen, typisch voor de regio. We werpen nog even een blik op de Reppelmolen, een van de oudste onderwaterslagmolen van ons land, voor we onze tocht verderzetten, richting Peer.
Monshofstraat in Reppel (Bocholt). www.visit.bocholt.be
Stop 2: Pieter Bruegel achterna
‘Die kleine wegen die door het landschap kronkelen, spreken me hier enorm aan’, vertelt Gerrit voor we Peer bereiken. En ik kan hem geen ongelijk geven: het landschap met bossen, akkers en weiden is aantrekkelijk. In Peer worden we verwelkomd door De Reus der Kempen. ‘Een herinnering aan het woelige verleden van de stad’, zo krijgen we te horen bij de toeristische dienst van de stad. De toren met zijn 202 trappen beklimmen? Dat staat vandaag niet op ons programma. Wel willen we alles weten over Pieter Bruegel de Oude. ‘We zijn bijzonder trots op ons Pieter Bruegelmuseum. Hier hangen alle werken van Bruegel in reproductie op ware grootte’, vertelt de onthaalbediende. Waarom dit museum in Peer is? ‘Grondig onderzoek wijst uit dat de wieg van deze grote Vlaamse schilder in deelgemeente Grote Brogel stond.’ Met audiogids in de hand bezoeken we het kleine, maar bijzondere museum.
Bruegelmuseum, Markt 15 in Peer. www.visitpeer.be
Stop 3: Dieren in nesten
Na deze portie kunst is het tijd voor iets heel anders. We brengen een bezoek aan het Natuurhulpcentrum in Opglabbeek. Bioloog Frederik Thoelen geeft ons een rondleiding in wat ooit het decor was van het tv-programma Dieren in Nesten. Afrikaanse oehoe’s, dwergkonijnen, duiven, een raaf en leeuwen staren ons aan. ‘85% van wat we hier opvangen, zijn wilde dieren en 15% exoten. Voor de wilde dieren zijn we vooral een ziekenhuis, voor de exoten meestal puur een opvangcentrum tot we hen kunnen plaatsen. We zien het aantal exoten jaar na jaar stijgen en moeten ook vaak ‘neen’ zeggen door plaatsgebrek’, legt Frederik uit. Dat dit opvangcentrum nodig is, blijkt duidelijk uit het aantal helpende handen dat hier dag en nacht in de weer is. ‘We hebben 18 mensen in dienst, kunnen rekenen op heel wat stagiaires en een 150-tal vaste vrijwilligers. Vermits we gespecialiseerd zijn in interventies moeten we ook ten alle tijde kunnen uitrukken, bijvoorbeeld voor een aangereden reetje’, geeft de bioloog mee. Of hier soms zeldzame dieren binnenkomen? ‘Het zeldzaamste wilde dier was een wilde kat.’ Fijn om een blik achter de schermen te kunnen werpen van dit mooie project.
Natuurhulpcentrum, Industrieweg Zuid 2021, Oudsbergen (Opglabbeek). natuurhulpcentrum.be.
De eerste drie zondagen van september zijn het opendeurdagen.
Stop 4: Hoefijzers brengen geluk
Voor onze laatste stop hoeven we niet te kiezen tussen dieren en kunst. We gaan voor een zeer bijzondere combinatie van de twee! Wat verscholen tussen de velden staan drie paarden, gemaakt uit hoefijzers. We bekijken de dieren van alle kanten, maar hebben het raden naar de kunstenaar en de oorsprong ervan. Tot Lambert Soors met een brede glimlach uit zijn huis komt en op ons af stapt. Als we hem om wat meer uitleg vragen, hebben we al snel door dat de werken even bijzonder zijn als de kunstenaar zelf. ‘Het project is begonnen als een grap’, vertelt de voormalige hoefsmid. ‘Als origineel verjaardagscadeau voor een vriend maakte ik een paard in hoefijzers. Toen ik begon, wist ik niet goed waar ik zou uitkomen’, lacht hij. ‘Eerst dacht ik enkel de kop te doen, maar ik maakte steeds een stukje bij. De anatomie klopt trouwens.’ Van het een kwam het ander en intussen staan in Lamberts voortuin een drachtige merrie, een hengst en een veulen, samen goed voor bijna 3000 hoefijzers. ‘Wie zin heeft om te zoeken, kan de namen van de dieren ontdekken.’ Of Lambert hier ooit een bordje met uitleg zal bijplaatsen, ‘Neen hoor, laat dit maar wat mysterieus wezen’, knipoogt hij.
Roesstraat 26 in Oudsbergen (Opglabbeek)