Berlijn… in het wiel van een Berliner
Berlijn is creatief, groen en zit vooral tjokvol historie. Als je bij je kampeer- en fietsvakantie met Intersoc de Duitse hoofdstad verkent, maak je je op voor een reis door de tijd - van de Pruisen tot de nazi’s, van de Muur tot de huidige bruisende stadscultuur. En al zeker als je in de slipstream van een echte Vlaamse Berliner kruipt…
- Kamperen
- Fietsen
Veel tijd hebben de deelnemers niet om te bekomen van hun rit naar Berlijn. Al op de eerste ochtend na aankomst zitten ze in het zadel. Langs een kanaal gaat het in gestrekte draf van de camping in de rand, verscholen in het groen, naar het hart van Berlijn. ‘Ik neem elke ochtend een andere route naar het centrum’, zegt Constant Kippers, die de elfdaagse fiets- en kampeerreis al voor de achtste keer begeleidt. ‘Zo krijgen de mensen telkens andere buurten te zien en leren ze de stad beter kennen, zodat ze op de vrije dag hun weg vinden.’
Dik tien kilometer verderop draait de twintigkoppige groep de Bornholmer Strasse op, een drukke verkeersas in het noorden van de stad. Op 18 november 1989 drumden Oost-Duitse mensenmassa’s hier over de Bose Brücke nadat een klungelige partijambtenaar had gestotterd dat de grensovergangen zouden openen. Wat later viel de Muur die Berlijn bijna dertig jaar in tweeën deelde. De Berlijn-gangers vinken hun eerste ontmoeting met de geschiedenis af. Het zal niet de laatste blijken.
Passeren ze die eerste fietsdag verder nog: de bruisende Hackescher Markt, het Museumeiland, de Berliner Dom en de monumentale Alexanderplatz met z’n tv-toren ‘waarvan in Oost-Duitsland zelfs kinderen wisten hoe hoog die was’, aldus Constant, ‘365 meter.’ Verder het Rathaus, de Marienkirche, de Humboldtuniversiteit waar Einstein ooit doceerde, en de Gendarmenmarkt, ‘het mooiste pleintje van Berlijn.’ De hoogtepunten volgen elkaar razendsnel op, al die indrukken wachten op verwerking.
Op de Bebelplatz stappen de deelnemers even van hun fiets. In de jaren 30 verbrandden de nazi’s hier bergen aan boeken. Turend in het gat in de grond, een bibliotheek van lege boekenrekken, staat de groep stil bij de voorspelling die de joodse dichter Heinrich Heine honderd jaar eerder deed: ‘dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen’, waar men boeken verbrandt, verbrandt men uiteindelijk ook mensen. Een profetie waarvan hij wellicht gehoopt had dat ze niet was uitgekomen.
Rozijnen en granaten
Via het joodse museum gaat de tocht naar de voormalige luchthaven Tempelhof. Aan 18 kilometer per uur zoeven de deelnemers over taxibanen. Op de grasvelden rondom zonnebaden en barbecueën de locals. Constant houdt halt om de geschiedenis van de Berlijnse blokkade uit de doeken te doen, toen de Sovjets de toegang tot West-Berlijn hermetisch afsloten. Dat was buiten de inventieve Amerikanen gerekend. ‘Ze haalden de man die de logistiek tijdens de wereldoorlog organiseerde naar Berlijn. Die zette een luchtbrug op’, vertelt hij. ‘Steenkool, meel, voeding, alles moest via het luchtruim komen. Om de twee minuten landde hier een vliegtuig.’
Tot enkele jaren geleden stond op dit vliegveld een rosinenbomber, zoals de reddende vliegtuigen tijdens de blokkade genoemd werden. Die naam - rozijnenbommenwerper - kwam nadat piloten parachutes maakten uit geknoopte zakdoeken en zo chocolade, snoeprepen en ander lekkers lieten vallen. Tot jolijt van de Berlijnse kinderen, die de vliegtuigen in grote drommen verwelkomden. Finaal noopten de volharding van de Amerikanen en de veerkracht van de West-Berlijners de Sovjets ertoe de blokkade op te heffen.
De fietstocht brengt de groep evenwel niet enkel bij de bekende plaatjes van Berlijn. Constant weet ook de plekken met minder faam op te speuren. Zo loodst hij de fietsers naar de Schwerbelastungskörper, een enorme betonnen cilinder. ‘Toen Adolf Hitler een gigantische triomfboog wilde neerpoten in Berlijn, drie keer zo groot als die in Parijs, testte zijn architect Albert Speer met deze cilinder of de moerassige Berlijnse grond zo’n gewicht wel aankon.’ De triomfboog kwam er nooit, maar de cilinder staat nog altijd pal. Verderop fietst het pelotonnetje eerst voorbij het geboortehuis van Marlene Dietrich in de Leberstrasse, enkele kilometers later voorbij haar graf. Een bewogen leven, 90 jaar lief en leed, overbrugd in vijftien minuten.
En zo blijven de deelnemers door de geschiedenis bollen. In de slipstream van Constant belanden ze in de wijk Schöneberg. In 1963 schreeuwde het ex-lief van Dietrich, ene JFK, hier van de daken - lees: het balkon van het Rathaus - dat hij ‘ein Berliner’ was. Dat laatste geldt trouwens zeker ook voor Constant. Geen Limburger die zich beter thuisvoelt in Berlijn, hij bezocht de Duitse hoofdstad al meer dan vijftig keer! Die passie groeide uit een fascinatie voor de Muur. ‘In 1989 volgde ik het nieuws op de voet, je vóélde de Muur vallen.’ Twee maanden na de Val stapte Constant met z’n gezin op een nachttrein oostwaarts, hij moest Berlijn gezien hebben. ‘Sindsdien ben ik blijven terugkeren’, grijnst hij.
Over de Muur gesproken: die drukt een stevige stempel op de fietstocht. Af en toe volg die de Mauerweg, het fietspad dat zo’n 160 kilometer lang de contouren van de vroegere Muur aflijnt. Zo fietsen de Intersoccers later die week over de Kolonnenweg - de weg van betonnen platen in de Dodenstrook tussen binnen- en buitenmuur, waarover VoPo’s patrouilleerden. Nu ligt die in natuurgebied. Ze rijden eveneens voorbij Checkpoint Charlie, langs de innige tongzoen die Honecker en Brezjnev beleven aan de East Side Gallery, en door de Bernauerstrasse - waar de Muur als eerste verrees. In het in festivalsfeer verkerende Mauerpark dwingt de drukte hen van de fiets, ze wandelen met de fiets aan de hand door het park.
De natuur in!
Na elke dag volgepropt met geschiedenis volgt er eentje waarin de natuur het hoogste woord krijgt. Die afwisseling geeft benen en hoofd zuurstof. Natuur palmt een derde van het Berlijnse grondgebied in en dus gaat het door bossen en langs meren. De deelnemers trappen gezwind door het woud rond de Tegeler See. Voorbij het Olympiastadion - waar Hitler vanuit zijn Führerloge de ene strak uitgestrekte rechterarm na de andere begroette - duiken ze het Grunewald in. Zandpaadjes leiden hen door een donker bos - de grootste groene long van West-Berlijn - recht naar de Wannsee. Zo groen is Berlijn!
Al loert ook tijdens zo’n groene dag de geschiedenis achter elke boom. In een villa aan de Wannsee - tegenwoordig de favoriete vakantieplaats van menig Berlijner - beslisten de hoge nazipiefen tijdens de Tweede Wereldoorlog over het lot van de joden. Via Schlachtensee en Krumme Lanke fietsen de deelnemers opnieuw naar de stad, meertjes die als dikke tranen in het landschap liggen. Ook hier profiteren de locals van het mooie weer. Maar net wanneer de idylle het opnieuw dreigt te halen, rollen de fietsen aan het station van Grunewald tot bij Gleis 17, een monument voor de joden die hier een enkeltje richting concentratiekamp kregen. Berlijn: mooi, maar bikkelhard.
Gelukkig wacht elke avond de camping als toevluchtsoord. Verscholen in het groen puffen de fietsers er ‘s avonds uit van de geleverde inspanningen en geven ze hun brein tijd om alle indrukken te verwerken. Op dag acht verplaatsen ze hun campers en caravans naar een camping in Caputh, waar Albert Einstein ooit z’n zomers doorbracht aan de Schwielowsee. In Caputh zijn ze dichter bij Potsdam, groots en groen. In drie lussen langs meren, kastelen en villa’s volgt hier een verkenning van een andere kant van Berlijn, dat van Pruisische koningen, prinsen en andere royals.
Park Sanssouci, bijvoorbeeld. In dit landgoed van 180 hectare trok de Pruisische koning Frederik de Grote zich zonder zorgen terug, sans souci. Hier kwam hij op z’n effen van de oorlogen die hij uitvocht met Oostenrijkers en Fransen. Constant stopt aan het Chinees theehuis waar Frederik thee slurpte met zijn maat, de Franse filosoof Voltaire. ‘Frederik de Grote sprak trouwens beter Frans dan Duits’, zegt de gids. ‘Dat was zo in die tijd.’ Hij attendeert ons op de gouden figuren die het theehuis omsingelen. ‘Dat moeten Chinezen voorstellen, maar kijk naar hun mimiek en pupillen: die zijn westers. En de figuren hebben castagnetten vast, terwijl die helemaal niet bestonden in China. Het oosten was destijds in, maar niemand van die kunstenaars was ooit in China geweest, vandaar de knullige fouten.’
Wat verderop wacht het kasteel van Sanssouci. Frederik de Grote ligt er begraven in het gezelschap van zijn geliefde windhonden. Op z’n graf liggen verse aardappelen. Ook daar hangt een verhaal aan vast. ‘Aardappels werden destijds ingevoerd als sierplant, omwille van de mooie bloempjes. Er hingen wel knollen aan, maar niemand wist wat ze daarmee konden aanvangen. In die tijd heersten er veel hongersnoden en ook de soldaten van Frederik de Grote hadden regelmatig honger. Toen de voedingswaarde van aardappelen ontdekt werd, verplichtte hij z’n soldaten die te eten. Daarom wordt hij ietwat oneerbiedig de patattenkoning genoemd.’
Via de Mauerweg rijdt de groep het centrum van Potsdam in, tot bij de muur die de stad omwalde. ‘Potsdam was een garnizoensstad’, zegt Constant. ‘De muur diende dus niet om de stad te beschermen, wel om te beletten dat de soldaten ‘s nachts deserteerden.’ De Mauerweg flitst de deelnemers opnieuw doorheen de geschiedenis. In de chique villa’s aan de Karl Marx Allee namen Churchill, Truman en Stalin hun intrek tijdens de conferentie van Potsdam. ‘In die van Truman is destijds het commando gegeven om de atoombommen op Hiroshima te laten vallen’, zegt Constant. En in het Cecilienhof, wat verderop, beslisten de wereldleiders aan het einde van de Tweede Wereldoorlog over de toekomst van Duitsland.
Eens te meer wordt duidelijk dat dit zoveel dan een fietsreis is. ‘Het is een gegidste tocht’, beaamt Constant. Een duik in de geschiedenis, de cultuur en de natuur van een van de meest fascinerende wereldsteden. ‘De reis is gericht op mensen met goesting om tet fietsen, die een brede interesse hebben en die Berlijn graag willen leren kennen’, zegt Constant. ‘Het is vooral ook een aanloop tot meer, een leidraad voor een volgende reis.’ Want meer dan een ander beseft Constant - 50 keer Berlijn and counting! - dat deze stad zijn geheimen pas na herhaaldelijke bezoeken prijsgeeft.
2 x kamperen in Berlijn
Tijdens deze fiets- en kampeerreis verblijf je in je eigen camper en caravan. De eerste zeven nachten breng je door op CityCamp Nord, ‘tien kilometer van de Brandenburger Tor’, aldus gids Constant. Voor de laatste drie nachten verhuis je naar Campingplatz Himmelreich in Caputh, even buiten Potsdam.
1. CityCamp Nord
Geprangd tussen twee kanalen in Spandau ligt deze kleine stadscamping, vlakbij het centrum van Berlijn maar toch heerlijk in het groen. Oude bomen zorgen voor schaduw. Dichter bij Potsdam ligt CityCamp Süd.
CityCamp Nord, Gartenfelder Str. 1, 13599 Berlijn. city-camping-berlin.de
2. Campingplatz Himmelreich
Uitgebreide camping - met eigen biergarten! - die langs alle kanten omringd is door water. Aan de andere kant van de Templiner See ligt Schloss Caputh, ook de statige parken en kastelen van Potsdam zijn niet ver.
Campingplatz Himmelreich,Wentorf-Insel 38, 14548 Schwielowsee. berlin-potsdam-camping.de
Zeker zien: de Reichstag!
Reisgids Constant Kippers kan de tel niet meer bijhouden van hoe vaak hij al in het Rijksdaggebouw kwam, het Duitse parlement. Toch is hij telkens opnieuw onder de indruk. Via een spiraal die naar boven kronkelt, wandel je als bezoeker helemaal tot in de nok van de glazen koepel. Daar word je getrakteerd op het mooiste uitzicht van Berlijn, dat zich langs alle kanten openbaart: hier de Brandenburger Tor, daar de tv-toren, ginds de Tiergarten. Bij mooi weer zie je de radartoren van Tempelhof piepen.
‘De Rijksdag is magnifiek’, zegt Constant. ‘Het gebouw is na reservatie gratis te bezoeken en er is een audiotour over de geschiedenis in het Nederlands, ik luister ‘m nog elke keer. Als de temperatuur in de koepel te hoog oploopt, krijg je een alternatieve tour aangeboden. Dan neemt een gids je mee naar plekken in het gebouw waar je normaal niet komt - naar de blauwe zetels van het parlement en langs de muren waarin soldaten van het Rode Leger inscripties kerfden.’