Hoe werkt zo’n satelliet?

Om satelliettelevisie te ontvangen, heb je in de eerste plaats een schotelantenne nodig. Doorgaans volstaat een schoteldiameter van 55 cm, maar in Zuid-Spanje en Scandinavië is minimaal 60 cm doorsnede beter. In dit geval is groter altijd beter, zeker bij slecht weer. 

De schotel zendt het digitale signaal door naar de eigenlijke antenne, de Low Noise Block downconverter (LNB), die vooraan op de schotel uitsteekt. De LNB stuurt het signaal via een antennekabel naar de ontvanger, waarin het signaal voorbereid wordt om doorgestuurd te worden naar de televisie. Een volledige installatie kost je ongeveer 150 euro. Daarna kan je een abonnement afsluiten.

Als je een abonnement afsluit, krijg je van de aanbieder een smartcard om het bestelde zenderpakket te kunnen bekijken. Die smartcard steek je in de ontvanger of bij moderne digitale televisietoestellen in een CI-module. In het laatste geval heb je geen losse ontvanger bij je tv meer nodig. De smartcard bevat de code waarmee de ontvanger digitale signalen kan ontcijferen in beeld en geluid.

Er is nauwelijks concurrentie in satellietland, want vanwege auteursrechten moeten klanten meestal een domicilie hebben in het land waarop de aanbieder is gericht. Nederlandstalige zenderpakketten in Vlaanderen worden aangeboden door TV-Vlaanderen (www.tv-vlaanderen.be). Voor Wallonië biedt TéléSAT (www.telesat.be) satelliettelevisie aan. De prijzen beginnen vanaf 16,90 euro per maand, een vakantieabonnement kost € 29,95.

De meeste populaire landelijke zenders kan je alleen met een abonnement bekijken, maar er zijn ook heel wat zenders die je gratis kan ontvangen. Het aanbod gratis zenders bestaat onder meer uit BVN. Die zender biedt een selectie VRT- en NOS-programma’s, met onder meer nieuws, maar ook entertainment. Ook enkele regionale zenders zitten in dat pakket, naast nog eens minstens 400 gratis internationale zenders, zoals BBC World, CNN, Arte en nog veel meer.

Meer informatie over satelliettelevisie op de camping vind je op pasar.be.