Fietsen langs de Kust

10 minuten leestijd

Zet je fietshelm op en trek je handschoenen aan voor een winterse fietstocht langs de Belgische kust. De Kustroute neemt je mee langs strand en zee, door duin en bos en langs havengeulen en badsteden.

reportage
  • Fietsen
Koksijde

Zomerdingen zijn altijd nét een tikje specialer wanneer je ze in de winter doet. Aperitieven in het park, bijvoorbeeld. Gaan kamperen met de tent. Een dagje aan zee. Wanneer de temperatuur richting vriespunt zakt en het buitenleven tot stilstand komt, is het net hét moment om naar buiten te trekken. Koude ochtenden zijn vaak de mooiste, en een dampende kop chocolademelk smaakt eens zo goed als je je verkleumde vingers eraan kan opwarmen. Nu, echt koud is het niet wanneer we ‘s morgens vroeg aan het hotel onze fietstassen opladen. Een mooie ochtend is het wél. Op het strand is het stil, een groot verschil met de zondagse drukte van gisteren, toen we hier aankwamen. Het zachte ochtendlicht wuift de nacht voorzichtig weg. Het zeewater kleurt blauw, grijs en alle prachtige tinten daartussen. Wat voor kustbewoners heel gewoon is, is voor stadsmensen altijd een belevenis: de dag beginnen met je voeten in het zand en zicht op zee.

Koksijde-Bad: Verloren soldatenknopen

We zijn in Koksijde, het westen van de Belgische kust. Enkele kilometers terug, nog meer westwaarts, liggen de duinen van De Panne als een natuurlijke grens tussen België en Frankrijk. Het is daar dat de Kustroute officieel start, maar wij beginnen in Koksijde-Bad. Onder een lichtblauwe lucht, want deze winterdag belooft ons veel zon en zelfs een vleugje warmte. De perfecte omstandigheden voor een tweedaagse fietstocht in februari. Onze eerste stop is de Hoge Blekker, een natuurreservaat waar ook de hoogste duin van onze kustlijn te vinden is. De Hoge Blekker, zoals die duin heet, is een stevige duin van 33 meter. In vervlogen tijden was het een vast herkenningspunt voor zeelieden, die de witte kruin van de duin al van ver zagen ‘blekken’, het plaatselijke dialect voor ‘blinken’. Samen met de Doornpanne en de Schipgatduinen vormt De Hoge Blekker één groot natuurgebied, waar het fietspad dat we volgen dwars door loopt. We stoppen opnieuw op een fantastisch uitkijkpunt, waar niet toevallig twee banken staan voor wie even mijmerend voor zich uit wil staren. We slaan een babbeltje met buurtbewoonster Inge, die hier als kind eindeloos gespeeld heeft in de duinen die we voor ons zien liggen. Een paradijs, noemt Inge het. Samen met haar speelkameraadjes bouwde ze kampen en zocht ze in het losse zand naar ‘soldatenknopen’, verloren knopen van de jassen van soldaten die zich hier tijdens de Tweede Wereldoorlog in bunkers schuil hielden. Het paradijs van Inge is vandaag voor een groot stuk ontoegankelijk gemaakt en afgeschermd met prikkeldraad. Zonde voor de kinderen die vandaag willen ravotten en op schattenjacht willen gaan, maar een goede zaak voor het behoud van dit kostbaar, kwetsbaar stuk natuur.

Nieuwpoort: Ontmoeting van zoet met zout

We fietsen verder langs een wei vol ezeltjes, die hier het hele jaar door voor de begrazing zorgen, en vroege maandagochtendwandelaars. Langs het kleine duingebied Witte Burg komen we in het Hannecartbos, waar het geen ezels maar shetlandpony’s zijn die ongewenste begroeiing tegen moeten gaan. Ezels of pony’s, we vinden ze allebei schattige én hardwerkende dieren. Van de hoge bomen van het Hannecartbos gaan we naar het open duinlandschap van Ter Yde, opnieuw een waardevol gebied waar over enkele weken de kleine graspieper en de kuifleeuwerik graag komen broeden. Het duinbos is dan weer de favoriete biotoop van de wielewaal en een flinke kolonie blauwe reigers, lezen we. Vogelspotters weten waar naartoe. Wij spotten vooral Nieuwpoort in de verte, waar we ons in de - beperkte - drukte van de stad begeven. De winterzon doet flink haar best en lokt heel wat volk de zeedijk op. Ook wij blijven in de buitenlucht en gaan met een heerlijke lunch van Wasserette langs de waterkant zitten. Niet aan het zoute zeewater, maar langs het zoete water van de IJzer, die hier in Nieuwpoort, als enige rivier in België, rechtstreeks uitmondt in de Noordzee. Het maakt van natuurreservaat De IJzermonding, aan de overkant van onze lunchplek, een unieke plek. De ontmoeting van zoet met zout water zorgt hier voor een bijzondere biotoop met slikken, schorren, zeldzame planten en bodemdieren. Je kan er ook - met wat geduld en geluk - zeehonden spotten.

Westende-Bad: De Warandetoren op

Tussen Nieuwpoort en Westende voert de Kustroute ons weer iets verder weg van het water, langs campings en vakantieparken die er in deze tijd van het jaar verlaten bij liggen. In de zomer één vrolijk feest van mensen, wapperende strandhanddoeken en opengeklapte parasols, in de winter een eenzaam stilleven. In Westende-Bad laten we ons nét niet verleiden door een warme wafel, en fietsen we verder over de kaarsrechte zeedijk. We houden kort halt bij het Grand Hotel Bellevue, in de volksmond ‘De Rotonde’ genoemd. Een statig gebouw ontworpen door de befaamde art-nouveau architect Octave Van Rysselberghe. Dankzij zijn constructie uit gewapend beton overleefde het de bombardementen van de Eerste Wereldoorlog, waarna het ‘pareltje van Westende’ uitgroeide tot een bruisend hotel in het interbellum. Het is intussen een beschermd monument en geen hotel meer, maar het blijft een fascinerend gebouw. Enkele honderden meters verder parkeren we onze fiets om de Warandetoren te beklimmen. Uitkijktorens zijn altijd geweldig, zeker wanneer ze je een fantastisch zicht geven op de kustlijn met haar - soms lelijke maar zo typisch Belgische - betonnen flatgebouwen, groene polders en grenzeloze, blauwgrijze water. Asfalt en auto’s zijn nooit ver weg, maar het panorama is absoluut een plaatje. Terug beneden fietsen we een stukje door de Warandeduinen - waar eigenlijk enkel wandelpaden lopen, maar op deze kalme dag durven we het toch.

Oostende: Het kerkje van Ensor

De laatste kilometers van de dag leggen we af op de zeedijk richting Oostende, met links van ons een rustig ruisende zee, en rechts een drukke autoweg. Vanaf de Wellington Paardenrenbaan verdwijnt het verkeer naar de achtergrond, en rijden we ‘koninklijk Oostende’ binnen langs de indrukwekkende gaanderijen. Voor we ons gaan opwarmen in het hotel, stoppen we nog even bij het ‘duinenkerkje’, de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Duinenkerk tussen stad en duin, waar kunstschilder James Ensor begraven ligt. Het kerkje, dat Ensor meermaals schilderde, was één van zijn favoriete plekjes. Na zonsondergang maken we nog een avondwandeling over de Westelijke Strekdam, waar de laatste schepen door het donker de haven binnenvaren en de radartoren - de vuurtoren voor de moderne schipper - onvermoeibaar zijn werk doet.

Oostende: Oud en nieuw

In hartje Mechelen kan je ook wel eens gewekt worden door het geluid van krijsende meeuwen, maar aan de kust is dat toch net iets fijner. De zon belooft ook vandaag weer onze reisgezel te zijn, en voor best hoge temperaturen voor de tijd van het jaar te zorgen. Geen stoere, winterse fietstocht dus met ijskoude tenen en een bevroren neus, maar stiekem zijn we daar wel blij om. De overzetboot die we van de Visserskaai in het centrum naar de overkant van het dok willen nemen, blijkt vandaag niet uit te varen, dus fietsen we een rondje door de haven van Oostende. Dat is geen tegenvaller: het is fotogeniek fietsen op de kaaien langs het Visserijdok, met zijn scheepskranen, loodsen en vissersboten. Ook hier raakt oud aan nieuw: in dit stuk historische haven verrijzen overal gloednieuwe woontorens, die van de Oosteroever een hippe stadswijk moeten maken. Of dat een slim plan is - met de stijgende zeespiegel in het achterhoofd - zal de tijd uitwijzen, maar één ding is zeker: de hoogste bewoners van de Ensor Tower of One Baelskaai zullen zich niet snel vervelen wanneer ze door het raam kijken.

Bredene: Ploeteren naar het paviljoentje

Natuurlijk willen we op een fietstocht langs de kustlijn over het strand fietsen. Op het harde zand dicht bij de branding lijkt ons dat haalbaar, en vooral geweldig leuk. Dus duwen we aan het einde van de Spinoladijk, een verhard pad tussen strand en duin dat ons naar Bredene zal brengen, onze fiets het zand in. Eerlijk: dit is wél een tegenvaller. Het harde zand blijkt toch vooral nat en zacht te zijn, en amper te overwinnen zonder mountainbike met vuistdikke banden. Omdat we niet meteen willen opgeven, ploeteren we toch een eindje verder. Wandelaars die ons kruisen, bekijken ons met een mengeling van medelijden en grijnzen. We lachen zelf ook om onze dwaze beslissing, en duwen onze fiets met veel moeite terug richting bewoonde wereld. Daar wacht Bredene op ons, met zijn bekende ‘spioenkop’. Dit witte paviljoentje met knalrood dak, gebouwd boven op een duintop, is vermoedelijk al meer dan een eeuw oud, en bedoeld als rustplaats en uitkijkpunt over polders en zee. We ruilen de duinen voor een stenen fietspad langs de Driftweg, en trappen verder naar De Haan. Een pure trip down memory lane voor mezelf, want in dit mooiste dorp aan de Belgische kust heb ik als kind heerlijke zomers beleefd. De Kustroute neemt je niet mee door de historische villawijk ‘De Concessie’, met haar pareltjes van huizen, of naar La Potinière, het kleine stadspark met minigolfterrein en tennisvelden, maar ik kan het alleen maar aanraden: steek toch maar de tramsporen over om in De Haan op verkenning te gaan.

Wenduine: Watervogels uit het Hoge Noorden

In de schaduw van De Duinbossen, een uitgestrekt natuurgebied met speelzones en wandelpaden, zetten we onze fietstocht verder. Van De Haan gaat het naar Wenduine, waar we die warme wafel wél met veel smaak naar binnen werken. Het traject van de Kustroute loopt verder naar Blankenberge over de zeedijk, maar omdat we zin hebben in wat afwisseling, volgen we een reeks andere fietsknooppunten die ons het binnenland in voeren. Daar rijden we dwars door de Uitkerkse Polder, een uitgestrekt polderlandschap tussen Blankenberge, Wenduine, Nieuwmunster en Zuienkerke. De drassige grond is in de winter een trekpleister voor vriesganzen en andere watervogels uit het Hoge Noorden. In het gebied is een ‘fluisterstille schuilhut’ voor natuurfotografen en een bezoekerscentrum met cafetaria en terras. We missen dan wel een doortocht door Blankenberge, maar we hebben geen spijt van onze omweg. Het zicht op de stad vanuit de platte, natte polders is een postkaart waardig. Nog meer schoonheid in Lissewege, waar we langs witgeschilderde polderhuisjes en over smalle kasseistraatjes naar het station fietsen. De Kustroute loopt nog langs Zeebrugge door tot aan de Zwinvlakte in Knokke-Heist, maar wij zetten hier onze fietshelm af. Vervolg in de zomer? 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer