Wat is het verschil tussen vierseizoensbanden en winterbanden?

Een winterband is ontworpen om warmte beter bij te houden, zodat door wrijving met het wegdek de band gaat opwarmen tot een bepaald niveau, en daardoor de rubber soepel wordt en grip heeft. Verder heeft de band de typische lamelvorming in het loopvlakpatroon (geribbelde lijntjes). 

Bij de gewone zomerband, zijn de blokken veelal niet onderverdeeld. Een vierseizoensband zal net als de winterband de warmte enigszins bijhouden, hoewel deze meer resistent is voor gebruik in de zomer.  De lamellen bij een vierseizoensband bevinden zich vaak enkel centraal op het loopvlak, en de schouders (zijkanten van het loopvlak) zijn eerder egaal, of slechts lichtjes onderverdeeld.

Als je met het voertuig vooral in een gemiddeld klimaat rijdt, zoals in België, dan is een vierseizoensband een goed alternatief. Je hebt het hele jaar lang grip op de weg én je hoeft je banden niet tweemaal per jaar te laten omwisselen. Rijd je in de zomer vaak naar zuiderse landen waar het erg warm kan worden, dan wissel je best om. Een vierseizoensband die wordt blootgesteld aan hoge temperaturen zal – in het bijzonder bij motorhomes – vervormen. Vooral de vele manoeuvres die je op de camping maakt zetten de banden onder enorme druk. 

In Scandinavië en andere koude winterbestemmingen volstaat een vierseizoensband dan weer niet. Rijd je naar de Alpen, dan kan een vierseizoensband meestal wel omdat de wegen geregeld sneeuwvrij worden gemaakt. In Scandinavische landen is dat niet zo. Daar kies je beter voor winterbanden. Je vindt in het hoge noorden ook vaak winterbanden met spikes. Die zijn specifiek gemaakt voor bevroren wegen. Je mag die zeker niet gebruiken in normale winterse omstandigheden, omdat het zeer zachte rubber snel zal smelten.