Door de wind, door de regen… 14 tips om je tent vlot op te zetten

1. Timing en locatie
Korte, hevige bui? Even wachten is de beste strategie, zeker als je ergens kan schuilen. Denk ook na over waar je je tent opzet: vermijd lage plekken waar water zich kan verzamelen. En hou rekening met de windrichting, kwestie van zo weinig mogelijk regen naar binnen te laten slaan.

2. Slim inpakken
Steek binnentent, buitentent, tentstokken en haringen afzonderlijk in je rugzak. Zo kan je de stokken al monteren voordat je de binnentent uit je rugzak moet halen. Rol je tent ook altijd met de buitenkant naar buiten, zo blijft de binnenkant zo lang mogelijk beschermd van de regen. Vooraf gesloten ritsen voorkomen dat er bij het opzetten onnodig water naar binnen sijpelt.

3. Efficiënt opzetten
Oefening baart kunst en snelheid! Hoe sneller je je tent opzet, hoe minder tijd de regen krijgt om je spullen nat te maken. Wat mij betreft het beste excuus om vaak te gaan kamperen! Staat de binnentent van mesh recht, schud dan zoveel mogelijk waterdruppels af voordat je het buitendoek erover spant. Zet je tent zo strak mogelijk, zodat druppels mooi afparelen. Gebruik een handdoek van microvezel om de binnenkant van de tent na het opzetten droog te maken.

4. Slimme singles
Single wall-tenten bestaan niet uit een binnen- en buitentent, maar uit slechts één laag. Daardoor houden ze bij het opzetten meteen de regen buiten, al treedt er wel vaker condensatie op aan de binnenkant. Sommige specifieke tenten laten je als kampeerder toe om eerst de buitenkant op te zetten en daarna de binnentent erin te hangen. Wil je langere tijd in regenachtige regionen kamperen, dan valt zo’n tent te overwegen.

5. Binnen & buiten
Vermijd bij regen dat je vaak je tent in en uit gaat. Probeer taakjes buiten de tent - zoals water bijvullen - zoveel mogelijk te bundelen. Zo breng je niet telkens nattigheid in de tent. Doe je natte kleren in de voortent uit.

Meer tips over kamperen in de regen.

1.  Kies je tent slim 
In principe spelen twee factoren een rol: aerodynamica en stevigheid. Lage tenten met schuine wanden vangen minder wind. Dat wil niet zeggen dat een hogere tent helemaal niet geschikt is om bij felle wind te kamperen: veel hangt dan af van de robuustheid van de stof en de stokken - al betekent een stevig design meestal ook meer gewicht. Ook tenten met kruiselings geplaatste stokken doen het doorgaans goed in de wind.
Budgetvriendelijke tenten presteren in veel omstandigheden prima, maar zijn helaas zelden bestand tegen harde wind. Fabrikanten van zulke tenten beknibbelen vaak op de stevigheid van stof en stokken. 
Voor doorsnee kampeerders volstaat een degelijke allround tent. Enkel wie echt op zoek gaat naar winderige omstandigheden, zoals bijvoorbeeld in IJsland, heeft echt een gespecialiseerde tent nodig.

2.  Spot je locatie 
Kampeer bij stormweer weg van bomen, zeker als je dode takken of verdacht vermolmd uitziende stammen spot. Vermijd ook bergtoppen, kammen of valleien die de wind kunnen versterken. Zoek net natuurlijke windbrekers in het landschap, zoals rotsen of dichte struiken. Ben je met de auto? Dan kan je die gebruiken als windscherm.

3. Vlot je tent opzetten
Positioneer je tent met de smalste kant in de wind, zo is je tent op z’n meest aerodynamisch. Zet ze niet met de deuren in de wind. Wind erin betekent niet altijd wind eruit - en in het slechtste geval gaat je tent vliegen (ook dit weet ik helaas uit ervaring.) Zet de binnentent vast met haringen -eerst aan de windzijde - voordat je de stokken plaatst. Steek de haringen onder een hoek van 45 graden naar de tent toe voor maximale sterkte.

Wees niet zuinig met scheerlijnen: plaats alle scheerlijnen van je tent en overweeg extra scheerlijnen en/of haringen om de tent verder te verstevigen. Span de scheerlijnen aan en maak het tentzeil zo strak mogelijk om flapperen te voorkomen. Zware stenen op de haringen bieden extra stevigheid, maar leg ze nooit op de scheerlijnen of op het tentdoek zelf - dat laatste vergroot de kans op scheuren.

4. Even geduld…
Net als bij regen loont het soms de moeite om te wachten tot het minder waait.

5. Smart dressing
Zorg voor winddichte kleding en eventueel een (zonne)bril tegen opwaaiend stof.

6. Om je oren
Neem oordoppen mee om de huilende wind ‘s nachts te dempen.

7. EHBO-setje mee?
Een reparatiesetje en een rolletje ducttape kan scheuren of gebroken tentstokken redden.

8. Voorzichtig met vuur
Maak nooit een kampvuur bij felle wind, ook niet op plekken waar dat normaal toegelaten is. Het risico op bosbranden valt niet te verantwoorden.

9. Andere opties?
Wees flexibel: soms dwingt het weer je om een andere kampeerplek te zoeken dan gepland.