Schouwen - Duiveland

Water in de hoofdrol

11 minuten leestijd

Schouwen-Duiveland is de enige plek in Zeeland met nog een echt eilandgevoel, vooral wanneer het er buiten het zomerseizoen rustiger is. Over het fietsknooppuntennetwerk kan je het eiland verkennen van oost naar west, door diverse land- én (dankzij de getijden) zeelandschappen. Water speelt in Zeeland altijd een hoofdrol, zeker wanneer het uit de lucht komt vallen.

reportage
  • Fietsen
Zierikzee

Het oosten: stormsafari

Knooppunten 66-65-02-69-64-63-68-67-66 (25,3 km)

We vertrekken in het noordoostelijkste puntje, het vissersdorp Bruinisse. Maar niet op een lege maag. Wie Zeeland zegt, zegt: vis en schaaldieren. Niels Habraken van visrestaurant BRU17, vernoemd naar een verdwenen visserssloep (‘de weduwen waren vereerd dat het nummer bleef bestaan’), weet er alles van: ‘Met de knowhow van de viswinkel van mijn ouders begonnen we twaalf jaar geleden met een restaurant met alleen lokale vis en schaaldieren. Ondanks de vele oestervissers kon je hier bijvoorbeeld nergens oesters krijgen. Die waren voor de export, zoals de mosselen, die voor 75 procent naar België gaan.’

Rond ons horen we inderdaad vooral Vlaams. Klanten komen onder meer voor de dagverse oesters, uit het Grevelingenmeer en de Oosterschelde geschept. Al maakt de hangcultuur uit Nieuw-Zeeland nu opgang in Oud-Zeeland. ‘Dankzij de vlakke zandbodem was men hier gewend op de bodem te kweken.’ We proeven van nog meer lokale producten: kokkels en scheermessen, en griet. ‘Door geen vlees of geïmporteerde vis te serveren schrikken we sommige klanten af, maar onze consequente keuze onderscheidt ons nu net.’

Langs de oostzijde van het eiland fietsen we over de dijk, begraasd door schapen, naar het zuidelijkste puntje van Schouwen-Duiveland. Naast het water links van ons valt het ook uit de lucht, waardoor onze afspraak in het Watersnoodmuseum er bijna in valt. Hoe konden we de naar ons vernoemde Weg van de Buitenlandse Pers toch missen?

Weggespoeld 

Jaap Schoof, voormalig directeur van het museum, wacht ons op. ‘Ik was negen toen ik op zondagochtend 1 februari 1953 wakker werd en onze hoger gelegen boerderij plots op een eilandje lag. Vader was niet ongerust: zo hoog stond het water ook in ’44, toen de Duitsers de polders onder zetten. We zorgden nog voor onze koeien en paarden. Maar het water zakte niet. Integendeel, er kwam nog 3,5 m bij. We vluchtten op zolder. We hoorden de dieren panikeren, tot het stil was. Het water kwam tot de derde trede van boven.’ Het lagergelegen huisje van de knecht was inmiddels weggespoeld. ‘Als je geluk had, dreef je met het dak weg. Dat overkwam mijn oma en tante, maar hun dak kantelde en ze zijn nooit teruggevonden.’ 

Jaap verzamelde later ruim driehonderd getuigenissen van overlevenden. ‘Sommigen hadden nog nooit hun verhaal gedaan, zelfs niet aan hun kinderen.’ Getallen zeggen iets, maar verhalen zeggen alles. Het museum getuigt daar ruimschoots van, van het mandje waarin baby Teun de ramp overleefde tot de hemelsblauwe trouwjurk van een moeder die met haar dochtertje verdronk. 

Het museum wil niet enkel herinneren, maar ook sensibiliseren. ‘Reken maar dat het water ooit terugkomt. We moeten blijven opletten met de klimaatverandering’, waarschuwt Jaap. ‘Vandaag komt het gevaar vooral uit de lucht en de rivieren. We hebben vier opties: de kust verhogen en dichtmaken (al heeft men nu wel door dat de Deltawerken ecologisch niet ideaal waren), de rivierdijken verhogen (wat moeilijk wordt met de bewoning errond), eilanden aanleggen voor de kust of alles prijsgeven en vertrekken. Tot 2050 zijn we wel veilig, maar bedenk wel: aan het Deltaplan van 1953 werd toen al twintig jaar gestudeerd en het zou nog eens dertig jaar duren eer het klaar was. In dat tempo zitten we al ruim in 2070! Één troost heb ik: ikzelf ben er dan niet meer bij.’ 

We fietsen maar gauw het binnenland in. We doen Oosterland aan, met een opmerkelijke losstaande 15de-eeuwse kerktoren. Het landschap is weids en open. Veel landouwen en serres. Via Sirjansland fietsen we geruime tijd langs de enorme marina van Bruinisse. ‘Welkom’, staat er in het groot, maar het hoge prikkeldraad vertelt wat anders. Even waren we alweer mis en al halfweg het eiland Goeree-Overflakkee in Zuid-Holland, om dan toch weer in Bruinisse aan te meren.

Het wordt een stormachtige nacht in onze safaritent. Onze camping trakteert ons op het echte Watersnoodgevoel: de slagregen, de zwiepende wind en het klapperende zeil houden ons wakker. De regen slaat zelfs onder de flap van de ingang door. ’s Morgens zijn we verwonderd dat de camping nog rechtstaat. 

Het centrum: zeemeerminnen in Zierikzee

Knooppunten 8-7-5-4-62-68-60-61-94-69-93-92-91-90-8 (38,9 km)

Een prima manier om een slapeloze nacht van je af te schudden is koudwaterzwemmen. Elke zondag om 9 uur, weer of geen weer, nemen Esther Kroon en een dozijn onversaagden – vooral vrouwen – een dip in de Oosterschelde, vlak bij Zierikzee. ‘Mijn man krijg ik niet zover!’ Zeven dames tonen zich bereid ook deze druilerige donderdagochtend te verzamelen bij hun vaste plek aan de Boerenweg. ‘Heerlijk weer!’ 

Esther zocht hen destijds bij elkaar door over het hele eiland te flyeren. ‘Ik vond het koudwaterzwemmen zo leuk dat ik mijn baan als makelaar opzegde en Wim Hof-instructeur werd.’ De ‘iceman’ is wereldwijd bekend voor zijn weerbaarheid versterkende ijsbaden. Volgens zijn op ademhaling, mindset en natuurlijk koude gebaseerde methode geeft Esther workshops in bedrijven en instellingen. 

De dames zijn enthousiast over Esthers gratis begeleiding en hun wekelijkse dip in zee: ‘Zo merk je pas hoe krachtig je lichaam is.’ ‘Je krijgt er energie van’, ‘het helpt je sterker in het leven te staan en beter met stress om te gaan.’ Esther: ‘Vroeger had ik het altijd koud, was ik een onzeker meisje. Nu heb ik het gevoel de wereld aan te kunnen.’

Van oktober tot mei komen ze samen. De vriendschappen die zo ontstonden, doen een deel van hen zelfs de zomer voortdoen. Vandaag zou de zee 15 °C zijn (‘peanuts!’). In zee is het altijd warmer dan in stilstaand water, maar door de wind is het gevoelig kouder. De dames malen er niet om. ‘De zee is elke keer zo verrassend anders. Kijk die regenboog eens!’

We dalen de dijk af, halfweg naar het (hoog)water houden we halt op een grasplateau voor een betonnen trap naar de zee. Een korte opwarming voor wie niet met de fiets is gekomen, kleren uit en in badpak of bikini huppekee het water in. ‘Lang uitademen als je water ingaat’, waarschuwt Esther ons. ‘En niet zwemmen! Hou je stil in het water. Zo bouw je een beschermlaagje rond je.’ Heel anders dan wij doen, merkt Ann op, die thuis als winterzwemmer minstens een uur opwarmt. Je handen en voeten voelen meteen het koudst. ‘Ja, de extremiteiten. Je kan je handen onder je oksels steken.’

Na enkele minuten klimmen we weer de trap op naar het grasveldje. ‘Nu is het belangrijk op te warmen,’ zegt Esther, ‘anders heb je de hele dag koude rillingen. En dat doen we niet door ons zo snel mogelijk af te drogen, maar met lichaamsbeweging.’ Met de benen uit elkaar, door de knieën gebogen, maken we met de armen forse zijwaartse bewegingen. ‘Voorbijgangers op de dijk kijken soms raar op als ze ons bezig zien.’ Na de opwarming kleden de dames zich zonder gêne uit en aan. 

Heeft hun clubje een naam? ‘Nee, even dachten we aan de Zierikzee Zwemmers, maar we zwémmen niet en Zierikzee Dippers klinkt zo culinair.’ De Zierikzee Zeemeerminnen? ‘We hebben twee mannen in ons clubje, dan moeten het Zeemeermensen zijn.’ De Zondagse Zierikzee Zeemeermensen dus? ZZZZ klinkt echter wat te slaperig: ongepast, want dat is wat het koudwaterzwemmen net tegengaat natuurlijk. Zondag staan ze er alleszins weer. ‘Verslavend dit!’

Monstertoren

We fietsen via het Havenkanaal en de Nieuwe Haven naar Zierikzee, de stad met de per inwoner meeste monumenten (550) van Nederland. ‘Heel aardig om in een beschermd rijksmonument te wonen,’ zegt gids Marco Smout, een ingeweken Antwerpenaar, ‘maar omdat je dan geen zonnepanelen of dubbel glas mag installeren ook een kostelijke zaak.’ En dan te bedenken dat Zierikzee zijn rijkdom aan monumenten te danken heeft aan de door verzanding veroorzaakte verarming, waardoor veel gebouwen bewaard zijn gebleven.

En onafgewerkt, zoals ‘de dikke toren’, officieel de Sint-Lievensmonsterstoren: 62 m hoog, maar dat had liefst 130 m moeten worden, hoger dan de OLV-kathedraal van Antwerpen. De megalomane plannen van Zierikzee, destijds strategisch gelegen aan de Goude (die Schouwen en Duiveland scheidde), strandden eind 16de eeuw, toen de welvaart (door tolrecht en handel in zout en meekrap) afnam. Vandaag is de toren nog een baken dat op hele eiland zichtbaar is. 

Met de dikke toren in de verte doen we op onze droge, zelfs zonnige rit door het midden van eiland het pittoreske Dreischor aan. Oude huisjes staan rond een gracht om een centrale kerk. Ook Noordgouwe is zo’n ringdorp. We steken het eiland over en komen weer aan de Oosterschelde. Het pad voert langs best steile verharde dijkhellingen zonder reling of buffer tegen het meters lagergelegen water. Ogen op de weg dus! En rij niet over de door meeuwen op het asfalt kapot gegooide oesters! We bereiken zonder platte banden Zierikzee.

‘Life is better at the beach’, slagzint ons strandpark, maar ik zou zeggen: at the hotel. Omdat er nog meer regen wordt voorspeld, ruilen we onze tent voor een hotelkamer.

Het westen: Zeeuwse bergen

Knooppunten 74-75-77-83-82-80-78-74-73-72-70-71-81-80-78-74 (46,5 km)

De volgende dag wisselen we in Burgh-Haamstede ook onze fietsen in voor mountainbikes: mountains op een eiland dat her en der zelfs onder de zeespiegel ligt? Jazeker, tot wel 40 m hoog en wel in de duinen in het westen, de Kop van Schouwen: een schitterend natuurgebied waar je volop kunt wandelen, paardrijden, fietsen (over een verharde weg op het fietsknooppuntennetwerk) en mountainbiken. We kronkelen door bos en duinen, met af en toe zicht op de zee. Er zijn diverse mtb-routes met uitdagende hellingen, goed voor kilometers klimplezier. In het zuiden van Schouwen doemt de Oosterscheldekering op, en verderop Deltapark Neeltje Jans. 

Toch wint het land niet altijd van de zee: het eenzame bewijs ervan is de Plompe Toren van Koudekerk, een lang geleden aan de zee prijsgegeven dorp. De toren verhaalt de legende van een ander verdwenen dorp, Westenschouwen. Iets met een vloek van een zeemeerman uitgesproken over vissers die zijn meermin hadden opgevist. De toren vertelt ook over de echte strijd van land en zee en de huidige bewoners van waar ooit beide dorpen lagen, van scholeksters en kluten tot robben. Boven op de toren zien we dankzij een sterke vaste verrekijker – het is eb – op de Roggenplaat, een zandbank in de Oosterschelde, zonnende zeehonden liggen. 

Brood en bolus

Mathieu Sonnemans verwelkomt ons in zijn bakkerij in Burgh, meer een snoepwinkel met lokale banketlekkernijen. ‘Gezond snoep!’, vindt Mathieu van zijn Zeeuwse kruidkoek, peperbollen, worstenbroodjes, met amandel gevulde speculaas en uiteraard bolus (en een luxevariant gevuld met vanilleroom). ‘Brood bakken is maar een hobby.’ De Zeeuwse bolus is gemaakt van zacht brooddeeg met kaneel en suiker, ‘maar het echte geheim is dat we die de hele dag bakken, zodat hij altijd vers is. Ook lekker met ijs.’ Het verwondert ons niets dat er ook een bolusbier is. 

Mathieus grootvader was al bakker, zoon Rolf heeft inmiddels overgenomen. Ook de dochters Romy en Amber staan in de zaak, voorzien van een hotel. En zelfs een museum: Mathieu is allesverzamelaar, vooral van spullen uit de wereldoorlogen en uiteraard de bakkerij van toen. Ze vertellen iets over de Zeeuwse armoede tot WO II. ‘Met rijke landbouw- en visgronden kwam uiteindelijk welvaart. En toerisme: almaar meer, zelfs buiten de zomer wordt het drukker. We zijn allang geen seizoensbedrijf meer. Goed voor de werkgelegenheid. Zo staat Kees, vuurtorenwachter tot de automatisatie, nu bij ons in de zaak.’ De tijd staat ook in Zeeland niet stil. ‘Schouwen-Duiveland is geen eiland meer. Jammer voor wie aan het eilandgevoel hecht, maar de economie vaart er wel bij.’ 

De grote watersnood: wat gebeurde er?

rr
  • In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 veroorzaakte de combinatie van een noordwesterstorm, springtij en vooral slecht onderhouden dijken een watersnoodramp die aan 1800 Zeeuwen het leven kostte. 
  • Het Watersnoodmuseum ligt wat afgelegen in Ouwerkerk, maar de vier 60 m lange caissons die destijds dijkgaten moesten dichten, zijn een bezoek meer dan waard. 
  • De caissons verhalen de feiten van de ramp en het menselijk leed, tonen de heropbouw en de gevaren van leven met water. Het museum bulkt van voorwerpen en getuigenissen, maar is ook modern en interactief ingericht. 
  • Ook elders op Schouwen-Duiveland herinneren monumenten aan de ramp. In Zierikzee vind je niet alleen een aanduiding van de waterhoogte in de Sint-Domusstraat, maar bij de noordelijke havenpoort staat ook het beeld van een zwangere vrouw met kind, Beproefd maar niet gebroken. Sinds vorig jaar ligt op het Havenplein een grote steen met aanduiding van de stroomgaten. Op deze 96 plekken van dijkdoorbraken op het eiland worden momenteel basalten zuilen gezet die herinneren aan de ramp.  

4 x Zierikzee

rr
  • Het (uiteraard met water omgeven) Zierikzee telt liefst 550 rijksmonumenten. 
  • Het opvallendste daarvan, de ‘dikke toren’, is te beklimmen (278 treden). Hij staat los van de voormalige protestantse kerk, een kleinere versie van een 200 jaar geleden afgebrande voorganger.
  • Het Havenplein (de deels gedempte oude haven) toont het best de vergane glorie van Zierikzee, met statige panden met welluidende namen, zoals het Hotel Mondragon (naar een Spaanse veldheer die de plundering van de stad verhinderde) of het Paert in de wiege (ooit een bordeel). De 18de-eeuwse dokter Job Baster staat voor zijn huis vereeuwigd met de goudvissen die hij in de Nederlanden introduceerde. Een fontein met vier kikkers lijkt uit de Efteling geplukt, maar is een geschenk van de waterleidingsmaatschappij. 
  • Aan de nog open oude haven bewaken twee havenpoorten de toegang tot de stad. Nog andere bijzondere bouwwerken zijn het Gravensteen (de residentie van de vertegenwoordiger van de Hollandse graaf en het lokale cachot), de Gasthuiskerk (tevens beursgebouw), het Burgerweeshuis (Victor Hugo was er wild van) en De Haene (het oudste gebouw van de stad, uit de 14de eeuw).

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer