Dresscode? Drie laagjes!
Trek je eropuit voor een lange wandeling, dan wil je dat liefst een beetje comfortabel kunnen doen. De juiste kleren? Belangrijk. Maar euh… wat is dat precies, de juiste kledij? Wandel- en outdoorexpert en Gui Lemmens geeft meer uitleg.
- Wandelen
Bestaat er zoiets als de ‘ideale wandelkledij’?
De term ‘ideaal’ zal iedereen anders invullen. Er zijn meerdere factoren die meespelen. Zo is de prijs een belangrijk criterium, maar het allerbelangrijkste is wel dat je jezelf comfortabel voelt in je wandelkledij. Er zijn natuurlijk ook een paar dingen waarmee je rekening moet houden bij het kiezen van de juiste outfit. Afhankelijk van het seizoen en/of de weersomstandigheden en de soort wandeling zal je outfit er anders uitzien. Er zijn een paar basisregels die steeds terugkomen. Zo is het aangeraden om je volgens het laagjes-principe te kleden en je moet voor elke laag ook de juiste materialen kiezen, aangepast aan je activiteit.
Wat betekent dat, ‘kleden in laagjes’?
Als je je wil kleden volgens het ‘laagjesprincipe’, dan heb je altijd drie lagen nodig: een basislaag (baselayer), tussenlaag (midlayer) en een buitenlaag (shell).
Dat betekent niet dat je altijd drie kledingstukken effectief moet dragen: die drie lagen gaan eerder over de functionaliteit van je outfit. Op een warme zomerdag wandel je uiteraard in een T-shirt, al dan niet met lange mouwen om je te beschermen tegen de zon. Toch neem je een extra laagje mee om niet af te koelen bij een rustpauze, en een regenjasje voor een onverwachte regenbui. Je kan dat principe toepassen op de kleren voor je bovenlichaam, maar ook voor je onderkant, je handen en je voeten. Met laagjes zit je eigenlijk altijd goed. Let er wel op dat de verschillende kledingstukken ook correct op elkaar afgestemd zijn en dat ze goed passen.
Waarom? Het is vooral belangrijk dat je functionele kledij draagt omdat je dan kan inspelen op wispelturig weer. Verder helpt het laagjesprincipe om vocht af te voeren en je lichaam te isoleren, zodat je goed om temperatuur blijft. Tenslotte biedt het je ook bescherming.
Hoe je dat allemaal juist invult? Dat hangt af van het seizoen en de regio waarin je gaat stappen en hoe intensief die wandeling is. Ook je natuurlijke aanleg voor koudegevoel en fysieke conditie zullen een invloed hebben op je materiaalkeuze. Belangrijk is dat je je in de juiste winkel en door de juiste mensen laat adviseren.
Wat is de functie van elke laag?
De basislaag zal ervoor zorgen dat transpiratie wordt afgevoerd. Daarnaast moet de basislaag ook je lichaamswarmte vasthouden. Het is dus belangrijk dat je voor materiaal kiest dat goed vocht opneemt en doorgeeft want natte kledij zorgt voor afkoeling. Zo is het katoen geen goede keuze. Katoen neemt weliswaar goed vocht op, maar zal het vasthouden waardoor het traag droogt en je lichaam zal afkoelen.
De tussenlaag moet ervoor zorgen dat je niet gaat afkoelen. In tegenstelling tot de onderlaag mag een tussenlaag iets losser gedragen worden. Zo krijg je een isolerende warme luchtlaag tussen de twee laagjes. Ook hier is het belangrijk dat het gebruikte materiaal makkelijk vocht opneemt, doorgeeft of laat verdampen. Afhankelijk van de inspanningen die je levert en/of de weersomstandigheden kan je kiezen voor een dunne of dikkere tussenlaag. Kleed je zeker niet te warm als je vertrekt. Eventueel kan je opteren voor twee dunnere tussenlagen over elkaar, die je dan afhankelijk van je lichaamstemperatuur kan aan- of uittrekken. Let op met ritstruien. Langs de ritsen gaat vaak warmte verloren, maar ze kunnen indien nodig ook voor extra ventilatie zorgen.
De buitenlaag beschermt je tegen regen en wind. Het is daarbij van belang dat je voor ademende kledij kiest. Het ademend vermogen van de buitenlaag moet ervoor zorgen dat je zweet niet zal neerslaan op de binnenkant van het materiaal, maar dat het kan verdampen doorheen de stof. Omdat net dit ademend vermogen vaak een kritiek item is, wordt de buitenlaag tegenwoordig vaak opgesplitst in twee aparte lagen. Daarom spreekt men nu vaak ook van een vier-laagjessysteem.
Afhankelijk van het weer en de intensiteit van je activiteit kies je voor hard- of soft shell. Soft shell jassen kennen we ook wel onder de merknaam ‘windstopper’. Windstoppers kunnen van verschillende materialen worden gemaakt. Die materialen variëren in de mate dat de ze winddicht zijn, meer of minder ademend en waterafstotend. Ook het gewicht en de prijs kunnen je keuze beïnvloeden. Windstoppers pakken vooral de nadelige invloed van de wind – what’s in a name – op onze lichaamswarmteregeling aan. Een matige wind kan de gevoelstemperatuur al met 4 °C laten dalen. Een hard shell zullen we gebruiken bij regenweer. Een soft shell jas volstaat dan vaak niet omdat die enkel waterafstotend en dus niet waterdicht is. Het materiaal van een hard shell is wel water- en ook winddicht. Het is wel minder ademend dan de soft shell. Het materiaal is ook stroever en geeft dus minder bewegingsvrijheid.
Heb je voor elk seizoen een specifieke outfit nodig?
Uiteraard zal je je kleren moeten aanpassen aan het seizoen en ook aan de omgeving waarin je ze zal gebruiken. Het blijft belangrijk om altijd het principe van de laagjes te respecteren. De basis- en tussenlagen zijn beschikbaar in verschillende diktes. Kleed je zeker niet te warm voor je activiteit. Je kan beter twee ‘dunnere’ tussenlagen gebruiken dan één ‘dikke’. Kies ook voor kledij die voldoende ademend is. Draag dus bijvoorbeeld geen hardshell als het niet regent.
En wat moet er op je hoofd?
Je verliest de meeste lichaamswarmte via je hoofd. Een muts hoort in de winter dus zeker tot de basisuitrusting. In de zomer is een pet of hoed dan weer belangrijk om je te beschermen tegen de zon.
Welke stoffen ademen goed en welke net niet?
Voor elke laag worden materialen gebruikt waarvan de eigenschappen overeenstemmen met de specifieke eisen van die laag.
Synthetisch
Technische onderkleding is vaak gemaakt van speciaal behandeld polyester of nylon, in combinatie met elastaan voor de nodige stretch. Moderne textieltechnieken zorgen ervoor dat je kledingstuk goed gaat ventileren en je lichaamstemperatuur prima zal regelen. Omdat synthetische vezels zelf quasi geen vocht opnemen, wordt transpiratie dus vlot doorgegeven aan de volgende laag. Daarnaast heeft het materiaal het voordeel dat het snel droogt. Het grootste nadeel van synthetisch materiaal is dat het gevoeliger is voor geurtjes. Een polygiëne behandeling lost dat probleem deels op. Synthetische technische onderkleding wordt nauw aansluitend op het lichaam gedragen.
Wol
De wol die voor technische onderkleding wordt gebruikt, komt van het merinoschaap. Voordeel van deze wolsoort is dat ze anti-bacterieel is en dus geen geurtjes nalaat, niet kriebelt of jeukt en ook warm blijft als ze nat is. Ze voelt ook aangenaam en zacht aan. Een merino shirt met dezelfde dikte als een synthetisch shirt zal voor meer warmte zorgen. Het zal wel minder snel drogen. Merinowol is helaas minder duurzaam en kwetsbaarder is dan synthetisch materiaal en de prijs ervan ligt ook hoger. Vooral als thermisch ondergoed of voor meerdaagse tochten is deze wol het geschikte materiaal.
Gecombineerde vezel
Om het probleem van de kwetsbaarheid van de merinovezel deels op te lossen, kan je opteren voor een gecombineerde vezel, bijvoorbeeld 60% merino, 40% synthetisch. Shirts met deze gecombineerde vezel zijn beter geschikt voor de zomer.
Synthetisch
Fleece is in de loop der jaren zowat synoniem geworden voor een synthetische tussenlaag. Het is gemaakt van polyethyleentereftalaat (PET). Er bestaan inmiddels meerdere soorten synthetische (gecombineerde) vezels die gebruikt worden voor technische kledij. De tendens is ondertussen volop ingezet om zoveel mogelijk materiaal te recycleren en de kledingstukken lichter en compacter te maken zonder aan functionaliteit te verliezen. Net als bij de basislaag heeft de synthetische vezel hier het voordeel zelf zo goed als geen vocht op te nemen. Op die manier wordt zweet snel naar buiten wordt gedreven en kan het verdampen. Daarnaast heeft polyester de eigenschap om goed te isoleren, net wat je nodig hebt bij een midlayer.
Wol
Voor de tussenlaag is wol ook een prima materiaal. Ook hier kan je de voordelen van merinowol ten volle benutten. Deze wol isoleert als het buiten klam en koud is en ademt goed als het warm is. Als merinowol gebruikt wordt als midlayer, zal er een klein percentage synthetische materiaal rond de wolvezel worden gemengd zodat het kledingstuk steviger en duurzamer wordt.
Synthetische vulling
In jassen of technische tussenlagen wordt vaak een synthetische vulling gebruikt als isolatiemateriaal. Hier wordt een holle vezel gebruikt die lucht kan bijhouden en zo een isolerende werking krijgt. De vezels worden meestal in matvorm verwerkt en hoeven dus niet noodzakelijk doorstikt te worden. De dikte van de ‘matten’ zal dus bepalen hoeveel warmte je zal krijgen. Doordat het synthetisch materiaal geen vocht opneemt, blijft het ook isoleren als het nat wordt. Technische midlayers met een synthetische vulling zijn dus ideaal als warmtelaag tijdens het sporten.
Dons vulling
Dons heeft uitstekende thermische eigenschappen. Daarnaast is het licht en kan het compact worden samengedrukt. Technisch gezien presteert dons beter dan een synthetische vulling, tenzij je je in vochtige of natte omgeving gaat bewegen. Het grote nadeel van dons is namelijk dat het zijn isolatiewaarde verliest als het nat wordt. Een hydrophobe behandeling van de dons lost het vochtprobleem in beperkte mate op. Een tussenlaag met donsvulling kan je dus gebruiken als warmtelaag als je niet actief bent, bijvoorbeeld tijdens een rustpauze of voor in de tent of in de hut.
Hard shell met coating
Een hardshell is waterdicht omdat aan de binnenzijde van de buitenstof een dunne coating wordt aangebracht. De coatinglaag heeft microporiën die ervoor zorgen dat waterdamp van binnen naar buiten kan. Tegelijk kunnen regendruppels niet naar binnen. De waterkolom of hoeveelheid water die op de stof kan staan voordat het materiaal doorlekt, ligt lager dan bij een membraan. Een nadeel van een coating is dat deze gevoeliger is voor slijtage, zoals wrijving van je rugzak of bewegende armen. Ook door het kledingstuk te wassen, zal de waterdichtheid geleidelijk afnemen.
Hard shell met membraan
Naast hard shells met coating bestaan er ook hard shells met een membraan. Het membraan dat tegen de buitenstof kleeft, houdt het water buiten. Een membraan is een dunne vlieslaag met poriën. Elke porie is vele malen kleiner dan een waterdruppel, maar groot genoeg om een waterdampmolecuul door te laten. Zo kan water er dus niet doorheen, maar zweet wel. Wordt het membraan alleen aan de buitenstof vastgelijmd en niet aan de voering, dan heb je een tweelaags laminaat. De voering zit dan los van de buitenstof. Het voordeel hiervan is dat de jas of de broek soepel is. Als ook de voering aan het membraan wordt vastgelijmd is er sprake van een drielaags laminaat. Een drielaags laminaat is sterker en slijtvaster, maar minder soepel dan een tweelaags laminaat.
Impregnatie
De buitenzijde van de stof is zowel bij de gecoate als bij de membraan hardshell vaak behandeld met een waterafstotend product (DWR). De laag die zo wordt aangebracht, zorgt ervoor dat waterdruppels niet in de stof trekken, maar afparelen. Hierdoor wordt het ademend vermogen verhoogd, omdat er zich op deze manier geen dun waterlaagje op of in de stof vormt dat het ontsnappen van waterdamp verhindert. Omdat de waterafstotende impregnatie uiteindelijk afslijt, is het aangeraden je waterdichte kledij zo nu en dan opnieuw te impregneren. Je kan dit makkelijk zelf doen.