Kungsleden

Kamperen langs de Kungsleden

7 minuten leestijd

Dwars door het afgelegen noorden van Zweden loopt de Kungsleden. Hier wandel je dagenlang door bergachtig terrein, ver weg van dorpen of wegen. Wij geven praktische tips om veilig en comfortabel te kamperen langs deze legendarische route.

reportage
  • Kamperen

Ik strompelde over vlonderpaden door zompig gebied, sjokte over steenslag. Onder een plank piepte een lemming. Het regende al uren, druppels tikten op mijn regenjas. Ik was uitgeput, mijn rugzak voelde zwaarder met elke stap. Maar mijn compagnons, die dit parcours eerder bewandelden, hielden vol: nog even en we kamperen op de mooiste plek van de Kungsleden.

En gelijk kregen ze! Toen ik eindelijk mijn tent neerpootte op de oever van een spiegelmeer, hield het plotseling op met regenen. Alsof de natuur even haar adem inhield. Een regenboog tekende zich af aan de horizon. De vermoeidheid viel prompt van me af, tegelijk met de veel te zware rugzak. Zonder aarzeling dook ik in het ijskoude meer, gillend van de kou en de pure extase. Wat een beloning!

Een kampeertocht langs de Kungsleden zit tjokvol van dat soort kleine gelukjes, momenten waarop je tot het diepst van je poriën voelt dat je leeft. Maar het is geen gemakkelijk pad - en dus geenszins een onderneming waaraan je blindelings begint. Onze tips helpen je op weg.

Wat is de Kungsleden?

De Kungsleden - letterlijk het Koningspad - is de bekendste langeafstandswandeling van Zweden. Sinds het begin van de twintigste eeuw slingert dit legendarische pad door een van de laatste lappen echte wildernis van Europa, zo’n 470 kilometer tussen het zuidelijke Hemavan en het noordelijke Abisko. Onderweg doorkruis je als wandelaar kale toendra en door de eeuwen uitgesleten gletsjervalleien van smaragd. Je stapt door berkenbossen en langs petrolblauwe meren.

Het pad werd ooit bedacht om de Zweden de schoonheid van hun eigen land te tonen. Met succes: vandaag trekt de Kungsleden niet alleen lokale wandelaars, maar ook avonturiers uit alle windstreken. Elk seizoen kleurt het landschap anders: van witte einders in winter en lente tot vurige herfstkleuren. Wie goed oplet, ontwaart onderweg sporen van de Sami-cultuur, zoals rendierkuddes en traditionele dorpjes.

Grosso modo bestaat de Kungsleden uit drie delen:

  • De noordelijke Kungsleden, tussen Abisko en Nikkaluokta of Kvikkjok.
  • De centrale Kungsleden, tussen Kvikkjokk en Ammarnäs.
  • De zuidelijke Kungsleden, tussen Ammarnäs en Hemavan.

Elk deel heeft z’n eigen gezicht - van dramatische bergpassen en eindeloze toendra in het noorden tot zachtere en meer toegankelijke landschappen van het zuiden. Veel hikers beperken zich tot het meest spectaculaire noordelijke gedeelte.

Overnachten op de Kungsleden: de mogelijkheden

Wildkamperen

Dankzij het allemansrätten, het Zweedse allemansrecht, mag je in principe je tent bijna overal opzetten in de vrije natuur, zolang je maar 150 meter van bebouwing blijft en geen schade toebrengt aan de omgeving. Dit maakt de Kungsleden tot een eldorado voor wildkampeerders. Let wel: in nationale parken gelden uitzonderingen. Zo mag je in Nationaal Park Abisko enkel kamperen op drie aangeduide plekken, waarvan er twee betalend zijn.

Kamperen bij hutten

Wil je wel in je tent slapen, maar liever niet helemaal off-grid? Dan is kamperen bij een hut een prima tussenoplossing. Tegen betaling mag je je tent opzetten in de omgeving ervan. Leden van STF, de Zweedse Toeristenvereniging, betalen daarvoor 200 Zweedse kroon (ongeveer 18 euro), niet-leden 300 Zweedse kroon (ongeveer 27 euro). In ruil mag je gebruikmaken van de faciliteiten: gastenkeuken, droogruimte, toiletten, soms zelfs een sauna. Een aangename optie, zeker wanneer het weer tegenzit of je behoefte hebt aan een beetje comfort.

Tip: Ook als je niet blijft slapen, mag je overdag de faciliteiten gebruiken - handig voor een pauze, een warme maaltijd of een sanitaire stop. Je betaalt dan een bijdrage van 40 of 80 Zweedse kroon (leden/niet-leden, ongeveer 3,5/7 euro).

Overnachten in berghutten van STF

Langs het pad liggen zestien hutten van de Zweedse Toeristenvereniging, vaak op een dag wandelen van mekaar (10 à 20 kilometer). Deze berghutten zijn eenvoudig maar comfortabel, met slaapzalen of privé-kamers. Je vindt er meestal een gemeenschappelijke keuken, drinkwater, toiletten en een kleine winkel. Elektriciteit is er meestal niet: verlichting gebeurt met kaarsen en kerosinelampen, al bieden sommige hutten wel beperkt satellietinternet voor weerinformatie. Wie in een hut wil slapen - zeker tussen juni en september - boekt best op voorhand. Word lid van STF voor fikse kortingen.

Opgelet: op de centrale Kungsleden - tussen Kvikkjokk en Ammarnäs - zijn er geen hutten van STF, maar wel enkele andere slaapopties.

Waar zet je best je tent op (en waar niet)?

Dankzij het allemansrecht mag je bijna overal kamperen, maar een doordachte keuze maakt je overnachting aangenamer. Kies bij voorkeur een vlak stuk terrein met droge ondergrond: mos, gras of grind zijn ideaal. Vermijd kwetsbare alpiene vegetatie, korstmos en heide, alsook drassige plekken waar water zich bij regen makkelijk ophoopt.

Wil je koken, je drinkfles vullen of even plonzen? Zoek een plekje in de buurt van een waterbron, maar hou toch voldoende afstand. Zo beschadig je de oevers niet nodeloos. Wind kan zowel vriend als vijand zijn: een briesje houdt muggen op afstand, maar op open plateaus kan het stevig waaien. Natuurlijke beschutting - zoals een bult, een rots of een struik - doet dan wonderen.

Tip: passeer je bij een berghut, vraag dan advies aan de huttenwaarden. Zij kennen het terrein als geen ander en kunnen je de meest fotogenieke plekjes aanraden.

Bevoorrading, water en koken

  • Water

Het landschap langs de Kungsleden barst van het water: stroompjes, kolkende rivieren en vredige meren volgen elkaar in sneltempo op. Dat heeft als voordeel dat je weinig water in je rugzak moet steken. Vooral in het noordelijke deel kan je vaak direct van de bron drinken, zonder te filteren. Al is het wel verstandig om een waterfilter mee te nemen.

  • Bevoorrading

Bij sommige berghutten kan je basisproducten kopen. Check vooraf op de website van de STF wat waar te koop is en tegen welke prijs. Het aanbod is beperkt en prijzig, dus zorg dat je het gros van je voedsel zelf meeneemt.

  • Koken

Open vuur is op veel plekken afgeraden of zelfs verboden, zeker tijdens droge periodes. In de noordelijke regio’s van Zweden is sowieso nauwelijks hout te vinden. Een eigen gasvuurtje is absoluut onmisbaar. Gas is vaak te koop bij de berghutten, maar vergewis je ervan of het compatibel is met je toestel.

Zeker meenemen

Naast de gebruikelijke uitrusting is het verstandig om hieraan te denken:

  • Tent: Een lichtgewicht maar stevige tent die bestand is tegen wind en regen. Ventilatie is belangrijk om condensvorming te voorkomen.
  • Slaapmatje en slaapzak: Een geïsoleerd slaapmatje is onmisbaar, want de nachten kunnen zelfs in de zomer dicht bij het vriespunt komen. Mijn slaapzak had een comforttemperatuur rond 0 graden, wat goed volstond.
  • Gaiters en voldoende/sneldrogende wandelsokken: Vooral aan het begin van het zomerseizoen, wanneer de sneeuw smelt en de paden nat zijn, bieden gaiters extra bescherming. Zorg ook voor genoeg droge sokken.
  • Wandelstokken: Handig bij het oversteken van stroompjes en op oneffen terrein. Ikzelf wandel liever zonder, maar veel van mijn compagnons waren erg blij dat ze hun stokken bij hadden.
Kungsleden

Weer en fauna

Het weer kan snel omslaan: ’s ochtends schijnt de zon, ’s middags kan het hagelen of sneeuwen, zelfs midden in de zomer. Een stevige tent en regenkleding (jas én broek) zijn geen luxe, maar een absolute noodzaak.

In juli kunnen de muggen vooral in de bosrijke stukken behoorlijk intens zijn. Een muggennet voor over je hoofd, goede insectenwerende middelen en een degelijke binnentent zijn dan onmisbaar.

Langs de Kungsleden kan je rendieren, alpensneeuwhoenen en sporadisch een eland spotten. Beren en veelvraten zijn zeldzaam, maar toch geldt: laat geen etensresten achter en houd je kampeerplek netjes om wild bezoek te ontmoedigen.

Beste reistijd

  • Zomer. De klassieke wandelperiode loopt van eind juni tot begin september. In juli en augustus zijn de dagen lang, de hutten open en de paden sneeuwvrij. Hou wel rekening met muggen. Vanaf half augustus kleuren de bergen rood-geel en zijn er minder wandelaars. Wel worden de nachten dan alsmaar frisser.

Opgelet: In augustus van elk jaar vindt de Fjällräven Classic plaats op de noordelijke Kungsleden, een meerdaags wandelevenement met een festivalsfeertje. Fijn als je meewandelt, te vermijden als je zoekt naar stilte.

  • Winter. Maart en april gelden als het winterseizoen, populair bij toerskiërs en sneeuwschoenwandelaars. De zon is terug, de sneeuw ligt voldoende dik en de berghutten zijn open. Maar let op: dit is een echte winterexpeditie waar je beter niet onvoorbereid en/of onbegeleid aan begint. Goed materiaal, ervaring met kou en navigatie zijn van belang.

Ernaartoe

Abisko, het noordelijke startpunt van de Kungsleden, is gemakkelijk bereikbaar per trein vanuit Stockholm. De rit duurt wel een tijdje, dus overweeg de nachttrein. Tussen Abisko en Nikkaluokta, begin en einde van het populaire noordelijke deel, rijden bussen. Voor de zuidelijke terminus, Hemavan, neem je de trein vanuit Stockholm naar Umeå, daarna de bus.

deel Artikel

Meer inspiratie

KZZ
reportage
Lees meer
  • Kamperen
Aan zee lijkt het ziekenhuis ver weg
Pasar Kamperen zonder zorgen
Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer