Zeven wonderlijke weetjes over het Zoniënwoud

1.  Het uitgestrekte Zoniënwoud ligt op amper tien kilometer van de Grote Markt van Brussel, geen wonder dus het bosgebied jaarlijks meer dan 1,5 miljoen telt. Om de druk van de vele bezoekers te verspreiden, worden bezoekers geleid naar een aantal vaste toegangspoorten.

2.  De best beschermde delen van het Zoniënwoud maken deel uit van de UNESCO werelderfgoedlijst. Het Werelderfgoedcomité heeft deze wouden erkend omdat ze gezamenlijk getuigen van de uitzonderlijke evolutie en impact die het beuken-ecosysteem in Europa heeft gekend sinds de laatste IJstijd.

3.  Het Brusselse deel van het Zoniënwoud telt nog altijd een stuk of veertig inheemse soorten zoogdieren, waaronder achttien vleermuissoorten. Vleermuizen zijn de meest bedreigde zoogdieren in Europa, dus dat is best bijzonder. Ook voor vossen, reeën en wilde everzwijnen vormt het een belangrijk leefgebied. Vrijwilligers, wetenschappers en boswachters monitoren de dieren en in het bijzonder de reeënpopulatie aan de hand van tellingen en sinds kort ook door een netwerk van wildcamera’s.

4.  Het everzwijn is terug van weg geweest! Het is een van de grootste wilde zoogdieren in Europa en voedt zich met eikels, kastanjes en beukennootjes, bovendien heeft het veel water nodig.  Het Zoniënwoud is dus een ideale leefomgeving.  Hun terugkeer is goed nieuws, want ze hebben een goede invloed op het ecosysteem van het bos. De kans dat je er eentje tegenkomt is heel klein, want het zijn heel schuwe dieren. 

5.  Dankzij de dikke bomen die uitstekende huisjes vormen, wonen er in het woud een honderdtal vogelsoorten, waaronder wel zeven verschillende soorten spechten. Kraaien, eksters, gaaien, spreeuwen en merels scheren door het luchtruim terwijl zangvogeltjes als de tuinfluiter, zwartkom, fitis, tjiftjaf en winterkoninkje zich schuilhouden in het struikgewas. Aan de vijvers kan je met wat geluk de opvallende ijsvogel spotten.

6.  De bijnaam van het Zoniënwoud is beukenkathedraal, het bestaat dan ook voor 70% uit beukenbos. Beuken van meer dan 200 jaar oud zijn er geen uitzondering. Zeventienduizend bomen hebben een omtrek van meer dan 2,5 meter en sommige zelfs van meer dan 4 meter.

7.  De majestueuze beuken laten weinig licht door en dat zorgt ervoor dat de donkere, zure leembodems maar weinig soorten groeien.  Op een aantal plekken is de bodem meer open, rijker en minder zuur. Daar vind je in de lente weelderige bloementapijten.  Wanneer de bosanemoon uitgebloeid is, komt dus ook in het Zoniënwoud op enkele plekken de boshyacint tevoorschijn. 

www.zonienwoud.be