Zot van zilver(mijnen)

11 minuten leestijd

Rond 1500 was Schwaz het grootse mijnbouwgebied van Europa. De zilvermijnbouw is al lang verleden tijd, maar zijn geschiedenis verbindt tot op heden de 12 gemeenten van de Silberregion Karwendel. Daarnaast is de zilvermijnbouw het centrale thema van het Tiroler Silberpfad, een gloednieuw langeafstandswandelpad dat in mei 2023 werd geopend.

reportage
  • Wandelen
  • Uitstappen en vakanties

Op mijn vraag naar de oorsprong van de mijnbouw op de Falkenstein grijpt stadsgids Gottfried Winkler terug naar een legende: ‘Naar verluidt zou de meid Gertraud Kandler in 1409 gemerkt hebben hoe een stier met zijn horens het gras openreet, toen ze het vee aan het hoeden was op de weiden onder Kogelmoos. Daarbij kwam een stuk glinsterend gesteente tevoorschijn: zilver!’

De exploratie van vaalertsen (mineralen met een metaalglans waaruit koper en zilver wordt gewonnen) luidde het begin van de grote bloeitijd van Schwaz in, die van 1430 tot 1540 zou duren. ‘De mijnbouw was eigenlijk een privilege van de Tiroler landsheren’, legt Gottfried uit. ‘Alleen zaten die voortdurend krap bij kas. Op zoek naar vers kapitaal kwamen ze uit bij rijke geldschieters, die dan in ruil voor een bepaalde tijd exploratierechten in de mijnen van Schwaz verwierven.’ De mijnbouwondernemers werden Gewerken genoemd. Naast lokale spelers zoals de families Stöckl, Fieger en Tänzl vertolkte ook het befaamde koopmans- en bankiersgeslacht Fugger uit Augsburg een hoofdrol. De nodige knowhow voor de mijnbouw werd meegebracht door de mijnwerkers die uit verschillende mijnbouwgebieden in Europa toestroomden, vooral uit Saksen, Bohemen en het Slowaakse Ertsgebergte.

Bloei en verval

Binnen enkele jaren groeide Schwaz uit tot het grootste mijnbouwgebied van Europa. De bevolking explodeerde: in 1520 was Schwaz met 20.000 inwoners na Wenen de grootste nederzetting van het toenmalige Oostenrijk. Enkele cijfers illustreren het belang van de mijnbouw van Schwaz: omstreeks 1500 werd in het mijnbouwgebied Falkenstein gemiddeld 10.000 kilo zilver per jaar gewonnen, in het topjaar 1523 zelfs 15.000 kilo. Het gebied telde 250 mijngangen met een totale lengte van 500 kilometer. In de zilvermijnbouw waren tot 15.000 mijnwerkers en smelters werkzaam.

Vanaf 1530 ging het bergaf met de mijnbouw, veertig jaar later was het sprookje voorbij. Niet alleen dreef zoektocht naar zilver de mijnwerkers steeds dieper de berg in, maar was er ook het goedkoop zilver uit de Nieuwe Wereld, dat de markt overspoelde. De prijzen stortten in, geldschieters en mijnwerkers trokken weg en de mijngangen werden verlaten. Hoewel de mijnbouw nog een zekere ‘nabloei’ kende dankzij het buskruit en nieuwe installaties zoals de Wasserkunst (schoepenrad), toch zou het succes van weleer nooit meer geëvenaard worden. In 1957 werden de mijnactiviteiten definitief stopgezet.

Oude zilverstad

De grote dagen van de zilvermijnbouw leven voort in het historische centrum van Schwaz. Bij een verkenning van de oude zilverstad springen meteen de vele prachtige Gewerkenhäuser van de welgestelde zilvermagnaten in het oog: het Rabalderhaus met zijn traptoren en gotische gewelven is een streling voor het oog; het Palais Enzenberg had zelfs een eigen verbindingsgang naar de parochiekerk; het Fuggerhaus met zijn unieke torenvormige hoekerkers groeide uit tot hét symbool van Schwaz.

Naast de Gewerkenhäuser getuigen imposante sacrale gebouwen van de vroegere welvaart. Een voorbeeld is het franciscanenklooster, dat in 1507 werd gesticht door keizer Maximiliaan I. De kloosterkerk is een van de mooiste en grootste kerken van Tirol, de kruisgang met 22 arcaden een heus juweeltje. Vandaag leven hier nog steeds vijf monniken volgens de strenge regels van de Heilige Franciscus.

De trots van Schwaz is de laatgotische Pfarrkirche Maria Himmelfahrt, de grootste gotische hallenkerk van Tirol. Gottfried wijst op de lage scheidingsmuur die het schip halveert. ‘Ooit bevonden zich hier twee kerken onder één dak’, legt hij uit. ‘Tot 1858 was de muur nog 2,30 meter hoog. Links zaten de burgers, rechts de mijnwerkers. In die tijd waren dat twee strikt gescheiden sociale klassen, elk met een eigen jurisdictie.’

De ‘moeder van alle mijnen’

De oude mijngangen zijn al lang vervallen, op één na: de Sigmund-Erbstollen aan de oostrand van Schwaz werd gerestaureerd en omgetoverd tot de bezoekersmijn Schwazer Silberbergwerk. Een rondleiding duurt 90 minuten. Alleen al de 800 meter lange rit met de rammelende mijntrein is een belevenis. Terwijl we door de smalle, kronkelende gangen hobbelen, lijkt het wel alsof de rotswanden steeds dichterbij komen. Later gaat het te voet verder, waarbij al na een paar meter het nut van de helm op mijn knikker blijkt. Ondertussen ervaren we veel over de loodzware werkomstandigheden diep onder de grond. ‘In het begin beschikten de mijnwerkers alleen maar over hamer en moker’, steekt de gids van wal. ‘Waar het gesteente bijzonder hard was, kwamen ze soms amper een centimeter per dag vooruit. Door ondervoeding, slechte medische zorg, zwaar lichamelijk werk en... steekpartijen werden de meesten amper 35 jaar oud.’

Een groot probleem vormde het grondwater in de berg. Tot 600 Wasserknechte waren in de weer om het water met emmers uit de mijn te verwijderen. Een hels karwei dat niet zonder gevaar was: vaak wiebelden de mannen urenlang op hoge, wankele ladders. Ongelukken waren onvermijdelijk; zo nu en dan stortte er eentje de dieperik in. ‘Rompel di pompel, en weg was de kompel’, doceert de gids droogjes. Voor een doorbraak zorgde de bouw van een enorm waterrad in de berg: de Schwazer Wasserkunst gold als een technisch meesterwerk en doet het overigens nog steeds, zoals we met enige verbazing zelf vaststellen, voordat het ratelende treintje ons weer naar het daglicht terugbrengt.

Brug tussen heden en verleden

Een brug tussen het rijke mijnbouwverleden en het authentieke berglandschap rond Schwaz slaat het Tiroler Silberpfad. Deze gloednieuwe, 86 kilometer lange wandelroute werd aangelegd door de Silberregion Karwendel, met de steun van het Regionalmanagement Bezirk Schwaz. Ze werd in mei 2023 geopend en kronkelt in vijf etappes langs smalle paden en brede boswegen door het middelgebergte rond het Unterinntal. De vijfdaagse rondwandeling is echter slechts één mogelijke optie; veel etappes zijn ook geschikt als dagtocht, bijvoorbeeld in combinatie met de Silbercard (met de gastenkaart kun je tijdens je verblijf gratis gebruik maken van regionale buslijnen). Sommige trajecten langs prachtige kastelen, spectaculaire hangbruggen en educatieve informatieborden zijn ideaal voor gezinsuitstapjes. Op vele plaatsen nodigen comfortabele ligbanken uit om te verpozen en te genieten van het uitzicht op de toppen van de Karwendel en de Tuxer Alpen.

Kanjer van een kasteel

‘Wel, dat uitzicht valt vandaag best tegen’, gromt mijn kompaan Jan als we daags na het bezoek aan Schwaz het Tiroler Silberpfad opgaan. Een druilerige motregen daalt over de beboste hellingen neer, die hogerop door de laaghangende wolken worden opgeslokt. Ook Jenbach, begin- en eindpunt van onze tocht, is al lang uit het zicht verdwenen. In plaats daarvan ontdek ik tussen het gebladerte een rots met een sneeuwwit kasteel, dat als een arendsnest over het Inntal waakt: Schloss Tratzberg. Even later vinden we beschutting voor de regen achter de zware muren van het voormalige jachtslot van keizer Maximiliaan en bewonderen de prachtige Habsburgse stamboom in de grote balzaal, ervaren hoe de adellijke dames leefden in de stijlvolle ‘koninginnenkamer’ en staren met enig ontzag naar de wapenrustingen in de wapenkamer. Het kasteel geldt als een van de mooiste renaissancekastelen in het hele Alpengebied. En een verband met de mijnbouw is er ook: in 1589 kwam het slot in handen van de schatrijke familie Fugger uit Augsburg, een van de protagonisten van de bloei van de zilvermijnbouw in Schwaz.

Terwijl we onze weg vervolgen door frisse loofbossen, stopt de regen en rijt het wolkendek open, alsof een onzichtbare hand het doek opent voor een toneelstuk over de Tiroolse Zilverregio. Er glinstert zelfs iets in de bergen, maar dat is helaas geen zilver, maar verse sneeuw. Uit de bosweg wordt ten slotte een kruisweg die naar het bedevaartsoord St. Georgenberg klimt, dat als een vesting op een rots boven de Wolfsklamm troont. ‘Het klooster herinnert mij wat aan de Griekse kloosters van Metéora’, zegt Jan, turend naar de loodrechte rotswand. Sinds 1497 is het oudste bedevaartsoord van Tirol alleen toegankelijk via de Hohe Brücke, een massieve houten brug over de 40 meter diepe kloof van de Georgenbach.

Geurige aroma’s

De etappe naar Weerberg is de kortste, maar een van de mooiste. Vanuit het dorp Kolsass met zijn mooie erkers, muurschilderingen en bloeiende paardenkastanjes klimmen we ‘s ochtends door het Archenwald omhoog en ademen met volle teugen de geur van hars en bosbloemen. Bij de Berggasthof Gartlach ontsnappen we niet aan een pauze. En dat heeft veel te maken met een andere geur – van versgebakken fruittaart. Vanaf onze loge onder een met geraniums versierd balkon kijken we uit over de besneeuwde toppen aan de overkant van het Inntal. ‘De sneeuwgrens is tot 1.500 meter gezakt’, verraadt Monika, onze gastvrouw, die met koffie en taart komt aandraven. ‘In de bergen is gisteren 50 centimeter sneeuw gevallen.’

We lopen verder door sappig groene bergweiden, bezaaid met paardenbloemen, madeliefjes en rode klaver, die heerlijk contrasteren met de witte toppen. Schuimende bergbeken schieten omlaag tussen het weelderige ontluikende groen, terwijl het blauwe lint van de Inn in de diepte loom tussen oude moreneterrassen kronkelt.

Vlak voor Weerberg stuiten we op sporen van de vroegere zilvermijnbouw. Bij de Hintere Hängebrücke, een avontuurlijk wiebelende hangbrug over de Weerbach, duikt naast het pad de opening van een mijngang op, de Reindlmühle. ‘In deze kleine mijngang heeft de familie Lengauer van Weerberg tot het voorjaar van 1871 naar zilver en lood gezocht. Ze kende echter geen succes en emigreerde naar Amerika om daar edele metalen te delven...’, onthult een paneel naast het pad.

Regelmatig overstroomd

De vierde etappe is de langste. Boven de beboste hellingen hangen loodzware wolken. De lucht ruikt naar vochtige aarde, hars en bladeren. Bergbeken banen zich wild schuimend een weg door kloofachtige dalen, hier en daar versperd door ontwortelde bomen. Als de hemelsluizen opengaan, vluchten we het nabijgelegen Hotel Grafenast in. Dat is eigenlijk nog gesloten, maar de waard heeft medelijden en zet koffie. Zijn medelijden wijkt verbijstering wanneer we de aangeboden lift naar Schwaz afslaan. Maar goed dat we dat gedaan hebben, want anders hadden we de Burg Freundsberg gemist. Deze stoere hoogteburcht, die op een rots 170 meter boven het dal troont, is een van de symbolen van de zilverstad Schwaz. Vandaag herbergt ze een streekmuseum, dat de geschiedenis van Schwaz en de zilvermijnbouw documenteert.

Op weg naar het historische hart van Schwaz volgen we de door hoge muren geflankeerde Lahnbach. De naam betekent ‘lawinebeek’: de Lahnbach vormde aan de samenvloeiing met de Inn een puinkegel waarop Schwaz is ontstaan, maar trad helaas ook, vooral na stormen of tijdens de dooi, vaak buiten haar oevers en verwoestte regelmatig delen van Schwaz, tot de stedelingen het na de laatste overstroming van 1855 welletjes vonden en de beek tussen twee hoge muren wegmoffelden.

De laatste loodjes

De laatste etappe leidt van de oude zilverstad met haar prachtige gebouwen voorbij de zilvermijn de stad uit. Voor ons ligt een lange klim door uitgestrekte beuken- en sparrenbossen. Het eerste deel van het pad is identiek met de Schwazer Knappensteig, een educatief pad van 2,5 kilometer over de zilvermijnbouw in Schwaz. Onderweg informeren tien panelen over diverse thema’s van de mijnbouw, zoals de aanleg van mijngangen, mijnbouwmethodes of de winning van koper en zilver uit vaalertsen.

Station 2 is bijvoorbeeld gewijd aan de Wolfgangstollen. Alleen in deze 7 kilometer lange mijngang wroetten in 1556 naar verluidt 218 mijnwerkers. In station 3 gaat het over de Feuersetzung, letterlijk ‘vuur zetten’. Bij deze eeuwenoude techniek werd in een al bestaande mijngang een stevig vuur ontstoken, zodat het ertshoudend plafond uitzette en barstte, waarna de mijnwerkers met handgereedschap de gebarsten rotsen te lijf gingen. We lezen ook dat de grote, zwarte gaten in de rotswand van de nabijgelegen Eiblschrofen relicten van de mijnbouw in de bronstijd zijn, toen hier al kopererts werd gewonnen door Feuersetzung. Station 5 documenteert de bergstorting bij de Eiblschrofen, waarbij 150.000 kubieke meter rotsen omlaag donderden.

Hogerop volgt de beroemde plek van de ‘stierlegende’, waar een wilde stier met zijn horens de eerste zilverader zou hebben blootgelegd. Achter het gehucht Kogelmoos wordt het pas echt spannend, want hier loopt het Tiroler Silberpfad langs de diepe kloof van de Bucherbach. Het traject is een van de mooiste van het pad, maar vereist wel enige concentratie, want uitglijden zou hier fataal zijn. ‘Rompel di pompel, en weg was de kompel’, gromt een vermanende stem achter mij. Vlak voor Jenbach begint het weer te regenen, de wolken zakken en hullen de bergen weer in. En daarmee valt het doek over het stuk over het Tiroler Silberpfad. Of toch bijna… Tijdens de steile, glibberige afdaling door het Ötzwald verliezen beide kompels kort na elkaar het evenwicht en ondergaan op onzachte wijze de wet van de gravitatie. Rompel di pompel…

Wat je wil weten over het Tiroler Silberpfad

De 86 km lange langeafstandswandelroute door de Silberregion Karwendel leidt in 5 dagen rond het Unterinntal. De etappes zijn licht tot middelzwaar. In totaal moeten 3.360 hoogtemeters worden overwonnen, waarbij de hellingen echter maar zelden steil zijn. Begin- en eindpunt is het treinstation van Jenbach. De beste periode is van mei tot oktober.

 De kaart Tiroler Silberpfad, schaal 1:40.000, is gratis verkrijgbaar bij het Tourismusverband Silberregion Karwendel.

silberregion-karwendel.com/de/etappen-tiroler-silberpfad

Kriebelt het om zelf de oude zilvermijnen te gaan ontdekken in Tirol? Handige info en fijne eet- en logeeradresjes vind je in de online Reiswijzer op www.pasar.be.  

3 x top in Schwaz

1. Oude binnenstad van Schwaz

Het historische centrum van Schwaz ademt nog steeds de grote dagen van de zilvermijnbouw. Uit die tijd dateren niet alleen schitterende Gewerkenhäuser zoals het Fuggerhaus, maar ook het imposante franciscanenklooster en de rijkelijk versierde Pfarrkirche Schwaz.

www.schwaz.at

2. Schwazer Silberbergwerk

De bezoekersmijn geldt voor velen als ‘dé bezienswaardigheid van Tirol’. Rond 1500 leverde de grootste mijn ter wereld 85 % van al het zilver wereldwijd. Grootste attracties zijn het mijntreintje en de Wasserkunst van 1556.

www.silberbergwerk.at

3. Schloss Tratzberg

Het renaissancekasteel op een rotspunt tussen Jenbach en Stans bekoort met zijn prachtige interieur. Een virtual reality tour dompelt je helemaal onder in de geschiedenis: vanop de eerste rij beleef je hoe het kasteel van keizer Maximiliaan in 1492 in vlammen opgaat en de daaropvolgende heropbouw tot het huidige prachtslot.

www.schloss-tratzberg.at

 

Kriebelt het om zelf de oude zilvermijnen te gaan ontdekken in Tirol? Handige info en fijne eet- en logeeradresjes vind je in de online Reiswijzer op www.pasar.be.  

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer