
Op safari: Spot de Big Five van de Hoge Kempen
In Nationaal Park de Hoge Kempen krijgt de natuur vrij spel. Geen wonder dat dat heel wat fauna aantrekt. Ga op safari in Limburg en wie weet spot je deze dieren.
- Wandelen
1. Rode vos (Vulpes vulpes)
Vossen stellen weinig eisen aan hun omgeving. Ze gedijen eender waar ze een hol kunnen graven, zoals de bossen, de heide of de duinen van de Hoge Kempen. De dieren zijn vooral in het duister actief, in de schemering van de valavond of ‘s nachts. Hen spotten is dan ook niet evident en gebeurt meestal toevallig, bijvoorbeeld in het licht van de koplampen van een auto. Dan is het makkelijker om de sporen te vinden die vossen achterlaten in het landschap. Ze deponeren hun uitwerpselen vaak op een steen of een ander verhoog, kwestie van hun territorium af te bakenen. Door te peuteren met een stokje kom je te weten wat ze gegeten hebben: je herkent de pitten van fruit, pluimen van vogels of botjes van andere dieren. Pootafdrukken van vossen lijken op die van honden, maar dan slanker en met scherpere nagelafdrukken.
2. Steenmarter (Martes foina)
Ooit bijna uitgestorven in Vlaanderen, nu bezig aan een stevige opmars. Steenmarters zijn cultuurvolgers die overleven waar ze maar voedsel (muizen, ratten, insecten, regenwormen, mollen, jonge konijntjes, vogels, fruit, bessen, etensresten van mensen) en beschutting vinden. Ze verstoppen zich graag in houtstapels en takkenhopen, maar ook op zolders en in boerderijen. De diertjes, zo groot als een kat, herken je aan hun grote witte vlek op keel en voorpoten, hun lichtbruine vacht en hun lange pluimstaart. Doordat ze vooral ‘s nachts leven, zijn ze moeilijk te spotten - behalve, net al de vos, sporadisch in het licht van een autolamp. Ze laten wel sporen na, onder meer pootafdrukken, prooiresten, voedselvoorraden en uitwerpselen.
3. Wild zwijn (Sus scrofa)
Deze bulldozer met slagtanden houdt zich vooral op in natte loofbossen met eik, es en els. Overdag verstoppen everzwijnen zich in dik gebladerte, pas bij valavond komen ze uit hun nest. Deze dieren hebben scherpe oren, waardoor ze jou meestal opmerken voordat jij hen ziet. De grootste kans heb je door je zo stil mogelijk te verschansen in de buurt van hun loopsporen - paden die ze gebruiken om door het bos te hollen. Andere aanwijzingen van hun aanwezigheid zijn wroetsporen en uitwerpselen. Wilde zwijnen houden van modderbaden; nadien schuren ze tegen bomen om parasieten als teken van hun lijf te verwijderen. Kijk dus uit voor poeltjes en nabije bomen waartegen geschuurd is.
4. Ree (Capreolus capreolus)
Weinig natuurervaringen zo speciaal als een ree secondelang in de donkere ogen staren. Uit deze lijst zijn reeën het gemakkelijkst te spotten, temeer omdat hun aantallen in Vlaanderen de laatste jaren exploderen. Vooral bij het ochtendgloren en in de avondschemering maak je een goede kans. Dan komen ze foerageren op open terrein, al kan je in een rustige omgeving ook overdag reeën zien. Hou je ogen open in de overgangsgebieden tussen bos en weiland. Tip: wandel tegen de windrichting in en maak zo weinig mogelijk geluid. Ook edelherten, met hun indrukwekkende geweien, duiken trouwens steeds vaker op in Limburg.
5. Grijze wolf (Canis lupus)
De Vlaamse wolven vonden hun onderkomen vooral in Bosland, maar de laatste jaren worden ze ook waargenomen in Genk en Maasmechelen. Wellicht gebruiken ze de terrils van Zwartberg en Waterschei als verbindingsroute tussen Bosland en de Hoge Kempen. De kans is erg klein om wolven in de natuur te zien - ze zijn schuchter en verkiezen in een omgeving met veel menselijke activiteit nacht boven dag. Spot je hen toch, prijs je dan gelukkig. Geniet van het moment, maar respecteer het dier en hou afstand. Probeer zo mogelijk een foto te maken en voer die in op www.waarnemingen.be. Specialisten zullen je observatie dan controleren - wolven zijn namelijk moeilijk te onderscheiden van enkele hondenrassen.
(Bron: Natuurpunt)