Kamperen in Wortel Kolonie
- Kamperen
Vlak bij de bivakzone van Wortel Kolonie ligt een schapenboerderij. Niets bijzonders, zou je denken, maar in schapenboerderij Het Vaneleke huist ook een ijssalon, en wij hebben drie kinderen bij. En zo’n schapenijsje, dat willen ze proeven. ‘Dan kunnen we daarna nog vlotter de tent opzetten’, onderhandelt Felix. Zo komt het dat we onze kampeertrip beginnen met een uit de kluiten gewassen coupe aardbeien, terwijl de kinderen in een oogwenk hun hoorntjes met vlierbes- en stracciatella-ijs verorberen en vervolgens verdwijnen op de trampolines in de tuin van de boerderij.
Het ijs van schapenmelk is verrassend licht: nergens is dat baksteengevoel te bekennen dat je wel eens kan hebben na het consumeren van koemelkproducten. ‘Dat komt’, legt Nele Bellens uit, ‘doordat schapenmelk een heel andere samenstelling heeft.’ In de stal is haar man intussen de schapen aan het melken, alsof hij nog even de ultraversheid van zijn hoeveproducten wil illustreren.
Aardbeien uit de automaat
Nu is het onze beurt om met de kinderen te onderhandelen, want het is deksels lastig om hen van de trampoline te plukken. ‘Jullie mogen straks marshmallows roosteren boven het kampvuur’, beloven we. Het werkt, tot onze opluchting.
Op de terugweg naar onze kampeerplaats passeren we nog langs kwekerij Adriaensen-Wynants, om een ruime voorraad aardbeien uit de automaat te halen. Wortel maakt immers deel uit van de gemeente Hoogstraten, landelijk bekend om zijn aardbeien. En we willen natuurlijk goed voorzien zijn van de plaatselijke delicatesse voor het kampeerontbijt de volgende dag.
Basic bivakzones
Paalkamperen kan je op een beperkt aantal plekken in Vlaanderen, op door Agentschap Natuur en Bos aangeduide locaties die voorzien zijn van een paal. Het gaat om bivakzones in natuurgebied, die je te voet of met de fiets kan bereiken en waar minimale voorzieningen aanwezig zijn, zoals een waterpomp, een vuurkorf en een composttoilet.
Dat is basic, maar het betekent ook dat je natuurbeleving maximaal is: geen winkelstraatachtige toestanden zoals je die wel eens op campings vindt. Druk kan het ook niet worden, want er mogen maximaal drie tentjes staan en na uiterlijk 48 uur word je geacht om op te krassen.
Nadat we goed en wel onze tent neergepoot hebben op een plek met voldoende schaduw, arriveren nog twee vaders met fiets en kroost. Daarmee is de maximale capaciteit van de bivakzone bereikt en hoeven we ons dus verder geen zorgen te maken dat de weide onverhoopt Werchterallures zou krijgen.
Lucy, Mirtha en Felix sluiten meteen vriendschap met de nieuw aangespoelde kinderen, terwijl wij een babbeltje doen met de avontuurlijke papa’s. Ook dat is een plus aan deze vorm van ‘wildkamperen’: de mensen die hier terecht komen zijn bijna per definitie van het natuurliefhebbende en sympathieke soort.
‘Het bootjesven moeten jullie zeker zien’, tippen onze medekampeerders. Dat ven maakt deel uit van het omringende natuurgebied van Wortel Kolonie, dat samen met het beekdal en de Castelreesche Heide de Vallei van het Merkske vormt.
Ooit, zo leren we even later in bezoekerscentrum De Klapekster, kon je er zwemmen en bootjevaren voor de ronde prijs van 3 Belgische frank. Tegenwoordig is het water niet meer geschikt om te zwemmen, maar een mooie plek is het nog altijd. Het bezoekerscentrum vond onderdak in de oude landlopersboerderij van de Kolonie en huisvest niet alleen een gezellig, fietsvriendelijk café met streekproducten maar ook de plaatselijke afdeling van Natuurpunt. Je kan er terecht voor alle informatie die je nodig hebt om het gebied te verkennen.
Dodendraad
Voor jonge kinderen is er de interactieve speurtocht Ekstertje Klap, die hen het bos laat ontdekken via zoek-, doe- en denkopdrachten. Maar onze kinderen vinden zich daar al veel te groot voor en verkiezen om op eigen houtje het gebied uit te kammen. Dat is perfect doenbaar, aangezien er overal wandelknooppunten te vinden zijn, te herkennen aan de rood-witte borden (en niet te verwarren met fietsknooppunten, zoals wij ooit op een minder lucide moment eens deden).
Een handige kaart daarbij is die van de gloednieuwe Kempentocht: een meerdaags traject van in totaal 63,5 km dat het Turnhouts Vennengebied verbindt met Wortel en Merksplas Kolonie. Niet dat we van plan zijn om op een dag 63,5 km te wandelen; aan de hand van knooppunten stippelen we een lus uit van zo’n 8 km die ons langs alle hoekjes en kantjes van Wortel Kolonie brengt. Het landschap is ongerept en gevarieerd, met vennen, heide en bos. Tussen de bomen door vangen we hier en daar een glimp op van de typische witte cipierswoningen uit de tijd dat weerbarstige landlopers hier werden opgesloten.
Onderweg botsen we ook nog op de Dodendraad, die hier tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitse bezetter werd geplaatst. Tussen 1915 en 1918 sloot de elektrische draadversperring de grens tussen België en Nederland af, met de bedoeling het clandestiene grensverkeer te verhinderen.
Na onze wandeltocht zoeken we de bivakzone weer op. ‘Wij gaan koken!’ roepen Lucy en Mirtha enthousiast, tot we ontdekken dat we… onze kookpot thuis vergeten zijn. Eentje lenen bij de goed georganiseerde papa’s dan maar, in ruil voor een bakje aardbeien recht van het veld. Solidariteit onder landlopers: het is een schone zaak.
Zodra ze hun spaghetti achter de kiezen hebben, rennen onze kinderen richting het kampvuur. Daar is het andere jeugdige gespuis al volop in de stemming. Sterke verhalen, marshmallows en een vleugje lentelucht: meer heb je hier niet nodig om een innig tevreden kampeerder te zijn.
Het rechte pad
‘Die vogels kunnen wel luid zingen zeg,’ merkt Lucy de volgende ochtend op, terwijl ze haar slaperige hoofd uit de tent steekt. Die vogels waren dan ook wel het enige dat er in de wijde omgeving te horen was. ‘De Stille Kempen’ blijkt niet zomaar een loze slogan.
Na het ontbijt en een uitgebreide sessie verstoppertje spelen in het hoge gras – waarbij ook de plaatselijke tekenpopulatie enthousiast meedoet – trekken we richting het nabijgelegen Merksplas Kolonie. Het bezoekerscentrum daar doet het verhaal van de 19de-eeuwe Kolonies uit de doeken en biedt de nodige achtergrond.
Tja, het blijft toch wel een raar idee. Mensen die in de stad zomaar van straat werden gehaald en naar hier werden afgevoerd, om onder dwang te werken. Had je niet genoeg geld op zak om een brood te kopen, dan kon dat je zomaar overkomen.
Langs de weg tussen Wortel en Merksplas Kolonie ligt het kerkhof van de landlopers. De kinderen denken dat het een militair kerkhof uit de oorlog is, zo strak en kil ziet het eruit. Landlopers werden hier begraven met vaak enkel een loden plaatje met hun nummer erop, zelfs geen naam. In die zin lijkt hun lot inderdaad op dat van gesneuvelde soldaten.
Rijksweldadigheidskolonie, zo werden deze plekken voluit genoemd, met een stevige snuif 19de-eeuws paternalisme. De Kolonie van Merksplas dateert uit 1825, maar de kaarsrechte dreven – bedoeld om het rechte pad te symboliseren, echt waar – en de imposante architectuur werden pas tegen het einde van de eeuw aangelegd.
De Grote Hoeve is een boerderijcomplex met verschillende gebouwen en schuren, waarvan een deel in de afgelopen jaren werd opgeknapt. Dat die restauratie met de nodige pit werd aangepakt, zien we meteen aan de achtersteven van een varken dat uit een van de nissen tevoorschijn komt. Aan de overkant prijkt de indrukwekkende Landloperskapel, waar het dak lijkt opgetild door een reus en van een extra glaspartij voorzien.
Vossenstreken
Felix heeft de smartphone te pakken en start de wandelapp Vossenstreken op. Die is ontworpen om wandelen minder saai te maken voor jonge avonturiers vanaf vijf jaar en bestrijkt het hele gebied van het Nederlandse Brabant en de provincie Antwerpen.
Sinds kort is er ook een traject Merksplas Kolonie, dat je de beschermde site laat ontdekken aan de hand van vragen en opdrachten. Uit de drie themaroutes kiezen we Landlopers, waarbij de kinderen in de huid van een landloper kruipen.
De opdrachten zijn onderhoudend en leuk voor de hele familie, niet alleen voor de jongsten. Wie het toch graag iets meer toegespitst wil, kan ook de gratis Kolonie-app downloaden.
In het frisse en eigentijdse bezoekerscentrum, gevestigd in de varkensstal van de Grote Hoeve, steken we heel wat op over de geschiedenis van dit stukje Kempens erfgoed.
Toen in 1993 de wet op de landloperij werd afgeschaft, dreigde het gebied te verkommeren. Daarom werd het beschermd, zodat het zeker niet versnipperd zou geraken en er fondsen konden vrijgemaakt worden voor de restauratie van de gebouwen.
Intussen wordt er luidop gedroomd over een statuut als Unesco-werelderfgoed door de vzw Kempens Landschap, die in 2017 het dossier indiende bij het Werelderfgoedcomité in Parijs.
Een idee dat door tal van Kempenaars en erfgoedliefhebbers wordt ondersteund. Een van hen is talkshowhost Lieven Van Gils, die in een filmpje uitlegt waarom hij vindt dat de Kolonies moeten erkend worden door Unesco. Niet dat hij ons nog moet overtuigen. Wortel en Merksplas Kolonie vormen samen een uniek gebied, waar erfgoed en geschiedenis hand in hand gaan met ongerepte natuurbeleving zoals je die in Vlaanderen niet al te vaak vindt. En als landlopen anno nu betekent dat je mag paalkamperen in de vrije natuur, dan zijn wij maar wat graag moderne landlopers.
Wat is paalkamperen precies?
Momenteel zijn er 47 bivakzones in Vlaanderen, waar je op duidelijk aangegeven plekken – gemarkeerd met een paal – je tent mag zetten. Belangrijk om te weten is dat je je aan een aantal afspraken moet houden, zodat de kampeerders die na jou komen ook van ongeschonden natuur kunnen genieten.
- paalkamperen is gratis
- het is niet mogelijk om te reserveren
- maximaal drie tenten of tien personen
- minimale voorzieningen, verwacht dus niet de faciliteiten van een camping
- je mag uitsluitend vuur maken in een daartoe voorziene metalen vuurkorf, niet op de rest van het terrein
- uiterlijk na 48 uur of 2 nachten verlaat je de bivakzone
- uiteraard mag je geen enkele vorm van afval achterlaten
Ook nog goed om te weten: check jezelf en je kinderen grondig op teken na het kamperen. Wij brachten ongewild een flink deel van het Kempense tekenbestand mee naar huis. Maar dat is geen ramp: met een speciale tekentang, verkrijgbaar in de apotheek, verwijder je de parasieten in een handomdraai en vermijd je ontstekingen, of nog erger, de ziekte van Lyme.