Van paradijselijke bron tot hemelse kathedraal

11 minuten leestijd

Zijn fiets en een rugzakje. Meer had reporter Gert Corremans niet nodig om een oude reisdroom waar te maken: fietsen langs de Schelde, van de bron tot Antwerpen. In het eerste deel van de reportage doorkruisen we een vergeten stukje Frankrijk om daarna in België meteen op de vijf kathedraaltorens van Doornik te stuiten. Wedden dat je onze belangrijkste stroom minder goed kent dan je denkt?

reportage
  • Fietsen
Saint-Quentin

DAG 1: FRESNOY-LE-GRAND – GOUY – CAMBRAI, 54 KM

Jeanne sloft naar de deur en doet voorzichtig open. Van op de hoge drempel keft haar hondje Toutou me de huid vol. ‘Ik ken jou niet, waarom bel jij bij mijn baasje aan?’ Wel, Toutou, ik fiets al een tijdje langs het Kanaal van Saint-Quentin en zie de ene historische sluis na de andere, altijd met een schattig huisje ernaast, en vroeg me af wie daar woont. ‘Mijn baasje woont hier! Sinds 1972! Wafwafwaf!’ Jeanne kalmeert Toutou. Het is een lome zomerdag, ze wil graag een praatje slaan. Zoals vroeger, toen hier niet twee, maar tachtig schepen per dag voorbijkwamen, en de sluis een ontmoetingsplek was. ‘Ik zag vanuit het huis mijn man de sluis bedienen’, vertelt ze. ‘Ik liet de deur openstaan om de schippers te begroeten. Ze vervoerden vooral graan, en wij hadden kippen en ganzen. Terwijl hun schip versast werd, gooiden ze graankorrels op ons erf.’ Ze glimlacht. ‘Ja, die wereld is verdwenen. Maar ik blijf hier, dit is mijn huis, we hebben altijd netjes huur betaald, je ne bouge plus.’

Jeanne d’Arc van de sluis

Bij het afscheid bedankt Jeanne me voor het bezoekje. Ze doet de deur niet graag meer open, ‘met al die criminaliteit’. Toutou keft dapper. Wanneer ik haar naam vraag, grinnikt ze. ‘Jeanne, zoals Jeanne d’Arc.’ Onverzettelijke Jeanne, laatste getuige van de wonderjaren van het kanaal, de zonnige jaren 70 toen ik nog in sponsen broekjes rondhuppelde en de naoorlogse generatie aan de toekomst timmerde. Ik heb de indruk dat ik door een vergeelde dia fiets. De ansichtkaart van Wim Sonneveld. Zwaluwen hebben de definitieve herfst aangekondigd. Pourtant que la montagne est belle…

Op de schoonheid van de heuvelachtige boerenbuiten, waar de Schelde haar eerste kilometers maakt, valt niets af te dingen. Ze slingert door akkers en weiden, parallel met de kanalen die de streek in de negentiende eeuw ontsloten voor de scheepvaart en de industrie. De dorpen, die fier ‘sur Escaut’ heten, telden toen drie keer meer inwoners. Vendhuile breekt je hart. Een sombere graansilo overschaduwt de bloedhete leegte van het dorpsplein. Het gemeentehuis met de trapgevel en het oorlogsmonument staan er verlaten bij. Twee spelende kinderen op de fiets laten zich natspuiten door de buurman die zijn auto wast. Er is nog leven. Genoeg leven om de oude dorpsverhalen door te vertellen?

Dolfijne bron

Ik begrijp niet waar het water vandaan komt dat de kanalen en visvijvers nabij Cambrai voedt. Allemaal van dat beekje dat nog driehonderd kilometer moet groeien om levensader van ’t Stad te worden? De Schelde welt op uit een bakstenen bassin in een bosrijke vallei, twintig kilometer ten noorden van Saint-Quentin. Het dichtstbijzijnde station is in Fresnoy-le-Grand, naast de hoofdzetel van pannenmerk Le Creuset. Fietspaden bestaan hier niet, alleen snelle doorgangswegen. Ik doorkruis de heuvels over geërodeerde boerenwegels, tussen het ruisende graan. Twee reeën op het pad zien me naderen. ‘Wat denk je, Ray. Gaan we opzij?’ ‘Nog zeeën van tijd, Renée, zeeën van tijd.’

Een holle weg daalt af naar de bron van de Schelde, een groene oase tussen de oververhitte graanvelden. Hier kan je schuilen onder de loofbomen, bij het koele, zuivere water. Picknicken, petanque spelen, wijn drinken op een bankje. De stad Antwerpen plaatste een standbeeld met een dolfijn om het riviertje, dat gezapig door het park klatert, te bedanken voor zijn welvaart. Ik ontmoet Kristel en Michiel uit Kortrijk, die al weken door Frankrijk fietsen. ‘Elke rivierbron heeft haar karakter’, filosofeert Michiel. ‘De Leie komt woest en rebels aan de oppervlakte. De Schelde begint vriendelijk aan haar reis.’

DAG 2: CAMBRAI – CONDE-SUR-L’ESCAUT – DOORNIK, 92 KM

Door de coulissen van Frankrijk

Ik overnacht in Cambrai, een Frans-Vlaams stadje met een belfort en een jaarlijkse kermis op de Grote Markt. Het stationsplein is mooi opgeknapt en bruist dankzij een populair Siciliaans restaurant met terras. De dienst toerisme huist in een zestiende-eeuws handelspand in Scheldestijl. Huizen in deze stijl waren van steen, op de eikenhouten puntgevel na, en brandveiliger dan vakwerkhuizen. Ze stonden overal langs de Schelde, tot in Antwerpen, maar slechts enkele exemplaren bleven bewaard.

De tweede dag fiets ik naar Doornik. Ik verlaat Cambrai langs het Canal de l’Escaut. Een sluis opent automatisch voor een eenzaam plezierjacht. Roest knaagt aan de smeedijzeren bruggen die vroeger vooruitgang beloofden en gras overgroeit de jaagpaden waar paarden aken voorttrokken. Spoorlijnen en snelwegen verkortten de reistijden tussen de steden, maar degradeerden oudere verbindingswegen, zoals deze kanalen. Ik fiets door de coulissen van Frankrijk, waar dorpswinkels verdwenen zijn en cafés dichtgespijkerd. In France-la-Morte moet je helemaal naar de voorstad rijden om je Le Creusetpan te vullen.

Werelderfgoed en armoede

Na de stille jaagpaden is de hectiek van Valenciennes overweldigend. Ik hap naar zuurstof langs lawaaierige departementale wegen. De oude stad verdrinkt in een agglomeratie van 300.000 inwoners, met alle verkeersfiles, rotondes en megamarkten die daarbij horen. Op de drukke brug naar het centrum kijk ik uit over de Schelde. Ze is als bij toverslag bevaarbaar geworden, maar stroomt door een onaantrekkelijk industrieel landschap. De Rue Jean Jaurès, de grote uitvalsweg naar het noorden, etaleert de economische achteruitgang sinds de sluiting van de steenkoolmijnen. Herenhuizen en arbeiderswoningen zijn zonder onderscheid opgeslokt door de lintbebouwing. Uithangborden promoten vers fruit uit de Atlas en de slager heet Saïd. De blitse stadstram glijdt door dit decor als sciencefiction op rails. Bij de ingang van een armtierige arbeiderssteeg hangt een straatnaambord met sierlijke letters. De schrale huisjes maken deel uit van het werelderfgoed ‘Mijnbekken Nord-Pas de Calais.’ Verderop langs de steenweg, in Bruay-sur-l’Escaut, bezichtig ik een historische tuinwijk met ingenieurswoningen en de piekfijn opgeknapte Cité Thiers, waar alle straten naar de kerk en de feestzaal leiden. Hier komen amper toeristen. Ik geneer me zelfs wanneer ik foto’s maak.

Bermudadriehoek

Voorbij Bruay begint het Regionaal Natuurpark Scarpe-Escaut. De Schelde stroomt traag door een groen landschap dat geleefd heeft en tot rust is gekomen. Oude mijnsites, vijvers, loofbossen, draslanden, de vestingwerken in Condé-sur-l’Escaut… ze dragen verhalen aan die je hier op vakantie kan uitdiepen. Schrijver Michel Houellebecq moppert graag dat Frankrijk gedoemd is een attractie te worden, met inboorlingen die hun oude leven naspelen voor toeristen. Maar in het regionaal natuurpark is de streekgeschiedenis sterker verankerd dan in France-la-Morte.

Vanaf Condé hoef ik de Schelde niet meer los te laten, het jaagpad loopt door tot Antwerpen. Grind knarst onder mijn banden. De oever is begroeid met grassen, bloemen, riet, struiken, berken. Een aak op het water houdt me kilometerslang gezelschap. Ik neem afstand wanneer ik tempo maak en waar ik stop voor foto’s word ik weer bijgehaald. Ik hoor de aak ronken achter de dichte vegetatie en zie hem weer voorbijschuiven onder een brug. Tot hij opeens Bermudadriehoeksgewijs verdwenen is, ergens aangemeerd aan een onzichtbare kade.

Witte rook

Populieren langs het jaagpad doen de Schelde op de Damse Vaart lijken, maar zonder zeebries die de bomen krom buigt. Een nutteloze slagboom markeert de grens, alsof ik België via de achterdeur binnenkom. In Antoing torent het kasteel van de prinsen van Ligne boven de bakstenen arbeiderswijken uit. Voorbij het stadje heeft de grindgroeve een gat in de heuvels gevreten, 200 meter diep en groter dan de stad Doornik. Haar kathedraal met vijf torens tekent zich af in de verte.

Langs het water rijzen enorme stenen gebouwen op. Met hun spitsbogen, steunberen en dikke ruwe muren zou je ze voor middeleeuwse ruïnes houden, maar het gaat om negentiende-eeuwse kalkovens. De laatste doofde uit in 1945. Van de 130 ovens die ooit actief waren, bleven er dertig bewaard. ‘Welkom in Le Pays Blanc’, zegt Eric Marchal. ‘Deze streek rookte door de kalkovens. Het hele landschap kleurde wit. En de longen van de bewoners.’ Eric en drie collega-architecten hebben zich ontfermd over de kalkovens van Chercq. Hun stichting geeft de ovens een nieuw leven als centrum voor kunst, creatie en herinnering.

Tandpasta en kalksteen

Eric leidt me het ovengebouw binnen. Links, in de machtige gewelvenzaal, vinden tijdelijke expo’s plaats. Rechts kan je in een oven klimmen. Boven je hoofd gaapt een gat, omkranst met boomkruinen. Op het dak groeit intussen een bos, wat het gebouw een mysterieuze uitstraling geeft. Toen de oven nog werkte, brandde hij elf maanden per jaar. Schepen voerden kalksteen en steenkool aan, die langs boven in de oven ging. De temperatuur liep op tot duizend graden. Dankzij een uitstulping in de vloer vloeide de ongebluste kalk naar buiten, waar hij gelest werd met water. Het eindproduct leek op tandpasta en diende om te metsen.

De uitvinding van cement maakte de kalkovens overbodig. Hun historie dreigde overwoekerd te worden door de tijd. Eric en zijn partners adopteerden de ovens niet uit nostalgie maar om verhalen door te geven naar de toekomst. Het bos op het dak, dat je soms begeleid kan bezoeken, is een tuin van herinnering, versierd met kunstwerken. Langs de paden staan de 170 grafzuilen van de Passeurs de Mémoires. De meeste eigenaars leven nog, maar ze kochten stèles (tabletten) om het project te steunen en hun persoonlijke boodschap te vereeuwigen. Zo word je volgens Eric kunstenaar. ‘Kunstwerken zijn boodschappen voor de komende generaties. Wij zijn de enige soort die bewust communiceert met de toekomst. Kunstenaars zijn daar expert in.’

Verdwenen Scheldebrug

Doornik verschilt sterk van de Franse Scheldesteden. Alsof ik twintig jaar vooruit ben gefietst in de tijd! Zelfs tijdens de coronazomer gonst de Grote Markt van de gezelligheid. Ik eet op een rustig pleintje. Bistro The Wich paart Italiaanse slowfood aan artisanale streekbieren. Op fietsreis doe ik weinig aan sightseeing, maar de kathedraal kan ik niet links laten liggen. Rond het koor hangt een ouderwetse tijdlijn die de alternatieve, katholieke geschiedenis van de mensheid vertelt. Fascinerend.

Grote rivieren als de Schelde zijn zoals die tijdlijn. Dorpen en steden haken hun petites histoires vast aan de stroom. Sommige groeien uit tot grote verhalen, die streken of landen verbinden. De Doornikse kalksteen is voor de kathedraal gebruikt, maar ook voor het Gravensteen en voor kerken in Oudenaarde en Dendermonde. Pelgrims naar Compostela reisden langs de Schelde. In Doornik stroomt de rivier langs historische kaaien, vroeger zelfs dwars door de omwallingen. De middeleeuwse Pont des Trous belichaamde de nauwe band tussen stad en stroom, maar is tijdelijk afgebroken. De brug zal na twee jaar afwezigheid herrijzen, aangepast aan de moderne scheepvaart. Maar de inwoners voelden zich op hun hart getrapt. Langs hun Schelde schijnen andere lichtjes dan in Antwerpen, maar ze identificeren zich er even sterk mee als met hun kathedraal. Ik verlaat Doornik met nog twee fietsdagen voor de boeg. De rivier zal breder worden, bruggen steeds zeldzamer. Antwerpen is nog ver.

3 ideeën voor een fietsweekend in Doornik

Na 320 km weet ik het zeker: de Schelde is op haar mooist in de omgeving van Doornik. Drie tips voor een fietsweekend in Waals Picardië.

1. De stad staat bekend om haar spectaculaire romaanse kathedraal met vijf torens. Kijk op het belfort uit over de Grote Markt, ontrafel de geschiedenis van het Doornikse wandtapijt in museum TAMAT en bezoek het Natuurhistorisch Museum, dat zijn interieur van een negentiende-eeuws rariteitenkabinet behield.

2. De Schelde stroomt langs historische kades door de stad. Fiets over het jaagpad heen en terug naar het Parc Naturel Régional Scarpe-Escaut of naar de historische mijncités van Valenciennes. Op je route: de kalkovens van Chercq, het kasteel van Antoing en het historische stadje Condé-sur-l’Escaut.

3. Het fietsroutenetwerk Waals Picardië biedt 1.600 km fietsplezier en sluit aan op de netwerken Leiestreek en Vlaamse Ardennen. Download op www.visittournai.be de brochure ‘Doornik op twee wielen’ voor 10 inspirerende thematochten naar bijvoorbeeld het kasteel van Beloeil, brouwerij Dubuisson of het Museum van de Iguanodon in Bernissart.

Bikepacken langs de Schelde

Hang een tent aan je fiets en je tweewieler wordt je akoestische motorhome. Maar voor je investeert in gespecialiseerde fietstassen of een dure gravelbike, doe je best dicht bij huis ervaring op. Zit je graag dagenlang in het zadel? En hoe pak je vederlicht én volledig? De Schelde is dé trapklare uitdaging die tot de verbeelding spreekt. Wie de tocht opsplitst in vier etappes, kan kamperen als volgt:

  • Cambrai, Camping Les Trois Clochers: nette gemeentecamping, op 3 km van het centrum, www.tourisme-cambresis.fr
  • Doornik, Camping Site de l’Orient: in een groen recreatiegebied met zwembad, vijvers, avonturenparcours en waterfietsen, 4 km van Doornik, www.walloniebelgietoerisme.be
  • Zele, Camping Groenpark: Fietsvriendelijk, nabij het Donkmeer, op 5 km van de Schelde, www.campinggroenpark.be

Een eenpersoonstent, slaapzak en opblaasbaar matje wegen minder dan drie kilo. Rij op je vertrouwde fiets en draag een fietsbroek tegen zadelpijn. Ik kampeerde niet en stopte mijn reservekleding in een rugzak, maar fietstassen zijn aanbevolen.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer