Op en neer door duinen
Wuivend helmgras, stille stranden en eindeloze duinen. De LF1 Noordzeeroute is de perfecte fietsroute voor wie verliefd wil worden op de Nederlandse kust. Een verslag van drie dagen duinfietsen van Den Haag tot Den Helder, met sandalen vol zand en wind in de rug.
- Fietsen
Regenjas: check. Regenbroek: check. Reservekledij en waterdichte tent: check. We zijn klaar voor de Noordzeeroute, voorbereid op weer en wind. Vertrekken doen we in Scheveningen. De plek die me als kind zo magisch in de oren klonk, is in werkelijkheid een beetje een teleurstelling. Er staat een shoppingcenter op de dijk en er is geen enkele mosselman te zien. Misschien ligt het aan de grijze wolken die zich boven ons opstapelen, maar het ziet er allemaal wat mistroostig uit. Tijd om op zoek te gaan naar resten van de charmante vissersplaats die Scheveningen ooit was, hebben we niet. De LF1-routebordjes die ons naar Den Helder zullen brengen, wachten om gevolgd te worden. Ze leiden ons al snel de duinen in, want dát heeft Scheveningen dan weer wel: kilometers duinen. Geen smal strookje geprangd tussen strand en kustweg, zoals aan de Belgische Noordzee. In Nederland behoren de duinen tot een andere klasse. Ze zijn uitgestrekt, prachtig van kleur en voor het grootste deel netjes beschermd tegen menselijke indringers. Duinen en stranden zijn een belangrijke natuurlijke buffer tegen de zee. Voor een land als Nederland, dat al eeuwenlang een strijd voert tegen het oprukkende water, zijn ze dan ook van onschatbare waarde. Dag in, dag uit worden de kustduinen onderhouden en versterkt. Miljoenen Nederlanders hebben er belang bij dat ‘hun’ duinen niet beschadigd worden door zonnekloppers of nieuwsgierige toeristen. Gelukkig zijn er genoeg fiets- en wandelpaden aangelegd om van dit stuk natuur te genieten zonder de lage landen in gevaar te brengen.
Bunkers en beton
De duinen waardoor we de rode stippellijn op onze kaart volgen, maken deel uit van het Nationaal Park Hollandse Duinen. Dit natuurgebied strekt zich uit van Hoek van Holland in het zuiden tot Hillegom, even voorbij Noordwijk aan Zee. Het is een uniek landschap – soms lijkt het alsof we over een Schots eiland fietsen - in het drukst bevolkte gebied van Nederland, waar het de achtertuin vormt van steden als Leiden en Den Haag. De eerste kustplaatsjes waar we door rijden zijn Katwijk aan Zee – waar je kan logeren in een strandhuisje op het zand – en Noordwijk aan Zee. In een ver verleden vissersdorpen, vandaag populaire badplaatsen. Het weer is tijdens onze doortocht niet bepaald zomers te noemen, maar we zien toch enkele moedige vakantiegangers met handdoeken en teenslippers van het strand komen. Midden vorige eeuw was hier een heel ander schouwspel te zien. De Nederlandse kust was tijdens de Tweede Wereldoorlog deel van de Atlantikwall, een gigantische verdedigingslinie van wel vijfduizend kilometer die de Duitsers aanlegden in de bezette gebieden. Ook het gebied tussen Katwijk en Noordwijk veranderde in een militair duinlandschap vol beton, radarposten en tankgrachten. In het zand zijn nog steeds stukken verdedigingsmuur en talrijke bunkers te vinden – de perfecte woonst voor vleermuizen, zo blijkt. Vanop onze fiets lijkt die donkere tijd heel ver weg, en vinden we alles heel stil en vredevol.
Geen eenzame fietsers
We blijven langs zand en helmgras fietsen en rijden kilometers langs de Amsterdamse Waterleidingduinen. Dit is het oudste waterwingebied van Nederland: al sinds 1853 wordt hier een groot stuk van het drinkwater voor Amsterdam voorgezuiverd. In de hoofdstad kan je nog steeds putdeksels vinden met het woord ‘duin’ erop, al moet je daarvoor goed zoeken. We rijden lángs de Waterleidingduinen en niet erdoor, want het gebied is enkel toegankelijk voor wandelaars. Iets waar Boudewijn De Groot zich niets van aantrok toen hij zich begin jaren zeventig in deze duinen liet fotograferen voor de platenhoes van Hoe sterk is de eenzame fietser – op de fiets. Eenzaam zijn wij hier vandaag allerminst. Wanneer we enkele damherten tussen het gras spotten, zijn we lang niet de enigen die stoppen, wijzen en enthousiast hun fototoestel bovenhalen. Herten in het wild, zomaar langs het fietspad! Voor fietsers uit gebetonneerd Vlaanderen is dat een hele belevenis.
Verboden te aaien
Na een korte passage door Zandvoort, een drukke strandgemeente, fietsen we alweer een nationaal park in. Zuid-Kennemerland ligt tussen Bloemendaal en Bloemendaal aan Zee, ook wel bekend als het ‘Nederlandse Ibiza’. We laten de beachclubs en strandfeesten met plezier links liggen. Laat ons maar verder peddelen. Wie denkt dat dat een fluitje van een cent is, in een land zo plat als een dubbeltje, moet maar eens naar de duinen gaan. We zijn de voorbije uren al flink op en neer gefietst, en dat blijft zo in Zuid-Kennemerland. Niet Koppenberghoog, maar genoeg om onze kuitspieren wakker te doen schieten. Naast beboste duintoppen heeft het park ook Schotse Hooglanders in de aanbieding. Deze grote grazers zorgen er als natuurlijke grasmaaiers voor dat het duingebied niet te begroeid geraakt. Ze lopen vrij rond, wat soms even schrikken is wanneer er zo’n langharige kolos plots het fietspad blokkeert. Hooglanders zijn het gewend om volk te zien. Het zijn rustige dieren die eerder zullen vluchten dan aanvallen, maar het blijven grote beesten met scherpe hoorns, die niet bedoeld zijn om te aaien of te knuffelen. Afstand houden en rustig passeren is de boodschap.
Boterhammen met zand
Na een nachtje kamperen in Velsen-Zuid nemen we met de fiets - en nog lichtjes slaperig - de overzetboot naar Velsen-Noord. Al snel zitten we opnieuw in de duinen, waar we ons alweer verbazen over de uitgestrektheid en ruwe schoonheid ervan. We hebben de zee aan onze linkerzijde nog maar weinig gezien, maar dat vinden we niet erg. Het duinlandschap is zo afwisselend dat we kunnen blijven kijken. We hebben geluk: net als gisteren is de wind onze bondgenoot. Voor ons geen gevecht om vooruit te geraken, kromgebogen over het stuur. Tijdens onze lunchpauze beseffen we dat het toch wel erg waait, wanneer de wind opstuivend zand in onze ogen en tussen onze boterhammen strooit. Verderop langs onze route liggen een tiental Schotse Hooglanders in het gras te kijken en te kauwen. Blijkbaar leven er intussen meer Schotse Hooglanders in Nederland dan in Schotland. We poseren – vanop een verre, veilige afstand – met de schijnbaar onverstoorbare beesten op de achtergrond en wanen ons opnieuw in Schotland, op wild en ruig terrein.
Dáár is de zee
We zijn intussen in het Noord-Hollands Duinreservaat beland. De glooiende duinen doen ons helemaal vergeten dat we aan het trappen zijn in zowat het platste land ter wereld. Hier moet je van wat klimmen en dalen houden. We steken de grens over naar de Schoorlse Duinen, waar ons na een weg omhoog door het dennenbos – een stukje donker Canada – een weids uitzicht wacht over geelgroene grassen, paarse heidevelden en hagelwit zand. We knijpen onze remmen dicht: voor zoveel moois moeten we even stoppen. De rest van de namiddag breek ik me het hoofd: hoe komt het dat ik hier nooit eerder ben geweest? Ik beloof mezelf om nog eens terug te keren, en iedereen in België te vertellen over de prachtige Nederlandse duinen. De laatste uren van de dag fietsen we voor het eerst écht langs de zee, over de Hondsbossche Zeewering. Al in de middeleeuwen werd de kuststrook tussen Camperduin en Petten regelmatig overspoeld door zware stormvloeden. Duinen en dijken moeten bescherming bieden, maar de zeedijk bleef de stempel van zwakke schakel dragen. Een paar jaar geleden werd hier nog 33 miljoen kubieke meter zand bijgespoten ter versterking. Vanop een modern uitkijkpunt heb je zicht op het gloednieuwe duinengebied met lagune. Nederlanders tegen het zeewater: de strijd stopt nooit.
Mooi weer vandaag
We hebben de nacht doorgebracht in een trekkershut en juichen stilletjes wanneer we ’s morgens de houten deur opengooien. De staalblauwe lucht en de buienradar op onze smartphone beloven ons een dag zonder regenjas. Een verliefd koppeltje op een bank, met half uitgetrokken surfpak, heeft dat duidelijk ook begrepen. We fietsen – wat een verrassing – opnieuw op en neer door duinvalleien. Het Zwanenwater, zoals dit natuurgebied heet, heeft twee grote natuurlijke duinenmeren, maar die zien we niet vanop het fietspad. Wie de vele poeltjes, moerassen en vogelsoorten die er leven wil ontdekken, kan beter als wandelaar op pad gaan. De route wordt even wat minder idyllisch langs een tweebaansweg vol campings, maar al snel zitten we weer op slingerende baantjes in het groen. In de verte lonkt de zee, als een dunne blauwe streep. Een eenzaam pad toont wandelaars de weg naar het water. We voelen plots hoe warm het duinzand kan zijn. Op het strand in Callantsoog eten we brood met worst en hardgekookte eieren, en maken we ons klaar voor de laatste etappe. Wanneer we in Huisduinen - het dorp met de rode vuurtoren met de mooie naam ‘Lange Jaap’ - de brede stenen dijk op fietsen, botsen we op de glinsterende, blauwgrijze zee.
Retourtje Texel
Nog even en we zijn in Den Helder, één van de meest noordelijke badplaatsen van Nederland. Eindbestemmingen zijn bijzonder, zeker wanneer ze op de rand van een land liggen. We laten ons meevoeren door de wind en zoeven verder noordwaarts. We zijn nog steeds dicht bij huis, maar we voelen ons alsof we naar het einde van de wereld fietsen na een eindeloze reis. De stranden zijn leeg: van de weekenddrukte die morgen ongetwijfeld begint, is nog niets te merken. Aan de horizon zien we Texel, het grootste Waddeneiland, blinken in de zon. Met het allerlaatste routebordje hebben we ook de haven van Den Helder bereikt. We springen nog snel op de veerboot voor een blitzbezoek aan Texel, nu we hier toch zijn. Na twintig minuten staan we al op het eiland, in het gezelschap van honderden andere toeristen die hier het weekend komen doorbrengen. We fietsen een paar uurtjes rond en hebben spijt dat we niet langer kunnen blijven. Drie dagen in de duinen heeft ons alleen maar meer van zand en strand doen houden. Terug in Den Helder fietsen we een klein, zwart piertje op, aan een betonnen hotel dat Land’s End heet. De veerboot die ons een kwartier geleden teruggebracht heeft, vaart alweer uit, met een nieuwe lading toeristen voor Texel. ‘s Avonds kijken we voor onze tent naar de ondergaande zon, op het einde van het land. Met zand tussen onze tenen en zeelucht in onze haren.
Een ideaal alternatief voor wie niet wil kamperen: Vrienden op de Fiets. Een netwerk van gastadressen aan waar fietsers en wandelaars op een voordelige manier kunnen overnachten tijdens hun meerdaagse tocht. Je slaapt bij mensen thuis, voor de prijs van € 22,50 pp per nacht, incl. ontbijt (excl. toeristenbelasting). Om gebruik te kunnen maken van de gastadressen moet je lid worden van Vrienden op de Fiets (voor inwoners van België: € 10 per jaar per koppel/gezin).
Pension Stormvogel
Jacob Kalffweg 12, 1865 AR Bergen aan Zee, www.pensionstormvogel.nl
Klein familiepension op 150 meter van het strand met 10 gastenkamers en afsluitbare fietsenstalling. Vanaf € 30 per nacht pp incl. ontbijt, excl. toeristenbelasting
Landgoed Kruid & Duinberg
Duin en Kruidbergerweg 60, 2070 LE Santpoort, www.duin-kruidberg.nl
Voor wie het wat meer mag zijn: in dit hotel logeer je luxueus in een historisch landhuis, vlakbij het Nationaal Park Zuid-Kennemerland.
Aan campings geen gebrek langs de Nederlandse kust. In het bos of achter de duinen, met je eigen tent of in een ingerichte trekkershut: keuze genoeg.
Camping Duinhorst
Buurtweg 135, Wassenaar
Een echte familiecamping in het groen, op enkele kilometers van het centrum van Den Haag en het strand van Scheveningen. Met restaurant, buitenzwembad en fietsverhuur.
Natuurkampeerterrein Schoonenberg
Driehuizenkerkweg 15-D, Velsen-Zuid
Waar kinderen door de bossen rennen, kampen bouwen en ’s avonds marshmallows roosteren boven het vuur: zo’n camping is natuurkampeerterrein Schoonenberg. Een kleine, gezellige familiecamping op een paar kilometer van IJmuiden.
Camping Corfwater
Strandweg 3, Petten
Op deze camping vlak bij de zee kan je kiezen: slapen in je eigen tent of camper, ‘glampen’ in een luxe safaritent of de nacht doorbrengen in een trekkershut met eigen keukentje.
Camping De Donkere Duinen
Jan Verfailleweg 616, Den Helder
Tussen de bomen, maar dicht bij strand en zee, ligt camping De Donkere Duinen. Op de grote kampeervelden is er altijd plaats voor fietsers. Op drie kilometer van het centrum van Den Helder.