Fris en fruitig fietsen tussen perziken & druiven

rr
11 minuten leestijd

Ooit werden ze ‘glazen dorpen’ genoemd, maar van de tienduizenden serres in Hoeilaart, Tervuren, Huldenberg en Overijse blijven er vandaag nog maar een paar honderd over… Niet getreurd:  de streek blijft een pareltje om door te fietsen - en de druiven - en perziken - een festijn om van te proeven.

reportage
  • Fietsen

Zitten we hier in Frankrijk of is het toch België dat ons verrast met een prachtig lappendeken van maïsvelden, wuivend graan en grindpaadjes? Het moet dat tweede zijn, want zoveel kilometers hebben we nog niet achter de rug sinds ons vertrek in Sint-Agatha-Rode, waar we onze elektrische huurfietsen zijn gaan ophalen om naar Overijse te fietsen. Ik heb al over veel wegen in ons land gefietst, maar moet toegeven dat ik nooit eerder de Druivenstreek ben komen verkennen. Wat een zonde, bedenk ik terwijl we over glooiende heuvels en tractorsporen in het zand fietsen. Aan de helblauwe lucht is geen wolkje te bespeuren, en het duurt niet lang of onze sweaters verdwijnen in onze fietstas. De zomer is terug - na twee weken regen - en dat doet deugd.

Veel glas

Tot in de jaren zestig stonden er zoveel serres in en rond Hoeilaart, Tervuren, Overijse en Huldenberg dat zowat elke vierkante meter gras bedekt was met glas. Op een bepaald moment stonden er bijna 35.000 serres in de streek. Vraag Google maar eens naar oude luchtfoto’s van de ‘glazen dorpen’: het is haast onvoorstelbaar hoe het landschap er op het hoogtepunt van de druiveneconomie uitzag. Van de tienduizenden serres blijven er vandaag nog slechts een paar honderd over. Op domein Solheide in hartje Overijse bijvoorbeeld, dat we na een klimmetje over een klein maar venijnig steil kasseibaantje - zelfs onze elektrische fiets sputtert even tegen - bereiken. Solheide is een voormalig druivenserrebedrijf met bijhorende prachtige serristenvilla. Dertig jaar geleden werd het aangekocht door de gemeente Overijse. De site is vrij toegankelijk, er loopt zelfs een wandelroute door.  De serres die er staan zijn uniek: het zijn oude exemplaren - de alleroudste zijn meer dan honderd jaar - waarvan de meeste beschermd zijn. De voorbije jaren werden zowat alle serres gerestaureerd. ‘Een werk van twee tot drie maanden per serre’, legt Rudy Vanpee uit. ‘Elk stuk glas wordt er uit gehaald, gereinigd en weer terug geplaatst. Per serre mag je toch op 2200 glaasjes rekenen. We kijken ook de fundamenten en de waterput na, en schuren het houten of ijzeren gebinte op. Na de restauratie kan een serre weer voor twintig jaar mee.’

Het dorp van de perziken

Rudy is projectverantwoordelijke bij 3WPLUS, het maatwerkbedrijf dat domein Solheide - en ook domein Kelleveld, een gelijkaardige site in Hoeilaart - in opdracht van de gemeente mee beheert en onderhoudt. Want werk, dat is er genoeg. ‘In een deel van de serres kweken we zelf druiven, de rest verhuren we aan inwoners van Overijse als volkstuintjes’, vertelt Rudy. ‘Daarnaast organiseren we ook cursussen druiven telen - waar mensen van over heel het land naar hier komen - en verhuren we druivelaars aan mensen die thuis geen serre of druivelaar hebben, maar wel graag druiven willen telen. Wij geven de boom water, voedsel en doen aan ziektebestrijding, de rest van de verzorging én de oogst is voor de huurder.’ Het concept is een succes: meer dan vijftig mensen huren een druivelaar op Solheide. Christine, Carol, Joost, Fabienne en Alain: het zijn maar enkele van de namen die we lezen op de kaartjes die tussen de bladeren hangen. Om de druiven te proeven zijn we nog nét te vroeg: door het slechte weer van de voorbije dagen hebben ze iets meer tijd nodig om te rijpen. Rudy neemt ons dan maar mee naar een andere serre, waar, verstopt tussen de groene bladeren, honderden dikke, sappige perziken wachten om geplukt te worden. Ze ruiken én smaken heerlijk - een perzik uit de supermarkt is er niets tegen. We zijn verbaasd, want een serre vol verse perziken hadden we niet verwacht op onze tocht. ‘Nog zo’n mooi verhaal uit de streek’, lacht Rudy terwijl we het sap van onze mondhoeken vegen. Hij vertelt hoe in 1895 boomkweker Felix Charlier uit Eizer, een klein dorp naast Overijse, begon te experimenteren met het telen van perziken onder glas. Dat lukte zo goed dat heel wat dorpsgenoten zijn voorbeeld volgden. Tot ver buiten de landsgrenzen werden de perziken of ‘pezzes’ van Eizer verkocht als een echt luxeproduct. ‘Elke perzik werd apart verpakt in een doosje’, zegt Rudy. Vandaag staat Eizer nog altijd bekend als het pezzedorp.’

Franse charme

Nog vol verrukking over deze ontdekking stappen we de fiets weer op. We doen vandaag de eerste lus van de Muscatroute, een fietstocht van veertig kilometer langs fietsknooppunten, dwars door de Druivenstreek. Onze beslissing om elektrische fietsen te huren kwam er niet zomaar: het belooft een pittig tochtje over best wat hellingen te worden. Dat merken we al snel als we enkele kilometers buiten Overijse, net voor Hoeilaart, de Koedaalstraat inslaan. Met onze eigen, louter op spierkracht aangedreven fiets zou deze gekasseide holleweg ons flink hebben doen zweten. Nu zoeven we de berg op. Langs de weg zien we enkele eenvoudige maar mooie serristenwoningen, zoals de huizen van druiventelers genoemd werden, die hier uit de bloeitijd van de druiventeelt bewaard gebleven zijn. Boven op de heuvel staan we even stil om te genieten van opnieuw een geweldig uitzicht. Golvend groene weilanden, grazende koeien in de verte, een verlaten hoeve in de bocht: veel meer hebben we niet nodig om ons terug in Frankrijk - of simpelweg op vakantie - te wanen. 

Machtige bomen

Onderaan de heuvel stoten we op een kaarsrecht, maar bijzonder hobbelig weggetje dat dwars door de velden loopt. Het uitzicht om ons heen krijgt een dikke tien, in tegenstelling tot het fietscomfort. De dikke kasseien onder onze fietsbanden schudden ons genadeloos door elkaar. We denken aan de verse perziken die Rudy ons nog toegestopt heeft voor we vertrokken. Lang leve de Tupperware doosjes die we thuis nog snel uit de kast genomen hebben! Het weggetje lijkt ons een marteling voor wielrenners - wat wij voor alle duidelijkheid niet zijn - maar gelukkig hebben we geen haast. Aan de overkant rijden we haast recht het bos in. De schaduw doet goed, want de zon doet haar best. In korte short - die lange broek is intussen ook al verdwenen - fietsen we het Zoniënwoud in. Een machtig bos dat je doet vergeten dat amper tien kilometer verder toeristen wafels staan te eten op de Grote Markt van Brussel. We stoppen voor een lunchpauze in de koelte van de beukenbomen, en trappen met hernieuwde energie verder tot een ander buitengewoon bos: het Arboretum van Tervuren. Ook hier ben ik nooit eerder geweest, maar wat ben ik blij dat ik hier vandaag van mijn fiets kan stappen. ‘Een verborgen parel in het Zoniënwoud’, lezen we online, en dat zegt precies wat het Arboretum van Tervuren is. In dit prachtige landschapspark staan meer dan vierhonderd boomsoorten van over de hele wereld. We verkennen maar een stukje - dit bos is een paradijs voor wandelaars, niet voor fietsers - maar zelfs dat is indrukwekkend. Een perfect geplaatst bankje verplicht ons bijna om te gaan zitten en te mijmeren over zoveel moois in eigen land.   

Een kilo druiven per dag

De fietsknooppunten die we volgen, voeren ons door een wondermooi stuk bos, langs gigantisch grote struiken en torenhoge bomen. Terug in de bewoonde wereld fietsen we langs huizen waar bijna overal een serre in de tuin staat. Sommigen zijn versleten en vervallen, anderen netjes onderhouden en duidelijk nog in gebruik. Wie van deze eigenaars zou er op Solheide in de leer zijn gegaan? Na een korte terrasjespauze in het dorpje Duisburg slaan we enkele kilometers verder af naar de Groeneweg in Overijse. Dit kasseibaantje staat bekend als pittig: over een afstand van iets meer dan een kilometer overbrug je hier 50 hoogtemeters. Gelukkig voor ons moeten we dit muurtje niet trotseren. We stoppen beneden bij Ronald Vanderkelen, één van de weinige professionele druiventelers die vandaag nog actief zijn in de streek. Hij teelt en koestert zijn druiven in de originele serres waarin zijn grootouders dat ook ooit deden, al 36 jaar lang. Ronald is één van de drie druiventelers waar je de Vlaams-Brabantse tafeldruif met het Europese label van Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB) kan kopen. Kort gezegd: druiven van de allerbeste kwaliteit. ‘Op mijn twintigste ben ik in het bedrijf van mijn ouders gestapt’, vertelt Ronald, terwijl hij ons trots een serre toont die haast ontploft van de trossen blauwe druiven. ‘In de zomer krijg ik hulp van seizoenarbeiders, maar verder doe ik alles alleen. Mijn vrouw is verpleegster en onze kinderen tonen weinig interesse in het bedrijf. Wat er met de serres gaat gebeuren als ik op pensioen ga? Afbreken, denk ik. Natuurlijk is dat zonde, maar het is zo.’ Het bordje ‘druiven te koop’ staat ook hier nog niet buiten, maar van zodra dat het geval is - over enkele dagen, hoopt Ronald - staan hier rijen voor de poort. “Mensen komen van overal, zelfs uit Gent, Antwerpen en Limburg. Ik heb een klant uit de buurt die elke dag een kilogram komt halen. De druiven uit deze streek zijn gewoon de lekkerste. Het vakmanschap van de telers hier vind je nergens anders meer. We weten wat we moeten doen voor de beste kwaliteit, en daar zijn we fier op.’

Thuis bij Huize Dumberg

Als we de volgende ochtend opstaan, hebben we nog steeds geen druif gegeten, maar daar hebben we niet van wakker gelegen. We hebben heerlijk geslapen in Huize Dumberg in Hoeilaart, de b&b van Kristin Van Orshoven en haar man Pierre. Nadat hun kinderen het nest uitgevlogen waren en hun pensioen in zicht kwam, maakten ze van hun huis een warme b&b met twee kamers. Huize Dumberg is één van de authentieke serristenwoningen die de streek rijk is. Serristenwoningen waren prachtige villa’s waarmee telers wilden pronken met het fortuin dat ze opgebouwd hadden. Wie vandaag door de streek fietst, kan er niet naast kijken. Kristin en Pierre kochten hun villa bijna veertig jaar geleden in vervallen staat, maar maakten er een klein pareltje van. Aan de ontbijttafel toont Kristin ons oude foto’s van haar familie, die generaties lang gekend was in de streek en prachtige huizen bewoonde. Haar vader, Alfons van Orshoven, was dorpsdokter en redde ooit Marc Sleen - tekenaar van Nero en inwoner van Hoeilaart - van de dood. Het enthousiaste gebabbel van Kristin is aanstekelijk en doet ons opgewekt weer op de fiets stappen voor het vervolg van de Muscatroute. Die brengt ons naar domein Solvay in Terhulpen, een schitterend park met vijvers, beboste heuvels en een kasteel. Het kasteel van Terhulpen is niet toegankelijk voor het publiek - het wordt enkel verhuurd voor feesten - maar even binnen gluren kan wel. We hebben spijt dat we geen uren tijd hebben, want de wandelweggetjes die we door het park en de bomen zien kronkelen, zien er bijzonder aanlokkelijk uit. In de oude kasteelhoeve op het domein is een brasserie gehuisvest - met terras met wijds uitzicht over het park - en een museum van de Belgische kunstenaar Jean-Michel Folon. Een dagje Solvay, we onthouden het voor een volgende keer.

Rondje rond het meer

Een paar kilometer verder wacht ons gelukkig al een nieuw cadeautje: het meer van Genval. Op en rond dit kunstmatig aangelegd meer kan je waterfietsen, bootjes en kajaks huren, in een luxehotel logeren en dineren in één van de bars en restaurants. Dat klinkt misschien heel pretparkachtig, maar het is charmanter dan het lijkt. Bewoners uit de buurt wandelen rond het water met hun hond, toeristen zoals wij zoeken een plekje in het gras voor een zomerse picknick. De bomen rond het meer doen je weer vergeten dat je slechts twintig kilometer verwijderd bent van de drukte van Brussel. We nemen onze tijd om te eten, rusten en ‘mensen kijken’ op de oever. Na een heerlijk huisgemaakt ijsje van La Laguna zetten we weer koers richting Overijse, over golvende heuvels en oude heirbanen. Onderweg stoppen we bij Gaston Vanderlinden, een gepensioneerde man die in zijn - flink verwarmde - serres blozende tomaten en druiven kweekt. Hij is wél al gestart met de verkoop, tot onze vreugde. We kopen een kilo dikke, blauwe ‘Royal’ druiven, waarvan we de helft al opgesnoept is voor we terug in Overijse zijn. Over enkele weken komen we terug, zeggen we. Met fietszakken vol Tupperware. 

Verse druiven? Hier moet je zijn!

Bij deze serristen kan je de echte Vlaams-Brabantse tafeldruif kopen. 

In 1930 begonnen de grootouders van Ronald Vanderkelen met het telen van druiven. Vandaag zet Ronald het werk van zijn grootouders en ouders met veel liefde voor het vak voort.

Groeneweg 62 in Overijse
druivenronaldvanderkelen.be

Eric Van Camp nam in 1997 een oud druivenbedrijf over. Hij leerde de kneepjes van het vak van oudere serristen, investeerde in nieuwe serres en schakelde over op bioteelt.

Joseph Kumpsstraat 33 in Hoeilaart 

Vader en zoon Filip en Koen Dewit vormen de vierde en vijfde generatie van familiebedrijf Dewit. In hun verwarmde serres telen ze vier soorten, waaronder de Canon Hall, de ‘Rolls Royce’ onder de Vlaams-Brabantse tafeldruiven.

Brusselsesteenweg 262 in Overijse

druivendewit.be

 

Meer info over de Vlaams-Brabantse tafeldruif vind je op www.tafeldruif.be

De tuinman van de baron

De Druivenstreek zou nooit zo de geschiedenisboeken in gegaan zijn zonder Felix Sohie (1841-1929). Sohie werkte als tuinman op het kasteeldomein van Huldenberg, waar hij voor baron Theodoor de Baudequin de Peuthy druiven kweekte in een kleine muurserre. Met de overschot van de - blijkbaar overheerlijke - druiven mocht hij doen wat hij wilde. Sohie begon ze als jonge twintiger te verkopen op markten, met groot succes. Samen met zijn broers Frans en Willem begon hij meer en grotere serres te bouwen. Hun winstgevende zaak bleef niet onopgemerkt, en tot ver buiten Hoeilaart begonnen mensen hun voorbeeld te volgen. De streek werd volgebouwd met serres, en bijna honderd jaar lang zou de druiventeelt voor enorme welvaart zorgen. De opkomst van buitenlandse concurrentie en de stijging van de stookkosten om de serres te verwarmen zetten vanaf de jaren zestig de teloorgang in. De ‘glazen dorpen’ werden dorpen vol glazen ruïnes. Uiteindelijk werden er door de gemeentes zelfs premies uitgereikt voor het afbreken van serres.

hoeilaart.be/toerisme 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer