God save the Cotswolds
Denk Father Brown. Denk Downton Abbey. Denk Grantchester en All creatures great and small van James Herriot. Britser dan dat vind je het nergens: de Cotswolds, de Engelse country-side op z’n mooist. Thomas De Boever, vrouw Els en hond Gaston trokken ernaartoe met hun camper en genoten van de rust en de geschiedenis.
- Kamperen
De Britten hebben geen lessen nodig als het gaat over beschermen van erfgoed; daarin zijn ze steengoed, beter dan wij, laaglanders. Ik merk het al als ik in Gent vertrek: op de Vrijdagsmarkt in Gent wijst de hand van het standbeeld van Jacob van Artevelde vastberaden naar het oosten. Al meer dan een eeuw richt hij zijn bronzen blik zich op het beloofde land van kastelen, historische huizen, idyllische dorpen en ongerepte natuur; een rijk erfgoed, gesponnen uit de wol van lokale schapen. De grootste schatten van het Britse erfgoed vind je in de Cotswolds. Dit gebied is bezaaid met pittoreske dorpen, kerken en kastelen. En over schapen gesproken? Ze zijn met zoveel dat je bijna zou denken dat ze hier de meeste zetels hebben in the House of Lords. En oh ja, honden, die verwende viervoeters, lijken te denken dat de hele Cotswolds hun persoonlijke speeltuin is.
Traag is mooi
Gent is mijn startplaats. We vertrekken rond de middag om de boot van vier uur te halen in Duinkerke. Reizen doe je - als het even kan - langzaam en mooi. Ook al is het slechts voor vier dagen, we gaan om even te vertragen. En dat doe je het beste door traag te starten. DFDS heeft verschillende overtochten per dag, zowel vanuit Calais als uit Dover. De vakantie begint: de camper staat veilig in het ruim en onze hond, Gaston, moet verplicht in de wagen blijven. Voor ons start Engeland met een verse portie fish and chips aan boord, terwijl we genieten van de kalme deining van het Kanaal.
Vanuit Dover, slechts één advies: keep left. De route naar de Cotswolds loopt over de M25, de ringweg van Londen alias de London Orbital. Deze route is de meest gebruikelijke manier om vanuit het zuidoosten van Engeland naar de Cotswolds te reizen, waarbij je de drukte van het centrum van Londen vermijdt en toch een snelle en efficiënte verbinding hebt naar de M4 en verder naar de Cotswolds. De eerste keer schaapjes tellen gebeurt op 54 hectare glooiend, bebost boerenland dat uitkijkt over de Evenlode Valley en Wychwood Forest, een voormalige boerderij met de passende naam Cotswold View, omgebouwd tot een vakantieoord.
Van nationaal belang
De volgende ochtend hebben we een afspraak met Cotswold Voluntary voor een geleide wandeling, we vertrekken bij de Bruern Farmshop. Voor de eerste keer zien we bij klaarlichte dag wat de Cotswolds te bieden hebben. We rijden door de natuurlijke schoonheid die zo typisch is voor deze streek. Glooiende heuvels en uitgestrekte velden, bezaaid met kleine dorpjes: ideaal voor wandelaars en natuurliefhebbers. Hagen en kleine bossen bieden een habitat voor vogels en andere wilde dieren, terwijl kronkelige landweggetjes leiden naar nog kleinere gehuchten.
De Cotswolds is een beschermd natuurgebied, officieel aangemerkt als eenArea of Outstanding Natural Beauty (AONB). Dat betekent dat het landschap van de Cotswolds van nationaal belang is vanwege haar natuurlijke schoonheid en daarom beschermd wordt om het behoud van al die flora, fauna en het historisch landschap te garanderen. Dit gebied strekt zich uit over meerdere graafschappen in Engeland. Je zou hier elk moment een graaf kunnen tegenkomen, of een prinses gered door een ridder… We moeten het echter doen met de schapen. Ook niet slecht.
Een keer op de boerderij zien we meteen de Cotswold Voluntary Wardens, vrijwilligers die in Engeland de Cotswolds onderhouden en beschermen. Ze beheren wandelpaden, behouden natuurlijke habitats, bieden educatieve programma's aan en werken samen met lokale gemeenschappen om het gebied duurzaam te bevorderen. Bovendien bieden ze gratis begeleide wandelingen aan, ideaal om de streek een eerste keer te ontdekken.
Je verwacht misschien een groep Britten in stijve tweed pakken, netjes gekamd en met gepoetste schoenen. Vervang dit beeld door wandelkledij, inclusief glimmende wandelschoenen, stevige laarzen, een keurige hoed, een wandelstok en misschien zelfs een thermoskan thee, en voilà: het perfecte plaatje van een Britse wandelaar in de natuur. We zijn er helemaal klaar voor, hond Gaston kwispelt al. Heerlijk, denken we, maar dan komt de teleurstelling: honden zijn niet toegelaten op de wandeling. Jammer, maar het zij zo. We verkennen de buurt en het natuurpark dat erlangs ligt dan maar zelf. Meteen valt op dat de hond, die niet toegelaten is op de wandeling, hier in de buurt bijzonder populair is. Meerdere exemplaren lopen ons dolgelukkig voorbij. Hun baasjes volgen op afstand, alsof leibanden hier slechts een suggestie zijn, zelfs in een natuurgebied. Vreemd… H onden aan de lijn in een natuurgebied, dat is toch de regel?
Je zou je haast in de Vlaamse Ardennen wanen, met dezelfde glooiingen en hetzelfde groen, alleen veel uitgestrekter en met minder bebouwing. Hier lijkt het alsof er achter elke boom een goblin of kabouter tevoorschijn kan springen. En weer blijft het bij schapen. En zoals iedereen weet: als één schaap over de dam is, volgen er meer… Kijk, daar komt ons gevolg al aan! We hebben hier met vrienden afgesproken die ons vergezellen op deze trip. Ze arriveren precies op tijd op de boerderij voor de lunch. Heerlijk, smaakt alles, hier bereid met producten van de boerderij – hoe kan het ook anders?
Stiff upper lip
De eerste stop na de lunch brengt ons langs smalle baantjes naar Batsford Arboretum, een toonbeeld van Britse tuinierkunst en deel van het historische erfgoed van de Mitford-familie. Nancy Mitford, zelf een lid van deze aristocratische clan, heeft in haar boeken uit de jaren 1940 en 1950, zoals The Pursuit of Love (1945) en Love in a Cold Climate (1949), een wereld geschetst waarin de intriges en het sociale spel van de aristocratie zich ontvouwen tegen een achtergrond van uitgestrekte landgoederen en weelderige tuinen. Als je hier ronddwaalt van boom naar boom voel je de geheimen en de samenzweringen van de stiff upper lip rond je heen. De esthetiek en (upper)class van de Britse adel worden duidelijk in elk zorgvuldig onderhouden hoekje van het arboretum.
Britten en hun tuinen, dat is een serieuze zaak. Britse tuinen zijn vaak ontworpen volgens een informele lay-out met een rijk gevarieerde beplanting, waardoor het lijkt alsof de hand van de mens bijna afwezig is. Ze voelen heel natuurlijk aan. Engelse tuinen zijn bedoeld om een romantische en natuurlijke uitstraling te creëren, in scherp contrast met bijvoorbeeld Franse tuinen die gekenmerkt worden door strakke lijnen en formele patronen. Batsford, met zijn organische paden en zeldzame bomen, belichaamt die typische Britse benadering van tuinieren helemaal. Ongedwongen schoonheid van wilde flora krijgt hier de voorrang.
Schaapjes tellen
We rijden door naar Stow-on-the-Wold, waar we voor het eerst van dichtbij kennismaken met de honinggele typische steen voor dit gebied, een fundamenteel onderdeel van het landschappelijke karakter van de Cotswolds. Het marktplein in het centrum van het stadje is indrukwekkend en dient al sinds 1107 als marktplaats, een status die het verkreeg door een handvest van koning Hendrik II. Dit charmante plein herinnert aan de dagen dat Stow-on-the-Wold het bruisende centrum was van de wolhandel in de regio.
Een bijzonder aspect van de lokale geschiedenis is dat er op zo’n marktdagen tot wel 20.000 schapen werden verkocht. Deze schapen werden door smalle steegjes of tures naar het plein geleid. Deze steegjes waren strategisch ontworpen om de schapen gemakkelijk te kunnen tellen en controleren voordat ze verkocht werden. Tegenwoordig vind je er vooral ijsjes en winkels voor de begeleiders van de schapen, de trouwe viervoeters, die hier in de Cotswolds wel veel aandacht krijgen. Wat me wel wat stoort - maar dat is een persoonlijke mening - is dat koning auto die hier toch nog zeer dominant aanwezig is. De Land Rover Defenders begrijp ik nog; deze iconische 4x4’s zijn hier net zo thuis als de schapen. Deze blokken op vier wielen passen perfect bij het robuuste en landelijke karakter van deze streek. Maar de rest van de keurig net op z’n Brits geparkeerde auto's verstoren het uitzicht wel.
Wildkamperen? Geen goed idee
Tijd om de camper zijn verdiende nachtrust te geven. Dat kan op de Moreton-in-Marsh Caravan and Motorhome Club Campsite. Ik schrik bij het oprijden dat deze camping zo vroeg in het seizoen al zo vol zit. Vrijstaan blijkt niet zo’n goede oplossing; in de Cotswolds zijn de regels voor het parkeren en overnachten in campers strikt gereguleerd door de lokale autoriteiten. Wildkamperen met een camper is zonder uitdrukkelijke toestemming van de grondeigenaar niet toegestaan; de Engelse wetgeving vereist dat je toestemming hebt om op privéterrein te verblijven. Maar da’s geen probleem: campings zijn er genoeg.
Deze camping maakt deel uit van de Caravan and Motorhome Club, opgericht in 1907, een toonaangevende organisatie die zich inzet voor de belangen van caravan- en campergebruikers in het Verenigd Koninkrijk. Dat vertelt Phil me toch. Hij is de uitbater van deze plek. De club heeft meer dan één miljoen leden en biedt voordelen op 2.700 aangesloten campings, waarvan velen, logischerwijs, in de UK. ‘Het is meer dan alleen een dienstverlenenden organisatie’, beweert Phil, ‘het is een gemeenschap waar liefhebbers van het buitenleven en reizen samenkomen om ervaringen, verhalen en tips te delen.’ Wij krijgen hier alvast de tip mee om morgen naar Broadway te gaan. Dat leek me wat ver, maar het is vlakbij, slechts enkele kilometers van hier.
Op naar Broadway!
De volgende morgen blijkt Broadway niet alleen een dorp te zijn, maar ook een toren te hebben: de iconische Broadway Tower. Deze toren, gebouwd in de typische honinggele Cotswold-steen, is een landmark in de streek. ‘De Broadway Tower werd voltooid in 1798 en is ontworpen door de befaamde Engelse architect James Wyatt. Het project werd gefinancierd door George William, de zesde graaf van Coventry, die wilde weten of zijn vrouw, Lady Barbara Coventry, de toren vanuit hun huis in Croome Court, ongeveer 35 kilometer verderop, kon zien’, vertelt ons Graham Thorp, die zichzelf tower guard noemt. ‘Oorspronkelijk werd hij gebouwd als een folly, een toren zonder echte functie, en werd hij gebruikt als vakantie- en jachthuis.’ Ik begrijp uit de uitleg van Graham vooral dat er veel en zwaar gefeest werd.
Uit de kunst
In de 19de eeuw werd de toren een toevluchtsoord voor kunstenaars zoals William Morris en Dante Gabriel Rossetti, prominente leden van de Pre-Raphaelite Brotherhood. Zij gaven de toren zijn oorspronkelijke bestemming weer terug, namelijk een plek van creatieve inspiratie en feest. De verhalen over de levendige en soms excentrieke levensstijl van deze kunstenaars steken wat af tegen de lieflijke taferelen van de grazende schapen die je hier nu ziet.
We laten de feesttoren achter ons en gaan een stukje wandelen. De Cotswold Way National Trail ligt hier aan de voeten van deze gele reus. Deze trail is een langeafstandswandelroute in Engeland met een lengte van ongeveer 164 kilometer in het metrieke stelsel of 102 Engelse mijlen. De route loopt van Chipping Campden in het noorden tot Bath in het zuiden en biedt wandelaars een totale ervaring in de Cotswolds. We zullen de komende dagen de trail nog verschillende keren kruisen. Hier doen we een kort stukje. We verliezen de toren, die op de tweede hoogste heuvel van deze streek staat, niet uit het oog. Wie dat wel kan, bijvoorbeeld door te wandelen tot in Winchcombe, ongeveer 13 kilometer (8 mijl) verderop, zal afwisselend door bossen en weilanden trekken.
Na een uurtje stappen keren we terug naar onze camper om Broadway dorp te ontdekken. We weten dat er bij de toren ook een atoomschuilkelder is die je kunt bezoeken, maar die is alleen geopend in het weekend en op feestdagen. Vandaag lukt het dus niet. We houden het vreedzamer en Els plukt onderweg wat wilde daslook. Die Allium ursinum - want dat is de Latijnse naam - in de Cotswolds toont aan dat de natuur hier zijn gang kan gaan. Wilde daslook groeit goed in vochtige, schaduwrijke bossen. De overvloed hier erop wijst dat deze bossen hier in goede conditie zijn, met een gezonde bodem en geschikte omstandigheden voor diverse plantensoorten. Eigenlijk moet je de toestemming hebben van de landeigenaar. We hopen dat zijn schapen ons niet verklikken, maar we zijn eerbiedig en nemen niet te veel mee. We doen een vlugge tussenstop in Broadway, pikken een snelle lunch mee op bij Crown & Trumpet, bezoeken de kerk en flaneren door een van Engelands mooiste dorpen. Zo liggen er hier nog wel een paar, met die warme gele stenen en veel weemoed naar vroeger.
We laten het dorp voor wat het is en gaan richting Lady Elizabeth Ashcombe, de huidige kasteeldame van Sudeley. Haar toewijding aan het behoud van dit erfgoed is bewonderenswaardig. Hier zie je pas wat erfgoed voor de Engelsen betekent. Het gaat hier niet alleen over stenen, maar ook over hun tuinen. En ja, de tuinen rond Sudeley Castle zijn een schitterend voorbeeld van Engelse landschapskunst. Verspreid over 10 unieke tuinen vind je er een rijke variatie aan flora, van weelderige rozentuinen tot aromatische kruidenbedden. Deze tuinen maken naadloos de overgang van het historische kasteel naar de omliggende natuur. Dat maakt van je bezoek een magische ervaring is.
Queen of England
Betoverend… tot we in de laatste tuin komen: die valt wat tegen. Opgezette dierenpoppen heten ons welkom. Eerlijk? Het voelt een beetje als mislukte Halloween-decoraties. Persoonlijk vind ik dat deze roemrijke geschiedenis geen vleugje kermis nodig heeft. We gaan terug richting het kasteel, waar de kapel aan de linkerzijde onze aandacht trekt. De kapel van St. Mary verbergt een bijzonder verhaal. In 1782 ontdekte men er het graf van Catherine Parr, de zesde en laatste echtgenote van koning Hendrik VIII van Engeland. Catherine Parr overleed in 1548. Opmerkelijk: zij is de enige koningin van Engeland die op privéterrein ligt begraven. Mede door deze ontdekking kreeg deze plek een bijzondere inkleuring. Na enkele gebedjes kan je het kasteel verder bezoeken. Een deel ervan vertelt de bijzondere geschiedenis van deze plek. Hier leer je niet alleen over de adellijke bewoners, maar ook over de veerkracht van het Britse erfgoed - en hun aanhoudende liefde voor perfect gemanicuurde tuinen.
We trekken verder dwars door het hart van de Cotswolds, richting Far Peak Camping. Deze camping is een populaire bestemming voor zowel kampeerders als bezoekers die van outdooractiviteiten houden. Er is een klimmuur, een fitnessruimte en een bar. Wij komen echter voor de rust. Die vind je hier ook op de prima staanplaatsen op deze weidse camping. Het landschap is een beetje veranderd: minder heuvelachtig, minder sprookjesachtig.
Aan de drukke Rivièra
De volgende ochtend gaat het richting Greystones Farm. Deze actieve boerderij ligt bij het dorp Bourton-on-the-Water. Bij aankomst in het dorp worden we naar een grote parkeerplaats op een grasveld geleid. Een beetje vreemd, zo’n enorme parking voor dit slaperige dorpje… En ze is zo vroeg nog bijna leeg. ‘Dat zal straks wel veranderen’, bezweert de puberende parkeerwachter met overslaande stem. We lachen het weg en gaan naar de boerderij. Die ligt midden in een natuurreservaat. De wandelpaden die er zijn aangelegd, verwelkomen de bezoekers in en rond deze plek. We volgen een stukje en passeren borden waarop duidelijk wordt dat deze plek reeds bewoond werd in de IJzertijd.
We hoopten op schapen, maar kregen koeien. We wandelen tot aan de rivier de Eye, een mager stroompje waar kinderen (en honden) kunnen pootjebaden. Dit is het Engelse platteland in al zijn schoonheid. Bij de terugweg pikken we op de boerderij een verse milkshake mee. Beter met koeienmelk dan met schaapsmelk, denken we stiekem.
Op de terugweg botsen we op de parkeerjongen. ‘Told you so’, zegt hij triomfantelijk. Hij heeft gelijk: de parkeerplaats staat barstensvol. Wat dat betekent, beseffen we pas echt als we de dorpsstraat ingaan. Wat een volk, wat een kudde! Dit is niet meer leuk. Het pittoreske dorpje, opnieuw in de honingkleurige stenen, krijgt een bittere nasmaak van massatoerisme. De rivier de Eye lijkt hier meer op de Turkse Rivièra dan op het rustige stroompje dat we eerder zagen. Dat dit een heel mooi, idyllisch dorpje is, is duidelijk. Maar te veel is te veel. We gaan nog vlug een antiekwinkeltje binnen, maar eigenlijk willen we weg, beseffen we opeens. Nu we toch tussen de massa zitten, gaan we naar de hoofdstad van deze regio. Van de IJzertijd naar de Romeinse tijd: Cirencester, vaak beschouwd als het hart van de Cotswolds, is een marktstad vol karakter en met een rijke geschiedenis. Deze stad, ooit de tweede grootste stad in Britannia tijdens de Romeinse tijd, heeft prachtige architectuur en historische bezienswaardigheden. Een ervan is de kerk van St. John the Baptist, natuurlijk ook weer in de typische gele steen. Voor de kerk is een klein marktje gaande. Leuk, maar de vele winkeltjes verspreid rond de kerk trekken iets meer onze aandacht.
Lief voor honden
We botsen weer op honden. Hondenwinkels, bordjes met ‘dogs welcome’, en nog meer honden. Gaston, onze herder, kan het allemaal gestolen worden. Hij heeft meer interesse in de etalages - en de geur - van de plaatselijke slagerij. De beenhouwerij Jesse Smith maakt traditionele worsten van het Gloucestershire Old Spot varken, vertelt ons Jack, de slager die in zijn deurgat staat. ‘Natuurlijk verkopen we ook schaap, maar onze varkens mogen er ook zijn.
De Gloucestershire Old Spot vind je alleen in deze regio. Dit ras is afkomstig uit Gloucestershire, hier niet zo ver vandaan, en wordt geprezen om zijn sappigheid en smaak’, zegt hij met glinsterende ogen. ‘Het wordt ook steeds populairder onder kleinschalige boeren en in duurzame landbouwpraktijken vanwege zijn robuustheid en het vermogen om goed te gedijen op onze weien.’ Nooit gedacht dat een slager zo lyrisch kon worden. We kopen wat worsten voor op de BBQ, gaan nog langs in het enorme park naast de kathedraal en rijden dan richting onze volgende camping.
Worstjes en verhalen op de BBQ
De glinstering uit de ogen van de slager verschijnt opeens ook in de ogen van Nick, de uitbater van Cotswold Lakes Camping, als ik hem vertel dat hij deze avond maar moet aanschuiven voor een worst van Jesse Smith. Ik moet de man van achter zijn toog slepen voor een babbeltje. Deze camping is rond een brouwerij gebouwd. De brouwerij was er eerst, daarna volgde de camping. Als Nick ’s avonds zijn tanden in de worst zet, begint hij meteen te vertellen. ‘Deze streek heeft zich historisch ontwikkeld...’ begint hij. ‘Of nee: ik zou beter zeggen dat ze werd vergeten. Eigenlijk is deze streek aan de industriële revolutie ontsnapt.’ De geboren Cotswoldian eet en vertelt met passie. ‘De Cotswolds liggen te midden van enkele van de belangrijkste plekken van die revolutie, zoals Londen en Birmingham.
De nabijheid van deze grote centra speelde een cruciale rol in het behoud van het historische karakter, de Cotswolds zelf konden grotendeels agrarisch blijven. Hoewel steden en regio’s in de buurt snel industrialiseerden, behielden de Cotswolds hun landelijke charme en traditionele architectuur. De afwezigheid van zware industrie en de vroege toewijding aan natuurbehoud hielpen om de natuurlijke schoonheid en het historische erfgoed intact te houden. Hierdoor zijn de uitgestrekte landschappen en historische gebouwen uit de middeleeuwen en de Tudor-periode goed bewaard gebleven. Deze streek is een mooi voorbeeld hoe je met erfgoed kan omspringen.’ Ik moet de man gelijk geven. Nick stelt voor om de worst door te spoelen met zijn eigen lokaal gebrouwen bier. ‘Hoe smaakt het?’ vraag ik. ‘Dat kan ik je niet vertellen’, zegt hij, ‘dat moet je proeven.’ Hij heeft helemaal gelijk: als je wil weten hoe het smaakt, moet je het gewoon komen proberen.
Thomas langs de Thames
De volgende ochtend doen we een wandeling die Nick ons heeft aangeraden. We passeren verschillende grote plassen die aangelegd zijn om grind te winnen voor de snelwegen. We volgen wat kleine weggetjes en komen aan het Thames Path. We zijn hier vlak bij de bron van de machtige rivier, die hier nog een dorpsbeekje is.
Tijdens de wandeling horen we ook gekrijs van op de stranden; hier ligt ook het Cotswold Country Park and Beach. Da’s het grootste openbare strand in het binnenland van het Verenigd Koninkrijk en het biedt een zandstrand aan de oevers van een van de meren in het park. Bezoekers kunnen hier genieten van zwemmen, zonnebaden en andere strandactiviteiten, maar wij genieten liever van de stilte en zetten onze wandeling langs de Thames voort.
Het thuisfront roept. Het einde van deze vierdaagse uitstap komt eraan. We vertrekken terug richting Dover en doen nog een onvermijdelijke stop in Oxford. De universiteitsstad ligt niet meer in de Cotswolds, maar is wel de poort ernaartoe. Een korte stop is hier een aanrader, al zullen de wijsheden hier niet over varkens, honden of schapen gaan.
4x kamperen in de Cotswolds
1. Cotswold View Caravan and Camping
Cotswold View ligt op een oude boerderij met 54 hectare aan vredige, beboste landbouwgrond. De camping beschikt over elektrische aansluitpunten voor caravans, campers en tenten, en comfortabele kampeerpods. Voorzieningen omvatten speeltuinen, een tennisbaan, spelletjeskamer, hondenpark, wasgelegenheden, een voedselwinkel, en gratis wifi, ideaal voor gezinnen en groepen die willen genieten van de natuurlijke schoonheid van de Cotswolds.
• Banbury Hill Farm, Enstone Road, Charlbury, OX7 3JH, Oxfordshire
2. Moreton-in-Marsh Caravan and Motorhome Club Site
In een aantrekkelijke bosrijke omgeving met een open sfeer is deze camping slechts een korte wandeling verwijderd van het levendige marktstadje Moreton-in-Marsh. De camping biedt faciliteiten zoals een speeltuin, barbecueplaatsen en is volledig toegankelijk voor mensen met een handicap. Geschikt voor gezinnen en liefhebbers van rust, met goede transportverbindingen naar Oxford en Londen. Ideaal voor fietsers en wandelaars die willen genieten van de natuurlijke schoonheid van de Cotswolds. Het enige nadeel: de camping ligt aan een drukke weg.
• Bourton Road, Moreton-in-Marsh, Gloucestershire, GL56 0BT
3. Far Peak Camping
Far Peak Camping biedt niet alleen kampeerplekken maar ook een scala aan sportieve activiteiten. Gasten kunnen genieten van faciliteiten zoals een klim- en bouldercentrum, een laag touwenparcours en boogschieten. Voor ontspanning is er een bar en café, bekend als ‘The Old Smokery’, die regelmatig live muziek en evenementen host. Het terrein is perfect voor actieve vakantiegangers die ook van de lokale cultuur willen genieten.
• The Hayloft, Far Peak, Northleach, Gloucestershire, GL54 3AP
4. Cotswold Lakes Camping
Cotswold Lakes Camping is een eco-vriendelijke camping in het hart van de Cotswold Lakes, ideaal voor liefhebbers van het buitenleven. Je hebt er basisvoorzieningen zoals warme douches en composttoiletten, en kan kleine apparaten opladen. In de Cotswold Lakes Brew Co. taproom direct op het campingterrein kan je genieten van bekroonde bieren en live muziek. Bij de attracties in de buurt hoort ook het Cotswold Country Park & Beach, perfect voor een verscheidenheid aan wateractiviteiten.
• Somerford Keynes, Cirencester, Gloucestershire
De torens van Oxford
Hoewel Oxford niet in de Cotswolds ligt, is deze universiteitsstad zeker een bezoek waard en ligt ze handig op de route van Dover naar de Cotswolds. Oxford, bekend als de ‘stad der dromerige spitsen’ is de thuisbasis van de wereldberoemde universiteit van Oxford, een van de oudste en meest prestigieuze universiteiten ter wereld. De stad is een rijke mix van geschiedenis, cultuur en architectonische pracht.
Verken de historische colleges, waaronder Christ Church, bekend vanwege de indrukwekkende kathedraal en de Great Hall die diende als inspiratie voor de Harry Potter-films. Bezoek de Bodleian Library, een van de oudste openbare bibliotheken in Europa, en bewonder de iconische Radcliffe Camera, een architectonisch meesterwerk.
Naast de academische en culturele bezienswaardigheden heeft Oxford een levendig stadscentrum met winkels, markten, cafés en restaurants waar je kan genieten van lokale en internationale gerechten. De stad bruist van leven, vol geschiedenis en wetenschap, maar ook gastronomie en ontspanning.