Dwars door het moeras

Brussel is heus niet die betonnen jungle waarvoor het soms versleten wordt. De stad heeft veel meer groen dan algemeen wordt genomen. Dat merken we meteen als we met ons wandelgroepje het station van Jette achter ons laten.

Enkele honderden meters verder lopen we het Koning Boudewijnpark in, een groene parel in de Brusselse stadsrand. Het park strekt zich uit over het grondgebied van de gemeenten Jette en Ganshoren en biedt een combinatie van halfnatuurlijke landschappen en recreatieve ruimtes. Zo vind je er onder meer een leuke speeltuin, een grote waterpartij en een aantal picnickplaatsen. In de zomer kan je er genieten van een frisse pint in de zomerbar 'Guinguette Fabiola'.

Tussen twee moerassen

We zijn midden januari, dus die pint zal nog even moeten wachten. We steken de drukke Tentoonstellingslaan over langs een autovrije brug en lopen langs het niet-toegankelijke Moeras van Jette richting het Moeras van Ganshoren, een moerasgebied van zowat 11 hectare dat gekneld ligt tussen twee drukke spoorlijnen.

Het moeras vormt samen met zijn collega in Jette een van de laatste restanten van de vochtige gebieden in de Molenbeekvallei. In de jaren ’50 verloor het gebied door de de plaatsing van een afvalwatercollector heel wat van zijn ecologische waarde. Door de drainage werd de ondergrond droger en ging heel wat biodiversiteit verloren. Sinds het gebied het statuut van ‘speciale beschermingszone Natura 2000’ heeft, probeert men de biodiversiteit van het moeras te herstellen.

Dankzij de regen van de voorbije dagen kunnen we genieten van een optimale moerasbeleving. Wie de wandelschoenen liever proper houdt, heeft hier vandaag niets te zoeken. We ploeteren langs en door een aantal uit de kluiten gewassen modderpoelen richting Kerremanspark, een relatief jong park, vlakbij het drukke industrieterrein van Zellik.

Daar krijgen we opnieuw vastere grond onder onze voeten. Het Kerremanspark is een mooi stukje natuur in de Brusselse rand waar heel wat diersoorten samenhokken. De meest tot de verbeelding sprekende is ongetwijfeld de ringslang, één van de drie slangensoorten die in ons land voorkomen. Paniek? Niet nodig: de slang eet enkel met muizen, kikkers en kleinere visjes. 

Terug naar de bewoonde wereld

Een vlonderpad brengt ons terug in de bewoonde wereld. We lopen een stukje mee met de fietssnelweg F212 en kruisen via een fietstunnel de spoorlijn Dendermonde – Brussel. We lopen nu langs de rand van het Laerbeekbos richting het razende autoverkeer op de Brusselse Ring.

Een tunnel helpt ons naar de andere kant van de drukke verkeersas en naar de Brabantse Kouters. Aan een bankje houden we even halt voor een bekertje warme soep en spotten we een vos in één van de weiden die ons omringen.

Door de velden stappen we verder richting Zellik. We ruilen de modderpaadjes even voor asfalt en lopen langs het station richting de voormalige luchtmachtbasis van Zellik-Relegem.  De beschermde ‘ballonloods’ vlakbij de spoorlijn Brussel – Dendermonde is een stille getuige van het interbellum, toen de loods werd gebruikt voor het bouwen en herstellen van militaire luchtballons.

Saucissen & jenever

In de schaduw van de loods wacht collega Maarten ons op met een heerlijke lunch: versgebakken braadworsten op de barbecue én een shotje jenever. Bijzonder welkom na het harde labeur in de moerasjes vanmorgen!

We versterken de innerlijke mens en duiken vervolgens opnieuw de Brabantse kouters in. Aan een uitzichtplatform genieten we even van het panoramische uitzicht over de regio. Heel veel groen uiteraard, maar ook het logistieke centrum van Delhaize en de heel herkenbare kerktoren van Asse. Tijdens een storm in 2022 werd een deel van de dakbedekking van de toren losgerukt. In afwachting van de restauratie werd ook de rest van de toren ontmanteld, waardoor Asse nu een eigen versie van het doorkijkkerkje van Borgloon heeft.

Chique chalet

Een veldweg leidt ons verder naar Relegem.  Dorpsherberg ‘Den Ouden Belg’ in het centrum van het dorp was jarenlang een begrip in de regio voor liefhebbers van een lekkere steak. Jammer genoeg is de zaak sinds begin 2023 gesloten. En dus trekken we langs de GR126 over de Kruiskouter verder richting het gehucht Hamme, het verste punt op onze wandeling.

Even later duiken we opnieuw de Brusselse Ring onder en dwarsen we het Laerbeekbos in de richting van ons vertrekpunt. Het Laerbeekbos vormt het grootste bosgebied in het noorden van Brussel en telt, net als het Zoniënwoud, een belangrijke verzameling oude beuken. In de juiste periode van het jaar kan je hier boshyacinthen en daslook aantreffen. Vogelliefhebbers kunnen genieten van de groene en bonte specht, houtduif, koolmees, kerkkauw én veel parkieten.

Midden in het bos lopen we voorbij de Chalet - een restaurant dat zijn oorsprong kent sinds 1908, dankzij een Elsense advocaat die er een paviljoen in Normandische stijl liet bouwen. De leuke speeltuin en de kinderboerderij vlakbij zijn een ideale stop als je hier met kinderen op verkenning komt.

Zodra we het bos verlaten, duiken we opnieuw in het Koning Boudewijnpark en zetten we koers naar het station van Jette waar we na een heerlijke wandeldag moe maar tevreden de trein nemen.

Praktisch

• Afstand: 21 km
• Route: de route is niet bewegwijzerd
• Download de gpx
• Bereikbaarheid: Het station Jette ligt op de treinlijn Brussel – Dendermonde en Brussel - Aalst. Vanuit Brussel zijn er verschillende treinen per uur die stoppen in Jette. Aan de achterzijde van het station bevindt zich een grote parking voor auto’s.
• Moeilijkheidsgraad: Een wandeling die niet zo zwaar is. Stevige wandelschoenen zijn wel aanbevolen, zeker voor de passage door het moeras van Ganshoren.