Deze jonge vrouwen bewijzen dat langeafstandsfietsen voor iedereen is

Jaren geleden maakten ze zelf hun allereerste fietsreis, van hun woonplaats Breda naar Antwerpen, Brussel, Gent en weer terug. Ze vertrokken zonder plan en zonder veel ervaring, op twee gammele racefietsen, in jeansbroek en met een rugzak vol kleren en boeken op hun rug. Ondanks de pijnlijke billen wisten ze meteen: dit is leuk. Ze bleven fietsen, en de afstanden die ze aflegden én het plezier dat ze eraan beleefden, werden steeds groter. Uiteindelijk gaven ze zelfs allebei hun job op, en vertrokken ze met hun fiets voor een maandenlange ontdekkingstocht door Europa.

In Ga op de fiets nemen ze je mee op 15 fietstochten door Europa, van het rondje België waar het ooit mee begon tot een fietstocht over de paradijselijke eilanden van Kroatië. Ze vertellen over de hittedagen op de Vélodyssée, de langste, bewegwijzerde fietsroute van Frankrijk, over de gastvrijheid in Bosnië-Herzegovina en de prachtige duinen en dennenbomen langs de Nederlandse kust. Want je hoeft niet altijd ver weg te gaan voor een onvergetelijke fietsreis. Fietsen kan overal een avontuur zijn, schrijven ze. Dat is het fijne aan dit boek: het staat niet vol exotische trips die enkel weggelegd zijn voor ervaren fietsers, grote waaghalzen of mensen met maanden tijd. Sommige tochten zijn meer uitdagend dan andere, maar laat dat geen waardeoordeel zijn. Het gevoel van vrijheid dat bij fietsen hoort, daar gaat het om. En dat kan je zowel in je eigen land ervaren als tweeduizend kilometer verder.

Met uitgebreide hoofdstukken waarin Laura en Irene hun tips (wat heb je nodig?), vragen (is het niet gevaarlijk?) en ervaringen delen, proberen ze hun lezer ervan te overtuigen om er zelf ook aan te beginnen. Dat werkt: hun avonturen zijn zowel herkenbaar voor ervaren fietsreizigers als aanstekelijk voor wie het nog nooit gedaan heeft. Je kan niet anders dan zin krijgen om je fiets op te springen en te vertrekken.  

De fietsroutes die Irene en Laura beschrijven, zijn allesbehalve gedetailleerd. Ze zeggen je niet in welke straat je moet starten, waar je links of rechts moet afslaan of welke tussenstops ze allemaal gemaakt hebben. Het boek wil inspireren, niet dicteren. Bij elke route staat naast de afstand ook de inspanningsgraad, een schatting van het aantal dagen dat je moet rekenen en het soort wegen waar je voornamelijk over fietst. Wil je afwijken van de route, een tikje sneller of net veel trager fietsen, met de tent op pad gaan of overnachten in hotelletjes: dat kies je helemaal zelf. Laura en Irene geven je een klein duwtje in de rug, maar het is aan jou om je eigen fietsverhaal ervan te maken. Fietsen is genieten van onverwachte wendingen, spontane ontmoetingen en tijd om rond te kijken – iets wat we op een dagelijks ritje wel eens vergeten. Dat hebben Laura en Irene heel goed begrepen.