Uitstap naar Vorstendom Liechtenstein

11 minuten leestijd

Lang geleden, toen alles nog te koop was, eigende een vorst zich een stukje Rijnvallei in de Alpen toe en gaf het nieuwe land zijn naam. Vijftien generaties later kijkt zijn nazaat in Schloss Vaduz nog steeds uit over het Vorstendom Liechtenstein. We drinken een biertje op zijn jaarlijkse tuinfeest en fietsen in één dag door het hele land.

 

reportage
  • Uitstappen en vakanties

‘Bent u minister?’ Een oude man monstert mijn pak, hemd, stropdas. Op 15 augustus nodigt erfprins Alois van Liechtenstein al zijn landgenoten uit om samen te aperitieven in de rozentuin van Schloss Vaduz. Toeristen mogen de Staatsfeiertag gerust komen meevieren. Wat vooral Aziaten zich geen twee keer laten zeggen. Een heuse Europese sprookjesprins die in een middeleeuws kasteel woont!

Op een rots, in de Alpen, pal boven de hoofdstad! Vanuit het venster zou hij zelfs op zijn onderdanen kunnen spuwen. Maar zolang hij nul procent belasting betaalt, haalt hij dat vast niet in zijn hoofd. En organiseert hij, de gulheid in persoon, een jaarlijks tuinfeest met gratis bier, broodjes en hapjes.

Op de feestdag mag iedereen in de tuin van de prins komen aperitieven.

Daar loopt hij, omstuwd door fans, samen met erfprinses Sophie van Beieren, een koninklijke hoogheid die verwant is met keizerin Sisi.

De tweeduizend gasten drinken keurig hun nationaal bier zonder de nationale rozen te vertrappelen.

De erfprins benaderen zit er voor onze oude man voorlopig niet in. Maar als hij die andere schijnbaar officiële figuur eens aansprak? Ik weet het nu zeker: ik ben een beetje overdressed.

Vorstenhuis nv

De Staatsfeestdag valt al sinds 1940 op Maria Hemelvaart. Het jaar voordien had het volk vorst Frans Jozef II, die op 16 augustus verjaarde, gehuldigd op de grasweide voor het kasteel. Zo had Liechtenstein zijn onafhankelijkheid bevestigd ten opzichte van de dreiging van het naziregime. De hellende weide vormt een natuurlijk theater.

In een lelijke plastic tent spreekt de erfprins zijn State of the Union uit. Hij heeft het over saneren, het budget op orde houden, niet alle heil van de staat verwachten, zelf je verantwoordelijkheid nemen als burger. Een uur voordien stapten de koninklijke familie en de regering in een vrolijke optocht met fanfares en meisjes in klederdracht van het kasteel naar de weide. Toen scheen de zon, nu regent het, wat bij de toon van de toespraak past.

 

De erfprins komt niet over als een pretmaker. Eerder als de afstandelijke CEO die zich schoorvoetend op de werkvloer waagt. Het vorstenhuis is thuis in de haute finance. Via de Stiftung Fürst Liechtenstein beheren ze allerhande bedrijven, waaronder een van de grootste private kunstcollecties en LGT Group, de grootste private-bankinggroep in familiebezit.

De bankgroep stelt wereldwijd tweeduizend mensen tewerk. Het kasteel op de rotsen staat mooi en straalt romantiek uit, maar het zakenhart van de familie klopt beneden in Vaduz, in de banale hoofdzetel van hun bank. Staatshoofd van Liechtenstein? Een bijberoep!

Frans Jozef II was de eerste vorst die echt in Liechtenstein ging wonen. Het huidige staatshoofd is vorst Hans Adam II, maar zijn zoon Alois bestuurt al tien jaar als regent. In de rozentuin luistert hij beleefd en geduldig naar zijn fans. Want die heeft hij duidelijk. Gênant hoe ze hun hart uitstorten bij een man die vrij bedeesd overkomt.

Een vrouw reikt zelfs haar baby aan. Bewonder hem, hou hem vast, zegen hem? In de late namiddag waagt het erfprinsenpaar zich nog eens in de menigte in de winkelwandelstraat van Vaduz.

Alles in Ordnung in hun Alpenstaatje, zoals altijd, sinds mensenheugenis. De economie blijft robuust, de Rijn en de bergen schermen het grondgebied af tegen Europese crisissen en veiligheidsproblemen.

Of is de erfprins in essentie niet meer dan de schatrijke burgemeester van een middelgrote gemeente met elf dorpskernen? Vaduz heeft niet eens zesduizend inwoners. Maar wel de prestigieuze nieuwe architectuur waarmee grootsteden om aandacht vragen.

De zwarte doos van het Kunstmuseum is controversieel en haalde al lijstjes van lelijke gebouwen.

In de nieuwe Landtag vergaderen de vijfentwintig parlementariërs aan een ronde tafel onder een hoog puntdak. Het gele bakstenen gebouw maakt deel uit van een bijzonder mooi plein met een ommuurde tuin, dat aansluit bij het honderd jaar oude regeringsgebouw.

 

Paradijs voor postzegelverzamelaars

Op de Staatsfeestdag zijn bussen en musea gratis. In de stad zijn er concerten en ’s avonds wordt er bij het slot vuurwerk afgestoken. Ik spring het Kunstmuseum binnen en zie voor het eerst sinds lang een tentoonstelling over hedendaagse kunst waar ik geen snars van begrijp. Het Postmuseum bewijst dat je alles boeiend kan maken als je het goed presenteert. En zijn postzegels niet de bestaansreden van ministaatjes?

‘Vijftigduizend verzamelaars zijn geabonneerd op onze postzegels’, zegt curator Hans-Peter Rheinberger. ‘Ze ontvangen elke nieuwe uitgave.’ Eén museumwand bestaat uit uitschuifbare toonvensters. Postzegels zijn miniatuurkunstwerkjes, ontworpen op groot formaat. Achter het glas zit vaak het oorspronkelijke artwork. Ze vertellen de grote geschiedenis en de petite histoire.

Postzegels vertellen de geschiedenis van het Vorstendom Liechtenstein.

Het vorstenpaar, met de glamour van een Hollywoodkoppel. Werken van Rubens uit hun collectie. Wintersporters, oldtimers, een zeppelin, abstracte kunst. ‘Liechtenstein geeft sinds 1912 zijn eigen postzegels uit’, vertelt Hans-Peter. ‘Daarvoor werkten we met Oostenrijkse postzegels. Onze vallei is al eeuwen een belangrijke communicatieroute. Via Vaduz brachten boodschappers brieven en pakjes van de Bodensee naar Milaan.’

Hans-Peter stamt af van de negentiende-eeuwse componist Rheinberger. Zijn familie woont al vierhonderd jaar in Liechtenstein. ‘Het goede van dit land is dat we ons niet opsluiten’, zegt hij.

‘Bijna iedereen studeert in het buitenland. Dat zorgt voor een open geest. Het nadeel is dat iedereen je hier kent. Stel dat ik een mooie vrouw trakteer op een kopje koffie. Roddels gegarandeerd.’

Gered door de föhn

Tijd voor actie en avontuur! In een sportgek land als Liechtenstein moet je bewegen. Om het niet te bar te maken – remember, ik ben de minister in maatpak – huren we een e-bike en lassen we onderweg enkele Genusspunkte in. Klein minpunt: de culinaire pleisterplekken zijn gegroepeerd in Vaduz en Schaan, de centrale gemeenten, en wij willen door het hele land fietsen.

Op papier bedraagt de afstand van grens tot grens vijfentwintig kilometer, maar reken gerust vijfenzestig kilometer voor de hele rit. In de vlakke Rijnvallei is dat gemakkelijk haalbaar, als je niet te lang blijft plakken in Vaduz.

Bij de Käsestube kan je lekkere halfharde bergkazen kopen, stijl Tomme. De melk komt van vijftig boeren die aangesloten zijn bij de coöperatieve Milchhof en wordt biologisch geproduceerd.

In de zomer grazen de koeien 1.800 meter hoog op de Alpenweides, in de winter eten ze hooi. ‘De vorst heeft ons project gesponsord’, zegt zaakvoerder van Milchhof Rainer Hoop.

‘Liechtenstein heeft een buitengewone plantenrijkdom. En we vormen een hechte, zeer traditionele gemeenschap. De mensen kennen onze boeren. Zo krijgt bio echt betekenis.’

Net buiten Vaduz, richting Schaan, loopt een breed grindpad door de vorstelijke wijngaard. Infopanelen beschrijven per maand de verzorgingen die de pinot-noirdruiven ondergaan. Ze groeien in ongewone omstandigheden.

De Alpen vormen aan de oostkant een hoge muur die de ochtendzon weghoudt. Zonder de föhn, de warme bergwind die de druiven droogt, zou de wijngaard te vochtig zijn.

Maar de Herawingert, want zo heet deze wijnhelling van vier hectare, produceert al zes eeuwen wijn en geldt als een toplocatie aan de Rijn. In de Hofkellerei kan je de vorstelijke wijnen proeven. Of hou dat voor later, want je moet nog vierenzestig kilometer fietsen.

 

Rijn, wind en rotsen

Ons fietsavontuur begint. In de Rijnvallei loerden traditioneel drie gevaren. In ronkend Duits: Rhein, Föhn und Rüfen.

De meanderende rivier trad buiten zijn oevers, de warme wind veroorzaakte plotse temperatuurstijgingen en lawines, en van de steile bergflanken gleden vaak modderstromen naar beneden. Waar moet je dan wonen?

De dorpen ontstonden op de zachte hellingen waar ook de druiven groeien. De Rijn is intussen gekanaliseerd.

Op de dijken kan je snelheid maken. De e-bike is begrensd op zevenentwintig kilometer per uur. Hij remt me af als ik hem aanschakel.

In Vaduz steken we over naar de Zwitserse oever, omdat we Liechtenstein daar beter zien, en de honderdjarige overdekte houten brug is te mooi om ze niet te gebruiken.

Het land dicht bij de oever is onbebouwd gebleven en bestaat uit weideland en natuurgebied. In de oertijd heeft een gletsjer de vallei bezaaid met kale, alleenstaande rotsen.

In Balzers, de zuidelijkste gemeente, troont Burg Gutenberg op zo’n rots, hoog en droog. De flanken zijn beplant met wijngaarden.

Een slingerend pad leidt naar het buitenhof, dat altijd toegankelijk is. Ik kijk in Liechtenstein drie richtingen uit over weides en boomgaarden. In het zuiden buigt de Rijn af om te verdwijnen achter de berg Ellhorn. In dat hoekje eindigt Liechtenstein met een pad dat doodloopt in het bos.

Liechtenstein Dry Gin

Dan heeft de grenspost van Schellenberg meer romantiek. Wachthut, slagboom, landweg die afdaalt naar Oostenrijk. Twee kinderen spelen met hun paarden in de weide. Liechtenstein ontstond drie eeuwen geleden toen de vorsten het graafschap Vaduz bij de heerlijkheid Schellenberg voegden. Dit stille dorp dus, op de enige heuvel in de Rijnvallei.

Beneden, in de weidelanden van Ruggeller Riet kan je een ouderwetse heimatfilm draaien. In het noorden eindigt Liechtenstein in schoonheid. Maar, bekentenis, voor dat laatste stuk hebben we de bus genomen. Niet dat onze energie op was. Integendeel, na twee gin-tonics bij Marcel Telser was de batterij van de e-bike pas echt overbodig. Zijn familie stookt sinds vier generaties sterkedrank. Vroeger was dat fruitschnaps.

Nu wint hij internationale prijzen met zijn whisky en gin. Echte streekproducten, toch als Marcel ze maakt. ‘De whisky rijpt niet op sherryvaten’, zegt hij. ‘Ik gebruik pinot-noirvaten. Dat geeft een unieke smaak en verbindt de whisky met de streek. De Liechtenstein Dry Gin sluit aan bij een kruidenschnaps die we vroeger hadden. Hij bevat typische Alpenkruiden.’

 

Koebellen en Alpenhoorns

Marcel Telser woont tegen de bergflank in Triesen. Zijn distilleerderij is gevestigd in een prachtige houten boerenschuur en heeft een winkeltje. Hij neemt ons mee naar zijn favoriete Rijnpanorama bij de oude kapel van Sint Mamerta. ‘Liechtenstein is teleurstellend als je in de Rijnvallei blijft’, zegt hij. ‘Trek de bergen in en je ontdekt een andere wereld.’

Hij heeft een punt. Fietsen langs de Rijn is charmant. Maar vanaf Triesen tot Schaan sluiten de dorpen aan elkaar en is er druk pendelverkeer op de hoofdweg. Onze reis is niet volledig zonder uitstap naar het wintersportoord Malbun. Daar nemen we de zetellift naar het bergrestaurant Sareis, op 2.010 meter hoogte. De Alpen zijn hier groen. Het geklingel van koebellen draagt zo ver dat je de koeien niet eens ziet. In drie kwartier kan je terugwandelen naar het dorp.

De zondag na de Staatsfeestdag komen Alpenblazers uit Liechtenstein en de buurlanden er samen. Ze musiceren vanaf twee uur ’s middags bij de Friedenskapelle van Malbun. De Alpenhoorns schallen. De inwoners van Triesenberg, waar Malbun deel van uitmaakt, zijn Walser, een volk afkomstig uit het Zwitserse kanton Wallis met een eigen Duits.

Beneden in de Rijnvallei heb je taalverschillen tussen noordelijke en zuidelijke dialecten. Liechtenstein is nog best gevarieerd, al is één uitspraakregel er universeel: ‘Fürst’ zeg je met een hoofdletter.

 

Liechtenstein in cijfers

  • 160,5 km²
  • 15 generaties vorsten van het Huis Liechtenstein, erfprins Alois is de 16de generatie
  • 11 gemeenten, waarvan Schaan de grootste is (net geen 6.000 inwoners)
  • 72 nieuwkomers per jaar mogen zich vestigen in Liechtenstein
  • 2,5 % werkloosheid
  • 405.000 gulden: prijs die Johann Adam I in 1712 betaalde voor het graafschap Vaduz en de heerlijkheid Liechtenstein
  • 430 meter boven zeeniveau: laagste punt, aan de Rijn
  • 2.599 meter boven zeeniveau: top van de Grauspitze
  • 37.000 inwoners
  • 25 parlementariërs, 5 regerings leden, 11 burgemeesters
  • 1 op de 3 inwoners is buitenlander
  • 35.253 arbeidsplaatsen
  • 19.000 pendelaars die dagelijks de grens oversteken, waarvan 9.700 naar Zwitserland
  • 15.000 inwoners aangesloten bij een sportclub, vooral voetbal en skiën
  • 1 universiteit in Vaduz, gespecialiseerd in architectuur en economie, en met voor meer dan de helft buitenlandse studenten
  • 1/3 van de economie is de financiële sector

 

Tekst Gert Corremans – Foto’s Michaël Dehaspe

Dit artikel is verschenen in april 2015.

 

 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer