Royale rust rond Jette en Laken

Onze fietstocht start aan de achterkant van het station van Jette. Al na enkele honderden meters zitten we te midden van het groen. Het hele Koning Boudewijnpark ademt natuur uit. Dit gebied van zo’n 100 hectare bestaat uit bossen, weiden, moerassen, parken en vijvers. Hoewel dit park in de vallei van de Molenbeek prachtig onderhouden is, straalt het toch wat ruwheid uit door het ecologische beheer. ‘Een deel van het park is de vroegere kloostertuin van het Heilig Hart. Ik heb hier nog school gelopen en we mochten slechts één keer per jaar de tuin in’, vertelt Monik. ‘Ik vind het schitterend hoe het park aangelegd werd, met ruimte voor recreatie. In de zomer vind je hier trouwens ook een pop-upbar. Gezelligheid troef’, lacht ze. We kruisen de Wereldtentoonstellingslaan en komen terecht in het Poelbos en het Laarbeekbos. Aan de rand ervan wijst Yvet me nog op de bloemenpluktuin.
Jules Lorgesquare in Jette (en andere ingangen)

Na een avontuurlijk ritje door het bos maken we vlakbij een stop in de tuin van het eigenzinnige Atelier 34zero Muzeum. Een metershoog stalen kunstwerk wijst ons de weg. Bezieler van dit onafhankelijke kunstencentrum is de Pool Wodek Majewski. Je kan er terecht voor tentoonstellingen en evenementen, maar ook voor een hapje en een drankje. Op de menukaart vind je ook Poolse specialiteiten. In de zomer is het er aangenaam vertoeven in de tuin. Vlei je neer in één van de oude sofa’s of installeer je op een houten stoeltje en geniet van het bijzondere decor. Reuzegrote foto’s met een geheel eigen stijl vormen vaak het gespreksonderwerp van de gasten. In de winter verhuist ‘het terras’ naar binnen. Wanneer we vertrekken, lees ik nog een bordje naast één van de bomen. De boom blijkt te groeien op een placenta. Ik begrijp dat dit een bijzondere plaats is die je het best met een open geest ontdekt.
Rivierendreef 334 in Jette

We verlaten Jette en rijden Laken binnen. Na de Leopoldssquare en de koloniale brug doemt het Atomium voor ons op. Hoewel ik al vaker een bezoek bracht aan dit monument dat er neergepoot werd ter ere van Expo 58, blijf ik onder de indruk van de grootsheid van het bouwwerk. Iets verder duiken we in het koninklijke heden en verleden. We fietsen langsheen de Japanse Toren, het Chinees Paviljoen en het Museum voor Japanse Kunst. Zij werden aan het begin van de 20ste eeuw in opdracht van koning Leopold II ontworpen, maar staan al ettelijke jaren te verkommeren. Tegenover het Koninklijk Paleis werpen we een blik op het prachtige Park van Laken met het monument van de Dynastie. Iets verder houden we halt aan de Sint-Annefontein en -kapel. Na een korte stop fietsen we naar de Tuinen of Serres van de Bloemist, ook een erfenis van Leopold II. Na een periode van verval en verloedering zijn de tuinen terug een weergave van de siertuinkunst. Van hieruit heb je bovendien een prachtig uitzicht over Brussel.
Witte Acacialaan in Laken

In de schaduw van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken ligt het kerkhof van Laken. Wanneer we deze plaats betreden, merk ik al snel dat dit veel meer is dan een begraafplaats. Het is een openluchtmuseum van stille grafkunst en natuurlijk erfgoed en het is de laatste rustplaats van heel wat Brusselse persoonlijkheden. Vaak wordt dit kerkhof ook het ‘Brusselse Père Lachaise’ genoemd. We slenteren over het kerkhof. Ik herken onder andere De Denker van Auguste Rodin. Nadat ik al de prachtige beeldhouwwerken bewonderd heb, dalen we de trappen af naar de ondergrondse grafgalerijen. Het is er fris en stil en de lichtinval heeft iets artistieks. Bijzonder dat ik dit mooie funerair erfgoed kan bekijken. Wie nog iets extra’s wil ontdekken, kan aan de ingang van het kerkhof het originele atelier bezoeken van de grafmakers Ernest Salu en zonen.
Onze-Lieve-Vrouwvoorplein in Laken

Na het kerkhof gaan we met de fiets nog meer sporen uit het verleden verkennen. ‘Het is een ommetje en de plaats ligt niet meer op grondgebied Jette of Laken, maar ik zou graag de knap gerestaureerde Gare Maritime tonen’, vertelt Monik. We passeren eerst nog de oude Byrrh-vestigingen. We worden aangetrokken door de prachtige gevel, een getuige van het rijke industriële verleden van de streek. Byrrh was een bijzonder aperitiefwijntje dat in de jaren 60 echter aan populariteit verloor. De site werd omgetoverd tot een duurzaam dorp (Be-Here) met heel wat lokale bedrijvigheid. Als laatste stop bezoeken we een andere hub, namelijk de Gare Maritime op de site van Thurn & Taxis. Het voormalige goederenstation werd indrukwekkend gerenoveerd tot een energieneutraal gebouw. Deze urban jungle, vooral opgetrokken uit hout, wordt ongetwijfeld de place to be voor culturele evenementen, markten en beurzen. Het is trouwens ook de perfecte locatie voor fotoshoots. Via het aangrenzende park fietsen we terug naar Jette.
Be-Here, Dieudonné Lefèvrestraat 4 in Laken. Gare Maritime, Picardstraat in Brussel