Sigma, een sterk plan

11 minuten leestijd

In het Nationaal Park Scheldevallei is de rijke riviernatuur wereldkampioen multitasken. Trekvogels voeden, zeldzame planten kweken, wandelaars tot rust brengen én de dorpen achter de dijken beschermen? De overstromingsgebieden van het Sigmaplan spelen het allemaal klaar. Door de Schelde meer ruimte te geven, kan je het verleden én de toekomst veiligstellen. Wandel mee in de Sigmagebieden en geniet van natuur én cultuur… met min of meer droge voeten.

reportage
  • Wandelen
  • Fietsen

Strijden tegen het water, de rivier rechttrekken, haar in een nauwe bedding duwen: het zijn voorbijgestreefde ideeën. De mensen achter de dijk zijn veiliger als je het water de ruimte geeft. Ze hebben eeuwenlang met de rivier samengeleefd, in goede en slechte tijden. Een zee spoelt voetsporen op het strand onherroepelijk weg; zelfs dijken, dorpen of eilanden verdwijnen in de golven als de sterren en vooral de maan ongunstig staan.

Een rivier wist de geschiedenis op haar oevers niet uit als je haar laat ademen. Wat je nodig hebt, zijn overstromingsgebieden die water opvangen bij stormtij. Toen het Sigmaplan in 1977 ontvouwd werd, was veiligheid de onbetwiste prioriteit, maar geleidelijk aan won het herstel van de Scheldenatuur aan belang. In het gloednieuwe Nationale Park Scheldevallei floreert de natuur, maar komen ook vergeten riviertradities en verhalen boven water. De Sigmagebieden zijn de ideale toegangspoorten.

1. Polders van Kruibeke

Getijden achter de dijk

In de overstromingsgebieden van het Sigmaplan wandel je langs diverse biotopen, zoals in een getijdengebied aan zee. Nergens beleef je dat intenser dan in wat veruit het grootste van de dertien gebieden is. Iedere Antwerpenaar weet dan dat ik de Polders van Kruibeke bedoel. Met de Waterbus ben je er in een oogwenk.

Barbiergids Marc Lamont wacht bij het veer Kruibeke-Hoboken, waar ook de Waterbus halthoudt. Op de Scheldelei bewaakt de zes meter hoge Cosmogolem van Koen Vanmechelen de parkeerplaats. Achter de visvijvers van het Kortbroek schermen kale loofbomen het Kasteel Altena af. Op de vlonderpaden naast de vijvers ploeter ik door het water. Regenwater. Het Kortbroek vangt geen Scheldegetijden op, maar water uit het binnenland, afkomstig van de Barbierbeek.

Ramp van Ruisbroek

Aan die beek danken de Barbiergidsen hun naam. Een keer per maand leiden ze je gratis rond in de Polders. Marc kent boeiende verhalen over Kasteel Altena, of over Kasteel Wissekerke, dat je kan bezichtigen. De familie Vilain XIIII, die het bewoonde, leverde 139 jaar de burgemeester van Bazel. In het derde dorp achter de dijk, Rupelmonde, werd cartograaf Mercator geboren.

Zoveel cultuur! Maar Marc wil de natuur vóór de dijk tonen. Het 600 hectare grote gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) is even doordacht aangelegd als het fraaiste kasteelpark. En de ringdijk waarover we wandelen, beschermt de dorpen beter dan de machtigste burcht. ‘In 1976 had je de watersnoodramp in Ruisbroek aan de Rupel’, vertelt Marc. ‘Het springtij en de noordwesterstorm joegen een vloedgolf door de Schelde, die de dijken brak. Het Sigmaplan is toen bedacht om een nieuw Ruisbroek te voorkomen. Bij extreem stormtij vloeit het water over de lage overloopdijk bij de Schelde. Het wordt pas gestopt bij de hoge ringdijk achter het overstromingsgebied. Zo verliest het water zijn kracht en kan je het bijhouden tot de waterstand in de rivier daalt.’

Achter de ringdijk voert een gracht overtollig water uit het binnenland naar het Kortbroek. Net een slotgracht! De Barbierbeek dringt ook het GOG binnen en mondt via een nieuwe brede geul uit in de Schelde. Bij vloed stroomt brak Scheldewater het gebied binnen. Op het Vlonderpad over de geul bekijken we de nieuwe getijdennatuur. De slikken, schorren en rietkanten krioelen van het leven. Dode bomen, die het brakke water niet verdroegen, herinneren aan een verdwenen bos. ‘Vroeger was de Barbierbeek ingedijkt’, vertelt Marc. ‘Nu is ze tachtig meter breed. De brede geul warmt op in de zon en zorgt voor leven. Bovendien botsen zoet en zout water hier. Zo ontstaat er een rijke natuur met tal van mini-biotoopjes.’

Zwemmende reeën

Binnen de ringdijk heb vier landschapstypes. Het Fassaat is ontpolderd, in dit Zwin aan de Schelde kijk je op een ligbank naar de riviergetijden. In het gereduceerde getijdegebied sijpelt de rivier twee keer per dag binnen via sluizen. In de elzenbroekbossen staan bomen in het water, zoals in een mangrove, en in het weidevogelgebied dartelen reeën rond. Marc: ‘Ze zwemmen de Schelde over om naar hier te komen.’

De weide- en bosgebieden overstromen alleen bij stormtij. De getijdennatuur die we op het Vlonderpad zien, leeft op het ritme van eb en vloed. Dat wordt mogelijk gemaakt door een Belgische waterbouwkundige uitvinding. Welkom bij de Watervallen van Kruibeke, of de inwateringssluis van professor ecologie Patrick Meire. ‘Op vier meter hoogte heb je de inwateringskanalen’, legt Marc uit. ‘Daar stroomt het water bij vloed binnen. Daarna valt het drie keer in bassins, die uiteindelijk overlopen. Dat zijn de watervallen. Ze verrijken het water met zuurstof, wat fauna en flora doet gedijen. Bij eb stroomt het water weg via de uitlatingsbuizen. Het water dat wegstroomt, is meteen ook gezuiverd.’

In 1976 trotseerde koning Boudewijn de boze inwoners van het overstroomde Ruisbroek. In 2017 genoten koning Filip en koningin Mathilde van een gegidste wandeling in de Polders van Kruibeke.

 

2. Zennegat

Thuishaven voor hippies en vogelaars

‘Wij zien de Sint-Romboutstoren, maar de toren ziet ons niet.’ Beknopter kan Jan Dellaert de charme van het Zennegat niet samenvatten. Het gehuchtje ligt gevangen tussen de Zenne, de Dijle en het Kanaal Dijle-Leuven. Op dit bijna-eilandje kon je je vroeger de gekste vrijheden permitteren. Je zag de Mechelse politie van ver aankomen. Jan baat hier Zennegat 13 uit, een café met karakter, zoals je er veel had langs de rivieren. Vroeger wasemde het interieur sigarettenrook; nu inhaleer je straffe verhalen. Zullen we een biertje bestellen? Nee, we gaan eerst wandelen. Tot straks, Jan.

Het Sigmaproject vertakt zich over alle zijrivieren van de Schelde die getijden kennen. Nabij het Zennegat heb je er vier: Zenne, Dijle, Nete, Rupel. Zoveel water kan je isoleren, wat hippies en kunstenaars in de jaren 1970 aantrok. Of verbinden met de hele wereld, waardoor het riviervolk, van sluiswachter tot bootsleper, zijn boterham verdiende. Of, zonder Sigmaplan, heden en verleden bedreigen en wegspoelen.

‘Dat kijkt alleen maar VTM!’

Frans Croes, de eerste kunstenaar die in het Zennegat neerstreek, mopperde op zijn oude dag graag op de toeristen. ‘Dat kijkt alleen maar VTM en kent niks meer van kunst!’ Sinds de opening van de Zennegatbrug in 2012 is het gehucht aan zijn derde leven begonnen: weg isolement, welkom fietsers en wandelaars, vooral in Jans café. Rumst is nu amper twee kilometer en drie fietsbruggen ver, en op iedere brug ligt het rivierlandschap aan je voeten. Over kunst leer je op onze 7 km lange wandellus weinig bij, maar in riviernatuur kan je hier je diploma behalen.

De eerste brug op weg naar Rumst is de Zennegatbrug. Ik steek over en kijk om naar het dorp. Net een schip, met witte huisjes op de boeg, aangemeerd tussen Dijle en Zenne. Het kanaal naar Leuven kliefde in 1750 een bres in de boeg. Het dorp leefde twee eeuwen van de sluis, waar binnenschepen versast werden. De scheepvaart hield altijd rekening met de getijden. Bij hoogtij werd de doorgang onder de Rupelbrug krap, bij laagtij botste je op de zandplaat van het Zennegat, waarop de dorpelingen soms feestjes hielden.

Koetjes op het droge

De getijden verplaatsen massa’s rivierbodem. Bij eb zetten ze zand af, bij vloed knagen ze aan de dijken. In de Netebocht bij Rumst kan je kribben zien, stenen uitsteeksels aan de dijk die de kracht van de vloed breken. Op de Blauwe Fietsbruggen over de Dijle en de Nete sta je hoog genoeg om de rivieren en hun gecontroleerde overstromingsgebieden te overschouwen. Zoals een generaal die naar het slagveld tuurt. Oeps, foute analogie, Sigma bestrijdt het water niet, maar vangt het op en houdt het bij.

Drie overstromingsgebieden vullen elkaar aan. In de gebieden Grote Vijver (noordelijk deel) en Zennegat sijpelt bij vloed Nete- en Dijlewater binnen via de inwateringssluis. Een paar keer per jaar, bij stormtij, lopen ze helemaal vol. In kritieke omstandigheden springen ook het zuidelijk deel van de Grote Vijver, waar je kan watersporten, en het gebied Tien Verendelen bij. Dat is het met sloten dooraderde weidelandschap dat zich uitstrekt tussen de Dijle en de kerktoren van Heindonk. Om de tien à twintig jaar, bij extreem stormtij, moeten de boeren hun koetjes op het droge halen.

Boeven en blote borsten

Ik ken weinig van vogels en kijk soms zelfs naar VTM, maar kenners weten dat talloze soorten dol zijn op de riviergetijdennatuur, met zijn rietvelden, slikken en schorren. Neem dus je verrekijker mee en begluur futen, smienten en kieviten terwijl je rond het overstromingsgebied Zennegat wandelt. Daarna heb je je biertje bij Jan verdiend.

Aan de cafémuren hinten foto’s, reclameaffiches en krantenknipsels op de roerige dorpsgeschiedenis. ‘Rond 1980 was het Zennegat berucht’, vertelt Jan. ‘Je kon hier wilde feestjes houden en duistere zaakjes regelen zonder pottenkijkers. Dat is allang verleden tijd, maar ik heb koester het koppige, alternatieve karakter van dit cafeetje.’

Kunstschilder Frans Croes, die rond 1970 naar het Zennegat verhuisde, bracht de Mechelse alternatieve scène mee in zijn kielzog. Rockers kwamen optreden, hippies kraakten leegstaande huisjes, flowerpowermeisjes zwommen topless in de sluis. De oude schippers konden hun geluk niet op. Dus dit is wat ze bedoelen met The Age of Aquarius? Geleidelijk aan begonnen muzikanten, acteurs en kunstenaars huizen te kopen. Hun woondroom was down to earth: een rustige plek waar kinderen nog in de natuur kunnen spelen.

3. Durme

Rollen in het slib

Het eerste dat me opvalt op de Mirabrug in Hamme is de lage waterstand in de Durme en de metaalgrijze slikplaten op de oevers. In de filmklassieker Mira duwen de mannen uit het dorp de landmeters kopje onder in het slijk. Hun misdaad? Ze werken mee aan de brug die het oude dorpsleven bedreigt. Weg met de moderniteit en haar wegbereiders! Ze rollen in het slib, de modder verzwaart hun kleren en verankert hun benen, dit loopt fataal af.

In de roman De teleurgang van de Waterhoek van Stijn Streuvels, waarop de film gebaseerd is, spelen de gebeurtenissen zich aan de Schelde af. Maar bij de bescheiden Durme krijg je alles beter in beeld. Daarin schuilt de schoonheid van onze wandeling: ze presenteert het rivierlandschap in pocketformaat. Het obligate, en ook praktische vertrekpunt (met parking) is de 120 jaar oude Mirabrug. Voor de kenners: het gaat om een vakwerkbrug.

De twee lussen van de wandelroute Sombeke-Oude Durme brengen je in aanraking met duizend jaar riviergeschiedenis en honderd jaar toekomst. Op lus 1, een tocht van 10,5 km naar het dorp Sombeke, zie ik graafmachines in de meersen. Hier, in het Groot Broek, en verderop in het Klein Broek, worden 97 hectare weide, bos en hooiland teruggegeven aan de rivier. Daartegen rees lokaal protest. Je kan niet ontkennen dat Sigma landschappen en levens verandert, maar de nieuwe getijdennatuur beveiligt de vallei tot 2100 tegen overstromingen.

Vloedgolf op de Durme

De Durme is een getijdengeul van de Schelde geworden. Bij springtij zie je zelfs een kleine vloedgolf binnenrollen. De middeleeuwse rivier, die ontsprong in het Meetjesland, is gehalveerd in lengte. Kanalen sneden haar stroom af, rivierbochten werden rechtgetrokken. Lus 2 van onze wandelroute (5,4 km) leidt je door het Natuurpark Oude Durme. De stille waterplas, waar kikkers, padden en amfibieën zich voortplanten in de lente, is pas in 1931 afgesneden van de rivier.

Terwijl ik lus 1 stap, ontdek ik hoe de mensen achter de dijk vroeger leefden. In Sombeke, waar ik door de riviernatuur naartoe wandel, kijken het kasteel en het barokkerkje uit op een dries, een driehoekig dorpsplein begroeid met gras. Hier dreef je ’s avonds het vee bijeen dat overdag in de meersen graasde.

Dichter bij de Durme herinneren plaatsnamen aan de rivierhandel. Bij bed & breakfast De Koolputten losten schepen vroeger kolen, graan, veevoer, zelfs mosselen. De herberg gonsde vroeger van de drukte. In natuurgebied De Rietsnijderij tsjilpen rietzangers en bloeien spindotterbloemen. Tweemaal per dag, bij vloed, loopt het rietveld onder. Rietsnijders ontgonnen het riet voor daken en matten. Achter het natuurgebied verschuilt zich het idyllische Beerkaaihuisje. Aan de kade losten beerschepen uit Antwerpen mest voor de vlasvelden. Een jeugdzorgcentrum uit Waasmunster gebruikt het opgeknapte huisje voor kwetsbare jongeren met nood aan een time-out. Ook zij komen tot rust in de natuur.

 

Geïntrigeerd door de kracht van het water en de menselijke ingrepen door het Sigmaplan? Als je er zelf wil gaan wandelen, vind je fijne info in de online reiswijzer via www.pasar.be.

3 x wandelen in de Polders van Kruibeke

Vanuit de drie dorpen aan de Polders kan je mooie wandelingen maken. Kreken die ontstonden tijdens de dijkdoorbraak van 1715, en de Barbierbeekgeul stelen de natuurshow.

1. Barbierbeekroute (8,5 km)

Vertrek in Kruibeke (dorp of veer) en verken de getijdennatuur rond de Barbierbeekgeul. Plekjes waar je onderweg pauzeert of poseert (voor selfies): de vijvers bij Kasteel Altena, het vlonderpad over de Barbierbeekgeul en de watervallen van Kruibeke. Bij vloed treedt de met graffiti versierde inwateringssluis in werking.

2. Kruibeekse Kreekroute (7,5 km)

Vertrek in het beeldschone Bazel naar het centrale deel van de Polders. In het park van Kasteel Wissekerke steek je een 200 jaar oude hangbrug over… voor voetgangers. Kijk naar de Schelde op de ligbank bij het Fassaat en zoek de oevers van de Kruibeekse Kreek op via het onverharde Gustje-Pluimpad.

3. Liefkesboomroute (8 km)

Onze favoriete route start in Rupelmonde en duikt de mangroveachtige elzenbroekbossen bij de Rupelmondse Kreek binnen. Verlaat de ringdijk bij het modderige Beverpad (1,5 km, hit bij kinderen!) en observeer vogels in het Coninckshofke, een oud, verborgen vakantiehuisje. Bij de Liefkesboom, een linde met Mariakapelletje, spraken vroeger koppeltjes af.

Typisch Sigma: de overstromingsgebieden

Even technisch nu; dit zijn de drie types overstromingsgebieden waarmee Sigma de Schelde en haar zijrivieren meer ruimte biedt.

  1.  Een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij heeft een in- en uitwateringssluis, zoals bijvoorbeeld de Watervallen van Kruibeke. De natuur achter de sluis leeft op het ritme van eb en vloed, wat een grote biotopenrijkdom veroorzaakt.
  2.  Een gecontroleerd overstromingsgebied treedt alleen bij noodweer in actie. De vloedgolf afkomstig van de Schelde vloeit over de lage overloopdijk langs de rivier en verlaat het gebied weer via de uitwateringssluis, die dus slechts in één richting werkt. Bijvoorbeeld: de Grote Vijver bij het Zennegat.
  3. Bij een ontpoldering verdwijnt de dijk en wordt land teruggegeven aan de rivier. Voorbeelden: het Fassaat in Kruibeke en het Klein en Groot Broek nabij de Mirabrug.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer