Oost- en West-Duitsland: fietsen

9 minuten leestijd

Onze generatie is opgegroeid met de wetenschap dat er tussen Oost- en West-Duitsland een gordijn van ijzer stond. Sinds de Wende in 1990 bestaat die scheidingslijn niet meer.  Op de zuidflanken van het Harzgebergte nam de natuur het kilometers brede niemandsland over en het is er nu zalig fietsen. Zes dagen doorkruisten wij met de e-bike een landschap waarop geschiedenis werd geschreven. Onbezorgd en vrij van Oost naar West.

reportage
  • Fietsen
Schifflersgrund

De Ossi’s werd gevraagd het IJzeren Gordijn de Antifascistische Schutzwall te noemen, die zou hen beschermen tegen de uitwassen van het kapitalistische Westen. In werkelijkheid verhinderde het gordijn hen om te ontsnappen uit het communistische regime. Toen de grens einde jaren tachtig meter per meter afbrokkelde, werden alle sporen met een Duitse Gründlichkeit opgeruimd, want men wilde die onfraaie episode zo snel mogelijk vergeten. Dat is het eerste wat ons opvalt als we op de eerste dag van Hann Münden naar Heilbad-Heiligenstadt fietsen.

We steken de voormalige grens enkele keren over maar merken er weinig van, op een herinneringsbord met een datum waarop de grens openging na. De routebeschrijving, die we bij de start van ons fietsavontuur meekrijgen, stuurt ons over de Werratal-Radweg, één van de weinige bewegwijzerde fietspaden in de Harz.

Een e-bike is aan te raden voor de pittige heuvels.

‘Duitsland heeft prachtige fiets gebieden maar het ontbreekt aan goede infrastructuur voor fietsers’, had Dirk de Gooijer van Ga-toch-fietsen! ons gewaarschuwd. De zes routes, die hij tot het kleinste kruispunt heeft uitgeschreven, zullen ons dus goed van pas komen. Fietsen we toch verloren, dan zetten behulpzame streekbewoners ons met veel gebaren wel weer op het juiste spoor.

Ook zijn raad om een e­-bike te nemen, sloegen we niet in de wind. De Harz mag dan een glooiend landschap hebben, af en toe moeten we een pittige heuvel over. Als beloning mogen we afstappen in schilderachtige stadjes zoals waar in het seizoen de zoete kersen zomaar te plukken hangen, en Allendorf, dat in de 9de eeuw al op de kaart van Karel de Grote stond.

 

Naar de grens

Langs de weg zien we nu de eerste gedenkstenen, voor Ossi’s die de oversteek van de zwaarbewaakte grens niet hebben overleefd. We naderen Schifflersgrund, het Grenzlandmuseum dat daar toch nog over wil getuigen en botsen meteen op een muur van staaldraad. ‘Eén van de weinige stukken die bewaard zijn gebleven’, zegt Urban. Hij is leraar en met zijn klas op schooluitstap.

Terwijl de kinderen in het museum een grens ontdekken waarvan de meesten niet weten dat die achter hun dorp echt heeft bestaan, neemt Urban ons graag op sleeptouw. We zijn even oud, met dit verschil dat hij opgroeide in het Oost­-Duitse Treffurt en het IJzeren Gordijn kende als afsluiting van zijn tuin.

‘In totaal was de grensconstructie zo’n vijf kilometer breed’, begint hij en stelt zich bewust op aan de westelijke kant, iets wat hem vijfentwintig jaar geleden wellicht het leven zou gekost hebben. De grensstenen en waarschuwingsborden waren de eerste markeringen, daarachter lag een strook niemandsland.

Urban: ‘Als de kogels van de grenswachters verder vlogen, werd dat beschouwd als een aanval op het Westen.’ Een metalen afsluiting van 3 meter hoog, een geharkte strook om voetsporen te controleren, lantaarnpalen die aanfloepten bij elke beweging, wachttorens, een mijnenveld, een rail waarlangs bloeddorstige honden liepen en dan een blinde muur die Ossi’s het zicht op het Westen ontnamen, met nog wat controleposten erna.

‘De grens werd steeds gesofisticeerder, met de splinterbommen die bij aanraking automatisch ontploften als triestig hoogtepunt’, legt Urban nog uit. Toch vond hij het zo slecht nog niet in Oost­-Duitsland. ‘Als je in de pas liep, had je weinig zorgen. Met de Stasi had ik het wel moeilijk. Ze zochten medewerkers om in ruil voor extra aankoopbonnen of een betere baan hun collega’s, vrienden en zelfs familie te verklikken.’

 

Heiliger dan de paus

Heillig-Heiligenstadt is van oudsher een katholiek bolwerk en daar heeft geen gordijn iets aan kunnen veranderen. De communisten probeerden het wel, met de industrialisering van het vlakbij gelegen Leinefelde dat o.a. schoenen leverde voor de hele DDR. Maar deze Ossi’s hielden het been stijf en bekeerden zich niet tot het socialisme. Dat Paus Benedictus hier in 2011 passeerde, was een stevig statement. Als we ’s avonds in een Bierstube de waardin erover aanspreken, zucht ze.

‘We zijn sinds de Wende wel vrijer, maar we missen toch de solidariteit onder elkaar. Ik ging ’s avonds voor mijn laatste stamgasten soms nog een maaltijd bij elkaar zoeken. Nu is het ieder voor zich.’ De volgende dag fietsen we verder langs de Leinerivier. Onderweg passeren we grotten en ondergrondse beekjes, een teken dat de bodem hier veel kaliumzout bevat. Voor de Wende was dat de voornaamste bron van inkomsten.

In Bleichenrode stoppen we, want volgens onze routebeschrijving heeft dit stadje nog de aanblik van de oude DDR. Inderdaad, in de troosteloze straten zien we voor het eerst een Trabantje. Fotograaf Thomas is in de wolken. Ik denk eerder terug aan Urban, die op zo’n Pappenkarre van karton vijftien jaar moest wachten.

Maar ijzersterk was ie wel, anders had hij de ritten op een Kolonnenweg nooit overleefd. De lange stroken betonplaten, die ook als fietspad dienstdoen, zijn niet bepaald een pretje en zullen nog lang in ons geheugen én zitvlak blijven hangen. Een peulschil echter als we de volgende dag met eigen ogen zien wat krijgsgevangenen hebben meegemaakt.

 

Rakettenfabriek

Vooraleer we Nordhausen aandoen, krijgen we nog een panoramisch cadeautje. Bij helder weer kunnen we even de Brocken zien, met 1.142 meter de hoogste berg in de Harz. Vanuit Nordhausen kun je trouwens met een authentiek smalspoortreintje helemaal naar de top.

Met de fiets beperken wij ons tot het duizend jaar oude stadje dat het in de Tweede Wereldoorlog zwaar te verduren kreeg met een bombardement van 48 uur. Achtduizend doden en drie vierde van de Altstadt plat. We merken het nog aan de open plekken die nog steeds niet heropgebouwd zijn.

Van de voormalige DDR­-sfeer is hier niets meer te merken: moderne winkels, uitnodigende theaters en bioscopen, hypersnelle tramlijnen… en in het historische poortgebouw een troubadour die op eenvoudig verzoek nummers van Bob Dylan zingt.

Het enige wat overbleef, is het Ampelmännchen, het gekke figuurtje op de verkeerslichten.

Minder vriendelijk oogt Mittelbau-Dora, een gedenkplaats van het concentratiekamp uit de Totale Oorlog.

Dit valt buiten het Oost­-West grensgebied maar de zestigduizend dwangarbeiders, die hier in onmenselijke omstandigheden moesten werken aan de V1­ en V2-­bommen, dwingen ons tot respect en een bezoek aan de ondergrondse mijngangen waar de rakettenfabrieken op volle toeren draaiden.

 

Dag en nacht, half verhongerd en in bittere kou, zonder licht en met blote handen terwijl het water zonder ophouden van de muren en in de bedden droop, hebben deze mensen hier de laatste oorlogsmaanden doorgebracht. Als ze die al overleefden. In het museum worden de verschrikkingen in een breder kader geplaatst en daders, medeplichtigen en toeschouwers op hun verantwoordelijkheid gewezen.

‘Wir haben es nicht gewusst’ gaat hier echt niet op. We verlaten de eindeloze site van nagelaten verdriet en fietsen met hangend hoofd verder. Langs de Zorge dit keer, over kasseien in de richting van Ilfeld. Dat we langs de weg historische appelen kunnen plukken, beurt ons weer even op. Het is nog een traditie uit de tijd van Napoleon, die voor zijn veldtocht naar Rusland, vooraf overal fruitbomen liet aanplanten zodat zijn soldaten onderweg iets te eten hadden.

VW-worst en een stad op krukken

Kan er iets verder uit elkaar liggen dan een klooster en een café waar unieke worsten worden geserveerd? In Walkenried liggen ze naast elkaar. Deze Westerse bubbel in Oost­-Duitsland was aan drie kanten omgeven door het IJzeren Gordijn. Naast de ruïnes van het 12de­-eeuwse klooster huist een museum over de geschiedenis van het monastieke leven in de Harz.

Wij concentreren ons op de aangrenzende Klosterküche. Zusters zijn er niet meer, maar ook de huidige bazin is bij de pinken want via connecties kan zij op haar menukaart de currybockwurst zetten die tot nader order enkel in de kantines van de Volkswagenfabrieken in Wolfsburg wordt geserveerd.

Als we verder fietsen, zitten we weer in de oude DDR en passeren we in Branderode een Konsum-­Laden. Leeg weliswaar maar we kunnen ons levendig voorstellen hoe Urban, die we de eerste dag hebben ontmoet, in zo’n winkel zijn inkopen moest doen. ‘Met aluminiumchips, omdat de muntstukken zo licht waren en buiten de DDR geen cent waard. We moesten in de rij staan voor voedingswaren. Zeep en koffie waren nauwelijks te krijgen en als tiener had ik niet eens een jeans. En als we toch in een winkel kwamen waar westerse producten lagen, konden we ze met ons geld niet kopen. Ik herinner me nog zo die heerlijke geur van waspoeder.’

Niets begrijpend van de euforie voor zoiets als waspoeder fietsen we verder. Door een adembenemend landschap met heuvels waartussen vroeger de grens slingerde. Aan weerskanten konden mensen toen naar elkaar wuiven, maar meer ook niet. We zijn nu vier dagen onderweg en tweehonderd kilometer ver, misschien was dat voor Dirk wel een reden om ons te parkeren in de stad van Otto Bock, het bedrijf dat wereldmarktleider is voor het maken van prothesen.

‘Stad op krukken’, denken we wat oneerbiedig, maar in ons hotel zit wel een heer uit Koeweit die dankzij het precisiewerk van Otto Bock weer zonder pijn kan lopen. Zover is het bij ons gelukkig niet. We hebben nog genoeg energie voor een avondwandeling langs de charmante vakwerkhuisjes, het schilderachtige Rathaus en de twee kerken die met elkaar wedijveren voor de hoogste toren.

 

Nog een laatste keer met de neus op de Grens

Vandaag hebben we niet zoveel kilometers voor de boeg, dus kunnen we het Grenzlandmuseum in Teistungen uitgebreid bezoeken. In het DDR­tijdperk was dit een officiële grensovergang en douanepost, maar veel vrijheid moeten we ons daar niet bij voorstellen. Auto’s werden met spiegels gecontroleerd, mensen die in het grensgebied woonden of werkten kregen stempels in hun paspoort dat ze altijd bij zich moesten dragen en mensensmokkel werd ongenadig afgestraft.

In de jaren zeventig maakte de Westerse politicus Willy Brandt met zijn Ostpolitik de eerste voorzichtige openingen en familie mocht met speciale pasjes al eens op kerstbezoek naar de overkant. Rondom het museum valt de sfeer van weleer als een deken over ons. We mogen even de observatietoren bezoeken van waaruit de grenswachters de 5 kilometer brede strook nauwlettend in de gaten hielden. ‘Ich  hatte einen Schiessbefehl’, het heeft zowel Oost als West jarenlang bezig gehouden.

Boven in de toren proberen we ons voor te stellen hoe die soldaten het geweer moesten richten als ze een wanhopige vluchteling in het vizier kregen. Plots komt me een herinnering van einde jaren zeventig boven, toen ik met jeugdig en onbezonnen bravoure aan de westkant van het IJzeren Gordijn met een verrekijker zo’n grenswachter in zijn toren bespiedde. En het akelige gevoel toen ik recht in zijn verrekijker keek. Hij had me gezien, misschien wel de plek en het uur genoteerd dat ik daar stond en verdere orders gevraagd, voor het geval ik nog zou terugkeren.

Voordat we onze zesde en laatste etappe aanvangen en via Heilig-Heiligenstadt en Friedland weer terug naar Hann-Münden fietsen, zijn mijn laatste gedachten voor Urban. Toen de grens in 1989 eindelijk open ging, tufte hij met zijn Trabantje niet door het gordijn om in het Westen te gaan feesten met goedkope Sekt en een briefje van 100 DM. Hij vatte post op enkele meters achter zijn tuin en zag voor het eerst in zijn leven hoe zijn huis vanaf het westen eruit zag.

Tekst Suzanne Antonis - Foto’s Thomas De Boever

Dit artikel is verschenen in februari 2014.

 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer