5 straffe verhalen uit Chemnitz
De DDR-leiders doopten Chemnitz om tot Karl-Marx-Stadt, historici spreken van het Manchester van Saksen, en dit jaar schopt de onbekendste stad van Duitsland het tot culturele hoofdstad van Europa. Vergeet je bucketlist, ver van de platgetreden paden raap je de strafste verhalen.
- Wandelen
- Uitstappen en vakanties
1. Karl de grote
De ongewenste beloning was een specialiteit van het huis in de DDR. Omdat de industriestad Chemnitz veel had betekend in de arbeidersstrijd, werd ze in 1953 omgedoopt tot Karl-Marx-Stadt. Marx was 70 jaar dood en had nog geen stad met zijn naam, vandaar. Nee, hij is nooit in Chemnitz geweest. Doet dat ertoe?
In 1990, amper vier maanden na de val van de Berlijnse muur, hield de stad al een referendum over haar naam en stemde 76 % voor de terugkeer van Chemnitz. Mocht wel blijven: het wereldberoemde Karl-Marx-Monument. Achter zijn 13 meter hoge buste hangt de slogan ‘Proletariërs, aller landen, verenigt u!’ uit het Communistisch Manifest. In vier talen, en huizenhoog, tegen het mistroostige kantoor waar de communistische partij van de DDR haar regionale zetel had.
2. Socialistische modelstad?
Na de Tweede Wereldoorlog stond in het stadscentrum alleen nog de Roter Turm overeind, een middeleeuwse donjon. Sommige monumenten werden heropgebouwd, zoals de Opera het dubbele stadhuis (Altes en Neues Rathaus). Daarrond verrees in de jaren 1960 de socialistische modelstad. Hoge woonblokken drongen door tot in de binnenstad, auto’s raasden over brede boulevards, een enorme parking voor bussen hapte oude pleinen weg waar het ooit gezellig was. Foto’s uit de late jaren 1970 zien er ronduit dystopisch uit. Gelukkig overtrof de kwaliteit van de architectuur die van het stadsplan. De Stadthalle kaapte in 1974 zelfs een internationale prijs weg met haar wonderlijke zelfreinigende gevel. Ze bleef altijd geliefd als cultuur- en congrescentrum; in het Stadthallenpark pik je in de zomer gratis festivals mee of pauzeer je bij de fonteinen en in het park.
3. Manchester van Saksen
Chemnitz trok de industriële revolutie in Saksen op gang. Tot de jaren 1930 zetten hemelbestormers van ondernemers hier kathedralen van fabrieksgebouwen neer. Ze startten met textiel in de vroege 19de eeuw en schakelden geleidelijk over op machinebouw, locomotieven, auto’s, fietsen, schrijf- en rekenmachines… Het Industriemuseum, dat in de rode bakstenen hallen van een gieterij huist, stalt de machines en producten van het Manchester van Saksen uit. De stadsrand is bezaaid met industrieel erfgoed. De gigantische fabrieken draaiden nog in de DDR, maar sloten na de Duitse eenmaking. Bezichtig zeker de Wirkbau: de gerestaureerde textielmachinefabriek herbergt nu tientallen lokale ondernemingen en heeft een klokkentoren in art deco, geinspireerd door het Palazzo Vecchio in Firenze.
4. Villa van de Velde
De grootindustriëlen van Chemnitz woonden op heuvels, ten westen van hun fabrieken. In de luwte van de westenwind hoefden ze de rokende schoorstenen niet te ruiken. In de wijk Kassberg pronken honderden herenhuizen met druk versierde façades uit de Gründerzeit, maar kousenfabrikant Herbert Esche liet zijn villa in 1902 optrekken in de wijk Kappellenberg. Hij schakelde niemand minder in dan Henry van de Velde, die toen sinds kort lesgaf in Weimar. Met Villa Esche brak de Belgische architect definitief door in Duitsland. Van de Velde ontwierp een gezinswoning als een totaalkunstwerk, met grote vensters die binnen- en buitenruimtes verbonden en meubels op maat van het interieur. Uit de art nouveau plukte hij nog organische vormen en plantaardige sierelementen weg, maar de versoberde stijl anticipeerde al op het Bauhaus. Helaas heeft Villa Esche door zijn bewogen geschiedenis veel schade geleden. In 1950 bood ze onderdak aan Duitse vluchtelingen afkomstig uit de Sovjet-Unie. Kort daarna nam de Stasi (Staatsveiligheid van de DDR) haar intrek. Twaalf jaar lang werden verdachten verhoord en gefolterd in de villa die ooit kunstenaars had ontvangen. Edvard Munch schilderde zelfs een portret van Herbert Esche. Het is deze zomer te zien op de Munch-expo in Chemnitz.
5. Mensenhandel tussen twee Duitslanden
Chemnitz was een van de vijftien steden waar de Stasi gevangenen in voorlopige hechtenis hield. Hoe een arrestatie verliep? Je werd thuis van je bed gelicht, zonder uitleg naar de gevangenis gebracht, naakt gefouilleerd en eenzaam opgesloten. Gedesoriënteerd en geïsoleerd als je was, werd je eindeloos verhoord, meestal in het holst van de nacht.
In het Lern- und Gedenkort Gefängnis Kassberg vertellen foto’s en videos de levens van gedetineerden uit alle tijdperken. De cellen dateren uit de negentiende eeuw en waren tot 2010 in gebruik. Het pijnlijkste verhaal dat hier gedocumenteerd wordt, gaat over de Häftlingsfreikauf. Tussen 1962 en 1989 kocht de Bondsrepubliek Duitsland 33.000 politieke gevangen uit de DDR vrij. In totaal rijfde de DDR 3,4 miljard Duitse mark losgeld binnen. De vrijkoop draaide na verloop van tijd uit op een verdoken vorm van mensenhandel. Ruim de helft van de gevangenen die de DDR laatste twaalf jaar aanbood voor verkoop, hadden slechts een korte gevangenisstraf.
De volledige reportage over culturele hoofstad Chemnitz lees je in Pasar Wandelen van januari 25.