Het Land van Streuvels

8 minuten leestijd

Eerst was er de grondige restauratie van Het Lijsternest, het huis waar Stijn Streuvels zestig jaar lang woonde. Meteen volgde het knooppuntennetwerk Land van Streuvels voor wandelaars. Een ideaal duo voor een ontmoeting met wat rest van het landleven en de natuur die de schrijver zo dwingend liet meespelen in zijn romans.
 

reportage
  • Wandelen
Anzegem

Een regelrecht dilemma is het. Eerst Het Lijsternest en dan op stap, of omgekeerd? Mijn nieuwsgierigheid drijft me naar het huis, mijn verstand zegt eerst op tocht te gaan met Geert Callens.

Hij is streekverteller bij Gidsen Plus, gidsen die je op een originele manier laten kennismaken met de Leiestreek. ‘Een streekverteller is geen gewone gids’, legt Geert uit. ‘Wat ik weet, heb ik ook van elders en als jij iets bijdraagt, pik ik dat op. Een wandeling is interactief bij mij.’

 

Een groene, geletterde jongen

Prima voor mij. Terwijl we tussen de velden over een breed grindpad door de Waashoek wandelen, vertelt Geert me dat Streuvels dit uitzicht koesterde. Hij had zijn Lijsternest met opzet zo gebouwd dat voor zijn bureau een kamerbreed raam uitzicht gaf over het land.

‘Streuvels was bakker, maar veel liever schreef hij. In Ingooigem leert hij priester Hugo Verriest kennen. Die ontfermt zich over kunstenaars uit de streek. De contacten maken dat Streuvels er rond zijn dertigste voor kiest een dubbele droom waar te
maken: landman en schrijver worden. Hij stopt met de bakkerij, koopt een lap grond, bouwt zijn huis, trouwt en sticht een gezin.’

 

 

 

Streuvels liep voor op zijn tijd.

‘Streuvels meet zich een strikte dagindeling aan. ’s Ochtends is hij bezig in de tuin of met de beesten, want hij wil zelfvoorzienend worden. Vandaag is dat hip. Je zou kunnen zeggen: een groene jongen die zijn tijd ver vooruit was. In de namiddag schrijft en leest hij. Of hij maakt tijd voor artistieke contacten.’

Perfecte perentaart

Aan de Meulenberg stoppen we bij Huis Ten Berge. Daar woonde kunstschilder Valerius De Saedeleer. Iets verderop had dorpsfilosoof en kunstenaar Torie Mulders zijn molen. ‘In het dorp vonden ze Streuvels maar een rare man’, weet Geert.

‘Een asociale eenzaat die ze met rust moesten laten. En hij ging uit wandelen met zijn vrouw als de boeren op het veld stonden te wroeten. Maar was dat wel een juist beeld? Natuurlijk wilde hij aan zijn schrijftafel ongestoord werken, maar ter ontspanning ging hij naar buiten. Hij wandelde veel en fotografeerde volop. Als De Saedeleer of Mulders vanop de Meulenberg licht zagen branden in Streuvels’ werkkamer, wisten ze dat ze hem gerust moesten laten. Was het er ’s avonds donker, dan konden ze langsgaan. Wat ze graag deden, want Streuvels wist zijn vrienden te ontvangen. Het schijnt dat hij perfecte perentaarten bakte.’

 

Zedig vermaak in het park Van open boerenland komen we langs een paar kerkwegen in Tiegem terecht. Ons pad loopt dwars door Domein Sint-Arnoldus, een romantisch park met kronkelende paadjes, bruggetjes, vijvers met waterlelies en uitheemse bomen.

Vital Moreels liet het in 1900 aanleggen als lusthof en bedevaartsoord. De man was steenrijk geworden van de handel in Peruaanse guano, mest afkomstig van zeevogels. Tegelijk was hij erg katholiek. Het domein moest een tegengewicht vormen voor de Kluisberg verderop. Daar werd gedanst en gedronken, geld verbrast en aan de vrouwen gezeten.

Moreels gaf Stijn Streuvels opdracht om een werk over Tiegem te schrijven en liet hem meewerken aan de passiespelen die in het openluchttheater werden opgevoerd. Streuvels verwijst ernaar in Het leven en de dood in de ast, als twee jonge werkmannen een nachtje gaan stappen en vertellen over hun liederlijk gescharrel met de meisjes.

‘Ook in De vlaschaard vertelt hij over de losse omgang tussen boerenmeiden en -knechten’, zegt Geert. ‘Streuvels schreef er wel vaker over. Hij kwam uit een meer beschermd milieu en heeft vrij laat ingezien dat hij in zijn jeugd een stuk van het leven heeft gemist. Het flirten en flikflooien is compleet aan hem voorbij gegaan.’

 

Licht op het vlasland

Als we het domein verlaten bij de Doornstraat wijst Geert me het glooiende landschap voor ons aan. ‘Voor mij is dit het mooiste uitzicht’, zegt hij. ‘Voortdurend verandert hier het licht over het land. Streuvels was best jaloers op zijn vrienden landschapsschilders. Wat zij aan licht konden vatten op doek, kon hij onmogelijk in woorden overbrengen. Hier stond ook regelmatig vlas, een moeilijke teelt die veeleisend is voor de grond. Vlas wordt om de zeven jaar gezaaid. Het jaar ervoor komt er suikerbiet of cichorei op het veld. Vandaar de vroegere asten of eesten in de streek. Daar werd die cichorei gebrand.’

 

 

Het landschap is niet meer zoals het was in Streuvels' tijd: nieuwbouw en eenzijdige teelten.

We dalen terug af via Schernaai naar de Leemstraat en de onverharde Lijsternestweg. Er staat nogal wat maïs en groenten op de velden. ‘Dat had je niet in Streuvels’ tijd’, zegt Geert met wat spijt in de stem. ‘Veel boeren werken nu in opdracht van grote firma’s die diepvriesgroenten produceren. Dat maakt de teelten nogal eenzijdig.’

Hier en daar staan hoge hagen rond onzichtbare huizen. Boerderijen, vermoed ik. Of nieuwbouw? ‘Dure renovatie’, vertelt Geert. ‘Bemiddelde mensen uit de omgeving van Waregem en Kortrijk willen graag landelijk wonen buiten de stad. Ze maken de oude hoeves piekfijn in orde en trekken een groene muur op voor hun privacy. Netjes getrimd en zonder inkijk. Een boer had wel een haag, maar die kwam maar tot borsthoogte. Zo kon je nog een praatje slaan met voorbijgangers.’

 

Met nog een ommetje langs de kerk met de grafmonumenten van Hugo Verriest en Stijn Streuvels lopen we terug door het stille Ingooigem. ‘Het oude dorpsleven kwijnt weg’, zegt Geert. ‘De streek wordt residentieel. Je ziet het aan de volkscafés en buurtwinkels die verdwijnen. Sommige restaurants zijn enkel in het weekend open.’ Mmmm, een wandelaar brengt maar beter zijn picknick mee.

Kunst in Het Lijsternest

Verantwoordelijke Tom Houtman ontvangt me met veel enthousiasme en een iPad in het woonhuis van Stijn Streuvels. Hij is ook erg trots op de grondige restauratie van het gebouw.

‘Zelfs de funderingen zijn vernieuwd en voor het interieur zijn archieven, documenten en foto’s bestudeerd om alles zo authentiek mogelijk te herstellen. Tot de vloerpatronen, de verf en het behang toe.

Het moest erop lijken dat de bewoners maar even weg zijn. Dus hangen er nog een jas en hoed aan de kapstok in de hal. Ook het touw naar het klokkentorentje op het dak is blijven hangen.

Daarmee kon Streuvels het angelus luiden en de meiden en knechten van het land roepen. Een follietje, want hij was helemaal geen herenboer. Alleen de deuren hebben we iets verbreed. Voor rolstoelgebruikers.’

Ik laat mijn ogen dwalen over de boekenruggen in boekenkasten van vloer tot plafond. Noorse en Russische schrijvers hebben Streuvels aangezet tot schrijven. Vooral Tolstoj heeft hem getriggerd. Aan de muur een dodenmasker van zijn oom Guido Gezelle, een schilderij van Permeke.

In huis beelden van zijn broer Karel en George Minne. En wel vier Boeddha’s. ‘Het exotische sprak Streuvels zeker aan’, weet Geert. ‘Hij was een man van zijn tijd. Had ook interesse voor Freuds psychoanalyse en was mee met het modernisme. Het was de tijd van het gesamtkunstwerk. Huis en interieur vormden één geheel.

 

 

In de keuken zit er een sinterklaasluikje verstopt in het plafond.

Het Lijsternest is door Emmanuel Viérain ontworpen, een vriend die ook schilderde. De bibliotheek is op maat gemaakt door meubelmakerij De Coene uit Kortrijk, heel modern voor zijn tijd.’ Tom toont me nog de badkamer. Een enorme warmwaterketel boven een ligbad. ‘Niemand in de streek had dat.’

In de leefkeuken zit naast de schouw een luikje in het plafond. ‘Het sinterklaasluikje’, lacht Tom. ‘Streuvels maakte zijn kinderen wijs dat de Sint door dat luikje snoep strooide om zich niet vuil te maken. Hij deed het zelf natuurlijk.’

In de wolken ben ik. Binnenstappen in het huis van een schrijver of kunstenaar, het zet me altijd weer op scherp. De iPad bulkt van de informatie, maar die laat ik links liggen. Dat bureau aan het raam met zicht op het landschap. Wat zou ik er graag een paar dagen zitten en schrijven. Traag en in stilte, met ergens achter me het tikken van een oude klok.

‘We zijn ook een schrijversresidentie’, zegt Tom. ‘In de wintermaanden gaan we niet open voor publiek, maar ontvangen we auteurs. Die zitten aan dit bureau, voor dit raam. Zonder extra franjes. Alleen een internetkabel voor hun laptop hebben we hier weggestopt.’

Streuvels de schrijver. Streuvels de landman. De naturalist. De fotograaf. De man van het licht. Streuvels de family man. De man van zijn tijd. En dan nog één spreuk prominent aan de muur: ‘Wanneer de hovenier slaapt, zaait de duivel onkruid’. Streuvels, de niet zo vrolijke man.

Tekst Chris Van Minnebruggen - Foto’s Daniël Rys

Dit artikel is verschenen in mei 2016.

 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer