Hollands Glorie uit de Gouden Eeuw
Wandelen langs het Gein en de Vecht, twee door een oer-Hollands landschap slingerende riviertjes onder de rook van Amsterdam, veel Hollandser wordt het niet. Kunstschilders en dichters van weleer gingen u voor. De statige buitenhuizen, molens, theekoepels en rietgedekte boerderijen hebben een tijdloze charme.
- Wandelen
Hotel De Witte Dame is op deze vroege ochtend nauwelijks te ontwaren in de dichte, al even witte mist. Het is het oude stationsgebouw van Abcoude, dat ik nog ken uit mijn tienertijd. Een schitterend monument ligt pal aan het spoor en is nu een boutique hotel annex restaurant. Het huidige station dat een kilometertje noordelijker is gelegen, is een stuk groter. Modern en onbeduidend. Maar deze Witte Dame heeft allure. Ruim honderd jaar lang – van 1871 tot 1977 – deed ze dienst, hier kon je je treinticket kopen. Gewoon bij de mevrouw (of meneer) achter de kassa. Je ticket voor een ritje op de Amsterdam-Utrecht-Arnhem lijn, die in 1843 in gebruik werd genomen.
Afgelopen winter liep ik deze route voor het eerst. Nederland zat diep in de coronacrisis en iedereen was massaal aan het wandelen geslagen. Net als ik. Ik ontdekte de NS-wandelingen: mooie wandelroutes van treinstation naar treinstation. En zeer geschikt voor mensen die graag de auto laten staan. Het was een koude, zonnige winterdag, de bomen waren kaal, de lucht strakblauw. Nu loop ik de route voor de tweede keer, met een wandelmaatje. Het is het begin van de herfst en deze wandeling is nog altijd even mooi.
Mondriaan op de fiets
De mist wil maar niet optrekken, ondanks de weersvoorspellingen. We volgen de smalle weg aan de zuidzijde van het kronkelende riviertje het Gein. Een prachtige route langs oevers met rietkragen, knotwilgen en eindeloze weilanden. Al na anderhalve kilometer passeren we de fotogenieke Oostzijdse molen uit 1874. Een zogenaamde grondzeiler, vanwege de wieken die helemaal tot aan de grond reiken. Destijds werd de molen gebruikt om de polder droog te houden, maar vandaag de dag staan de wieken in ruststand. Het was de Parijzenaar Souget die de molen in 1952 de naam Delphine gaf en haar gebruikte als vakantieverblijf. Ook nu kan je de molen huren als vakantiehuisje, zo valt te lezen op het bord dat in de tuin staat. Deze molen had nog een bewonderaar: de beroemde Nederlandse kunstschilder Piet Mondriaan (1872-1944).
Begin twintigste eeuw schilderde Mondriaan de Oostzijdse molen wel tientallen keren. Het bekendste exemplaar, Oostzijdse Molen aan het Gein bij maanlicht (1903), is te bewonderen in het Rijksmuseum in Amsterdam. Mondriaan, die in Amsterdam woonde, maakte geregeld tochtjes langs het Gein. Bij voorkeur op zijn fiets, voor die tijd nog een zeldzaamheid. En het was niet zomaar een fiets, nee: hij had zijn fiets zo omgebouwd dat hij ook schildersezel gebruikt kon worden. Liet Mondriaan zijn fiets een dagje staan, dan arriveerde hij in Abcoude met de stoomtrein vanuit Amsterdam; romantisch, niet? Het vervolg op deze geschiedenis is bekend: Mondriaan vertrok naar New York om er vol overgave te werken aan zijn eigenzinnige abstracte doeken in rood, wit, geel, blauw en zwart. Victory Boogie Woogie, momenteel in het Kunstmuseum te Den Haag te bezichtigen, is wellicht zijn meest bewonderde doek. Molens en fietsen, daar deed de schilder liever niet meer aan...
Hofstedes en een fort
We vervolgen de route langs in het water gespiegelde, monumentale boerderijen. Het zijn de opvolgers van de buitenverblijven die hier in de Gouden Eeuw – de 17de eeuw – hebben gestaan; de meeste waren allang verdwenen in latere, economisch slechtere tijden. We houden even halt bij de bijzondere voorstelling op een gevelsteen van de hofstede Starnheim. Een zeemeerman en een zeemeermin houden samen een ster hoog. Het zijn dezelfde zeelieden die je terugvindt in het stadswapen van Muiden; de letters in de tekst verwijzen dan ook naar het tien kilometer verderop gelegen stadje, ooit grenzend aan de Zuiderzee. (Die zee kreeg na de afsluiting de nieuwe naam ‘IJsselmeer’). Bij een heerlijke kop koffie met appelgebak bij Anna Haen prikken de eerste zonnestralen door de ramen. De mist trekt weg en de weerman lijkt toch gelijk te krijgen.
Over de Liniedijk, een grasdijk die boven het vlakke landschap uitsteekt, vervolgen we de route. Ooit deed deze dijk dienst als inundatiekade, om water weg te laten vloeien als er overstroming dreigde. Ze diende ook als weg waarlangs manschappen en materiaal vervoerd konden worden. We passeren de betonnen nevenbatterij die in de liniedijk ligt verscholen, en zien de restanten van opstelplaatsen voor luchtdoelgeschut. Je zou het haast niet geloven, maar deze groene omgeving straalt desondanks een en al lieflijkheid uit. Een paar koeien en een paard staren ons een beetje verbaasd aan. Even weten we niet of het wel verstandig is ze op zo’n korte afstand te passeren. Maar de dieren blijven roerloos staan, en voor we het weten hebben we het hekje met het houten opstapje al bereikt, en lopen we Fort Nigtevecht tegemoet. Het fort is een bezoek meer dan waard, dat weet ik nog van afgelopen winter. Toen liep ik rond op het eiland dat binnen de grachten ligt, langs het bomvrije fortgebouw met de slaaplokalen en kruitkamers in de kazematten, met ruimte voor ongeveer driehonderd soldaten. Ooit maakte Fort Nigtevecht deel uit van de Stelling van Amsterdam (zie kader). Nu fungeert het als rustplek waar overledenen kunnen worden herdacht. Doordeweeks, dus ook vandaag, is het helaas gesloten. We werpen een korte blik op het fort door het gesloten ijzeren hek en lopen langs de fortwachterswoning richting het kanaal.
Die mooie Vecht
Terwijl het Gein driftig slingerend door het landschap voert, gaat het volgende korte traject zuidwaarts langs het kaarsrechte Amsterdam-Rijnkanaal. We zien ‘m al liggen, heel in de verte: de Liniebrug. Het is de voetgangers- en fietsersbrug over het kanaal, die niet eens zo lang geleden – in september 2018 – officieel in gebruik werd genomen. Van bovenop de brug zien we de grote binnenvaartschepen onder ons door varen, alvorens we linea recta het alleraardigste dorp Nigtevecht binnenlopen. Fraaie monumentale huizen, een jachthaventje, een ophaalbrug, een in het oog springende dorpskerk uit de 16de eeuw en een parkje waar het pontje je naar de overzijde van de Vecht brengt. Want ja, we zijn aangekomen aan de westzijde van de rivier de Vecht. Het pontje? Dat kunnen we vandaag links laten liggen.
Ach, die mooie Vecht. Ooit kwamen schepen via de Zuiderzee Nederland binnen, om over de Vecht verder naar de stad Utrecht te varen. Rijke Amsterdamse kooplieden ontdekten de schoonheid van de rivier in de Gouden Eeuw, en brachten hun zomers door in buitenverblijven aan de oevers. De buitenplaatsen die er nu staan, zijn echter van latere datum. Zo stamt het imposante, in neorenaissancestijl gebouwde landgoed Zwaanwijck met de schilderachtige houten theekoepel uit de 18de eeuw. Eind vorige eeuw werd het landhuis opgedeeld in twaalf appartementen. De lijfarts van de schatrijke, voormalige bewoonster van Zwaanwijck moest zich tevredenstellen met de nabij gelegen Villa Breevecht.
Zitje op een waterbank
Daar waar we de oever van de Vecht moeten verlaten om de Aetsveldsche Polder te doorkruisen, staat een zogenaamde waterbank. Geen originele, maar een reconstructie uit 2011 van de waterbank die hier in de 17de eeuw bij hofstede Overdam heeft gestaan. Dit exemplaar staat echter op de oever van de Vecht, en niet zoals vroeger gebruikelijk was, op palen boven het water. De meeste buitenplaatsen beschikten over zo’n waterbank: een houten vlonder of steiger, veelal aan drie zijden omsloten door een balustrade met harde zitbankjes. De bank diende als uitzichtpunt, als rustplaats, of als plek waar gasten die per boot aankwamen werden opgewacht.
We verlaten de sterk meanderende Vecht en stappen linksaf het erf van een boerderij op, om het pad door de polder te pakken. Ik hou mijn hart vast, want in mijn herinnering is dit een welhaast onbegaanbaar modderig pad. Vandaag gelukkig niet. Het gras groeit nog welig en het riet aan weerszijden is hoog. Weldra lopen we het vestingstadje Weesp binnen via het Molenpad. Wat een fantastisch straatje! Ik zie houten huisjes die in verschillende vrolijke kleuren zijn geverfd; het zijn de zogenoemde ‘kringenwetwoningen’. De naam verwijst naar een wet aangaande de waterlinies. Volgens deze Kringenwet uit 1853 mochten er binnen driehonderd meter van een fort alleen houten huizen worden gebouwd, die snel konden worden afgebroken in tijden van oorlogsdreiging. Weesp is een uniek en schilderachtig stadje, dat vanwege haar strategische ligging aan de Vecht al vroeg stadsrechten en stenen stadsmuren kreeg. Het groeide uit tot een belangrijk handels-en bestuurscentrum. Nu is het vooral genieten van de mooie grachtjes, een blik op Fort aan de Ossenmarkt en andere historische gebouwen. Voldaan strijken we neer op een van de gezellige terrasjes. De zon, die aanstalten maakt om achter de huizen te verdwijnen, schijnt nog altijd volop. Een welkome afsluiting van een prachtige wandeldag, voor we naar het station stappen voor de korte treinrit terug naar huis.
NS-wandelingen: hoe werkt dat?
Als je graag wil wandelen maar liever niet de auto neemt, kan je in Nederland kiezen uit een van de vele NS-wandelingen. NS staat voor ‘Nederlandse Spoorwegen’. Zo’n NS wandeltocht loopt van station naar station of start en eindigt bij hetzelfde station. Sommige routes beginnen of eindigen bij een bushalte. De meeste zijn bovendien in te korten door halverwege een bus te pakken.
Op de website van de NS kan dankzij handige filters je gewenste wandeling vinden. Je kan kiezen uit verschillende afstanden of soorten wandelingen. Ook kan je op provincie zoeken tussen de 45 aangeboden dagwandelingen, verspreid over heel Nederland. Van elke route kan je een gratis routebeschrijving, kaartje en gps-track downloaden.
De routes zijn samen met Wandelnet uitgezet, worden goed aangegeven met wit-rode markeringen en volgen vaak een deel van een Lange-Afstand-Wandelpad (LAW), een zogenaamd Streekpad of ander wandelnetwerk.
https://www.ns.nl/dagje-uit/wandelen
https://www.wandelnet.nl/ov-wandelingen
NS-WANDELING GEIN EN VECHT
De beschreven wandelroute ‘Gein en Vecht’ van Abcoude naar Weesp is voor 85% verhard, maar voert voornamelijk over autoluwe asfaltweggetjes. De 14 km lange route volgt het Waterliniepad: Lange-Afstand-Wandelpad (LAW) 17 van Volendam naar Dordrecht (348 km). Na 6 km kan de route in Nigtevecht worden afgebroken door de bus naar station Weesp te nemen (niet op zondagen). In Weesp kan de route met 2 km worden ingekort door de bus te nemen naar station Weesp.
Routebeschrijving en kaartje: www.ns.nl/dagje-uit/wandelen/gein-en-vecht.html
De Stelling van Amsterdam
Zowel Fort bij Abcoude (dat een paar keer per jaar geopend voor bezoekers) als Fort bij Nigtevecht en Fort aan de Ossenmarkt in Weesp maken deel uit van de Stelling van Amsterdam. Deze verdedigingslinie rond de hoofdstad van Nederland is maar liefst 135 km lang en werd gebouwd tussen 1880 en ca. 1920.
De ring van 42 forten, 4 batterijen, een kasteelvesting, twee vestingsteden (waaronder Weesp), een flink aantal sluizen en kilometers aan dijken moesten Amsterdam beschermen tegen aanvallen van buitenaf. Middels dit ingenieuze systeem op 15 tot 20 kilometer afstand van Amsterdam, kon het land buiten deze ring in twee dagen onder water gezet worden.
De waterplas zou te ondiep zijn voor schepen en te diep voor mannen te paard. Hoewel de Stelling van Amsterdam tijdens de twee wereldoorlogen in staat van paraatheid werd gebracht, werd er nooit gevochten. Bovendien was dit systeem door de opkomst van vliegtuigen al achterhaald, nog voor de stelling werd voltooid. In 1963 werd dan ook de militaire status van de forten opgeheven. Sinds 1996 staat de Stelling van Amsterdam op de UNESCO Werelderfgoedlijst, en vormen vooral de forten een unieke bezienswaardigheid.
Fort Nigtevecht
Geopend op zaterdag en zondag van 11 tot 17 uur, van november t/m februari alleen op zondag.
www.natuurmonumenten.nl/natuurgebieden/fort-bij-nigtevecht
Niet alleen mooi erfgoed, je kan hier ook terecht voor (warme) dranken en zelfgemaakt gebak.
Anna Haen
Gein Zuid 23a, Abcoude
Prachtige buitenlocatie. Koffie en taart, lunch of high tea. Verse producten uit eigen moestuin of van lokale leveranciers worden ook te koop aangeboden.
Nº100 Eten & Drinken
Dorpsstraat 100, Nigtevecht
Schitterend terras aan de Vecht. Koffie, lunch en diner.
Café Restaurant De Eendracht
Het Grote Plein 5, Weesp
‘De huiskamer van Weesp’ met mooie leren banken. Groot buitenterras op het plein met uitzicht op Museum Weesp.
Eeterij de Schalkse
Ossenmarkt 12a, Weesp
Sfeervol restaurant met zonovergoten terras (ook in de winter open) aan de Vecht.
Oostzijdse molen
Overnachten kan in deze molen. Volledig ingericht natuurhuisje (nummer 51117) voor max 6 personen. In de schuur staan 4 fietsen en een kano voor gebruik.
Boutiquehotel de Witte Dame
Stationsplein 3, Abcoude
Schitterend stationsgebouw dat in 1977 buiten gebruik werd gesteld, waarna het verval intrad. Nu mooi verbouwd tot boetiekhotel met tien kamers en een restaurant met terras.
De Vink B&B
Gein Zuid 21, Abcoude
In de oude doorrij schuur van een monumentale voormalige uitspanning aan het Gein. Twee kamers elk met eigen badkamer en toilet.
Boerenhofstede De Overhorn
‘s-Gravelandseweg 50-51, Weesp
Kamers en appartementen voor max 5 personen. De Vecht kronkelt langs de voortuin.
Hotel ‘t Hart van Weesp
Herengracht 35, 1382 AH Weesp
Sfeervol 3 sterren hotel in het historische centrum. Een echt fietshotel met fietsverhuur en oplaadpunten.
Museum Weesp
Gevestigd op de tweede verdieping van het 18de eeuwse stadhuis van Weesp. In 1911 begonnen als Oudheidskamer. Een grote schenking van Weesper porselein vormde uiteindelijk de aanleiding voor de opening van Museum Weesp.