Mountainbiken: Valle Maira

7 minuten leestijd

Waar bergen zijn, kan je mountainbiken. Maar na ons bezoek aan het afgelegen Valle Maira in het Italiaanse Piemonte beseffen we dat sommige bergregio’s beter geschikt zijn dan andere. Zelden ervoeren we zo intens dat heerlijke gevoel om steeds verder weg van alles en iedereen te fietsen. En waar de stenige bergpaden eindigen, beginnen de pluizige wolken.

 

reportage
  • Fietsen
Valle Maira
Om 11 uur drinkt een Italiaan zijn ristretto, ik dus ook.

De hete mok koffie verwarmt mijn handen op het terras van de Rifugio Gardetta. Niet dat het hier zo koud is, op 2.337 meter. Maar om 11 uur moet een Italiaan zijn ristretto hebben, en dus zit ik nu met gids Michele koffie te slurpen, terwijl we turen naar de Passo della Gardetta.

Die bergpas ligt nog honderd meter hoger. Een niet onoverkomelijk hoogteverschil als je weet dat we sinds ons vertrek in Marmora al meer dan duizend hoogtemeters geklommen hebben. Eerst nog over asfalt.

Maar voorbij het laatste bergdorp Preit priemde steeds meer gras door het brokkelige wegdek. Bij de Colle del Preit (2.083 meter) gaf dat laatste stukje beschaving het ook op.

Sindsdien hotsen en botsen onze dikke noppenbanden over een bonkige steenpiste. De volgeveerde mountainbike (vering vooraan en achteraan) zorgt dat we toch comfortabel blijven klimmen naar de Rifugio. Zo hebben we ook tijd om onze ogen de kost te geven op de Altipiano della Gardetta.

Als een wachter doemt op het einde van de hoogvlakte de Rocca La Meja op. Dat is een 2.831 meter hoge piramide-achtige massieve rots, die alle andere bergen in de buurt tot een rotsparkje degradeert. En dan komt na lange tijd nog eens een gebouw in zicht. De Rifugio Gardetta dus.

Fietsen op sneeuw

Michele wijst in het landschap de piste aan naar de Passo della Gardetta. Tot zijn vinger stopt bij een dikke streep sneeuw. 'Daar ergens in die sneeuwvlakte ligt de pas.'

Of je op sneeuw ook kan fietsen, vraag ik. Michele negeert mijn onnozele vraag en blijft naar de sneeuw turen. Die schittert fel in het zonlicht. Achter de pas stijgen pluizige wolkjes op in de staalblauwe hemel.

'Op die pas fiets je niet in de sneeuw, maar in de wolken. Letterlijk, maar vooral figuurlijk', antwoordt Michele toch. Twintig minuten later staan we voor een sneeuwmuur van drie meter hoog. Klaar om het aardse bestaan even in te ruilen voor een stukje hemel.

We nemen onze fietsen op de schouder en klauteren de sneeuwvlakte op. De sneeuw is hard. Zonder er diep in weg te zakken bereiken we de top van de Gardetta (2.440 meter). Daar spreidt zich aan de andere kant een fantastische vallei uit. Een single track (piste met één spoor) slingert zich tussen imposante rotsen de dieperik in.

Na drie uur klimmen kunnen we eindelijk dalen. 'De speeltijd begint hier', aldus Michele. We zetten onze vering helemaal open, want de piste is niet bepaald biljartvlak. Onderweg ploeteren we in schaduwrijke passages nog een paar keer door sneeuw. Dan weer slingert de piste om een bunker heen. In elke wereldoorlog werd hier slag geleverd.

Gehuchten zonder auto’s

De sneeuw en zware steenpistes verdwijnen. Nog een laatste supersteile passage met haarspeldbochten en we rijden het eerste gehucht binnen. Viviere heet het. Auto’s geraken er niet. Maar er staat een kerkje met fresco’s op de buitenmuren en een dorpspomp met drinkbaar water. Meer hebben wandelaars of fietsers niet nodig.

We blijven verder dalen. Rotsen hebben ondertussen plaatsgemaakt voor weiden. Het gras en de kruiden langs de piste zijn zo hoog opgeschoten dat we ons er soms letterlijk doorheen moeten slaan. Pas wanneer we de oever van de Maira in de hoofdvallei bereiken, kunnen we terug op het grote voorblad fietsen. 'Maar in een speeltuin gaat het niet om snelheid', zegt Michele. 'Je moet vooral spelen.'

Fulvia Ceaglio, de uitbaatster van ons pension, weet dat bikers uitgehongerd zijn wanneer ze na een tocht weer in haar pension binnenvallen.

Ze heeft al wat stukjes brood gebakken in olijfolie. Simpele kost waarmee de boeren het hier vroeger ook moesten doen.

'Brood werd voor ’s winters bewaard en op alle mogelijke manieren gegeten. Zo hoog in de bergen hadden we niet veel maanden verse groenten. Dus moesten we ons behelpen.'

Fulvia weet waarover ze praat. Ze is in dit huis geboren, waar haar grootmoeder sinds de jaren dertig een kruidenierszaak uitbaatte.

'Toen woonden er honderden mensen in het dorp. Rond 1910 zelfs meer dan duizend. Maar vandaag zijn er nog maar vijfendertig permanente bewoners. Het dorp loopt leeg.'

 

Meer Frans dan Italiaans

Een man aan een tafel vlakbij pikt in. 'Gelukkig is er sinds vijftien jaar het toerisme. Deze streek heeft decennialang telkens weer de boot gemist.

Tot mensen als Fulvia het toeristische potentieel ervan inzagen. Die ongereptheid en authenticiteit is nu ons belangrijkste argument om naar Valle Maira te reizen.

Hier kom je om te wandelen, te fietsen, de lokale tradities te beleven en de streekkeuken te ontdekken. Iets anders is er gewoon niet.

Steeds meer mensen zijn op zoek naar deze duurzame vorm van toerisme.' William Aimar is burgemeester van Marmora en spreekt me in vlekkeloos Frans toe.

'Ik ben geboren in Zuid-Frankrijk. Deze vallei heeft altijd meer contacten onderhouden met de Franse kant van de Alpen dan met de rest van Italië. ’s Winters, als er geen werk was op de boerderij, gingen mannen seizoensarbeid verrichten in Frankrijk. In de negentiende eeuw zijn er veel families naar daar geëmigreerd. Daardoor is de streek ontvolkt.'

'Ook mijn familie verhuisde. Maar mijn moeder keerde met mij terug. Al woon ik tijdens de week niet hier. Hier is geen school voor mijn dochters. Ik werk in Cuneo en mijn vrouw in Turijn. Dan kan je hier gewoon niet elke dag terugkeren.'

Op aanraden van de burgemeester fiets ik ’s avonds naar de kapel van San Sebastiano. Fulvia haalt een grote sleutel onder haar toog vandaan waarmee ik de deur van de kapel kan openen. Zo gaat dat in dorpen die te klein zijn voor een toeristische dienst: het dorpscafé neemt die rol wel over. Na een halfuur klimmen bereik ik de eenzame kapel.

Ik draai de deur open en beland in een eenvoudige ruimte die van boven tot onder bedekt is met fresco’s. Ze dateren uit de vijftiende eeuw, hier en daar wat vervaagd, maar al bij al goed bewaard. Geld voor restauratie is er niet. 'Er is eigenlijk nergens geld voor', had de burgemeester me eerder verteld. 'De belangrijkste bron van inkomsten zijn onze weiden. Die verhuren we in de zomer aan de vee boeren uit de vallei.'

Op zoek naar de essentie

Het verhaal van Valle Maira is er een dat je vaker hoort in de bergen. Het antwoord dat deze streek biedt, klinkt echter hoopvol.

Niet het massatoerisme zal redding brengen, geen skiliften of spectaculaire attracties. Maar wel activiteiten dicht bij de natuur, die zoeken naar de essentie van de streek.

Koppel dat aan een accommodatie met ziel en een eerlijke streekkeuken en je bent al een heel eind op weg.

De mountainbike was vandaag voor mij het middel om die troeven ten volle te ervaren. Morgen zijn het misschien de wandelschoenen. En deze winter de sneeuwraketten.

'Gunter, nog werk te doen, jongen!' Michele roept me weg uit mijn overpeinzingen. Hij staat met de tuinslang klaar om de fietsen schoon te maken. Solidariteit, nog zo'n woord dat in de bergen niet hol klinkt. Zelfs op vakantie. Maar de fles huisgemaakte kruidenlikeur wacht al op tafel.

Tekst en foto’s Gunter Hauspie

Dit artikel is verschenen in oktober 2014.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer